2
punt omschrijving bijlage blz.
10. Verkoop erfpachtsgrond. 97 5
11. Verkoop van een in het bestemmingsplan Huizum-Dorp gelegen perceel bouwter
rein aan ir. W.H. de Lange te Leeuwarden. 84 5
12. Verkoop van een ten noorden van de Hofstraat gelegen perceeltje grond. 90 5
13. Verkoop van een ten oosten van en aan de Lekkumerweg gelegen perceeltje
grond. 91 5
14. Verkoop perceeltje grond Kamgras. 94 5
15. Verkoop van een te Wirdum gelegen perceel grond. 92 5
16. Uitgifte in erfpacht, gecombineerd met de vestiging van een accessoir opstal
recht, van het perceel met restant-opstallen Druifstreek 59 aan M.P.J. van der
Velde, wonende te Snakkerburen83 5
17. Ontbinden huurovereenkomst met betrekking tot een gedeelte van het perceel
met opstal Willem Sprengerstraat 1. 82 5
18. Voorbereidingsbes luit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor
de plangebieden Minnemastraat en Over de Kelders, alsmede verlenging van het
voorbereidingsbesluit voor de plangebieden Molenpad e.o., Achter de Hoven/
Vegelin, Zeeheldenbuurt, Nieuwesteeg/Oude Doelesteeg en Burmaniastraat/
Haniasteeg. ]Q2 5
19. Woonomgevingverbetering gebied Molenpad e.o. 100 6
20. Preadvies inzake voormalig schoolgebouw te Goutum. 85 7
21. Terugkoopregeling van de in het Aldlan verkochte minicontainers. 105 9
22. Vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1984. 107 10
23. Het wijzigen van het raadsbesluit no. 20177 betreffende het garanderen van een
door de roeivereniging Wetterwille aan te gane geldlening. 103 27
24. Spreidingsplan Openbaar Basisonderwijs. 101 27
25. Vaststellen begroting 1984 van de Schooladviesdienst. 86 31
26. Oprichten van de Stichting Jonge Bedrijven Centrum Leeuwarden (JBC). 96 31
27. Ontruiming gekraakte, voormalige panden van de Dienst Reiniging en Brandweer
aan de Schrans. ]Q4 39
28. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbe
drijf en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1984. 106 43
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Er is dezer dagen nog een aantal brieven binnengekomen,
betrekking hebbende op punten die op de agenda staan. Deze brieven zijn op uw tafels gelegd en kun
nen worden betrokken bij de behandeling van de betreffende agendapunten. Het gaat om de volgende
brieven
Met betrekking tot agendapunt 18, een brief van Wonen in de Binnenstad over het voorbereidings
besluit voor de plangebieden Minnemastraat en Over de Kelders.
Van Dorpsbelang Goutum met betrekking tot agendapunt 20.
Betreffende agendapunt 22 van het Buurtbestuur Wielenpolle, de Stichting Jongeren Ontmoetings
centrum Leeuwarden (JOL) en de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC
Wat betreft agendapunt 27 een open brief van de bewoners/gebruikers van de panden Schrans 1 en
5.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
3
Punt 2 (bijlage nr. 98).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de Raadsadviescommissie voor de Beroep
en Bezwaarschriften.
De Voorzitter: Ik wil de heer Keuning hartelijk dankzeggen voor zijn aanwezigheid.
De heer Keuning verlaat hierna de vergadering. De heer Meijerhof is inmiddels ter vergadering ge
komen
Punt 3.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t.e.m. D.
De berichten, de circulaire en de brieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub E.
Het verzoek wordt in handen gesteld van b. en w. om preadvies.
Sub F, G en H.
De Voorzitter: Punt F luidt: Brief van 26 januari 1984 van mevrouw B. Schouwstra, waarin zij me
dedeelt dat haar uitkering te laag is. Punt G luidt: Brief van 2 februari 1984 van de Kontaktgroep
Vrouwen in de WAO/AWW Friesland, waarin de gemeente wordt gevraagd zich uit te spreken over de
financiële situatie van uitkeringsgerechtigden en waarin wordt gevraagd stappen te ondernemen die lei
den tot lastenverlichting. Punt H luidt: Petitie van 8 februari 1984 van de Bondsgroep Uitkeringsgerech
tigden van de Dienstenbond FNV, waarin aandacht wordt gevraagd voor de financiële problematiek
waarin uitkeringsgerechtigden verkeren.
Mevrouw Vlietstra: Ik wil graag een opmerking maken over de punten F, G en H van de mededelin
gen. Wij zijn het op zich eens met het voorstel om de brieven en de petitie in handen te stellen van b.
en w. om preadvies. Ik wil echter nog wel een aantal opmerkingen maken. Het valt mij op dat de raad
steeds vaker dergelijke brieven krijgt. Dat geeft volgens mij aan dat mensen met lage inkomens zo lang
zamerhand het water tot de lippen staat. In september hebben wij het college schriftelijke vragen ge
steld om de mogelijkheden te onderzoeken tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het colle
ge heeft daarop geantwoord dat het daarover een preadvies zou formuleren voor de raad. Inmiddels zijn
wij een halfjaar verder en het preadvies heeft ons nog steeds niet bereikt. Ik zou, mede gelet op de
brieven die zijn binnengekomen, bij het college willen aandringen op haast door zo snel mogelijk te
komen met het preadvies.
Een andere opmerking mijnerzijds houdt verband met een artikel van de heer J. de Boer te Harde-
garijp dat onlangs in de Leeuwarder Courant stond. De heer De Boer, bij een ieder wel bekend, ging in
dat artikel in op de noodzakelijke kosten van bestaan en probeerde daar wat handen en voeten aan te
geven. Hij riep gemeenteraden op datzelfde te doen, dus het begrip "noodzakelijke kosten van bestaan"
concreet in te vullen, daar een bedrag aan te verbinden en vervolgens - als een soort actie - het ver
schil tussen dat bedrag en de bestaande bijstandsnorm aan één of twee uitkeringsgerechtigden uit te ke
ren in de vorm van extra bijstand. Dit alles met de bedoeling om de landelijke politiek uitspraken te
ontlokken over de noodzakelijke kosten van bestaan. Aan het verhaal van de heer De Boer zit een aan
tal interessante kanten. Wij zouden het college willen vragen om ook dit verhaal te betrekken bij het
op te stellen preadvies.
De heer Kessler (weth.): Ik kan kort zijn. Het is de bedoeling de notitie over het kwijtscheldings-
beleid in de raad van 24 april 1984 aan de orde te stellen.
De heer De Boer heeft een brief aan het college gericht, waarvan de inhoud ongeveer overeenkomt
met het door mevrouw Vlietstra aangehaalde artikel. Wij zullen sowieso antwoord moeten geven op deze
brief. Ik doe de toezegging dat deze materie wordt betrokken bij het op te stellen preadvies.
