108
informatie uit ambtelijke werkgroepen ter inzage gelegd.) Ik heb helemaal niet gesuggereerd
dat deze twee fracties voordelen zouden hebben. Ik weet dat leden van het college deelnemen
aan het fractie-overleg en ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat er dan bepaalde ge
dachten naar voren komen. Het college zal heus die gedachten niet geheim willen houden
voor de overige fracties. Volgens mij ontgaat het het college vaak dat die gedachten zo be
langrijk voor ons zijn. Ik heb helemaal geen achterdocht, mijnheer Pruiksma. (De heer
Pruiksma: Je kunt ook dingen bedenken zonder wethouder te zijn, mijnheer Bijkersma.) Ja,
dat kan wel zijn, mijnheer Pruiksma, maar ik breng dit bezwaar naar voren. Mijn fractie
blijft bezwaar houden tegen deze gang van zaken en ik blijf dat stellen.
De presentatie van het ontwerp-dekkingsplan omvat twee aspecten. Het eerste aspect is
de procedure en de techniek van de te houden onderzoeken naar de bezuinigingsmogelijkhe
den. Het tweede aspect betreft de bezuinigingsvoorstellen naar aard en inhoud. Voor wat
betreft de procedure heeft mijn fractie geen bezwaren. Wij hebben begrepen dat het college
een aantal voorstellen, dat vermeld staat op de A-lijst, wil onderzoeken. Het is duidelijk
zichtbaar dat er van enkele voorstellen, die op de A-lijst staan, al gegevens zijn. Zoals uit
de aanvullende raadsbrief blijkt, wil het college hier nog een aantal onderzoeken aan toevoe
gen. Wij hebben tegen deze procedure geen bezwaar.
Het college laat de voorstellen die voorkomen op de B-lijst in stand. Deze voorstellen
worden echter niet onderzocht door het college, maar b. en w. geven de raad het recht nu,
maar ook later, alsnog bij een inwisseling aan te dringen op een onderzoek met betrekking
tot voorstellen die op de B-lijst staan. Ik vind dit een juiste werkwijze. Het college heeft
voor deze werkwijze gekozen op grond van de beschikbare tijd, de werkdruk en de financi
en. Mijn fractie ondersteunt het een en ander volledig. Dit voor wat betreft de procedure.
Wat betreft de bezuinigingsvoorstellen het volgende. Ik heb reeds gezegd welke bezwa
ren mijn fractie ondervindt bij het niet goed zichtbaar zijn van de voorstellen die er mis
schien ook zijn geweest. Ik wil toch ook nog iets anders naar voren brengen. In deze voor
stellen, maar ook in vorige voorstellen, komt steeds weer naar voren dat een van de kern
punten zou zijn: hoe kunnen wij in een bepaalde sector efficiënter werken. Dit kernpunt
komt ook vandaag weer terug in een aantal voorstellenEerst zal worden onderzocht op wel
ke manier er efficiënter gewerkt zou kunnen worden. In voorstellen van een aantal jaren ge
leden kwam het woord "efficiënter" ook vaak voor. Mijn fractie vraagt zich af wat er nu wer
kelijk is gebeurd met het efficiënter werken van onze diensten. Is dat nooit gerealiseerd, is
er geen toezicht op gehouden, of is dat woord nu toch weer een slag in de lucht? Ik wil het
een en ander niet zo negatief benadrukken, maar toch wil ik deze vraag stellen omdat er
reeds vaker wordt gesproken over het feit dat wij efficiënter zullen gaan werken. Ik hoop
dat eindelijk efficiënt werken eens boven de tafel komt en dat het college wegen aangeeft hoe
het deze efficiëntie zal gaan bewaken. Daar gaat het ten slotte om, want anders heeft effici
ëntie geen effect.
In deze voorstellen en ook in de inleidingen die de fractievoorzitters van de andere par
tijen hebben gehouden, worden steeds de begrippen "zwakkere" en "sterkere" naar voren
gebracht. Dat is een gemeenplaats die iedereen wel begrijpt. Ik zou zo langzamerhand wel
eens willen weten hoe het college denkt over de zwakkeren en de sterkeren in Leeuwarden
en welke categorieën het daarbij voor ogen heeft. Hoe wil het college de bevolking van Leeu
warden verdelen in zwakken en sterken, want dat is mij nu onduidelijk. Als gemeenplaats
begrijp ik genoemde begrippen wel, maar steeds wordt er gezegd dat wij de zwakkeren zul
len beschermen en dat de sterkeren de lasten moeten dragen. Ik wil wel eens weten hoe en
op welke wijze het college onderscheid denkt te maken tussen zwakkeren en sterkeren.
