28 29 verzoek van de gemeente. Het lijkt ons verstandig om, zodra de mogelijkheid bestaat, voor Hempens een dergelijk verzoek in te dienen. Immers, wanneer wij de prognoses op termijn bestuderen, dan korre wij in Hempens beneden de grens van 23 leerlingen. Een andere mogelijkheid, of misschien eerder on mogelijkheid, is te vinden in de constructie die de gemeente Tietjerksteradeel heeft toegepast. In die opzet zou de school in Hempens onder artikel E2 van de OWBO worden aangevraagd en een meer le vensvatbare school onder artikel E3 van de OWBO. Veel kans van slagen geef ik een dergelijke con structie echter niet. Het door ons vast te stellen spreidingsplan moet nog worden goedgekeurd door gedeputeerde staten, Ik vrees dat zij niet zonder meer akkoord gaan met het onderdeel Hempens in ons spreidingsplan. Naasl een aantal criteria, dat is opgesteld door gedeputeerde staten en waaraan de situatie in Hempens vol doet, is er het criterium leerlingenaantal en toekomstperspectief. Bij ons leeft de vraag of wij in staat zijn nog iets te doen aan het vergroten van het toekomstig perspectief. Het is daarbij mogelijk te den ken aan een verder stimuleren van vestiging van gezinnen in het dorp. Misschien dat dat in de toekomst gemakkelijker wordt door de nieuwe Wet op de stads- en dorpsvernieuwing. Men kan ook denken aan maatregelen van onderwijskundige aard, zoals het behouden van faciliteiten om de resultaten van het zorgbreedteproject te continueren. Terecht krijgt dit aspect in de motivatie bij het spreidingsplan de volle aandacht. Het nu geprognotiseerde leerlingenaantal is voor een goede pedagogisch-didactische si tuatie weliswaar niet optimaal, maar een alternatief waarbij de school wordt opgeheven is nog minder aanvaardbaar. Onze fractie kan derhalve instemmen met de uitgangspunten en de uitwerking die b. en w. hebben gegeven aan de opdracht te komen met een spreidingsplan voor het openbaar onderwijs in onze gemeen te. Het spreidingsplan is degelijk van opzet en toont dat b. en w. op de juiste wijze de belangen van het openbaar onderwijs en de bijzondere betekenis van de school in de kleine dorpen inzien. Ik dank u wel, mijnheer de voorzitter. De heer Visser: Mijnheer de voorzitter, nog graag een paar kanttekeningen bij uw voorstel. Wij gaan overigens wel akkoord met het voorstel. Volgens de OWBO hebben wij in de Leeuwarder situatie te maken met drie categorieën scholen. De gemakkelijkste categorie is de grote groep van 19 scholen die valt onder artikel E2 van de OWBO. Deze categorie roept een enkel probleem op, maar daar kom it zo meteen nog wel op. De twee experimentele basisscholen, vallende onder artikel Eó van de OWBO, leveren geen problemen op. Het probleem ligt bij de scholen op basis van artikel E3 van de OWBO. Aanvankelijk ging het om twee dorpsscholen, maar door een nadere standpuntwijziging van het college is daar, net voor de com missievergadering van 27 februari, de school van Hempens nog aan toegevoegd. Het gaat dus nu om drie scholen waarover door de provincie een beslissing moet worden genomen. De school die het meest in hel oog springt is de school in Hempens, omdat deze beneden de ondergrens van 23 leerlingen zit en dus af wijkt van de richtlijnen die de provincie van de staatssecretaris heeft ontvangen. Er doet zich een nieuw verschijnsel voor. Tijdens de commissievergadering attendeerde een van de aanwezigen ons erop dat bij handhaving van de school in Hempens misschien een van de stadsscholen ingewisseld zou moeten worden. Ik zou dat onlogisch vinden en ik vind wat dat betreft daarin ook geen steun in de richtlijnen die de provincie heeft gekregen en die kort verwoord zijn in de raadsbrief. Ik vind daarin nog minder steun in de artikelen van de OWBO. Wanneer een school automatisch omgevormd kan worden tot basis school, dan vind ik het procedureel gezien onlogisch dat die ingewisseld moet worden voor een pro bleemschool. Dit bezwaar is nog weer eens versterkt door een brief van vijf maart, die gericht is aan de fracties, namens de Algemene Bond van Onderwijzend Personeel (ABOP), de Vereniging van Openbaar Onderwijs (VOO) en de sectie Basisonderwijs van de ABOP. In de brief wordt de school niet genoemd - in de commissievergadering is dat wel gebeurd -, maar men doelt kennelijk op de St. Anthonyschool De heer Bron heeft al even gewezen op de positie van de school, een bijzondere positie, in de binnen stad. Ik weet niet of de wethouder tussen het tijdstip van de commissievergadering en vandaag hierom trent nog meer zekerheid gekregen heeft, maar als dat wel het geval is dan zou ik dat graag willen ho ren. Op dit punt wordt namelijk enige onrust gesignaleerd en als die weggenomen kan worden dan is dat alleen maar een winstpunt. Tenslotte nog een punt, mijnheer de voorzitter. Aan het eind van de raadsbrief wordt nog geatten deerd op de huisvestingsvoorzieningen. In de commissie heb ik bijzondere aandacht gevraagd van het college, uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gebouwen, voor de situatie in de wijk Heech- terp/Schieringen De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, het Spreidingsplan Openbaar Basisonderwijs kan wat mijn fractie betreft worden vastgesteld zoals dit aan ons is voorgelegd. Uiteraard gaat de grootste aan dacht uit naar de vorming van basisscholen in de dorpen en wel in