52
Sector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer.
Nu het toch over personeel gaat wil ik opmerken dat er zeer onlangs een vergadering van het GO hee
plaatsgevonden waarin de noodzaak bleek de burgerij goed te informeren over het feit dat simpelweg
gebrek aan geld ertoe leidt dat plantsoenen niet meer optimaal kunnen worden onderhouden. Uitgere
kend het lagere personeel krijgt de verwijten van boze buurtbewoners op zijn brood. Dat hoort niet,
want de boosdoeners zitten in deze zaal. Wij als raad voeren bezuinigingen door en wij zijn daarom
verantwoordelijk voor teruglopend groenonderhoud. Het zou goed zijn aan dit feit in Aan de grote klol
nog even aandacht te besteden en aldus het betreffende personeel in de wijken van ongefundeerde kri
tiek te vrijwaren.
Sector Sport, Recreatie en Toerisme.
De opbrengsten van de camping lopen sinds jaar en dag aardig terug. De voorstellen die nu worden ge
daan lossen dat financiële probleem niet fundamenteel op. Mijn fractie is van oordeel dat krachtig pri
vatiseren van de camping moet worden nagestreefd. Nu de stichting die de invalidenbungalows, de zo
geheten Tiekstra-tempels, exploiteerde failliet is, ware het te overwegen stappen te ondernemen om te
komen tot een gezamenlijke private exploitatie van camping en bungalows. Op die manier kan aan de
recreatie een impuls worden gegeven zonder dat het gemeentelijk budget wordt belast.
Over de werkplaats DSR is hier al vaker, ook namens mijn fractie, gesproken. Over het vrijkomen
van kapitaal lasten in deze sector door het opschorten van investeringen wil ik het volgende zeggen: De
gevoeligheid van de sector Sport en Recreatie ligt in het feit dat het snoeien in de verschillende onder
delen grote groepen van de bevolking raakt. Brieven van zwemverenigingen hebben dat inmiddels aan
getoond. Mijn fractie is daarom van oordeel dat vrijkomende kapitaal lasten in deze sector moeten wor
den aangewend ten gunste van de groepen die van de diensten van de sector gebruik maken en dat zijn
bijna alle burgers van Leeuwarden. In dat zelfde licht bezien hebben wij wat problemen met het sluiter
van de overdekte zwembaden gedurende de voorgestelde perioden. In het Nederlandse klimaat kan dezr
maatregel bepaalde groepen van de burgerij voor problemen stellen. Wij zouden graag zien dat de ver
antwoordelijke wethouder deze zaak nog eens kritisch bekijkt op de vraag of de bezuinigingen in zijn
sector op een andere en voor de direct betrokkenen en belanghebbenden minder vervelende manier tot
stand kunnen worden gebracht. Met het oog daarop vragen wij ons ook af of het bezuinigen op school
zwemmen in feite niet een sigaar uit de welzijnsdoos is, evenals dat het geval is bij de korting op de
bijdrage aan de schoolsportwedstrijden. Wie meent dat een gezonde vorm van beperkte competitie voor
schoolkinderen onder alle omstandigheden uit den boze is, vindt ons niet aan zijn zijde. Daarbij komt
dat het onmogelijk maken van schoolsportwedstrijden voor de schoolkinderen een verlaging van een ze
ker voorzieningenniveau betekent en wij zien werkelijk niet in waarom een dergelijke maatregel zou
moeten worden doorgevoerd. Ik kom daarom met de volgende motie:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 april
1984,
overwegende dat
- het maatschappelijk rendement inzake deelname aan schoolsportwedstrij
den voor het lager onderwijs als gunstig kan worden beoordeeld,
besluit
- de voorgestelde verlaging van de bijdrage aan schoolsportwedstrijden niet
door te voeren;
- het daarmede gemoeide bedrag 18.950,ten laste te brengen van het
B-project in de beleidssector XIII, te weten het verminderen exploitatie
tekort tennisbaan Nijlan."
De motie is mede-ondertekend door de heer Boelens. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund
en maakt deel uit van de beraadslaging.) Nog een slotopmerking, mijnheer de voorzitter. Werkgele
genheid heeft krachtens het collegeprogram en het CDA-gemeenteprogram een hoge prioriteit. Terecht.
Om die reden kunnen wij ons voorstellen dat de chef van de afdeling RO, alsmede de wethouder van die
portefeuille, bij de verdeling van de armoede waarschuwen voor bezuinigingen in die sector omdat bij
voorbeeld stadsvernieuwingsactiviteiten via het multiplier-effect een positieve uitstraling hebben op de
werkgelegenheid. Het mag echter niet betekenen dat die sector deswegen buiten schot blijft zodat an
dere sectoren onevenredig meer moeten inleveren. In dat verband willen wij de aandacht vestigen op
het feit dat in de welzijnssector bij uitstek sprake is van subsidie van arbeidsplaatsen, terwijl die sector
toch al zwaar is getroffen door rijkskortingen. Van de gemeente verwachten wij daarom in de toekomst
aandacht voor deze problematiek, naast het gegeven dat iedere sector en iedere wethouder aan de eigen
taakstelling behoort te worden gebonden.
