32 kans erg groot dat je met lege handen blijft staan. Weliswaar wordt intussen enige voorzichtigheid be tracht door een aanpak in twee fasen. Als echter de tweede fase niet doorgaat zal dat de toekomst van de gerealiseerde eerste fase ondermijnen. Het komt er dan immers op aan de verliezen zoveel mogelijk te beperken. Wat dat betreft kan ik maar twee alternatieven bedenken. Het eerste alternatief is het verhogen van de huurprijzen en de kosten van de dienstverlening vanuil het dienstencentrum. Het laat zich raden wat daar de consequenties van zullen zijn. Het tweede alter natief is om het centrum om te bouwen tot bijvoorbeeld een bedrijfsverzamelgebouw. Zo'n gebouw zou dan bijvoorbeeld ook kunnen dienen als alternatieve huisvesting van bedrijfjes die ve/plaatst moeten worden en voor bedrijfjes die bij de gemeente aankloppen voor hulp bij huisvesting. Beide alternatieven betekenen wel een nekslag voor een JBC dat wij nu juist van de grond willen tillen. Beide alternatieven bieden ook geen perspectief. Een bedrijvengebied waar bedrijfjes, die uit de binnenstad moeten ver dwijnen, min of meer naar toe worden gedwongen te verhuizen biedt ook geen perspectief. Naar ons idee - wij worden wat dat betreft gesteund door informatie van andere JBC's - is een lo- katie tegen de binnenstad aan eigenlijk een vereiste om enigszins een alternatief te hebben, waarbij in vesteringen zo weinig mogelijk verloren gaan als een JBC niet zo voorspoedig van start gaat. Bovendien zouden dan, afhankelijk van de mogelijkheden, ook andere bedrijven in de stad gebruik kunnen maken van het aanwezige dienstencentrum en de managementbegeleiding. Het centrum zou een soort uitstra ling, een functie, kunnen hebben voor andere bedrijven in de stad, die niet in het kader van het JBC, maar op eigen gelegenheid gaan starten. Zoals het voorstel er nu ligt bestaat de kans dat het JBC een financiële molensteen wordt om de nek van het werkgelegenheidsbeleid. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat het JBC het werkgelegen- heidsfonds gaat uitputten door de tekorten die zullen moeten worden gedekt, want dat trekt een veel te grote wissel op steunverlening aan andere initiatieven en behoeften in het kader van het werkgelegen heidsbeleid. Ik concludeer dat dit voorstel eigenlijk nog niet rijp is voor besluitvorming. Daarom wil ik b. en w, vragen of zij bereid zijn alsnog een behoefte-onderzoek te laten verrichten, voordat het initiatief defi nitief wordt doorgezet, en of zij bereid zijn een lokatie te zoeken meer in de richting van de binnen stad. Het een en ander biedt naar ons idee een betere basis voor de bezetting en de uitstraling waarover ik het eerder heb gehad. Een laatste vraag is of het mogelijk is om ook de starters te betrekken in het bestuur van de be heersvorm, een stichting, en wat dat betreft ook enige zeggenschap te geven. Nu ontbreekt namelijk de inbreng van de starters in het bestuur. Hierbij wil ik het in eerste instantie laten. Mevrouw Jongedijk—Welles: Wij zijn het eens met het raadsvoorstel. Wij vinden het een goede zaak dat het JBC gerealiseerd gaat worden en wij hopen dat er veel en goed gebruik van gemaakt zal worden, Er is nogal wat kritiek op de overheid voor wat betreft initiatieven van en medewerking aan het be drijfsleven en de daarmee samenhangende werkgelegenheid. Dit is dan een initiatief in die richting. Wij vinden dit een heel goed initiatief om startende ondernemers op deze manier een kans te geven. Wij hopen dat ook vrouwen een plaats zullen krijgen in het JBC, mede gelet op het feit dat de werkloosheid in deze categorie erg groot is. Vrouwen hebben vaak niet de nodige managements- of op leidingservaring, maar zij hebben vaak wel heel erg creatieve ideeën, die in een JBC heel goed tot uitdrukking zouden kunnen komen. Daarom vinden wij het ook jammer dat er binnen de stichting niet een speciale plaats is gereserveerd voor één of meer vrouwen. Het is helemaal jammer als je naar onze doelstelling, wat de vrouw betreft, ziet. Als je de samenstelling van de stichting bekijkt, dan is er toch weer sprake van een mannenclub. Wij vinden dat het nuttig is om in het bestuur van de stichting ook vrouwen op te nemen. Wij denken dan aan iemand uit bijvoorbeeld de groep Vrouw en Arbeid. Ik wil de wethouder vragen welke mogelijkheden er zijn om alsnog een vrouw op te nemen in het bestuur van de stichting en hoe hij denkt dit te stimuleren. Verder is er nogal wat kritiek gekomen van de provincie op dit voorstelIk zal die kritiek niet he lemaal herhalen, maar ik wil toch wel wat vragen beantwoord zien. Het college gaat er vanuit dat, als het JBC gerealiseerd is, er zich vanzelf wel gegadigden zullen aandienen. Waarop is deze aanname ge baseerd en heeft het college in dat kader oriënterend onderzoek gedaan? Het is evenmin duidelijk aan wat voor soort ondersteuning behoefte is, omdat het college niet weet welke mensen er in het JBC een plaats willen hebben. Ik kan mij voorstellen dat sommige startende on dernemers geen behoefte hebben aan managementondersteuning, maar helemaal geen hulp of andere hulp prefereren. De vraag is dan ook hoe hierop wordt ingespeeld. Mede gelet op de kritiek van de provincie wil ik graag weten hoe de stand van zaken is met be trekking tot de garantie voor de financiering door de provincie. 