Wirdum, Lekkum en Hempens. Ik be- erk mij tot de school in Hempens. Deze school staat terecht in het centrum van de belangstelling. Zui ver zakelijk en bestuurlijk gezien zou het standpunt negatief moeten uitvallen. Er valt dan ook begrip op te brengen voor het aanvankelijk ingenomen standpunt. Immers, Hempens heeft in feite als kleine kern maar één probleem, namelijk dat het zo klein is. De geboortebeperking zal ook Hempens niet ge heel onberoerd hebben gelaten. Het dorp zal, naar het zich laat aanzien, vergrijzen, tenzij een ge boortegolf is te verwachten in de naaste toekomst, maar daar zijn bij mijn weten althans geen aanwij zingen voor. Statistisch wordt ons overigens voorgerekend dat de bouw van acht woningen hooguit twee kinderen aan de burgerlijke stand zal toevoegen. Een aantal op zich goede argumenten is echter aange voerd dat als geheel ervoor pleit de vorming van een basisschool in Hempens in deze fase niet zonder meer af te wijzenIk zeg het met opzet zo. Een min of meer emotionele stel I ingname in de zin van "het moet en het zal", lijkt mij namelijk in dit stadium niet wenselijk. Dat schept wat de toekomst betreft wellicht onbedoeld of ongewild verwachtingen, die mogelijk niet waargemaakt kunnen worden. Hoewel van secundair belang wil ik in dit verband terloops een opmerking plaatsen inzake de rechtspositionele situatie voor het twee man tellende personeel. Nu gelden nog speciale overgangsbepa lingen. Het personeel geniet voorrang bij herplaatsing. Wanneer de school in Hempens in 1988 bij ge brek aan een voldoende aantal leerlingen noodgedwongen toch moet worden opgeheven, dan gelden de normale criteria. Dan hebben de leerkrachten geen voorrang meer bij herplaatsing. Maar wat de zaak zelf betreft, b. en w. zeggen de consequenties van het in stand houden van de school in Hempens voor andere scholen nog niet te kunnen overzien. Wanneer gedeputeerde staten niet overgaan tot aanwijzing van specifieke scholen die voor opheffing in aanmerking zouden komen, maar het totaal aantal zullen vaststellen, zal toch een keus gemaakt moeten worden. Wanneer dit aantal 23 wordt, wil het college dan toch Hempens voor rekening van de gemeente in stand houden en wordt dan voorgesteld een andere school af te voeren? Het lijkt ons toch wel gewenst dat wij hierover van te vo ren onze gedachten laten gaan. Hoe reageert het college hierop? De heer Siemonsma: Ik zal mij beperken tot het benadrukken van een paar hoofdlijnen. Deze raad heeft de afgelopen jaren kleuterscholen en lagere scholen beneden de wettelijke normen in stand gehou den. Naar ons idee kan de vorming van basisscholen geen aanleiding zijn om daar anders over te den ken, of er moet sprake zijn van een heel bijzondere ontwikkeling. De instandhouding van scholen ge beurt op grond van de grondwettelijke plicht tot het voorzien in openbaar onderwijs in een voldoende aantal scholen. Ten aanzien van basisscholen hebben wij dezelfde grondwettelijke plicht. De staatssec retaris heeft echter de vorming van basisscholen aangeprezen voor een bezuinigingsoperatie, die door het leven gaat onder de naam herstructureringsoperatie. Als bevoegd gezag van openbare scholen in Leeuwarden mag van ons verwacht worden dat wij daar niet voetstoots aan meewerken, zoals de ge meente Smallingerland presteert, maar dat wij opkomen voor de openbare basisscholen, net als de bij zondere schoolbesturen dat voor hun scholen doen. Een nieuwe eenzijdige kaalslag in het openbaar on derwijs, zoals in de jaren dertig, moet voorkomen worden. Het kan niet de bedoeling zijn dat het open baar onderwijs vrijwel de gehele bezuiniging gaat ophoesten. Wij zijn daarom ook tevreden met het spreidingsplan zoals dat er nu ligt, inclusief de school in de binnenstad en Hempens. Ik hoop wat het laatste betreft dat deze beslissing ook een voorbode is voor een meer ondersteunend beleid op andere terreinen naar deze dorpsgemeenschap. De heer De Beer: Na de uitvoerige behandeling van het plan in de Commissie voor het Onderwijs, heb ik nog één opmerking. De VVD-fractie zal al het mogelijke doen om de school in Hempens te be houden. Als er zich in de toekomst al problemen mochten voordoen, dan zullen wij op dat moment wel beoordelen welke maatregelen wij moeten treffen. De heer De Vries (weth.): Ik constateer dat er in de raad een grote mate van eenstemmigheid heerst met betrekking tot het beoordelen van het Spreidingsplan Openbaar Onderwijs. Het college is uitermate tevreden met die instemming. Wij staan voor een ingrijpende verandering in het onderwijs. Kleuteron derwijs en lager onderwijs moeten een nieuwe basisschool gaan vormen. Dat vereist niet alleen onder wijsinhoudelijk een enorme omschakeling van onderwijsgevenden, maar ook van spreiding en bezetting ran de gebouwen en alles wat er nog meer aan vastzit. Vanavond staat alleen het spreidingsplan ter dis cussie, omdat wij voor één april a.s. deze zaak ter beoordeling moeten hebben voorgelegd aan gedepu teerde staten. De OWBO heeft een aantal spelregels, aan de hand waarvan wij het spreidingsplan door de af del ing Onderwijs hebben laten opstellen. Als gezegd wordt dat het spreidingsplan een gedegen verkstuk is geworden, dan wil het college dat graag bevestigen en morgen de pluim overbrengen aan degene die haar verdient.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 15