136 gezamenlijk overleg dingen te realiseren. Ik heb helemaal geen behoefte om mij als oppositie tegenover het college op te stellen. Dit is een ander uitgangspunt dan dat wat de PAL-frac- tie vaak pretendeert. De PAL-fractie denkt namelijk, niet alleen in deze zaken, maar ook in andere zaken, dat wij hier op dezelfde manier werken als een landsregering: een regering en een oppositie. Maar zo is het niet. Wij gaan er vanuit dat wij deze gemeente mee besturen. Wij hebben niet altijd behoefte aan motiesDat de PAL-fractie die behoefte wel heeftis uiteraard haar goed recht en dat zal ik haar ook niet ontzeggen, maar PAL kan niet van ons vergen dat wij dat ook doen. Wij willen niet polariseren, maar meer in overleg zaken berei ken. Wij brengen gedachten naar voren, in de hoop dat die bij PAL en andere fracties in de raad weerklank zullen vinden en uiteindelijk worden omgezet in resultaten. Ik kan dat het beste met een voorbeeld aangeven. Zo'n voorbeeld kwam vandaag op tafel. Ik zie dat me vrouw Van der Werf zeer angstig kijkt, maar het voorbeeld is niet in haar richting bedoeld. Reeds eerder hebben wij in de raad naar voren gebracht dat de preventie-officier bij de brandweer in stand moet worden gehouden. Mijn fractiegenoot, de heer Burg, heeft dat standpunt een aantal vergaderingen geleden naar voren gebracht. Wij kregen toen niet di rect die weerklank die wij hadden verwacht. Als wij ons standpunt onmiddellijk hadden ver taald in een motie, dan zou die volgens mij verworpen zijn omdat anderen er nog niet genoeg over hadden nagedacht. Wat zie ik vandaag gebeuren? Het idee van de VVD-fractie om de brandpreventie-officier in stand te houden, heeft elders in een fractie gestalte gekregen. Het resultaat is wellicht dat de brandpreventie-officier hopelijk behouden kan worden. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden te geven. Ik wil ook nog wel een voorbeeld in de richting van PAL geven. Het gaat dan om de gedachten van PAL omtrent de parkeerboetes. Ik heb in een vorige afdelingsvergadering in dit kader ook al het een en ander naar voren gebracht. De vorige voorzitter van deze raad zei toen tegen mij dat het door mij voorgestelde op grond van de wet niet mogelijk was. De secretaris weet dat waarschijnlijk nog wel. Welnu, mijn ge dachte van toen komt nu weer naar voren. Ik zeg dan dat ik mijn gedachten niet in een mo tie hoef te verwoorden. De VVD-fractie is al echt gelukkig als zij de gedachten vertaald ziet. In de richting van PAL wil ik dus zeggen dat wij niet altijd met moties en voorstellen komen, maar dat wij onze gedachten uitdragen in de woorden die wij hier uitspreken. Er zijn nog wel meer voorbeelden te gevenmaar ik denk dat het zo langzamerhand toch wel aan de andere kant van de tafel en bij de andere fracties doordringt dat onze gedachten worden gereali seerd en dat het VVD-programma, misschien niet direct als VVD-signatuurtoch gereali seerd wordt. Daar zijn wij erg blij mee. De moties van PAL zullen wij niet ondersteunen, omdat hierin een aantal aspecten zit waarvan wij zeggen dat dat tegen het regeringsbeleid ingaat. Ik heb gisteren al gezegd, maar ik wil het wederom herhalen, dat mijn fractie achter het regeringsbeleid staat. Als er moties komen waarvan in de basis is gesteld dat zij eigenlijk bedoeld zijn tegen het rege ringsbeleid, dan zal de PAL-fractie ons niet aan haar zijde vinden. Ik heb al gezegd dat wij de moties van PvdA en CDA niet zullen steunen, omdat wij ze wat voorbarig vinden. Inhoudelijk zijn wij het echter wel met deze moties eens. De moties van PAL wijzen wij af omdat wij het er inhoudelijk niet mee eens zijn en de argumentatie niet kunnen ondersteunen. De heer Van der WalMij bekruipt bij het aanhoren van deze discussie een beetje het gevoel dat een aantal leden van de raad nauwelijks meer weet waar het hier over gaatHet gaat namelijk over het beleidsplan 