53 5"2
De heer Bijkersma: Ik was van plan mij in mijnalgemene opmerkingen kritisch uitte laten over de manier
van voorbereiden van de herwaarderingsvoorstellen. De heer Meijerhof is echter al uitvoerig op dit punt in
gegaan. In de Commissie voor de Financiën, waar het totale pakket van voorstellen grotendeels is be
sproken, is ook al grote kritiek geuit in de richting van het college. Die kritiek richtte zich op dat
moment tot de enige aanwezige wethouder, de wethouder van Financiën, maar is niet bedoeld voor deze
wethouder omdat het terrein waarmee hij te maken heeft, de financiën, maar een gedeelte van het pak
ket vormt. Ik wilde dit nog even benadrukken. Ik onderschrijf de argumenten die de heer Meijerhof naar
voren heeft gebracht ten aanzien van het inschakelen van de functionele commissies bij de uitwerking
van het ontwerp^dekkingsplan volkomen en ik zal daarom niet verder op dit punt ingaan.
Naast deze algemene opmerkingen hebben wij toch nog enkele kanttekeningen en gedachten over
de thans gepresenteerde herwaarderingsvoorstellen.
In de Inleiding stelt het college dat nog geen volledige duidelijkheid bestaat omtrent de wijze waarop
enkele herwaarderingsvoorstellen gerealiseerd kunnen worden. Mijn fractie vindt dit jammer omdat dan
ook onduidelijkheid over de effecten van de maatregelen blijft bestaan. Constaterende dat deze onduide
lijkheden er thans nog zijn, willen wij graag van het college weten op welke termijn er duidelijkheid
zal komen. Onzes inziens bestaat er ook onduidelijkheid over de totale effecten van alle opeenvolgend
plaatsgevonden hebbende herwaarderingsoperaties. Hoewel wij wel degelijk beseffen dat een verzoek
in die richting een zware claim op het ambtelijk apparaat legt, wil mijn fractie toch graag vóór de be
handeling van de begroting 1985 en het beleidsplan 1985-1989 een rapportage hebben over de financiële
gevolgen van de plaatsgevonden hebbende herwaarderingsoperaties. Het heeft geen zin uitvoerig over
zaken te spreken waarvan de effecten uiteindelijk zwaar onvoldoende blijken te zijn. Een extra herbe
zinning op de herwaardering dient dan te worden overwogen.
In de sector Algemeen Beheer. Punt 1. Besparing door personeelsvermindering wordt naar voren gebracht
dat bij vermindering van arbeidsplaatsen de keuze waar mogelijk eerst zal vallen op arbeidsplaatsen in
de beleidsvoorbereidende sfeer. Wij begrijpen de aarzelingen van het college daarbij. Ook wij kunnen
ons in principe wel vinden in deze overweging maar wij merken op dat er terdege voor moet worden ge
waakt dat juist de beleidsvoorbereiding op een hoog niveau blijft staan. Anders zullen de voorzieningen
zeker tot onder het aanvaardbare niveau dalen.
Bij punt 3f. Verlaging post adviezen gemeentebestuur zegt het college dat het organisatieonderzoek
bij de DSO door het bureau Twijnstra Gudde nog niet is afgesloten. Kan het college ons inlichten
over de tijdspassering van dit onderzoek na de inventariserende fase? Er wordt in deze herwaardering
volstaan meteen p.m. post. Bij welk beleidsvoornemen denkt het college concrete beleidsombuigingen
bij de DSO te kunnen invullen?
De overige posten in de sector Algemeen Beheer ontmoeten bij mijn fractie geen weerstand. Wij
willen nog wel stellen het zeer redelijk te achten dat er leges zullen worden betaald voor een aanvraag
om gemeentelijke garanties bij bepaalde financiële transacties. Het verzoek van de heer Meijerhof om
een differentiatie in de tarieven aan te brengen is naar mijn mening onmogelijk te realiseren, aangezien
het hier een leges-bedrag betreft.
Een opmerking die ik op dit moment graag wil maken, maar die niets met de herwaardering te maken
heeft, is deze dat de gemeente veel garanties heeft afgegeven voor leningen die niet door de rijksover
heid worden hergedekt. Het totaalbedrag waarvoor de gemeente Leeuwarden garant staat stijgt naar een
bijna onvoorstelbare hoogte. In de begrotingsboeken kan men nalezen dat het hier om tienduizenden
guldens gaat. Hierdoor rust een groot risico op de schouders van de gemeente. Nu denk ik niet dat de
gemeente plotseling in al deze gevallen moet betalen, maar er zijn wel voorbeelden van gevallen waar
het niet goed is gegaan. Wij hebben het kort geleden bij de manege gezien en de heer Pruiksma heeft
zojuist de zogenaamde Tiekstra-eenheden aangehaald. Ik ben van mening dat wij toch eens met elkaar
over deze materie moeten praten, zodat wij bij een volgende presentatie van dit blijspel onze standpun
ten daarover hebben. Wij zouden de personen en instituten die de gemeente garanties vragen bijvoorbeeld
een verzekering kunnen laten afsluiten. Dat gebeurt in de particuliere sector ook. Bij bepaalde hypo
theken moet een garantieverzekering worden afgesloten. Ik meende dit punt op dit ogenblik naar voren
te moeten brengen.
Wij gaan akkoord met de voorstellen in de sector Openbare Veiligheid.
Sector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken,Verkeer en Vervoer.
Wij hebben enkele kanttekeningen bij de voorstellen in deze sector. Het is duidelijk dat de mogelijk
heden van het fonds stadsvernieuwing onder zware druk zijn komen te staan tengevolge van de maat-