lol
100
De motie is in ieder geval voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraad
slagingen
De heer Boelens: Wij hebben destijds met betrekking tot een motie van mevrouw Visscher
over het openstellen van bruggen op zondag de delen 1 en 3 gesteund, dus op zich zijn wij
er niet op tegen dat de bruggen, wanneer er een dekking kan worden gevonden, worden
opengesteld. Ik kan mij overigens niet herinneren dat die motie is aangenomen. Er is toen door
de wethouder toegezegd een en ander in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie
te brengen en de mogelijkheden te onderzoeken. Bovendien is de toezegging gedaan door het
college dat er een notitie zou komen - in juni al, dacht ik - op grond waarvan de raad dan
weer een beslissing zou kunnen nemen. Wij zijn eigenlijk nieuwsgierig naar de initiatieven die
de wethouder heeft genomen om hiervoor toch een dekking te vinden.
De heer Buurman: Het college gebruikt wel eens van die krachtige uitdrukkingen, zoals
"consistent beleid voeren". Ik wil ten aanzien van dit punt ook maar een consistent beleid
voeren. Dan begrijpt u mij wel.
De heer De Vries (weth.): Ik moet toegeven dat ik als wethouder wel wat boter op mijn
hoofd heb. Vorig jaar is inderdaad door de raad uitgesproken om met betrekking tot deze zaak
openingen te maken, althans een onderzoek in te stellen. Door allerlei overlegsituaties is dat
allemaal vertraagd en nog een keer vertraagd en nog weer teruggegaan naar de overlegtafel.
Het gevolg is geweest dat wij er niet uit konden komen. Wij hadden onvoldoende informatie,
totdat de afdelingsvergadering in zicht kwam en het nodig was dat er vóór die en die datum
een advies op tafel lag. Welnu, dat advies lag op tafel, maar het was niet hanteerbaar, want
het ging enkel uit van de vele problemen die aan deze zaak vastzitten. In de tussenliggende
tijd vond dus de afdelingsvergadering plaats, waarin mevrouw Visscher nog eens een duide
lijk schot voor de boeg gaf. Een en ander is voor ons aanleiding geweest om tussen de af
delingsvergadering en vandaag de zaak nog eens op een rij te zetten en te informeren hoe
een en ander elders is geregeld. Wij hebben vandaag in het college besloten om opnieuw, en
dan toegerust met deskundigen op het terrein van personeelsbeheer, een werkgroepje samen
te stellen dat vóór 1 februari met een uitgedragen voorstel komt bij de Commissie voor de
Dienst voor Sport en Recreatie en bij b. en w. Wij hebben de indruk dat wij in staat moeten
zijn om er uit te komen en om een oplossing te zoeken die in de richting van de motie van
mevrouw Visscher gaat. Ik zou willen voorstellen dat wij, als dat formeel juist is, op dit
moment deze motie overnemen.
De Voorzitter: Mevrouw Visscher heeft geen behoefte aan het in stemming brengen van
de motie na deze toezegging? (Mevrouw Visscher-BouwerNeen, mijnheer de voorzitter. Wij
wachten met spanning de ontwikkelingen af.)
Punt 1c.
De Voorzitter: Aan de orde is de vaststelling van het beleidsplan 1984-1988.
Mevrouw Van der Werf: Wij stemmen in met dit beleidsplan, waarbij ik één kanttekening
wil maken. Het beleidsplan wordt namelijk vastgesteld met een tekort van 8,3 miljoen, waarbij
gesteld wordt dat het tekort moet worden gehaald door middel van de bezuinigingsvoor
stellen zoals wij die in de volgende ronde zullen bespreken. Wij willen daarbij aantekenen dat
wij die 8,3 miljoen niet alleen willen halen door middel van bezuinigingen, maar ook door
nieuwe dekkingsmiddelen aan te dragen en daar komen wij dan morgen op terug.
De heer Buurman: Ik stem in met het beleidsplan, met uitzondering van enkele punten
die betrekking hebben op nieuw beleid, zoals de posten kinderopvang en emancipatie-activi
teiten, die ik ook al in de algemene beschouwingen heb genoemd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met inachtneming van
de aangenomen en overgenomen moties en de door het college gedane toezeggingen en met
aantekening dat de fractie van GPV/SGP/RPF wenst te worden geacht te hebben gestemd
tegen de door de heer Buurman genoemde onderdelen.
