128 Wat betreft de financiële kant bestaat er bij het college in principe geen bezwaar tegen het aanbrengen van een zekere marge, mits die niet omvangrijk is. Wij zijn bereid om in april zonodig een aanvullend voorstel te doen, waarbij ook de genoemde B-lijstvoorstellen kunnen worden betrokkenOverigens moet ik opmerken dat de voorstellendie door de heer Tim mermans zijn gedaan, de onderhandelingspositie van het college naar het Kreativiteitscen- trum en Echo toe niet vergemakkelijken. Men zal menselijkerwijs gesproken de neiging heb ben om de gecreëerde ruimte op te eisen en te gebruiken. Het college gaat er echter van uit dat bij de nadere behandeling in april de raad er wederom levend bij is en eventueel over dreven wensen en verlangens niet zal honoreren en zonodig ook bereid zal zijn blokkades te doorbreken. De conclusie is dat het college, binnen de context van wat ik hiervoor heb ge steld, bereid is de gevraagde onderzoeken te plegen en zodoende aan de geuite wensen tege moet te komen. Wij zijn overigens in de richting van de heer Bijkersma ook van mening dat tekorten bij Echo niet zonder meer moeten worden opgevangen door de overige instellingen in die sector. Dan een slotopmerking, die ik maak in de richting van een aantal sprekers en spreek sters en die het overleg met Echo betreft. Over een en ander is al eerder gesproken en ik heb toen ook gezegd welke argumentatie ik bij dat overleg heb gebruikt. Ik ben echter best bereid daaraan toe te voegen dat het wellicht verstandiger zou zijn geweest om het gesprek met Echo nog wat verder voort te zetten en het niet zo abrupt af te breken zoals nu gebeurd is Dan nog een paar losse punten. Mevrouw Brandenburg heeft gezegd dat de Stichting JOL niet tot de te herwaarderen onderwerpen zou behoren. Ik neem daarvan met enige vreugde kennis. U zult begrepen hebben dat er in die sectorale benadering, die wij bij de bezuiniging hebben toegepast, nu eenmaal een voorstel moest komen. Ik ben het ook eens met de opmerking van mevrouw Brandenburg, die gesteund is door de heer Pruiksma, dat er binnen een bepaalde termijn - 2 of 3 jaar bijvoorbeeld - een evaluatie moet plaatsvinden, ten einde die bewijsvoering over het functioneren te leveren. De heer Bijkersma heeft ten aanzien van het op bladzijde 6 van het ontwerp-dekkings- plan onder punt X gestelde gevraagd wat "kwetsbare" groepen zijn. Collega Kessler heeft zojuist al een definitie gegeven wat "zwakkeren" zijn. Ik kan niet rechtstreeks uit het colle geprogram citeren wat "kwetsbare" groepen zijn, maar ik kan misschien wel een aanwijzing geven door te vernielden om welke projecten het hier gaat, namelijk om kinderuitzending, om astmatische kinderen en om het drankweercomitéEen en ander rechtvaardigt naar mijn ge voel het woord "kwetsbaar" voldoende. Mevrouw Van der Werf heeft in haar betoog onder andere gesproken over de CAO-peu- terwerk, zoals die ook in de PAL-tegenbegroting is verwerkt. Het collegeprogram geeft over het peuterspeelzaalwerk de volgende passage: "Peuterspeelzaalwerk is in principe geen vrij willigerswerk. Zoveel mogelijk zullen peuterspeelzalen in staat worden gesteld één betaalde leidster in dienst te hebben." Collega Kessler en ik kennen onze klassieken! Een en ander heeft ook tot gevolg dat wij in het kader van de enquête die op dit punt wordt afgerond zul len bekijken op welke wijze deze passage financieel zal moeten worden ingevuld en op basis van welke criteria wij bij de raad zullen komen met voorstellen voor nieuw beleid. Ik zeg dus nu toe dat ik het college zal voorstellen om met die voorstellen te komen. Of het college daarmee akkoord gaat zullen wij wel zien, maar ik neem aan dat dat, gelet op het collegepro gramma, wel het geval is. De Voorzitter: Mevrouw Brandenburg