132
posten uit de betreffende PAL-motie willen overnemen. Om de stemming over de moties te
vergemakkelijken, hebben wij, geïnspireerd door de genoemde motie van PAL, een hulpmotie
gemaaktom het zo maar even te zeggenAnders moeten wij namelijk straks alle posten in de
PAL-motie stuk voor stuk langs lopen. De motie luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 21
december 1983,
besluit
a. als nieuw beleid op te voeren:
1. budget ten behoeve van overblijven op school met een stelpost
van f. 50.000,
2. verhoging stelpost emancipatiewerk met een stelpost van
f. 10.000,
b. de post Verminderen exploitatietekort tennisbaan Nijlan af te
voeren van de B-lijst en op te voeren op de A-lijst."
De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, mevrouw Vlietstra.
De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund, komt de gemoedsrust van de voorzit
ter zeer ten goede en maakt deel uit van de beraadslagingen.
De heer Timmermans: Met name ten behoeve van mevrouw Van der Werf wil ik voor alle
duidelijkheid nog eens zeggen dat mijn fractie zich achter de doelstelling stelt, zoals die ge
formuleerd is door de Stichting Echo. Een en ander is dus conform ons standpunt in april
1983. Voorts zijn wij van mening dat de koepelfunctie van Echo een zelfstandige functie dient
te zijn en als zodanig ook naar buiten dient te treden. Ik heb begrepen dat het college hier
ook zo over denkt. Ons voorstel behelst een acceptatie van de taakstelling ad f. 214.000,
binnen de sector Cultuur, maar wij leggen ons niet vast om de taakstelling uitsluitend, dan
wel in hoofdzaak, dan wel marginaal, dan wel in het geheel niet, toe te rekenen aan de post
Echo. Wij vinden dat dat moet blijken uit het onderzoek. Het lijkt naar onze mening voor de
hand te liggen dat men uiteraard niet begint met het meest royale voorstel. Ik wil nog even
aangeven hoe wij ons dat voorstellen, want ik ben wat dat betreft in eerste instantie waar
schijnlijk niet volledig duidelijk geweest. Bovendien ziet de wethouder wat moeilijkheden in
zijn onderhandelingspositie. Wij hebben aangegeven dat in eerste instantie met name de koe
pelfunctie van belang is. Dat betekent gewoon dat men, onafhankelijk van lokaties en finan
ciële invulling, in de eerste plaats in overleg met de Stichting Echo een onderzoek dient te
plegen naar de vraag aan welke minimale ruimtelijke condities moet worden voldaan. Wat voor
ruimtes heeft men nodig en wat is de omvang van die ruimtes om in redelijkheid van die koe
pelfunctie te kunnen spreken? Als men dat gedaan heeft dan gaat men na, ik kom dan op ons
dubbelsporenbeleidwelke ruimtes er zijn en wat de daaraan verbonden kosten zijn.
Dat het college in eerste instantie kiest voor het onderzoek in de richting van het Krea-
tiviteitscentrumbehoeft wat ons betreft geen bezwaar te zijn. Wij gaan er wel vanuit dat
het college tegelijkertijd ook de andere voorstellen en suggesties die wij hebben gedaan - wij
hebben niet gepretendeerd daarin volledig te zijn - in de beschouwingen zal betrekken. Met
andere woorden, het heel duidelijke tweesporenbeleid is voor ons bepalend. Ik heb uit de
woorden van de wethouder begrepen dat het college deze visie deelt. Is mijn conclusie juist?
