I/O
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag, 25 april 1984.
RAADSVERGADERING van woensdag, 25 april 1984, aanvang 14.00 uur.
(vervolg van de vergadering van 24 april 1984)
Aanwezig 37 leden.
pvc)A de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma (tot 18.20 uur), H.J. de Haan-Laagland, A. Jon-
gedijk-Welles, G. Visscher-Bouwer, J.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de
heren P. Bron, ir. C.G.H. Geerts (weth.), H. ten Hoeve, J.F. Janssen, ir. G.A.
Kessler (weth.), H. Meijerhof, J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries
(weth.).
CDA mevrouw A. Willemsma-de Jong en de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H.
Jansma, C. de Jong, W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma (tot 18.20 uur), N.
Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser.
VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer (vanaf 15.00 uur), R.
Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer en J .A. H. IJestra.
PAL mevrouw J. van der Werf en de heren J.D. Niemeijer, S.F. Siemonsma en P.D. van
der Wal
D'66 mevrouw J. de Jong.
GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman.
Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, P. de Boer,
hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, drs. A.J. Burger, plv. hoofd van de afdeling Financi
en en Belastingen, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr.
W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. J. Knottne-
rus, hoofd van de afdeling Onderwijs, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris, en drs. H. Sikkema,
hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. De heer De Beer komt iets later.
Op uw tafels is een schrijven neergelegd van de gezamenlijke zwemverenigingen. Dit schrijven
heeft betrekking op agendapunt 32 Herwaardering 1984-1988. Ik stel voor een en ander bij de behande
ling van dat punt in de beschouwingen te betrekken, voor zover daar behoefte aan bestaat.
Aan de orde is de voortgezette behandeling van agendapunt 29.
Punt 29 (vervolg).
De heer Kessler (weth.): Bij het beantwoorden van de vragen ten aanzien van de sollicitatieplicht
is het goed twee kanten te onderscheiden van deze problematiek. Je kan de kwestie van de sollicitatie
plicht vanuit een principiële invalshoek bekijken. Dan dien je de vraag te stellen: zou de sollicitatie
plicht op zich nog wel gehandhaafd moeten worden? Die discussie hebben wij in de raadsbrief terloops
aangestipt. Wij hebben dat punt niet uitvoerig behandeld en daarvoor hebben wij een aantal redenen
gehad. In de eerste plaats is inhoudelijk de vraag ten aanzien van het al dan niet volledig afschaffen
van de sollicitatieplicht gekoppeld aan discussies over arbeidsloos inkomen, herziening sociaal zeker
heidsstelsel en dergelijke. Dat is bij uitstek een discussie die op landelijk niveau gevoerd zal moeten
worden. In de tweede plaats heeft het college, ook al zou het dat willen, geen procedurele mogelijk
heden om die sollicitatieplicht volledig af te schaffen. Wij hebben derhalve dan ook niet gekozen voor
die principiële benadering, maar wij hebben gekozen - een aantal sprekers heeft daar ook al op gewe
zen - voor een praktische benadering. Een benadering vanuit de dagelijkse praktijk en de problemen die
dat met zich meebrengt.
Sollicitatieplicht wordt door velen als zinloos ervaren. Men wil ten aanzien van die sollicitatie-