40 in gebruik te geven voor sociaal-culturele doeleinden. Aan de andere kant was er ook geen meerderheid in de raad die tot sloop wilde overgaan. De patstelling die daar uit voortvloeit heeft ertoe geleid dat de gebouwen zijn gekraakt en in gebruik zijn genomen; naar mijn mening zeer begrijpelijk. Nu wordt voorgesteld om via een gewone procedure de gebouwen te ontruimen. Ik denk dat zo'n procedure weinig kans van slagen heeft, want de gemeente heeft zelf geen betere bestemming dan slo pen - ook een stuk kapitaalsvernietiging -, zonder dat duidelijk is op welke termijn deze gebouwen voor wat voor bestemming dan ook nodig zijn. Wij zullen dus tegen dit voorstel stemmen en wachten af tot er meer duidelijkheid over een definitieve bestemming van dit gebouw c.q. dit terrein is. Aan het begin van de vergadering heeft de voorzitter ook de brief in behandeling gegeven die op onze tafels is gelegd. Daarin gaat het over deze procedure en door de schrijvers wordt gevraagd tegen het voorstel van b. en w. te stemmen. Er zijn echter ook nog een paar andere punten aan de orde. Uit deze brief blijkt dat b. en w. de nutsbedrijven verbieden het terrein te betreden om gas, water en elek tra aan te sluiten. Met andere woorden, het college probeert met oneigenlijke middelen de krakers het leven zo zuur te maken dat ze vanzelf wel zullen verdwijnen, terwijl aan de andere kant een procedure wordt voorgesteld om dit punt aan de rechter voor te leggen. Naar mijn mening een inconsequente hou ding, want als de procedure tot het door b. en w. gewenste resultaat zou leiden, dan worden vanzelf gas, water en elektra afgesloten. Ondertussen wordt echter wel de volksgezondheid en de brandveilig heid in gevaar gebracht. Ik zou er dus, ongeacht de uitslag van de stemming over het voorstel van b. en w., op willen aandringen dat de nutsbedrijven op door hun te stellen voorwaarden - daarover is al over leg geweest - deze voorzieningen onverwijld weer aansluiten. Eventueel heb ik daarvoor een motie. Het college kan, nu deze brief is gericht aan de raad en aan het gemeentebestuur, natuurlijk ook een preadvies schrijven, maar het duurt dan wel drie weken voordat een en ander in de raad in behandeling wordt genomen. Mijn voorkeur gaat er dan ook naar uit dat het college, ongeacht de uitslag van de. stemming die zo meteen volgt, wel de nutsvoorzieningen laat aansluiten Mevrouw De Jong: Het is jammer dat wij wat dit punt betreft worden geconfronteerd met ons eigen beleid. Het zou natuurlijk veel beter zijn geweest dat er een gemeentelijk beleid was geweest dat er op is gericht om gebouwen, die wij op termijn willen afbreken, eventueel in tijdelijk bruikleen te geven, zeker omdat er zo'n behoefte is aan woonruimte. Dat is helaas niet gebeurd. Nu wordt er voorgesteld een bepaalde procedure te volgen. Ik vraag mij af waarom wij niet wachten tot een en ander een spoed eisend karakter heeft. Ik wil graag de motieven van het college weten die tot dit voorstel hebben ge leid, want die zijn ook mij volledig onduidelijk. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Door de motie niet aan te nemen heeft de raad een paar weken ge leden beslist dat de voormalige panden van de Dienst Reiniging en Brandweer moeten worden gesloopt. Daarmee werd dus het collegevoorstel ondersteund. Nu zijn de panden gekraakt. In het voorstel staat dat dit niet kan worden getolereerd en dat bevel tot ontruimen is gegeven. Hebt u enige verwachting wat daarvan het resultaat zal zijn? Wij onderschrijven het voorstel van het college. Tijdens de algeme ne beschouwingen van vorig jaar hebben wij reeds gesproken over kraken en gezegd dat een en ander door ons onaanvaardbaar wordt