(De heer Heere (weth.): Ik zal daarop straks nog even antwoorden.) Ja, maar mijn probleem
is dat ik maar twee instanties heb. (De heer Heere (weth.): Ik weet niet welke conclusie u
nu trektmijnheer Timmermans
Ik heb zonet mijn conclusies verwoord, mijnheer Heere. Ik heb gewezen op de wijze
waarop wij ons voorstellen dat het onderzoek gaat plaatsvinden en op het dubbele tweespo
renbeleid in de richting van accommodaties. Zowel wat de accommodaties betreft, als in fi-
nancieel-technische zin heeft men in een tweesporenbeleid een minimale en maximale mogelijk
heid. Misschien is het een en ander niet duidelijk genoeg naar voren gekomen; bij dezen is
dat dan dus uitgelegd. (De heer Heere (weth.): Ik heb net geprobeerd aan te geven wat het
standpunt van het college is, namelijk toch primair vasthouden aan de onderbrenging bij het
Kreativiteitscentrum, omdat daar de personele voordelen zoveel groter zouden kunnen zijn
dan bij andere oplossingen. In de tweede plaats moet worden bekeken of in de door de heer
Timmermans genoemde etablissementen ook nog mogelijkheden dienaangaande zouden kunnen
zijn. Voor wat betreft de financiën heb ik gezegd dat wij er voorshands vanuit gaan, dat staat
overigens ook in het voorstel, dat een bedrag van f. 250.000,voldoende is. Dat principe
houden wij vast. Mocht uit de onderhandelingen blijken dat er een geringere of, zoals ik het
eerder heb geformuleerd, een niet overmatige stijging noodzakelijk is, dan zijn wij bereid
met nadere voorstellen bij de raad te komen, waarbij uiteraard de door de heer Timmermans
genoemde B-voorstellen zullen worden betrokken. Ik heb niet tegen de heer Timmermans ge
zegd dat wij en f. 100.000,— en f. 68.000,— plus nog eens een keer f. 250.000,— bij elkaar
optellen - ik kom dan op een dikke 4 ton - en dat wij dat bedrag aan Echo in het vooruitzicht
stellen.) Maar dat heb ik ook niet gevraagd, mijnheer Heere. (De heer Heere (weth.): Ak
133
koord, dat stellen wij dan nu samen vast.) Ja, maar het probleem is dat u zegt dat u bereid
bent marginaal iets te verhogen. (De heer Heere (weth.): Ik heb het woord "marginaal" niet
genoemd.) In de marge, marginaal. (De heer Heere (weth.): "Niet overmatig" heb ik gezegd
en daarna heb ik gezegd dat de raad er zelf bij is om te bepalen of het een en ander in rede
lijkheid matig of overmatig is geweest.) Goed, u sluit ons tweesporenbeleid, zoals ik dat ge
formuleerd heb, niet uit. Dan zijn wij het eens. (De heer Heere (weth.): Akkoord.)
De heer Pruiksma: Ik wil graag eerst reageren op datgene wat van de kant van het col
lege in eerste instantie is gesteld. Daarna wil ik nog een paar opmerkingen maken over de
moties van PAL.
Ik begin bij wethouder Kessler. Ik ben hem dankbaar voor de toezegging dat wij zo snel
mogelijk in januari 1984 in de Commissie voor de Financiën eens even gaan praten over de
problematiek van de perceptiekosten voor de heffing van onroerend goedbelasting. Over
eventuele bedragen zullen wij in kleiner verband nog wel eens nader discussiëren.
Naar aanleiding van de reactie van wethouder Geerts aan het adres van de PvdA over de
groenstroken, hecht mijn fractie eraan toch één algemene opmerking te maken. Wij zijn name
lijk van mening dat, wanneer het onderhoud van de groenstrook naar de woningbouwcorpo
raties gaat, zulks waarschijnlijk woonlastenverhogend zal werken. Dat een en ander vervol
gens ook het woongenot verhoogtzal men mij niet horen tegenspreken
In de richting van wethouder De Vries wil ik een opmerking maken over de spraakles
kwestie. Ik ben op dit punt ingeseind door de heer Jansma. Meestal is het zo dat spraakles
niet in het ziekenfondspakket zitomdat in het algemeen een duidelijke medische indicatie
ontbreekt. De heer Jansma doet de suggestie om aan de ziekenfondsen voor te leggen in
voorkomende gevallen te proberen deze zaak in een aanvullende verzekering onder te bren
gen. Met een kwestie van dubbeltjes kan dan de eventuele financiële aanspraak worden be
last. Wellicht dat het een suggestie zou kunnen zijn voor de gesprekken met de ziekenfond
sen.