33 De heer Burg: In de Commissie voor de Werkgelegenheid hebben wij ons al in positieve zin uitge- roken voor de oprichting van het JBC. Bestudering van de stukken betreffende deze stichting laat, nog afgezien van het grote financiële risico dat wij als gemeente op ons nemen, echter een aantal onzeker heden open. Ten eerste wordt er in de raadsbrief gesproken over het faseren van het gehele project, terwijl het ministerie uitgaat van een eenmalige ISP-subsidieIs hierover inmiddels contact geweest met het minis terie en gaat men hiermee akkoord? yen ^eede is door een aantal Leeuwarder bankinstellingen een lening in het vooruitzicht gesteld van 720.000,te garanderen door de gemeente Leeuwarden. In de raadsbrief schrijft het college dat de voorwaarde hierbij zal zijn dat de provincie 50% garandeert en ook bijdraagt in de aanloop- en exploitatiekosten. In de betreffende brief wordt alleen gesproken over de garantie van de gemeente Leeuwarden. Mevrouw Jongedijk heeft zojuist gesproken over de kritiek van de provincie. Ik zou graag willen weten of de provincie ermee akkoord gaat dat zij 50% van de garantie overneemt. In de desbetreffende nota van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO) lees ik dat er voor de eerste vijf a tien jaar een ongedekt exploitatietekort wordt geschat van tus sen de vijf ton en één miljoen gulden. Er wordt ook geschreven over een risico-vol-project dat financi- eel-technisch gezien als niet haalbaar en als verliesgevend beoordeeld moet worden. Ik vraag mij af of er over vijf a tien jaar in het werkgelegenheidsfonds, want onder die noemer moet ook dan nog een on gedekt verlies geboekt worden, nog voldoende dekking is om een en ander te bekostigen. Zo niet, dan moet het tekort onherroepelijk ten koste gaan van andere sectoren. Ik kom hiermee meteen op mijn laat ste vraag. Uit de ontwerp-statuten blijkt dat voor één juli van ieder jaar de jaarrekening moet worden gepre senteerd. Kunnen wij, gezien de grote risico's, een overzicht of een evaluatie tegemoet zien van de verwachte en bereikte resultaten? Bijvoorbeeld tussentijds over twee jaar en als afsluiting van de eerste fase over vier jaar. Hiermee wil ik in eerste instantie volstaan. De hear Jansma: Sunt in setsje lyn, sa stiet yn it riedsbrief, wurdt probearre in JBC yn Ljouwert op te rjochtsjenYn wurklikheid wurdt der al 2\ jier op gemeentlik en provinsiaal nivo oer praat en op stu- dearre. It hat swier kealle. Wy fine dat it Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) der goed oan dien hat de foarstap te nimmen om ta in JBC te kommen. It kolleezje hat der goed oan dien om net op stel en sprong der yn te stappen, mar goed yn him omgean litten hat hokker risiko's der nommen wur- de. Der binne guon dy't sizze: in goede undernimmer siket syn eigen wei en moat wat ut de buert fan de oerheid bliuwe. Der sit wol wat yn, mar it kloppet net hielendal De hear Siemonsma is fan betinken dat der sprake is fan in net grune optimisme. Hy hat ferlet oan in gruniger undersyk. Wy wolle de saak wat oars benaderje. Wy wurde hjoed-de-dei gewaar dat guon minsken der te licht oer tinke om in bedriuwke of bedriuw op te setten. Hja wolle mei alle geweld oan it wurk en dogge dan soms in needsprong dy't nei ferrin fan tiid mislearret en ütrint op in fallissemint en dus op skea oan harren seis en oan in oar. Noch ofsjoen fan it leed wat hja harren seis oandien hawwe. len fan de taken fan ït JBC sil wêze moatte om fan it begjin of oan te selektearjenWa makket kans om him of har yn de takomst seis rede te kinnen en wa hat dy kapasiteiten en affiniteiten net. Is der al as net foldwaande perspektyf. Pakt it ferkeard ut dan wurde de minsken yn it ungelok stoart. Wy meitsje dat yn dizze tiid noch al ris mei. Dat is ien kant fan de saak. De oare kant is it finansiële risiko dat de gemeente rint wat de eksploitaasje oanbelanget. Dêrom sil Ljouwert der netallinne foar stean moatte, mar, neist it ryk, ek de provinsje en dat op basis fan heal om healYn it riedsbrief stiet in pear kear dat it kolleezje der fan ótgiet dat de provinsje itselde be- drach as Ljouwert beskikber stelt. Dat heart hiel hoflik, mar as der mei bedoeld wurdt dat it in betingst is dan binne wy tefreden. It docht ös deugd dat acht Ljouwerter bankynstelIingen rom san ton liene wolle tsjin in ekstra lege rinte fan 6%. It docht us lykwols it measte deugd dat oan begjinnende undernimmers goede untjouwingsmooglikhe- den bean wurde wêrtroch de wurkgelegenheid befoardere wurdt. Wy hoopje ek dat it JBC gau utein set. Ik wol itjinge de hear Burg sein hat oer de bestjoersgearkomsten understreekjeWy moatte as ried sicht hawwe op dizze saak, want it giet om hiel grutte bedragen. Yn it karbrief stiet dat it bestjoer op syn minst ien kear yn it jier gear komme moat. Ik leau dat it foaral yn it oanbegjin needsaaklik is om folie faker gear te kommen, just om dy finansiële risiko's ek safolle mooglik yn de gaten halde te kin nen. Mefrou Jongedijk wol graach dat Vrouw en Arbeid in sit kriget yn it bestjoer. Ik sit oan in wat oare gearstalling te tinken, nammentlik om de organisaasjes, dy't frege wurde bestjoersleden te leverjen, it

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 17