38 bijzonder jammer dat die mogelijkheden niet zijn genoemd. In de raadsbrief wordt de problematiek be naderd vanuit de inkomenskant en de verplichting van de sollicitant. Onvoldoende wordt daarbij echt; betrokken de situatie op de arbeidsmarkt en de perspectieven op dat punt. Ik kom dan nu bij de knelpunten in het bestaande beleid zoals die in de raadsbrief staan vermeld, Er wordt geconcludeerd dat er naast de werkloosheid van 850.000 mensen toch individueel een grote mobiliteit valt te constateren, omdat in 1983 tenminste 430.000 mensen zich hebben laten uitschrijven bij het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) vanwege het verkrijgen van een baan. Ter illustratie wil ik een vergelijking maken met 1982. In dat jaar werd bij een vrijwel gelijk aantal werklozen een uit schrijving genoteerd van 689.000 mensen. Zoals ik al zei bedroeg het aantal uitschrijvingen in 1983 430.000. Er is dus kennelijk iets aan de hand. De uitschrijving wordt al minder groot. Te voorspellen dat die uitschrijving in 1984 nog minder groot zal zijn. De groep langdurig werklozen zal dus toeneme Die ontwikkeling kunnen wij uit de cijfers concluderen. De langdurig werklozen worden bovendien in gehaald, wat betreft hun kansen op werk, door mensen die kortdurend werkloos zijn omdat die uit zich- zelf al veel sollicitatie-activiteiten plegen. Dat betekent dat de groep met de meeste kans op een pos tieve sollicitatie zonder dwang solliciteert. De groep met weinig kansen komt ook met dwang tot solli citeren eigenlijk niets verder. Wij kunnen constateren dat de groep langdurig werklozen steeds groter wordt. Het aantal langduri; werklozen dat staat ingeschreven bij het GAB zal in de komende jaren nog steeds toenemen. De actie, sollicitatieplicht draagt daarom effectief niets bij aan het beter functioneren van de arbeidsmarkt opdi moment. Wie niet gemotiveerd is, zorgt er wel voor om niet aangenomen te worden. Je hoeft maar eet bewijs van afschrijving mee te nemen eri je uitkering is veilig gesteld. De verplichting houdt dus niets in. Bovendien is de actieve sollicitatieplicht in deze situatie in feite overbodig, omdat naar ik meen zeer binnenkort een meldingsplicht voor onvervulde vacatures bij het arbeidsbureau ingevoerd wordt. Dat wil zeggen, voor vacatures die langer dan zeven dagen openstaan. Met behulp van een passieve sollicitatieplicht kan de arbeidsmarkt dan prima functioneren volgens de doelstellingen die nu nog stee: gelden. Nu wordt er slechts voor een gering percentage werklozen bemiddeld door het GAB, maar bij het opschorten van de actieve sollicitatieplicht zal dat percentage wat worden vergroot. Dat kost wat meer centen, maar een en ander plaatst haanlozen niet in een frustrerende situatie. Als men zegt dat de arbeidsmarkt functioneert ook al wordt de actieve sollicitatieplicht opgeschor waarom wordt er dan niet opgeschort? Dat is wat ik bedoeld heb te zeggen met mythevorming. Er is ze ker angst dat de arbeidsmoraal aan diggelen gaat. Het gaat er kennelijk niet zozeer om of er kans op geschikt werk is, maar het gaat erom om de geschiktheid voor het arbeidsproces overeind te houden in de vorm van een verplichting die daar op zichzelf niet toe bijdraagt. Het opschorten van een actieve sollicitatieplicht leidt ook niet tot het arbeidsloos inkomen, omdat daar altijd nog de passieve sol Iïcifo tieplicht bijstaat. Maar dit spookbeeld, want zo wordt het kennelijk toch ervaren, wordt te pas en te onpas ingebracht om nu eens serieus nadenken over dit onderwerp te verijdelen. Het is een beetje vreemd zo'n opvatting in de raadsbrief terug te vinden, omdat het college er vanuit gaat dat de werklc zen zelf ook weer graag in het arbeidscircuit willen worden opgenomen, zoals op bladzijde zes van de raadsbrief staat verwoord. Dat is ook onze indruk. Ik heb zonet al gezegd dat in dat verband de actiev sollicitatieplicht niet nodig is. Terecht is ook al door anderen geconstateerd dat wij geen beleidsvrijheid hebben om de actieve sollicitatieplicht zo maar op te schorten. Wij kunnen het opschorten echter wel bepleiten bij de rijks overheid. Wat betreft de eventuele sancties wil ik voorstellen dat wij de beleidsvrijheid, zoals die ge formuleerd staat in de raadsbrief onder punt IV, zo interpreteren dat de actieve sollicitatieplicht geen grond vormt voor de toepassing van strafkortingen. Dan wil ik nu doorgaan met datgene wat geformuleerd staat onderaan op bladzijde zeven van de raadsbrief: "Wanneer de arbeidsomstandigheden zich niet wijzigen in positieve zin (en hier mag voor alsnog