Wij zijn blij dat het college ons voorstel over de tarieven voor het gebruik door particu
lieren van gymnastieklokalen heeft overgenomen.
Ik heb van wethouder Miedema begrepen dat het college het niet eens is met onze motie
inzake de brandpreventie-officier. Ik wil in dit verband zeggen dat wij het om ons moveren
de redenen niet verantwoord achten de man niet aan te stellen. Mijn fractie handhaaft motie
II die van onze kant is ingediend.
Over de f. 78.000,in de onderwijssfeer, mijnheer de voorzitter, nog het volgende. Ik
heb inderdaad de term "schoolstrijd" in de mond genomen en gezegd dat ik geen behoefte
heb die te laten herleven. Daarmee heb ik niet willen zeggen dat ik de materie zelf als een
schoolstrijd beschouwmaar dat ik graag aan alle kanten wil voorkomen dat die indruk zou
ontstaan. De wethouder en ik zijn het er vooralsnog niet over eens. Wij zullen de discussie
ten principale in de commissies en in de raad van april voeren. Deze discussie wachten wij
maar af. Ik heb alle begrip voor de omstandigheid dat de wethouder een CDA-minister van
onderwijs, in casu de heer Deetman, ten tonele voert om een deel van de problematiek te
kunnen verklaren (De heer De Vries (weth.): U moet ook begrip hebben voor de pijn die wij
hebben, mijnheer Pruiksma.) Nu het dan toch gaat over de kosten die moeten worden door
berekend, is het wellicht zinvol om meteen maar eens te kijken naar de brief van de ABOP
afdeling Leeuwarden, die bij de gemeente is binnengekomen op 19 december 1983. Als waar is
wat onder punt 4 van deze brief staat, dan denk ik dat er in de onderwijssfeer nog wel an
dere bezuinigingen zijn te vinden op basis van een groter realiteitsgehalte. (De heer De
Vries (weth.): Ik heb gisteren toch gezegd dat wij deze brief bij de verdere studie zullen
betrekken?) Het een en ander is voor mij veel meer gemotiveerd en te onderbouwen dan een
voorstel zoals dat door de wethouder is geformuleerd. Daar gaat het mij om. Uit een rapport
dat in 1978 is uitgebracht door de Kuyperstichting blijkt dat exploitatie van een bijzondere
school goedkoper is dan de exploitatie van een openbare school. Wellicht dat wij ook dat as
pect nog eens een keer in de beschouwing kunnen betrekken.
Over de kwestie DSO/DSR het volgende. Wij stemmen in met de opvatting zoals de wet
houder die heeft geformuleerd. Wij moeten in die richting verder gaan. Het is juist dat wij
niet in een keer van de vloer op de zolder kunnen stappen.
Op het betoog van wethouder Miedema ben ik reeds ingegaan.
Naar aanleiding van het antwoord van wethouder Heere wil ik alleen een opmerking ma
ken over de kwestie Echo. Ik wil met nadruk stellen dat wij op het punt van de Stichting
Echo de accommodatie als functioneel begrip opvatten. Wat de financiële kwestie betreft het
volgende. Wij willen niet dat er aan het uitgangspunt van de financiële taakstelling zal wor
den gemorreld. In dit kader zullen wij dan ook niet datgene wat hierover is gezegd van de
kant van de PvdA steunen. Wij blijven ons aansluiten bij het collegevoorstel. Met instemming
hebben wij geluisterd naar wethouder Heere, toen hij zei dat tekorten op Echo niet zonder
meer zullen moeten worden verhaald op de activiteiten en objecten die in dat verband door
de PvdA-fractie zijn genoemd.
Wat betreft de PAL-moties het volgende. Laat ik beginnen met ons respect uit te spreken