heeft gesproken over spanningen die het gevolg kunnen zijn van in de personele sfeer geplande besparingen. Zij heeft erop aangedrongen aan dit aspect veel zorg te besteden. Ik wil graag zeggen dat dat ook zeker onze intentie is. Uitgangspunt is en blijft - mevrouw Brandenburg heeft dat ook geconstateerd - geen ge dwongen ontslagen, geen dag maar ook geen uur, terwijl tevens een actief herplaatsingsbe- leid zal worden gevoerd om daarmee de voorgenomen beperkingen binnen de personeelsfor matie zo goed mogelijk op te lossen, met een open oog voor de belangen van de betrokkenen. Maar nu ben ik al bezig met de portefeuille van collega Kessler. De heer Bijkersma heeft nog eens gesproken over een hem erg op het hart liggende aan gelegenheid, namelijk over de presentatie van niet door het college gehonoreerde voorstellen die de niet in het college deelnemende fracties in mindere mate bereiken. Ik heb goed begre pen dat het dekkingsplan waarover wij vanmiddag praten daarmee niet valt of staatmaar dat neemt niet weg dat een en ander de heer Bijkersma erg bezig houdt. Ik moet u zeggen dat ik op de vraag van de heer Bijkersma geen antwoord weet, ik weet er ook geen oplossing voor. Het is nu één keer zo in het systeem dat wij in Nederland kennen dat de nauwere be trokkenheid bij het bestuur automatisch met zich mee brengt dat men een grotere informatie tot zijn beschikking heeft. Dat speelt ook op nationaal niveau, wanneer wij kijken naar de relatie tussen de fracties in de Kamer en de coalitiepartners binnen de regering. Het is dui delijk dat er een zeker tweerichtingsverkeer tussen fracties en Kabinet plaatsvindt, dat ont beerd moet worden door de niet in het Kabinet opgenomen politieke partijen. Het wordt beter naar gelang men dichter naar de basis toegaat. Wij proberen u hier, door inzicht te geven in 129 de beslissingen die door het college zijn genomen, in ieder geval een handreiking te geven van de zaken die aan de orde zijn geweestHet is echter eenmaal onvermijdelijk dat ook bin nen het circuit van de mondelinge informatie het nauwere contact dat tussen-de een en de ander bestaat met zich mee brengt dat wel in het college opgenomen fracties onwillekeurig, zonder dat dat een vooropgezette bedoeling is, iets breder geïnformeerd zijn. Een en ander moet in alle nuchterheid worden geconstateerd. De oplossing van het geheel hoef ik de heer Bijkersma niet voor te houden, want daarvoor plegen wij van tijd tot tijd verkiezingen te or ganiseren en daar heb ik het gisteren al over gehad. De opmerking van de heer Bijkersma dat er geen bijdrage van het personeel van de sec retarie wordt gevraagd voor koffie en theeterwijl dat bij diensten en bedrijven wel het geval zou zijn, verbaast mij. Bij mijn weten is het echter zo dat daarvoor binnen het ge meentelijk apparaat geen bijdragen worden gevraagd. Mocht dat wel het geval zijn, dan wil ik dat graag nog eens nader geconcretiseerd zien, omdat wij natuurlijk wel uit moeten gaan van "gelijke monniken, gelijke kappen". Voor wat de mobilofoonmogelijkheden betreft die de heer Bijkersma in Driebergen op het spoor is gekomen het volgende. Mijn informatie is dat het daar gaat om voorzieningen die in een acute situatie terstond inzetbaar zijn. Het is mij niet bekend dat over die mobilofoons ook kan worden beschikt in algemene zin, dus door gemeenten die zich daartoe aanmelden. Er is alles voor te zeggen daarnaar te informeren, want wat niet behoeft te worden betaald, moet ook niet worden betaald, hetgeen ook aardig past binnen het kader van een dekkings plan. De toezegging dat wij deze mogelijkheid zullen onderzoeken hebt u bij dezen. De heer Siemonsma zegt dat niet tot aanstelling van stagiaires wordt overgegaan als er geen produktieve arbeid wordt verrichtIk