van worden uitgegaan) en wanneer ook de omstandigheden van de werkzoekenden niet verande ren," - daar mag ook wel van worden uitgegaan - "dan achten wij het onverkort handhaven van de sol licitatieplicht een minder aanvaardbaar alternatief dan het geven van tijdelijke ontheffingen. Een paar regels eerder merkt het college echter op: "Tot slot merken wij nog op, dat van verschillende kan ten is gewezen op het demotiverend en deprimerend effect dat kan uitgaan van een ontheffingsbeleid van de plicht om te solliciteren. De uitkeringsgerechtigde lijkt zichzelf als afgeschreven te moeten be schouwen." Dat zal met name het geval zijn als het gaat om een individuele beslissing. Een en ander kan door een collectieve beslissing voorkomen worden. Die beslissing kan zijn het opschorten van de actieve sollicitatieplicht, want die vervult op dit moment toch geen zinvolle functie meer. Mensen hoeven dan ook niet meer het feit dat zij te kort schieten op zich zelf te betrekken, want daar komt he nu wel op neer als men uitgaat van individuele ontheffingen voor een bepaalde tijd. Wij hebben een motie gemaakt, waarin wij een en ander hebben verwoord. De motie luidt als volgt. 39 "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 april 1984, overwegende dat: - het aantal vacatures in geen verhouding staat tot het aantal werkzoeken den; - het handhaven van de actieve sollicitatieplicht onnodig is voor de vervul ling van de schaarse vacatures, te meer daar werkgevers verplicht worden niet vervulde vacatures na 7 dagen te melden bij het GAB; - de actieve sollicitatieplicht derhalve als zinloze en frustrerende verplich ting ervaren wordt; - individuele ontheffing van de actieve sollicitatieplicht een uitermate de primerend en stigmatiserend effect zal hebben, besluit: a. bij de rijksoverheid aan te dringen op opschorting van de actieve sollici tatieplicht; b. dat de actieve sollicitatieplicht geen grond mag vormen voor het toepas sen van strafkortingen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. Wij denken dat op deze manier ook degenen die in onze en andere gemeenten actie voeren voor een soepeler hantering van de sollicitatieplicht dan wel afschaffing daarvan, niet in de kou worden gezet. Zij lopen nu tegen een muur van onbegrip aan bij de GSD en bij de gemeente en dat lijkt mij toch ook geen wenselijke situatie. Tot slot nog een paar opmerkingen over de afzonderlijke voorstellen zoals die in de raadsbrief ver meld staan onder punt V. Te voeren beleid. a. Handhaving van de sollicitatieplicht. Daar hoef ik niet nader op in te gaan. b. Normering van aantal sollicitaties. Dat lijkt mij een heel goede zaak. c. Verruiming van het begrip passende arbeid. Dat lijkt mij inderdaad ongewenst, gezien de ver dringingseffecten d. Na anderhalf jaar werkloosheid oordelen over ontheffing van de actieve sollicitatieplicht. Ik ben hierover zonet duidelijk geweest. Naar ons idee moet er sprake zijn van een algemene ontheffing van die sollicitatieplicht. e. Vrijwilligerswerk als ontheffingscriterium. Volgens ons geen ontheffingscriterium. Mocht het college zijn beleid toch doorzetten dan lijkt dat geen juist uitgangspunt. Ik denk namelijk dat het op den duur als een morele verplichting gevoeld zal worden door baanlozen om toch over te gaan tot vrij willigerswerk als wij dat werk als ontheffingscriterium voor de sollicitatieplicht zouden hanteren. fSanctiebepalingen. Daarover heb ik al het een en ander gezegd. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Buurman: Ik stem in met het door het college voorgestane beleid. Wel zal naar mijn me ning nauwlettend moeten worden toegezien op het naleven van de voorgestelde regeling. Tevens dient in de toekomst voorkomen te worden dat op grond van maatschappelijke ontwikkelingen - ik gebruik een zeer eigentijdse term - vooruit wordt gelopen op de nu vast te stellen regeling. Mevrouw De Jong: De minister staat niet toe dat het college de sollicitatieplicht afschaft. De mar ges van het college in deze zijn heel smal, dat is duidelijk. Ik kan van harte instemmen met de in de raadsbrief verwoorde beleidsuitgangspunten, omdat ze een stuk duidelijkheid geven naar de baanlozen toe en omdat het college getracht heeft het maximale aan versoepeling dat mogelijk is toe te passen. Ik stem van harte met het raadsvoorstel in. De Voorzitter: Het college zal morgenmiddag om twee uur an tv/oordenIk schors de vergadering. De Voorzitter schorst, om 24.00 uur, de vergadering tot 25 april 1984, 14.00 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 20