1984-1988. Het beleidsplan loopt over een periode van 5 jaar. Natuurlijk is het moeilijk om precies aan te geven hoe men over 5 jaar uitkomt; dat zal iedereen erkennen. Het gaat dan ook niet aan om op dit moment voorstellen onmiddellijk te toetsen op de directe realiseerbaarheid. Als dat het geval zou zijn, hoeven wij niet te praten over een tekort van 8,3 miljoen gulden in het juist vastgestelde beleidsplan. De begroting 1984 sluit met een tekort van 3,5 miljoen. Toch praten wij over een dekking van 8,5 miljoen, wat betekent dat wij dus over een beleidsperiode pratenIn die zin moet men onze dekkings middelen zien. Het eerste door ons aangegeven nieuwe dekkingsmiddel is de invoering van een uniforme stroominkoopprijsWethouder Miedema zegt dat er wel wordt gepraat over een redelijke winst voor ons elektriciteitsbedrijf en dat er ook wel getallen worden genoemd, maar dat het niet duidelijk is wanneer en hoe het een en ander ingevoerd wordtHet is helemaal niet zo. ondui delijk als de wethouder suggereert. In de nota's van het Ministerie van Economische Zaken wordt met betrekking tot de invoering van het uniforme elektriciteitstarief gesproken over 1985-1986. Ergo, ruim binnen de beleidsperiode waar wij hier over praten. Genoemde invoe ring is een van de eerste dingen die aangepakt gaat worden. Onduidelijkheid hoeft er niet te zijn, want invoering van het uniforme elektriciteitstarief zal geschieden binnen onze beleids periode. Er wordt ook gepraat over een landelijke n.v. die het hele zaakje organiseert. De totstandkoming daarvan kan wel eens langer duren. Dat is onduidelijk, maar het is een vrij duidelijke zaak dat de invoering van de uniforme stroominkoopprijs eerder zal gebeuren. Ik heb overigens niet gemerkt dat eraan wordt getwijfeld dat dit tarief wordt ingevoerd. Invoe ring vind ik een heel redelijk iets. Het is dus in het geheel niet onverantwoord om nu, pra- 137 tend over de beleidsperiode 1984-1988, met deze beleidsvoornemens rekening te houden. Overigens is het ook nog zo dat wij al een aantal keren op dit punt voorstellen hebben inge diend. Iedere keer kwam het college echter met de opmerking dat een en ander moeilijk is en niet te voorspellen is. Wat zien wij nu? Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van een reeds door ons aangegeven dekkingsmiddel dat ondertussen, als ik het goed begrepen heb, al is opgelopen tot 1,6 miljoen. (De heer De Vries (weth.): Mag dat dan niet?) Op zich is het vrij normaal dat het college dekkingsmiddelen overneemtAlleendat geldt ook voor andere punten, wij staan nu voor deze beleidsperiode. Wij geven dekkings middelen aan, die natuurlijk niet voor 100% zeker zijn. Dat laatste is ook duidelijk aangege ven, doordat wij de dekkingsmiddelen ook maar voor deel in deze beleidsperiode gebrui ken. j deel beschouwen wij als een soort stille reserve. Het college moet natuurlijk niet onze voorstellen afwijzen, omdat ze niet acceptabel en niet verantwoord zijn, of wat voor kwalifi caties er ook worden gebruikt, en ze later zelf wel opvoeren. Het is natuurlijk op zich wel een voordeel, want dan kan het college de vrijkomende gelden natuurlijk ook besteden. Dat is het goed recht van het college, maar zeg dan gewoon dat onze voorstellen wel redelijk zijnmaar dat men daarop niet in kan gaan omdat men het geld volgend jaar zelf nodig heeft en het dan ook liever zelf verdeelt. Hoewel ik het hier niet mee eens ben, want een en ander is in strijd met de hier gevoerde procedures, geeft men tenminste wel een eerlijk antwoord. Onze aangegeven dekkingsmiddelen moeten niet steeds op grond van heel korte termijnargu menten worden afgewezen. Ik wil nog even benadrukken dat het ook duidelijk om herwaarderingsonderzoeken gaat. In dat kader moet ook het invoeren van een ander systeem voor betaald parkeren en het doorberekenen van de dienstverlening aan het rijk worden gezien. Wij