Ik wil dan nu ingaan op de gepresenteerde voorstellen. Ik wil daarbij een aantal opmer
kingen en kanttekeningen plaatsen. In het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 stelt het college
op bladzijde 8, onder par. 4. Ontwerp-dekkingsvoorstellen"De aard van de meeste ombui
gingsprojecten brengt met zich mede dat deze eerst op wat langere termijn het volledige ef
fect sorteren. Wij achten het derhalve niet uitgesloten dat de tekorten van de eerste jaar
schijven niet geheel middels ombuigingsvoorstellen kunnen worden ingevuldHier schuilt
natuurlijk wel een gevaar in. Men zal het een en ander goed moeten bewaken, want anders
krijgt men natuurlijk met enorme begrotingsoverschrijdingen te maken. Hoe ziet het college
deze bewaking?
In genoemde paragraaf 4 stelt het college verder: "Voorshands zijn wij echter van me
ning dat een verdere onttrekking aan de algemene reserves eerst verantwoord is, nadat alle
andere dekkingsmogelijkheden zijn overwogen." Wij willen hier tegenover stellen dat wij dere
serves nog meer aan moeten vullen. Wij vinden dat de reserves zo langzamerhand, zeker ge
let op hetgeen ons nog te wachten staat met de operatie "stadsverwarming", opgebouwd moe
ten worden, want anders komt Leeuwarden volgens mij met een groot deficit te zitten. In
plaats van voorzichtigheid betrachten met verdere onttrekking aan de reserves, zoals het
college wil, willen wij aandringen op verdere opbouw van de reserves.
Ik heb al gezegd dat het college de voorstellen die staan op de A-lijst heeft ingedeeld in
voorstellen ten aanzien waarvan een hernieuwd onderzoek wordt gedaan en voorstellen ten
aanzien waarvan al een onderzoek is gedaan
109
Het college stelt op bladzijde 5 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988, onder 3.6. Po
litieke toetsing van de in de rapportages vervatte potentiële herwaarderingsvoorstellensub
I., dat het voorstel van de werkgroep, om van het personeel een bijdrage te vragen in de
koffie- en theevoorziening, niet wordt overgenomen. Ik vraag mij af waarom het college aan
dit voorstel geen gehoor wil geven, want bij andere diensten van de gemeente wordt wel een
dergelijke bijdrage gevraagd. Volgens mij moet er gelijkheid zijn. Het college stelt dat het
niet over wil gaan tot het vragen van een bijdrage. Ik vraag mij af waarom er bij andere
diensten dan wel een bijdrage in de koffie- en theevoorziening wordt gevraagd.
Op bladzijde 6 van genoemd ontwerp-dekkingsplan, stelt het college onder X. Volksge
zondheid dat het een aantal subsidies - het gaat niet om grote bedragen - niet wil beëindigen,
omdat deze subsidies worden besteed aan kwetsbare groepen in de samenleving. Ik wil graag
weten wat dit inhoudt en waarom het college het voorstel van de betreffende werkgroep niet
wil overnemen
Op bladzijde 9 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 wordt gesproken over efficien-
cy-bevorderende maatregelen. Ik heb hierover al iets gezegd en ik zou graag willen weten
hoe het college zich een en ander voorstelt.
Op bladzijde 10 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 stelt het college onder 3. Ver
laging diverse materiële kosten, sub c, dat een besparing kan worden gevonden op de auto
kostenvergoeding, door zuivere toepassing van de dienstreizenvergoedingsregeling. Heeft
de gemeente, net als de provincie en grote bedrijven, ook een algemeen abonnement van de
Nederlandse Spoorwegen? Zo nee, kan dit bij het onderzoek worden betrokken? Zo'n alge
meen abonnement kan bij dienstreizen kostenbesparend werken. Misschien heeft de gemeente
wel zo'n abonnement, maar ik kan dat nergens in de stukken vinden. Ik noem het maar een
"standaardabonnement" - de Nederlandse Spoorwegen zullen voor een dergelijk abonnement
wel een andere benaming hebben - maar het college begrijpt wel wat ik bedoel.
