den en Samenlevingsopbouw en Jeugdwerk afgevoerd moeten worden. In verband met onze vrees voor het te ver doorschieten van efficiency en de gevolgen voor de kwaliteit van in spraak en besluitvormingsprocessen, willen wij de taakstelling voor de personeelsbezuiniging in de beleidssector Algemeen Beheer enigszins verlagen. Voorts vinden wij dat een nieuw stuk werkgelegenheid vorm zou moeten krijgen. Wij hebben dat ook gevonden, met het oog op de speciale doelgroep Werkgelegenheid voor vrou wen, door middel van het maken van een CAO voor het peuterwerk. Het zal duidelijk zijn dat hier meerdere doelen mee gediend worden. In het kader van werkgelegenheidsbeleid en nieuw beleid blijft nog over de kwestie van de herverdeling van het bestaande werk. Wij hebben daarover kort geleden nog gesproken en ik zal daarop nu niet verder ingaan. Wel willen wij het nog hebben over de kwestie van de herplaatsing. Herplaatsing zal een behoorlijk omvangrijke operatie kunnen worden. Wij denken dat er extra middelen uitgetrokken moeten worden in verband met de her- en bij scholing. Wij hebben in onze tegenbegroting hiervoor dan ook een post opgenomen. Wij heb ben nog niet voldoende inzicht of dit bedrag voldoende is, maar naar ons idee zal er voor de her- en bijscholing toch iets gereserveerd moeten worden en daar maken wij nu alvast een be gin mee. Wat betreft de afschaffing van de vergoeding aan stagiaires het volgende. Zoals wij ook al in onze tegenbegroting hebben beargumenteerd, leert de ervaring dat minstens de helft van de tijd van stagiaires besteed wordt aan produktieve arbeid. De ervaring is ook dat in stellingen anders niet beginnen aan het aannemen van stagiaires. Zo onbaatzuchtig werkt volgens mij onze gemeente ook niet. Maar ook als men deze kwestie vanuit een andere hoek bekijkt, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in het kader van een opleiding, dan is een minimale vergoeding toch eigenlijk wel redelijk als mensen van een studiebeurs of iets dergelijks moe ten leven en dan een gigantisch laag inkomen hebben. Daarom vinden wij dat de vergoeding aan stagiaires niet moet worden afgeschaft Tot slot heb ik nog een algemene vraag over het werkgelegenheidsbeleid. Op welke wijze worden het personeel, de Medezeggenschapscommissie en het Georganiseerd Overleg betrok ken bij de consequenties van deze beleidsvoornemens, gezien vanuit de invalshoek van het werkgelegenheidsbeleid? Dan kom ik nu bij het onderwijs. Wij zijn van mening dat er met betrekking tot enkele posten op voorhand geen herwaarderingsonderzoeken moeten plaatsvinden. In hoofdzaak gaat het hierbij om twee soorten posten. In de eerste plaats nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs blijven steunen. Op die manier kunnen wij helpen een stukje vernieuwingsbeleid vorm te geven. Nu het ernaar uitziet dat het rijk ons behoorlijk in de kou zal laten staan, moeten wij voor deze nieuwe ontwikkelingen eigen gemeentelijke middelen aanwenden. in de tweede plaats gaat het om twee posten die naar ons idee uitdrukkelijk vallen onder de noemer "zwakke groepen". De eerste post betreft het Fonds Onderwijsontwikkeling. Wij vinden dit fonds noodzakelijk om een aantal vernieuwingsinitiatieven vanuit de gemeente enigszins te ondersteunen. Wat dat betreft staat er in de concept-raamnota met betrekking tot het onderwijs nog een aantal zaken zonder prijskaartje genoemd. Het Fonds Onderwijs ontwikkeling moet dan ook overeind gehouden worden. Het fonds zou bovendien een aantal gerichte ontwikkelingen moeten kunnen steunen. De tweede post betreft de cursussen aan oud-leerlingen van het buitengewoon onderwijs en het studiefonds. Het kan volgens mij niet de bedoeling zijn om onderwijskundig