4
Het beroepschrift wordt in handen gesteld van de Raadsadviescommïssie voor de Beroep- en Be
zwaarschriften om advies.
Sub en J.
De beroepschriften worden in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Be
zwaarschriften om advies.
Sub K.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van het Platform Eén- en Tweepersoonshuishoudens Leeuwarden
(PEL), ingekomen op 2 januari 1984, waarbij het commentaar van het PEL wordt aangeboden op het rap
port Woonruimteverdel ing in Leeuwarden van de Federatie van Woningcorporaties in Leeuwarden.
De heer Niemeijer: Punt K betreft een reactie van het PEL naar aanleiding van iets wat achter de
schermen lange tijd gaande is, namelijk de evaluatie van de woonruimteverdeling. Het PEL heeft zich
als vertegenwoordiger van een bepaalde groep huurders en woningzoekenden aangemeld om een rol te
spelen in de evaluatie van de woonruimteverdeling. Ik heb het gevoel dat de hele evaluatie - ik ben
hierop in de betreffende commissie ook al ingegaan - op dit moment nog teveel gespeeld wordt tussen de
organisaties die bij het verdelingssysteem betrokken zijn, de verdelers, en dat er omtrent de gang van
zaken te weinig meningen en ervaringen worden betrokken van degenen voor wie wij dit systeem juist op
poten hebben gezet en voor wie dit systeem straks moet functioneren. Het PEL doorbreekt het een en an
der en zegt dat het een bepaalde mening heeft. Ik vind het erg goed dat het PEL die mening op papier
heeft gezet. Ik heb er in de commissie op aangedrongen dat wij de mogelijkheden tot het geven van een
reactie moeten verbreden. Er zijn meer organisaties die ervaring hebben op het gebied van de woon
ruimteverdeling. Het lijkt mij zinvol om ook die kant te horen, voordat er in de raad een voldragen me
ning wordt gedeponeerd.
Om welke organisaties gaat het? Ik praat niet voor deze organisaties, dat moeten zij zelf maar
doen, maar ik heb wel een paar suggesties: organisaties van buitenlanders, huurdersorganisaties - ik
weet een organisatie die er uitermate veel belangstelling voor heeft -, organisaties als Blijf van mijn
Lijf en dergelijke. Wij moeten toch wat meer beleid ontwikkelen om ook die kant te horen. Daarnaast
heb ik nog een suggestie die is gebaseerd op een toezegging die indertijd door de wethouder gedaan is.
Op de agenda van de raad van 11 oktober 1982 stond een brief van mevrouw M. Stouten, die ook enige
opmerkingen had over het functioneren van het woonruimteverdelingssysteemWij hebben toen gezegd
dat die brief betrokken moest worden bij de evaluatie. Ook deze reactie kunnen wij bij de materie be
trekken, want die past in het verhaal dat ik zonet hield.
De heer Geerts (weth.): Deze kwestie is ook al aan de orde geweest in de Commissie voor de Volks
huisvesting. Ik heb toen geantwoord dat het toch wat moeilijk is om de groep van gebruikers te traceren.
Het PEL is een heel duidelijke groep, die zegt op te komen voor de groep gebruikers. De heer Niemeij-
er doet nu een aantal suggesties in welke richting wij zouden kunnen denken. Hij noemt onder anderen
de groep buitenlanders. De groep Antillianen heeftal gereageerd op basis van de kennis die zij heeft.
Ik heb bij de behandeling van deze kwestie in de commissie ook nog ergens anders op gewezen. Wij zijn
namelijk van plan, nadat de reacties van de groepen die wij genoemd hebben binnen zijn, met een
raadsbrief te komen waarin de standpuntbepaling van het college is opgenomen. Dat is echter niet het
eindstation. Op basis van deze standpuntbepaling zal ook nog een openbare zitting plaatsvinden van de
Commissie voor de Volkshuisvesting, ledereen is dan in de gelegenheid, op basis van de kennis die er op
dat moment is, te reageren op de voorstellen. Als zou blijken dat er erg veel belangstelling is - ik heb
dat ook in de Commissie voor de Volkshuisvesting gezegd -, dan kunnen wij deze openbare zitting mis
schien een wat uitgebreider vorm geven, bijvoorbeeld in de vorm van een hearing, ledereen, ook de
groep gebruikers, zal op dat moment voldoende in staat worden gesteld om te reageren.
