50 tfl vergrijzing van het brandweercorps en, concreter, het probleem van de duikers min of meer kan word: beperkt. Sector Maatschappelijke Aangelegenheden. Punt 4. Beperking (overige) personeelslasten in deze beleidssector. De tekst van het ontwerp-dekkingsplan heeft hier een kleine aanvulling gekregen. Het ontwerp-dek- kingsplan sprak over de sector Maatschappelijke Aangelegenheden en in de Herwaardering 1984-1988 wordt gesproken over de werksoorten algemeen maatschappelijk werk en bejaardenwerkGelet op de latie die wij ontdekten tussen de in december door de raad aangenomen motie met betrekking tot het Dienstencentrum Huizum en enkele opmerkingen die gisteren in de raad zijn gemaakt, ook door het cc lege, bij het punt Alarmeringsinstallatie verzoeken wij het college ons uit te leggen wat hier met be jaardenwerk wordt bedoeld. Sector Cultuur. Punt 3. Stichting Echo. Onze fractie stemt in met het collegevoorstel ter zake van verdere aanpak rond Echo. Wij hebben er begrip voor dat de uitwerking van het voorstel, gezien de relatief beperkte overlegtermijn waarin eer, en ander tot stand moest komen, een raamopzet is met als richtsnoer de aanwending van de Julianasck een eenmalige investering van een miljoen gulden en een jaarlijkse exploitatiebijdrage van 280.000, De brief van het stichtingsbestuur van Echo wordt door mijn fractie opgevat als een ree tie op nog aanwezige twijfels of een en ander bij nadere uitwerking van de richtlijnen inderdaad zal lukken. Het ontbreken van een finale duidelijkheid is begrijpelijk en hoeft naar onze mening geen re den te zijn het richtsnoer niet vast te stellen. Wij wachten de definitieve uitwerking van de plannenc Sector Sport, Recreatie en Toerisme. Punt 6. Niet vervullen vacatures bij de Dienst voor Sport en Recreatie. Bij mijn algemene opmerkingen en mijn opmerkingen over een niet-systematische aanpak van het afsto ten van taken heb ik al verwezen naar wat in dit hoofdstukje wordt vermeld. Er staat onder anderen: "Mede gelet op de veranderingen die de dienst in organisatorisch en personeelsopzicht heeft ondergaa- tengevolge van eerdere bezuinigingsmaatregelen en de ingrepen die de huidige herwaarderingsoperatie noodzakelijk maakt, is op dit moment nog niet aan te geven in welke sectoren van de dienst de conse quenties het meest voelbaar zullen zijn en welke personele maatregelen getroffen zullen moeten worde om de gevolgen zoveel mogelijk op te vangen." Dit is eigenlijk al wat mosterd na de maaltijd. Een goed voorbeeld van wat ik zojuist heb genoemd "Wij moeten maar eens zien waar de wal het schip keert". Ik denk dat het niet goed komt op deze manier. Opmerkingen als verhoging van ziekteverzuim en dergelijke zijn niet van de lucht. Naar mijn mening moet er, gelet op de beschikbare personeelsco- paciteit die bij de dienst aanwezig is, op korte termijn worden beslist wat nog wel en wat niet zal wor- den gedaan. Sector Sport, Recreatie en Toerisme. Punt 3. Wijziging openingsperiode overdekte zwembaden. In mijn algemene opmerkingen heb ik dit punt even genoemd toen ik sprak over het inschakelen van de functionele commissies. Door de reactie van de zwemverenigingen krijgen wij de indruk dat er helemoc geen overleg is geweest over het periodiek sluiten van de overdekte zwembaden. In de brief van de zwemverenigingen geeft men suggesties voor het creëren van mogelijkheden zonder het te bezuinigen bedrag aan te tasten. Het is ondoenlijk in deze raadsvergadering te beoordelen of een en ander ook haalbaar is, maar het lijkt mij een goede zaak om alsnog met betrokkenen overleg te plegen. In een normale situatie had dit overleg natuurlijk plaats moeten vinden en had men, aannemende dat er tijd voor was, eventueel via de functionele commissies nog eens diepgaand op de materie kunnen ingaan. 1 zou het college willen vragen te reageren op deze brief van een aantal verenigingen die vandaag op onze tafel lag en dan met name op het openstellen van de overdekte zwembaden volgens de suggesties die op bladzijde twee van de brief worden gedaan. De heer De Beer is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Pruiksma: Met enige regelmaat heeft de raad zich de laatste jaren moeten buigen over fors ingrijpende bezuinigingsvoorstellen die wij met enig gevoel voor understatement herwaardering zijn gaan noemen. Ondanks de naam weet echter iedereen precies waar Abraham de mosterd haalt: Uit het uitknijpen van het beleidsplan en de begroting! Omdat wij vorig jaar december hier al uitvoerig hebbes gesproken over het ontwerp-dekkingsplan kunnen wij nu over de definitieve versie daarvan tamelijk kor zijn. In hoofdlijnen stemt mijn fractie in met de herwaarderingsvoorstellen van het college. Slechts op één punt heeft mijn fractie onoverkomelijke bezwaren. Op andere punten zullen wij ons beperken tot het maken van een paar opmerkingen. 