gevonden. Is er, voordat de panden werden gekraakt, al opdracht gege ven tot slopen? Uit de brief die nu op onze tafels ligt hebben wij begrepen dat de krakers zich echt willen gaan inrichten en dat ze ook nog bepaalde eisen stellen over aansluiting van nutsvoorzieningen. Is het nu ook zaak om zo spoedig mogelijk pogingen in het werk te stellen deze krakers te verwijderen? Is deze langdurige gewone procedure hiervoor nu het geëigende middel? De Voorzitter: Terecht is door enkelen uwer opgemerkt dat de raad zes weken geleden een besluit heeft genomen, zodat ik mij ontslagen mag achten van het aangaan van een discussie over de periode die daaraan vooraf gaat en die tot de besluitvorming heeft geleid. In dat geval zou niet ik het woord moeten voeren, maar een van de collega's uit het college. De raad heeft dus een besiuit genomen. De heer Van der Wal probeert dat wat weg te poetsen en zegt dat er sprake zou zijn van oneigenlijke mid delen. Ik moet er wel op wijzen dat de besluitvorming wat dat betreft perfect is geweest. Er is tot twee keer toe over de bekende motie gestemd; beide keren staakten de stemmen. Een goed rekenmeester weet dat een raad een oneven aantal leden heeft en dan rekent u maar uit hoe anders de besluitvorming had zullen uitpakken. Dat is niet het geval geweest, tot twee keer toe staakten de stemmen. Op grond van de Gemeentewet wordt dan het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Derhalve is er een situatie ontstaan waarin de bedoeling van de motie van de hand is gewezen en het oorspronkelijke idee weer is gaan herleven. Dat betekent: uitgaan van sloop van de betrokken panden. Daarna is er iets gebeurd dat, naar wij hebben begrepen, noch in de lijn van de besluitvorming van de raad noch in de bedoeling van het college van b. en w. lag. Dan is het alleen nog maar consequent 41 dat er een voorstel wordt gedaan zoals nu is gedaan. Daarbij is geconstateerd dat er geen aanleiding is voor het voeren van een kort geding, omdat het directe spoedeisende belang niet aanwezig is. Het meest voor de hand liggende middel om tot ontruiming van het betrokken pand te komen is dus een nor male procedure. Daarbij zijn twee mogelijkheden: de normale procedure die een langdurig verloop heeft en de mogelijkheid om de rechtbank te verzoeken een verkorte procedure toe te staan. Het is ons bekend dat in gevallen als deze een verkorte procedure altijd wordt toegestaan. Nu hebben enkelen u- wer getwijfeld aan het welslagen van die procedure. Wij denken daar iets anders over. Tot degenen die twijfelen en te kennen hebben gegeven tegen te zullen stemmen, zou ik willen zeggen dat zij, als zij er toch zeker van zijn dat het een verloren zaak is, net zo goed voor kunnen stemmen. Dan hebben wij tenminste ons recht. Er is door de heer Van der Wal opgemerkt dat er een blokkade is geweest met betrekking tot het aanbrengen van openbare nutsvoorzieningen. Dat klopt. Dat is gebeurd op grond van het feit dat de ge meente eigenaar is en dat het college van b. en w. als zodanig de vertegenwoordiger van de gemeente is, maar meer nog omdat een en ander naar ons gevoelen in het verlengde ligt van de besluitvorming zo als die zes weken geleden in de raad heeft plaatsgevonden. Het zou volstrekt inconsequent zijn om nu ineens te doen alsof er niets aan de hand is en alsof er in de raad helemaal geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Dat is wel het geval geweest en vandaar ook dat wij in het verlengde daarvan menen, nu er inmiddels een kraking heeft plaatsgevonden, te moeten voorstellen een normale procedure aan te spannen, zij het dat wij een verzoek voor een verkorte procedure zullen indienen om tot ontruiming