Als men behoefte heeft om reeds in een eerder stadium te reageren, dan kan dat ook, want de stuk
ken zijn voldoende bekend. Ik zeg de heer Niemeijer toe dat ook die reacties zullen worden betrokken
bij de uiteindelijke standpuntbepaling van het college.
De heren Heere (weth.) en Miedema (weth.) zijn inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Niemeijer: De wethouder zegt: "Als zou blijken dat er erg veel belangstelling is." Voordat
die commissievergadering plaatsvindt moeten wij naar de belangstelling dienaangaande informeren. Dat
5
betekent dat wij uitnodigingen moeten laten uitgaan. Wij kunnen dan namelijk van te voren de belang
stelling checken. Op deze manier worden de organisaties geïnformeerd en kunnen zij aanwezig zijn op
de vergadering.
De heer Geerts (weth.): Voor zover de groepen te traceren zijn, zou dat een mogelijkheid zijn,
mijnheer Niemeijer, Ik heb geen enkel probleem een toezegging in die richting te doen.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
Sub L t.e.m. O.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ik heb een vraag over datgene wat vermeld staat op de Mededelingen-
lijst voor de raadsvergadering van 30 januari 1984, op bladzijde 4, onder Voor de raadsleden ter inzage
gelegd. Het gaat mij om het afschrift van een brief van 23 december 1983 van de heer F. Winterwerp
aan het Algemeen Bestuur van de Stichting Leeuwarder Nuts-Kinderboerderij betreffende ontslagaanzeg
ging en het antwoord van b. en w. op deze brief. Ik heb begrepen dat inmiddels een onafhankelijke
commissie is ingesteld, die de hele problematiek met betrekking tot de Kinderboerderij, de manege,
etc. zal onderzoeken. Mede aanleiding voor het instellen van deze commissie is de brief van de heer
Winterwerp en de brief van het echtpaar Van der Molen, die de vorige keer op de mededelingenlijst on
der Voor de raadsleden ter inzage gelegd stond.
Beide brieven hebben met ontslag te maken en in beide brieven wordt gesproken over het functione
ren van het bestuur. Het lijkt ons logisch dat, voordat eventueel iemand ontslagen wordt, de onafhan
kelijke commissie eerst haar werk doet en dat de resultaten daarvan bekend worden gemaakt. Wij willen
graag van het college weten of het bereid is met het bestuur, dat verantwoordelijk is voor de ontslag
aanzegging van de heer Winterwerp, in overleg te treden met het verzoek de ontslagaanzegging in her
overweging te nemen. Het college kan misschien bewerkstelligen dat het bestuur nog eens bekijkt of het
ontslag opgeschort kan worden tot de resultaten van de commissie bekend zijn.
De Voorzitter: De punten die vermeld staan onder Voor de raadsleden ter inzage gelegd, kunnen nu
niet leiden tot een inhoudelijke discussie in de raad, maar wel tot de procedurele afspraak dat ze een
volgende keer, vergezeld van een preadvies, terugkomen in de raad. Ik wil mevrouw De Haan de hel
pende hand bieden door haar mee te delen dat de kwestie waarover zij een opmerking heeft gemaakt
volgende week maandag in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden aan de orde komt. Ik denk dat
mevrouw De Haan redelijk uit de voeten zal kunnen met deze opmerking.
Punt 3.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Motie van mevrouw G. Visscher-Bouwer en de heer J. Timmermans
ten aanzien van het agendapunt Verschillende (verkeers)aangelegenheden betreffende de Schrans, waar
over in de vergadering van 14 november 1983 de stemmen staakten.
Aan de orde is de tweede stemming over deze motie. Voor de goede orde zal ik de motie nog even
voorlezen
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 novem
ber 1983,
verzoekt het college van b. en w. zijn besluit tot sloop van het voormalige
pand van de DRB aan de Schrans in heroverweging te willen nemen en te be
sluiten voorshands dit gebouw niet af te breken."
Over de motie van mevrouw Visscher-Bouwer en de heer Timmermans staken de stemmen (18-18).
(Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-Sjoerdsma, De Haan-Laag
land, Jongedijk-Welles, Visscher-Bouwer, VIietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Ten Hoe
ve, Janssen, Kessler, Meijerhof, Schagen en Timmermans, alsmede de leden van de fracties van PAL en
D'óó.
Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heren Geerts en De Vries, alsmede de leden van
de fracties van CDA, VVD en GPV/RPF/SGP.)