51 So Dat ene punt heeft te maken met de agenda van gisteren. De heer Visser heeft bij een agendapunt dat toen aan de orde was reeds een zeer consistent en gefundeerd betoog gehouden over de bezuiniging op schoonmaakkosten van schoolgebouwen. Consistenter, fundamenteler en beter gemotiveerd dan het college naar ons oordeel heeft gedaan toen het voorstelde de inmiddels beruchte 78.000,te bezui nigen. Ik spreek nu uiteraard over de sector Onderwijs, het elimineren van door het college als oneigen lijke componenten betitelde onderdelen van de onderhoudskosten die aan het bijzonder onderwijs moeten worden doorberekend. In december 1983 heb ik hier namens mijn fractie onomwonden gezegd wat wij van die procedure vonden en vinden. Ik heb de wethouder van Onderwijs toen met nadruk gevraagd zijn voorstel nader te onderbouwen, omdat wij van de verfomfaaide staat waarin het voorstel uit de prullen bak - of "spullenbak" net wat u wilt - was gegraaid niet gecharmeerd waren. Wij zijn thans vier maan den verder en ik moet in het licht van het voorgaande constateren dat van de wethouder niet kan worden gezegd dat hij zijn huiswerk naar behoren heeft gemaakt, tenzij zijn opmerking van gisteravond dat nood vindingrijk maakt ais een zodanige motivering moet worden beschouwd. Het beoordelingsresultaat van onze kant kan daarom alleen maar een dikke onvoldoende zijn. Het is niet erg hier met elkaar van mening te verschillen. Het is wel erg om, voor zover er al sprake is van een motivering, zulks te doen met vage aannames en onbewezen stellingen die, nog daargelaten de principiële onjuistheid daarvan, eerder wijzen in de richting van een niet-adequate beheerstructuur van het openbaar onderwijs ter sec retarie en bij de DSO dan op het ten onrechte voor vergoeding in aanmerking brengen van kosten van het bijzonder onderwijs. Ik realiseer mij dat het bijzonder onderwijs in dit land van PvdA en VVD niets heeft te verwachten. Het heeft mij echter zeer getroffen dat het sinds jaar en dag bestaande en wette lijk vastgelegde tere evenwicht tussen openbaar en bijzonder onderwijs hier zo fors en ongemotiveerd over de hekel wordt gehaald. Kortom, dit punt kan ons niet tot instemming brengen. Wij zijn mordicus tegen, maar gelet op de discussie van gisteravond zullen wij het indienen van moties achterwege laten. Wij zijn niet tegen omdat wij als fractie in het geheel niet voor veranderingen open zouden staan, maar wij zijn tegen omdat olifanten niet in porseleinkasten thuishoren. U heeft inmiddels van mijn fractiege noot Visser gehoord hoe het ook en beter en netter kan. Met betrekking tot de Schooladviesdienst merken wij op dat de subsidiemogelijkheden krachtig moeten worden onderzocht. Mocht dat onderzoek op totaal niets uitlopen dan zou dat wellicht een ar gument kunnen zijn het standpunt ten aanzien van de Schooladviesdienst nader te overwegen. De door de PvdA ingediende motie over de storting in het fonds onderwijsontwikkeling zullen wij niet steunen daar de PvdA-fractie dekking hiervoor heeft gezocht in de kosten die wij vergoeden aan de Buiten schoolIn het verleden hebben wij hier verschillende keren over de Buitenschool gesproken. Het gaat om een specifieke groep hoog-zorgbehoeftigen en deze motie zou te fors en te ongenuanceerd ingrijpen in de thans bestaande situatie aldaar. Sector Nutsbedrijven. De Nutsbedrijven hebben steeds onze warme belangstelling mogen ondervinden. Frigas voorop. In het verleden hebben wij als fractie bewust de statutaire winstpositie van Frigas in de raad aan de orde ge steld. Op dit moment gaat het echter niet zozeer om de winstpositie, waaromtrent nadere statutaire af spraken zijn gemaakt, maar veel meer om de woonlastenproblematiekDie baart ons grotere zorgen en dan met name in de richting van die gezinnen die vandaag de dag veelal met minima worden aangeduid. Het is hier niet de plaats om uitvoerig in te gaan op de woonlastenproblematiek maar wij willen toch niet nalaten mede in het licht van de winstpositie van Frigas bij het college te informeren naar de mo gelijkheden die ten stadhuize worden overwogen op enigerlei wijze aan de druk van de woonlasten op vooral lagere inkomensgroepen tegemoet te komen. Daarbij ware geen enkele mogelijkheid bij voorbaat uit te sluiten. Wij merken hierbij op dat de gemeente Leeuwarden als groot aandeelhouder in Frigas over eigen bevoegdheden en mogelijkheden beschikt. Sector Reiniging en Brandweer. Ons hebben verschillende signalen bereikt - de heer Meijerhof sprak daarover ook al - dat de herwaar deringsvoorstel len in de personele sfeer problemen oproepen voor de mensen van de brandweer. Wij zien eerlijk gezegd geen reële mogelijkheden om het huidige voorstel van een alternatief te voorzien. Wij vragen het college echter wel op het probleem van de vergrijzing van het personeel van de brandweer in het bijzonder acht te slaan. De indruk bestaat dat de voortgaande herwaardering en bezuiniging in de marge veroorzaken dat vergrijzing in versterkte mate optreedt. Het lijkt alsdan voor de hand te liggen om via de BHD naar een oplossing te zoeken. Wij delen de vrees die bij het personeel leeft op het punt van de vergrijzing.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 27