over te gaan De vraag of er inmiddels opdracht tot sloop is gegeven moet ontkennend worden beantwoord. Wij waren namelijk nog bezig na te gaan welke ruimte er binnen de beschikbare kredieten aanwezig was. In die tussenliggende tijd is het pand gekraakt. Ik wil nog eens herhalen dat de discussie over wat er met de panden moet gebeuren vrij uitvoerig in de raad heeft plaatsgevonden. Een en ander is uitgemond in een motie die tot twee keer toe in stemming is gebracht. De uitslag van de stemming is dat de motie moet worden geacht niet te zijn aangenomen en dat betekent dus dat het oorspronkelijke voornemen prevaleert. Dat zo zijnde, was van het college moeilijk iets anders te verwachten dan dat er, toen er een kraking had plaatsgevonden, een voorstel is geconcipieerd zoals op het ogenblik aan de orde is. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: De voorzitter zegt dat het consequent is om op te treden. Dat is door ons ook niet bestreden. Waar het om gaat is wanneer dat moet worden gedaan. Uit informatie bij de afdeling KAZ heb ik vernomen dat een verkorte procedure altijd wel een half jaar loopt. Dan is er nog een mogelijkheid om in hoger beroep te gaan - misschien zelfs wel twee keer - en wij zullen dus waarschijnlijk wel heel lang aan deze kwestie vastzitten. Het feit dat het pand is gekraakt is nieuw en wij hebben er eigenlijk geen behoefte aan om een en ander nu al in werking te zetten, wetende dat het een lange en slepende zaak zal worden. Daarom vinden wij het beter te wachten tot het spoedeisende belang zich voordoet. Dan kan de procedure snel worden gestart en kan een en ander snel worden afge handeld. Tot die tijd zouden de panden inderdaad nog gebruikt kunnen worden, maar dat is een bijko mend argument dat voortvloeit uit de kraking die door niemand was voorzien. De voorzitter zegt dat wij net zo goed voor het voorstel kunnen stemmen, want als wij toch denken dat de gemeente het verliest dan hebben wij zelf ook nog niets verlorenEr zit natuurlijk ook nog een financiële kant aan deze zaak. Procederen is niet gratis, vandaar ook dat wij de activiteiten op dat terrein zouden willen beperken. Er zijn eigenlijk geen nieuwe argumenten genoemd, zodat ik denk dat de meerderheid van mijn fractie tegen dit voorstel zal stemmen, in die zin dat zij alleen het college zou willen machtigen tot het voeren van een kort geding als een spoedeisend belang zich voordoet. De heer Van der Wal: Ik heb geconstateerd dat er destijds ook geen meerderheid in de raad was die voor het slopen van de panden was. Formeel heeft de voorzitter inderdaad gelijk dat bij twee keer sta ken van de stemmen de motie wordt geacht niet te zijn aangenomen. Als de stemmen bij wijze van spre ken nu weer staken over dit voorstel, is dit voorstel ook niet aangenomen(De Voorzitter: Daarvoor vindt aan het eind van de discussie altijd een stemming plaats.) Ik wil er nu verder niet op doorgaan, de stemmen staakten tot twee keer toe en er was dus geen meerderheid voor het standpunt van b. en w. De reglementen zijn nu eenmaal zo dat de motie wordt geacht niet te zijn aangenomen. Het zal duidelijk zijn - ik sluit mij wat dat betreft aan bij de woorden van mevrouw Brandenburg - dat wij het nut van een ontruimingsprocedure niet inzien. Een ander punt betreft de nutsvoorzieningen. Ik heb gesteld dat het niet aansluiten van gas, water en elektra een oneigenlijk middel is om aan een kraakactie of een onterecht gebruik van de panden een eind te maken. Daarvoor is de procedure die het college wil aanspannen. In de tussentijd - een en ander kan inderdaad wel een half jaar duren en als er

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 21