18 De heer Buurman: Ergens heb ik eens gelezen dat de hoogste lof die een Friese ouderling toezwaai de aan een dominee die een beste preek had gehouden als volgt luidde: "dominee heeft weieens minder gepreekt." Onder verwijzing naar het raadsvoorstel zou ik willen zeggen: de gemeente Leeuwarden subsidieert wel zaken van minder belang. Het college staat een voorziening voor, waaraan alle belang hebbenden kunnen deelnemen: ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Veel dank zijn wij ver schuldigd aan de stichtingen, die hebben bijgedragen aan de verwezenlijking van deze zaak. Ik wist niet dat ook de VVD naar haar programma zou verwijzen. In het gemeenteprogramma van mijn fractie staat in artikel 21 onder meer: "De zorg voor bejaarden dient zich vooral te richten op de hulp, die de zelfstandigheid van de bejaarden bevordert." Vanwege het gegeven dat dit raadsvoorstel zo volkomen spoort met ons programma, juich ik dit voorstel toe. Mevrouw Wiel inga—Graansma: 'Wanneer de meeste zaken al naar voren zijn gebracht, dan is het al tijd wat moeilijk om een verhaal te houden. Ik hoop dat ik niet al teveel brokken maak. Ik heb het ver kiezingsprogramma van onze partij er niet bij, maar in het collegeprogramma staat wel wat wij allemaal willen. Dus wat dat betreft hoef ik niet te reageren. Ook onze fractie kan zich heel goed vinden in dit voorstel. (De heer Dubbelboer: Kunt u ook aangeven op welke bladzijden dat staat?) Nee, dat hoeft niet, want op elke bladzijde van het programma staat wat wij willen! (Gelach) Het is gebleken dat het voor de stuurgroep, die in 1981 al aan het werk was, heel moeilijk was om het plaatje financieel rond te krijgen. Er zijn heel wat pogingen gedaan om van het rijk subsidie te krijgen, maar die zijn allemaal mislukt. Onze fractie vindt dat onbegrijpelijk, omdat het juist in de lijn ligt dat de mensen zo lang mogelijk zelfstandig moeten blijven en dat dus heel goed zou passen in het bezuinigingsbeleid van de regering. Wij begrijpen niet dat er van de kant van het rijk geen subsidie is gegeven De Stichting Fribourg, de Stichting Old Burgerweeshuis en de Stichting Harke Reinders en Doutjen Heeres hebben een schenking gedaan van in totaal 85.000,--. Uit een enquête is gebleken dat 15,per maand het maximale bedrag is dat men kan bijdragen. Uit het schema van ontvangsten en uitgaven blijkt dat, wanneer de gemeente met een jaarlijkse bijdrage van 27.285,-- over de brug komt, dan de eigen bijdrage op 15,per maand kan worden vastgesteld. Uit de enquête kwam ook naar voren dat ongeveer een-vierde deel van de geënquêteerden niet mee wilde doen aan het alarme ringssysteem, omdat men de bijdrage van 15,— per maand niet zag zitten. Wethouder Heere heeft in de Commissie voor Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening naar voren gebracht dat er waarschijnlijk nog wel een instelling was, die een bepaalde bijdrage wilde verlenen. Uit die bijdrage zou dan een fonds gevormd kunnen worden, waarop een beroep zou kunnen worden gedaan door mensen die bedoelde bijdrage niet zouden kunnen betalen. Ik zou graag nader door de wethouder worden geïn formeerd wat dit punt betreft. Ik sluit mij aan bij de woorden van de voorgaande sprekers met betrekking tot de erkentelijkheid voor de schenkingen van de instellingen en voor de vasthoudendheid van de stuurgroep dat dit voorstel toch eindelijk rond is gekomen. Mevrouw De Jong: Ik neem aan dat de programma's van alle politieke partijen en ook het college programma dit voorstel wel ondersteunen. Ik wil aanstippen dat door het bezuinigingsbeleid van het rijk sommige bejaarden langer zelfstandig moeten blijven wonen dan in bepaalde gevallen mogelijk en zelfs verantwoord is. Dit is een zaak waarbij wij toch wel even stil mogen blijven staan. Vandaar ook dat ik het een zeer loffelijk streven vind dat wij als gemeente een subsidie verstrekken, waardoor het mogelijk wordt om onze bejaarden zo verantwoord mogelijk zelfstandig te laten wonen. De heer Heere (weth.): Ik zal mijn preek opbouwen aan de hand van de pagina's 7 en 33 van het collegeprogramma. Op bladzijde 33 staat onder anderen: "In het kader van het streven om bejaarden zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving te laten blijven, wordt bijzondere aandacht geschonken aan de instandhouding en eventuele uitbreiding van voorzieningen, die tot dat streven kunnen bijdragen." Even verderop staat: In dit verband is ook de spoedige totstandkoming van een alarmeringssysteem van wezenlijke betekenis. Op bladzijde 7 staat dat op de gemeentebegroting ruimte vrijgemaakt zal wor den voor nieuw beleid ten aanzien van bejaardenbeleid, waaronder alarmering. De uitwerking van deze teksten heeft ertoe geleid dat er vanavond een raadsbrief ligt, die alom waardering heeft gekregen van de diverse spreeksters en sprekers. Het college is daar erg blij mee. Wij vinden ook dat dit alarmeringssysteem een heel goede voorziening is en dat dit het streven, om bejaar den/ouderen zo lang mogelijk de keus te laten tot zelfstandig blijven, in aanzienlijke mate kan bevor deren. Wij zijn erg dankbaar voor de steun die wij daarbij hebben ontvangen van de stuurgroep, die ook al door sommige leden is genoemd, die zich met grote vasthoudendheid en deskundigheid heeft ingezet. 