Punt ld.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen van de gemeentebegroting 1984 en van de
begrotingen van de takken van dienst (inclusief een aantal wijzigingsbesluiten)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met inachtneming van
de wijzigingsbesluiten.
De Voorzitter schorst, om 24.05 uur, de vergadering tot 21 december 1983, 14.00 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag, 21 december 1983.
RAADSVERGADERING van woensdag, 21 december 1983, aanvang 14.00 uur.
(vervolg van de vergaderingen van 19 december 1983 en 20 december 1983)
Aanwezig 35 leden.
PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk-
Welles, G. Visscher-Bouwer, J.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de
heren P. Bron, ir. C.G.H. Geerts (weth.), H. ten Hoeve, J.F. Janssen, ir.
G.A. Kessler (weth.), H. Meijerhof (vanaf 14.15 uur), J. Schagen, ir.
J.A.F.A. Timmermans en Gde Vries (weth.).
CDA de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H. Jansma, C. de Jong, W.
Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, N. Sterk en L. Visser.
VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer (vanaf 14.40
uur), R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer en J.A.H. IJestra.
PAL mevrouw J. van der Werf en de heren J.D. Niemeijer (vanaf 15.15 uur),
S.F. Siemonsma en P.D. van der Wal.
D'66 mevrouw J. de Jong.
GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman.
Afwezig: mevrouw A. Willemsma-de Jongen de heer P.J. Sijbesma (beiden CDA).
Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, drs.
A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, H. Flinterman, hoofd van
de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten,
hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris, en
drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie.
De Voorzitter: Dames en heren, ik heropen de vergadering. Ik stel u voor bij de behan
deling van agendapunt 2, de elementen a en b in één keer in behandeling te nemen. Verder
stel ik. voor door te vergaderen - onderbroken door een enkele pauze - tot wij de agenda
hebben afgewerkt. Ik constateer dat de raad instemt met mijn voorstellen.
Er is bericht van verhindering binnengekomen van de heer Niemeijer wegens familie-orn-
standigheden - misschien komt hij nog, maar dan wat later -, van mevrouw Willemsma wegens
ziekte en van de heer Sijbesma, die misschien ook wat later komt.
Punt 2 (bijlagen nrs. 423 en 473).
De Voorzitter: Aan de orde is: Ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 en aanvullende raads-
brief met betrekking tot ontwerp-dekkingsplan 1984-1988.
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Mijnheer de voorzitter, de herwaardering 1984-1988 is
de vierde in de reeks. Als deze herwaardering is vastgesteld, is in totaal een bezuiniging op
stapel gezet en ten dele ook uitgevoerd van 31 miljoen gulden. Wat wij graag voor de behan
deling in april willen ontvangen is een rapportage - dat moet u niet al te zwaar opvatten -
over de effecten van vorige bezuinigingen. Welke voornemens bleken wel uitvoerbaar, welke
niet en welke zijn maar gedeeltelijk verwezenlijkt? Een andere vraag is: moeten meevallers
wel of niet tot de taakstelling van de bezuiniging worden gerekend? Deze keer hebben wij
daarin geen lijn kunnen ontdekken. Het bijstellen van het rentepercentage en de kostenstij
gingen met betrekking tot de stadsvernieuwing, waarbij het gaat om een bedrag van 4 ton,
is in de taakstelling begrepen, evenals de geschatte f. 659.000,in de beleidssector Cultuur
door het nieuwe regeringsbeleid met betrekking tot het Frysk Orkest. De extra uitkering
voor de invoering van de integratie van het kleuteronderwijs en het lager onderwijs wordt
gestort in de algemene middelen. Verder zal geprobeerd moeten worden de beslismomenten
beter op elkaar af te stemmen. De herwaardering is nu los van de begroting en het beleids
plan gepresenteerd. Uiteindelijk beslissen wij immers pas in april. In januari komen boven
dien nog de bezuinigingen met betrekking tot het sociaal-cultureel werk aan de orde. Wij zijn
van mening dat bij de reorganisatie van diensten vooral ook aan de component overhead moet