gerichte cursussen in het kader van cursussen aan genoemde oud-leerlingen op te heffenterwijl hiervoor in het kader van de volwassenen-educatie nog geen oplossing is gevonden. Een op lossing in het sociaal-culturele vlak is ons inziens beneden de maat. Wat betreft het studiefonds het volgende. Uit onderzoeken blijkt dat de studiekosten van leerlingen, met name van leerlingen in het voortgezet onderwijs, ontzettend toenemen. Exa mengeld lijkt eigenlijk de meest waarschijnlijke eerstvolgende bezuinigingsmaatregel van het rijk. Wat dat betreft zal er volgens mij een toenemend beroep op het studiefonds worden ge daan. Ik vraag mij overigens af of het bestaan van dit fonds bij mogelijke belangstellenden voldoende bekend isHet lijkt mij een goede zaak om dit aspect nader te bekijken in de Com missie voor het Onderwijs, want misschien is er wel sprake van een "ondervraag" als ik het zo mag zeggen. Ten slotte, propaganda voor het openbaar onderwijs zal ons inziens niet mogen ontbre ken. Een schoolwijzer is toch wel het minste om de mogelijke weg naar het openbaar onder wijs te wijzen. Wat betreft de kosten van de Nationale Boomplantdag zijn wij van mening dat deze kosten niet extra ten laste van het natuur-educatief centrum mogen worden gebracht. Overigens kunnen deze kosten best onder een andere randvoorziening worden opgenomen, bijvoorbeeld wel onder het natuur-educatief centrum maar dan inclusief een kostenpost. Als zodanig heb ben wij deze post dan ook uit de A-lijst geschrapt. Mevrouw Van der Werf: Wij willen niet bezuinigen op het Waarborgfonds Schuldsanering, omdat wij verwachten dat er een toenemend beroep op dit fonds zal worden gedaan. Boven- 115 dien willen wij nog eens een discussie voeren over de criteria die gehanteerd worden bij het al dan niet kunnen doen van een beroep op dit fonds. Wat betreft het personeelsbestand bij het dienstencentrum Huizum, kan ik mij aansluiten bij datgene wat mevrouw Brandenburg hierover heeft gezegd. De motie zullen wij dan ook steunen Gezien de werkdruk in de beleidssector Maatschappelijke Dienstverlening vinden wij het niet aanvaardbaar dat er verder op personeel wordt bezuinigd. Op de Stichting Echo wil ik iets uitgebreider ingaan. Wij zijn tegen de voorgestelde be zuiniging op de Stichting Echo. Ten eerste heeft er al een forse bezuiniging plaatsgevonden op dit budget en ten tweede leidt de nu voorgestelde bezuiniging ertoe dat er geen eigen ac commodatie meer zal komen. Om verschillende redenen hebben wij daar bezwaren tegen. PAL, maar trouwens ook de meerderheid van de Leeuwarder raad, heeft al in een eerder stadium geconstateerd dat er nogal een nijpend gebrek is aan oefenruimte voor niet-professionele dans-, theater-, film- en muziekgroepen. Daar zou de Stichting Echo in moeten voorzien. Bovendien zou Echo moeten voorzien in een podiumruimte voor deze groepen. De niet-gevestigde cultuurvormen komen er op dit moment in Leeuwarden karig vanaf. Zij komen niet of nauwelijks aan de bak, omdat ze niet rendabel zijn, omdat de huidige ac commodaties zich er niet voor lenen of omdat ze niet passen binnen het programma-aanbod van de bestaande culturele accommodatie de Harmonie. Echo dus, waarin de combinatie van oefenruimte voor allerlei groepen en podiumruimte voor die groepen en groepen van buiten Leeuwarden uit het niet-gevestigde cultuurcircuit. Het een en ander zou bovendien kunnen leiden tot contacten tussen die groepen onderling, tot het uitwisselen van ideeën en tot het opzetten van gezamenlijke produkties. Echo dus, als de eerder in deze raad zo geroemde broedplaats Ik ga wat uitgebreider op dit punt in, omdat ik wil aantonen dat een eigen accommodatie voorwaarde is voor een dergelijke