zeg niet dat er geen produktieve arbeid wordt verricht, maar wel dat dat niet het doel is om over te gaan tot het aanstellen van stagiaires. Wanneer binnen het dekkingsplan wordt gesproken over de vraag of het personeelsbestand moet worden verminderd, moet op een gegeven moment de afweging worden gemaakt of er een bedrag moet worden gereserveerd voor het honoreren van stagiaires of dat dit bedrag veeleer moet worden benut om zoveel mogelijk formatieplaatsen overeind te houden. Wat be treft die afweging is in het dekkingsplan een keuze gemaakt. Ik ben hiermee aan het eind gekomen van de beantwoording in eerste termijn. Ik meen hieraan nog een paar zaken toe te moeten voegenHet is mijn voornemen om bij de stemming over de moties de meest vergaande voor te laten gaan. Daarom zal ik de moties I tot en met V van PAL eerst aan de orde stellenomdat die in zekere zin de structuur van het dekkings plan proberen te wijzigen. Vervolgens breng ik de overige moties in volgorde van indiening in stemming, omdat die meer zijn toegespitst op concrete zaken. Er is als gevolg van de door de verschillende collegeleden gedane toezeggingen met be trekking tot de moties 1, 2 en 3 van de PvdA en motie I van het CDA een gat ontstaan van f. 97.000, namelijk Fonds Friese Kunst f. 6.000, dienstencentrum Huizum f. 27.000, de kwestie oud-leerlingen buitengewoon onderwijs f. 27.000, tarieven gymnastieklokalen f. 37.000, Het college is bereid om te zoeken in de B-lijst naar een zo goed en zo verant woord mogelijke invulling van dit gat. Uiteraard zijn wij erg gevoelig voor suggesties hiertoe in de tweede termijn. Zoals bekend gaat het vanavond om de voorlopige vaststelling van het ontwerp-dek- kingsplan en krijgt u in april een geconcretiseerd dekkingsplan ter finale vaststelling voor gelegd. Ik meende er goed aan te doen deze dingen nog even voor u op een rij te zetten en geef thans graag de gelegenheid om in tweede termijn het woord te voeren Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaMijnheer de voorzitter, ik wil eerst even op uw laat ste woorden ingaan over de dekking. Ik had bij onze bezuinigingsvoorstellen ook de dekking aangegeven, namelijk de verlaging van de bijdrage aan de DGGD ad f. 30.000,die staat op genomen in de B-lijst en het Fonds voor Culturele Doeleinden. Ik heb mij wat het fonds be treft vergist, want ik heb bedoeld het Fonds voor Overige Bijzondere Activiteiten dat in on ze begroting voorkomt. Ik ga dan nu in op datgene wat door het college is gezegd en daarna op datgene wat door de fracties is gezegd. Wethouder Kessler heeft met betrekking tot een aantal zaken waar ik naar gevraagd heb toezeggingen gedaan of gezegd dat er naar wordt gestreefd het een en ander voor elkaar te krijgen. Het is altijd mooi als ergens naar gestreefd wordt. Ik zal hierop nu niet verder in gaan. Ik heb ook kennis genomen van het feit dat de verslagen van de Medezeggenschaps commissie met betrekking tot de problemen op de secretarie ter inzage zijn gelegd. Wethouder Geerts is altijd wat "swier te rissen" als wij het hebben over de corporaties. Wij hebben in onze stad een aantal woonwijken waar in verhouding tot andere woonwijken meer huurwoningen staan. Ik noem de wijken Bilgaard en Aldlan-Oost, want dan kan ieder een zich voorstellen wat ik bedoel. In wijken die in hoofdzaak uit eigen woningen bestaan, verkopen wij overhoekjes groen die in het bestemmingsplan de functie van openbaar groen hebben. Als wij openbaar groen in de wijken Bilgaard en Aldlan-Oost verkopen aan de cor poraties, dan heeft dat niets te maken met strijdigheid met het bestemmingsplan .Het blijft groen. Het gaat alleen om die gevallen waar het mogelijk is het openbaar groen bij de tuinen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 65