19 Niet in de laatste plaats zijn wij natuurlijk ook dankbaar voor de financiële steun die wij van een aantal stichtingen hebben ontvangen. Namens de raad zullen wij hen daarvoor dankzeggen. Er is nog een aantal vragen gesteld, onder anderen de vraag: wat gebeurt er als het project nu niet loopt? Ik vond deze opmerking wat detonerend in het geheel van lofprijzingen, maar goed, je weet het maar nooit. Deze vraag kan als volgt worden benaderd. Ik kan niet zeggen dat het project niet mis kan lopen. Maar ik merk hierbij wel het volgende op. In de eerste plaats hebben wij de eerste investeringen eenmalig weggefinancierd op de wijze zoals in de stukken is aangegeven. Rond de eerste aanloopfinan ciering kunnen dus verder geen grote problemen meer ontstaan. De financiering van de nog te plegen investeringen en de variabele kosten gebeurt gefaseerd. Dus naarmate er meer behoefte blijkt te be staan, zal ook de verdere investering verlopen. Wij kunnen op die manier steeds in de gaten houden hoe het met die behoefte zit en hoe het met de financiering daarvan verloopt. De heer Jansma heeft in dit verband gevraagd hoe het college van zijn bevoegdheid gebruik zal maken. Wel, er is een aantal mo gelijkheden in de stukken aangegeven. Ten eerste zullen wij alle belangrijke financiële besluiten moe ten goedkeuren. Ten tweede moeten wij het jaarverslag en de financiële verslagen ontvangen van de stichting. Wij zullen uiteraard ook heel nauwkeurig nagaan hoe een en ander financieel gaat. Als het noodzakelijk is zullen wij tijdig waarschuwen en eventueel ingrijpen. Wij zullen deze formele be voegdheden, waarover de heer Jansma sprak, zo optimaal mogelijk proberen te benutten. In de richting van het college zijn weinig vragen meer gesteld. Ik onderschrijf de opmerkingen over de toch wat jammerlijk mislukte pogingen om rijkssubsidie te krijgen. Het is erg jammer dat dat niet gelukt is. Zoals men inmiddels weet is er door de minister een nota Flankerend Beleid geschreven. Wellicht dat bij de nadere uitwerking van dat beleid alsnog de mo gelijkheid van subsidie om de hoek komt kijken. Wij zullen daar attent op zijn en er eventueel op in spelen Mevrouw Wiel inga heeft nog gevraagd naar een nadere uiteenzetting van een door mij in de com missie gemaakte opmerking. Deze opmerking hield in dat er wellicht nog meer instellingen in onze stad zouden zijn, die voor dit goede doel bereid waren om wat middelen ter beschikking te stellen. Een en ander is nog niet verder geconcretiseerd. Op het moment dat die bereidheid werkelijkheid wordt, zal het stichtingsbestuur over de middelen gaan beschikken. Een van de mogelijkheden, die overigens ook al is genoemd, is om met deze middelen erg knellende gevallen, bijvoorbeeld mensen die eigenlijk van zo'n voorziening gebruik zouden moeten maken maar dat om financiële redenen niet kunnen, op te lossen. Mevrouw De Jong heeft nog opmerkingen gemaakt over het bezuinigingsbeleid van het rijk, waar door wij wel zouden hebben moeten komen met dit voorstelJa, het is daarna, maar niet daardoor. Dit is het enige wat ik daarvan kan zeggen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 21 (bijlage nr. 165). De Voorzitter: Dit punt luidt: Uitbreiding opvangcapaciteit Stichting Kinderdagverblijven. De heer Buurman: Bij de keuze een kind in een kindercentrum te plaatsen spelen de uitgangspunten van de ouders een grote rol. Waarvoor kiezen de ouders? Zelf thuis het kind verzorgen of elders ande ren daarmee belasten? Moet het kind, bijvoorbeeld omdat de vrouw werkt om voor het gezin een tweede inkomen te verwerven, elders worden ondergebracht? Het gaat hier om particuliere beslissingen, die onder eigen verantwoordelijkheid worden genomen. Voor voorzieningen op dit punt, inclusief de finan ciële lasten, dienen de ouders dan ook zelf te zorgen. Ik heb gelezen dat zelfs de voeding gesubsidi eerd zou moeten worden. Een heel ander argument voor de plaatsing in een kindercentrum kan gelegen zijn in medische en sociale factoren. Voor de ouders bestaat dan meestal niet een dergelijke vrije keu ze. Als de kosten en de financiële positie van de ouders daartoe aanleiding geven, kan naar mijn oor deel in dergelijke gevallen worden bijgesprongen. Het college komt echter aan dergelijke overwegingen niet toe. B. en w. hechten belang aan voldoende opvangmogelijkheden. Er is gelet op de gebleken be hoefte. Punt uit. Dat er behoeften zijn geeft hier mijns inziens niet de doorslag. Het gaat erom of er gesubsidieerd moet worden gelet op de verantwoordelijkheid van de gemeente. Mijn fractie wil geacht worden tegen deze uitbreiding te hebben gestemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 10