broedplaats en dat zal ook duidelijk zijn. Verspreiding van al dit soort activiteiten en initiatieven zal leiden tot een versnippering en juist het broed plaats-idee zal daarmee volledig uit het gezichtsveld verdwijnen. Kortom, uit het oogpunt van gewenst cultuurbeleid hebben wij grote moeite met deze bezuiniging. Wij hebben hier bo vendien moeite mee gezien de voorgeschiedenis. Tijdens de besprekingen die gevoerd zijn rondom het faillissement van Hippo, dat mede is aangevraagd op aandrang van gemeentezij de, is steeds heel duidelijk gesteld dat er een budget gereserveerd zou moeten worden voor een nieuwe accommodatie als opvolger van Hippo. In feite wordt die standvastige houding nu teniet gedaan. In april 1983 heeft er op het budget een bezuiniging plaatsgevonden waarmee wij hebben ingestemd. Er is toen door de raad heel duidelijk gesteld dat Echo binnen dit budget een kans zou moeten hebben en dat het college zo snel mogelijk zou moeten gaan on derhandelen met het bestuur van Echo. Met dit verzoek van de raad is helemaal niets ge daan. Wij hebben hierover in de afdelingsvergadering en in de commissievergadering ook uitgebreid van gedachten gewisseld en wij hebben ook ons ongenoegen uitgesproken, maar dat is nog zacht uitgedrukt. Gelet op de hele voorgeschiedenis heb ik deze gang van zaken bestuurlijk onbehoorlijk genoemd en daar olijf ik ook bij Samenvattend, wij zijn tegen deze bezuiniging en wij houden vast aan een eigen accom modatie voor Echo binnen dit budget. Of die accommodatie in de Schoolstraat moet komen of ergens anders zou wat ons betreft nagegaan kunnen worden. Het valt mij alleen wel op dat in de suggesties van de PvdA met betrekking tot de accommodaties de Schoolstraat is ver dwenen. Ik zou ervoor willen pleiten om de accommodatie in de Schoolstraat wel te betrekken bij het onderzoek. De functie van dit gebouw ligt ook vast in het bestemmingsplan. Ik wil nog een opmerking maken over het verhaal van de PvdA over Echo. Ik vind dat de PvdA erg onduidelijk blijft over het punt of Echo er nu wel of niet moet komen en of er ook een eigen accommodatie moet komen. Het is belangrijk om je daarover uit te spreken. Voordat je onderzoek gaat doen naar allerlei accommodaties zal je duidelijk aan moeten geven in wat voor vorm je Echo gerealiseerd zou willen zien. In onze tegenbegroting hebben wij voorgesteld de herwaarderingsonderzoeken voor de Harmonie en het Princessehof van de B-lijst naar de A-lijst te verschuiven en de taakstelling daarvan bovendien te verhogen met elk een ton. De argumentatie hiervoor is dat wij vinden, dit hangt samen met wat ik zonet over Echo heb gezegd, dat er een verschuiving moet plaatsvinden van de nadruk die er op dit moment is voor de gevestigde cultuur naar nieuwe cultuuruitingen. Wat dat betreft denk ik dat dit verhaal aardig aansluit bij wat de PvdA daarover heeft gezegd. Wij vinden de voorgestelde bezuinigingen op de B-lijst met betrekking tot de Stichting JOL geen goed alternatief. Ik heb de indruk dat de geruchten, dat de Stichting JOL niet goed zou functioneren, een beetje een eigen leven gaan leiden. Voor zover wij dat hebben kunnen zien is JOL heel goed op gang gekomen. Als men hierbij betrekt dat JOL bepaald geen medewerking van de gemeente heeft gehad, als men ziet naar de jarenlange voorge schiedenis voor de realisatie van Krats en daarna de fusie met Biels in de Bagijnestraat en als men dan ook nog ziet naar alle accommodatieproblemen waarbij JOL het bepaald niet voor de wind gaat en ook niet alle medewerking krijgt die men zou kunnen krijgen, dan vinden wij dat er niet gepraat moet worden over een bezuiniging op de Stichting JOL.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 58