Op bladzijde 11 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 stelt het college onder punt 3,
sub k, dat er jaarlijks een veelheid aan garantie-aanvragen bij de gemeente wordt ingediend.
Met de toetsing hiervan gaat een niet onbelangrijk aantal arbeidsuren gemoeid. Het college is
van mening dat waar dat mogelijk is een vergoeding voor deze activiteiten moet worden ge
vraagd. Ik vind dat terecht. Het college stelt echter: "...dat waar dat mogelijk is..." Wat
bedoelt het college daarmee? Wil het college bepaalde categorieën uitsluiten?
Over het op bladzijde 11 van genoemd ontwerp-dekkingsplan gestelde onder beleidssec
tor Openbare Veiligheid, sub 1. Rampenplan, hebben wij een technische vraag. Het college
wil mobilofoons huren. Wij menen te weten dat er in Driebergen een centraal depot is waar op
aanvraag mobilofoons verkrijgbaar zijn, waarvoor niets behoeft te worden betaald. Ik zou
graag willen dat het college deze suggestie bij het onderzoek betrekt.
Dan kom ik bij bladzijde 12 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988, punt 3. Verlaging
onderhoudsbudgetten, sub b. Besparingen door integratie afdeling plantsoenen DSO met on
derhoud groen, beplantingen en sportvelden DSRDe heer Pruiksma heeft ook al over dit
onderwerp gesprokenterwijl de heer Boelens hierover een tijd geleden ook een uitvoerig
betoog heeft gehouden. Een voorstel om de betreffende afdelingen in elkaar te schuiven is
toen niet geaccepteerd. Wat nu kan, had misschien ook wel eerder gekund. Misschien was
het efficiënter geweest eerder te integreren. Wij hebben dus in een aantal jaren toch ergens
wel geld in het water gegooid. (De heer Geerts (weth.): Het moet nog blijken of integratie
mogelijk is.) Ik heb ook gezegd "misschien". Ik stel het een en ander, wat uw partij vaak
wel doetook niet zo direct
Op bladzijde 20 van het ontwerp-dekkingsplan stelt het college dat het wil besparen op
gladheidsbestrijding. Ik denk dat het college het wel met mij eens is dat besparing de veilig
heid op generlei wijze in gevaar mag brengen. De beslissing over het privatiseren van deze
dienstverlening zal pas genomen kunnen worden, aldus het college, nadat deze activiteit is
doorgelicht op efficiency en financieel beheer. Naar mijn gevoel had een beslissing hierover
ook wel eerder kunnen worden genomen. Wij stellen echter dat in ieder geval de veiligheid
niet in gevaar moet komen en wij hopen dat het college dat weet te ondervangen.
Op bladzijden 28 en 29 van het ontwerp-dekkingsplan is de Stichting Echo aan de orde.
Andere fracties hebben ook gesproken over de problematiek rond deze stichting, over het
onderzoek en over de verschuiving van Echo naar de culturele sector. Zijn de argumenten van
destijds, om de jeugdcentra onder te brengen bij de beleidssector Samenlevingsopbouw en
Jeugdwerk, nu ineens veranderd? Moeten de jeugdcentra nu worden verschoven naar de be
leidssector Cultuur? Ik begrijp die verschuiving niet goed. Bovendien zien wij daarin een
gevaar. Volgens mij zullen straks de tekorten, die ongetwijfeld zullen ontstaan - in het ver
leden zijn er ook tekorten ontstaan bij het jeugdwerk -op de andere sectoren verhaald
worden. Wij staan niet te juichen over een verschuiving in de voorgestelde richting.
Het onderzoek zal geheel vrijblijvend zijn, maar mijn fractie zal zich niet achter een voorstel
stellen om een verschuiving te laten plaatsvinden in de richting van de culturele sector.
Dan kom ik nu bij bladzijde 31 van het ontwerp-dekkingsplan 1984-1988. Het college zal
uit mijn eerdere betogen hebben begrepen dat wij public relations een warm hart toedragen.
Het opnemen van public relations op de B-lijst vinden wij niet juist. Zeker in deze tijd van