zitten met een onder zoek. Wethouder Kessler wijst het voorgaande niet principieel af, maar hij wil eerst in dit verband de uitspraak van de Kroon afwachten. Afhankelijk van de uitspraak zal er al dan niet verder op worden ingegaan. Wij hebben met behulp van het college, waarvoor onze dank, een bepaald bedrag begroot dat reële waarde heeft als genoemde invoering en doorbe rekening doorgang zouden kunnen vinden. Het voorgaande geldt overigens ook voor het tekort doeluitkering onderwijs. Niemand in de raad bestrijdt ons dat wij geen recht op dit geld zouden hebben. Het rijk legt ons taken op, zonder daarvoor voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen. De gemeenten kunnen bijvoorbeeld wat de Leegstandwet en nog een aantal zaken betreft weigeren daaraan uitvoering te geven. Dat kunnen wij met het onderwijs niet maken. Maar daarom kunnen wij naar onze mening het tekort toch wel opvoeren als ten onrechte niet ontvangen en het dus nog als te ontvangen geld opnemen in de beleidsperiode? Als wij over p.m.-posten praten, mijnheer Meijerhof, dan bedoelen wij p.m.-posten. Ik weet perfect dat p.m. "pro memorie" betekent. Het wordt natuurlijk weer een verhaal in de geest van "prullenbak-spullenbak": achteraf zeggen dat wij p.m.-posten bedoelen. Ik heb wethouder Kessler hierover verder niet meer gehoord. Hij heeft er in het begin wel iets van gezegd, maar ik neem aan dat hij het een en ander, omdat ik hem er niet meer over heb ge hoord, heeft ingetrokken. Ik vind dat de heer Meijerhof niet zo'n vreemde manoeuvre moet maken. Als wij over p.m.-posten praten, dan bedoelen wij ook p.m.-posten. (De heer Meij erhof: Ik heb uitgelegd, mijnheer de voorzitter, wat wij onder een p.m.-post verstaan. In dat kader moet men het verhaal van mevrouw Brandenburg ook begrijpen. Ik heb in de rich ting van de heer Van der Wal eigenlijk nog één vraag. Gelooft hij het verhaal zelf wat hij hier afsteekt? Ik snap er niet zoveel meer van hoor!) Natuurlijk, dat blijkt ook wel uit een recent beleidsplan van 5 jaar. (De heer Meijerhof: Ik ben het daar helemaal mee eens, als de door de heer Van der Wal genoemde posten reëel zijn. Als er enige zekerheid is dat het een en ander in de komende 5 jaar gestalte krijgt, dan mag men dat opnemen. Er is echter nog geen enkele zekerheid.) Als u dat vindt, mijnheer Meijerhof, waarom gaat u dan wel akkoord met 100% dekking bijstand. (De heer Meijerhof: Omdat dat in dit kader destijds een reële veronderstelling wasdie echter later niet bleek uit te komenWij hebben toen nieuwe dek king moeten zoeken.) Het college bouwt helemaal geen reserves in. Wij bouwen tenminste nog 30% reserve in onze dekkingsmiddelen in. Dat heb ik het college nog niet zien presteren. Het was natuurlijk geen kunst om de 1,3 miljoen ook nog ergens aan op te maken, maar wij heb ben ons wat dat betreft wel degelijk beperkingen opgelegd Over het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen, de Opsterland-constructie, het volgendeDe wethouder zegt dat er over kwijtschelding nog een beslissing moet worden ge nomen. Als er wel wordt kwijtgescholden dan wordt dan nog wel bezien hoe het een en ander wordt gedekt. De beslissing moet dus binnen de herwaarderings-onderzoekperiode worden genomen. Ik vind dat typisch het vooruitschuiven van de problemen. De wethouder kan na tuurlijk ook zeggen dat er wel over deze materie zal worden nagedacht, maar dat het college er eigenlijk niets voor voelten dat er een voorstel komt dat geen geld kostIk neem aan dat de wethouder dat niet voor zijn rekening wil nemendus moet hij in dit kader een dek kingsmiddel aangeven. Wij hebben dat althans wel gedaan. Hetzelfde geldt voor de compensatie gemeentelijke tariefsverhoging door een eenmalige uitkering. De eenmalige uitkering is gerelateerd aan het prijsindexcijfer voor de gezinscon-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 69