O 59 "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 april 1984, behandelende de herwaardering 1984-1988, overwegende dat de rapportage omtrent de toekomstige accommodatie voor de Stichting Echo onvoldoende basis biedt om daarover op dit moment een verant woord besluit te nemen, besluit het college van b. en w. opdracht te geven een voorstel aan de raad te doen voor de toekomstige accommodatie van de Stichting Echo gebaseerd op een vergelijkend bouwkundig onderzoek naar de kosten van verbouw van de volgende panden: a. voormalige brugschool (Schoolstraat) b. pand Haniasteeg (SHF/AAF) c. Julianaschool a/d Tweebaksmarkt. Bij dit onderzoek dienen tevens de uiteindelijke gebruiks- en exploitatie mogelijkheden van bovengenoemde gebouwen te worden betrokken." De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslaging.) Wij zijn bang dat er, als wij nu over het voorstel voor Echo beslissen, over een paar maanden wort geconstateerd dat een en ander toch niet haalbaar is en dat het hele voorstel dan alsnog onder de tafel verdwijnt. Wij willen dat voorkomen omdat wij het veel te belangrijk vinden wat er met Echo gebeurt, Het zal u niet verbazen dat wij geen behoefte hebben aan de motie van de VVD die onder anderen suggereert dat het om een subsidie gaat die slechts aan een zeer beperkt aantal mensen ten goede zal komen. Dat is zo maar een bewering. Ik zou niet weten waarop die gestoeld is. Daarnaast is de motie zeer suggestief. Er wordt gesuggereerd dat, alleen omdat Echo gesubsidieerd zou worden, het voorzie ningenniveau in allerlei andere sectoren terug zou lopen. Echo is ook een voorziening. Wanneer de heer Bijkersma voorzieningen in verschillende sectoren tegenover elkaar wil zetten, kan ik mij voor stellen dat hij de Harmonie of het Princessehof noemt. Wij moeten echter niet praten op het niveau vor "het Princessehof trekt de hele wereld en Echo maar een kleine groep", want dat is nauwelijks meer ee discussie over cultuurbeleid. Het lijkt mij daarom goed toe dat de Nota Kunstbeleid er eens een keer komt. In de sector Sport, Recreatie en Toerisme wil ik de afbouw van de subsidie aan het Concours Hipp' que noemen. Ik heb begrepen dat men moeilijk kan rondkomen omdat de provinciale subsidie terugloop' en dat daarom de gemeentelijke bezuiniging op dit gebeuren niet kan doorgaan. Onze fractie heeft in alle ingediende tegenvoorstellen al aangegeven dat het Concours Hippique wat ons betreft zich zelf moet redden en wij stemmen dus niet in met het voorstel van het college om de subsidie voor dit evene ment toch maar te handhaven. Dan kom ik bij het voorstel over de periodieke sluiting van de zwembaden. Ook hier zijn een hele boel gegevens niet op tafel gekomen die bij een gedegen onderzoek wel op tafel zouden zijn gekomen. De door de zwemverenigingen genoemde punten zoals ledenverlies, contributieverlies en het niet kunne meedoen aan diplomazwemmen, waardoor zij onvoldoende kunnen functioneren, en het feit dat het gehandicapten-zwemmen op de tocht komt te staan zijn onzes inziens zaken die betrokken hadden moe' worden bij een onderzoek naar het al dan niet kunnen sluiten van een zwembad. In de door de zwem verenigingen geschreven brief worden ook suggesties gegeven om het anders te doen, zoals korter sluite een sleutel aan de verenigingen geven en dergelijke. Dit soort tussenoplossingen hadden ook bij een onderzoek kunnen worden betrokken en wat ons betreft gebeurt dat alsnog. Zoals het voorstel nu is kunnen wij er niet mee instemmen. Wij konden sowieso niet instemmen met het onder 3b. genoemde voorstel om het zwembad Kal verdijkje gedurende zes weken helemaal te sluiten. Los van de zwemvere nigingen gaat dit ons naar het publiek toe te ver. Wat betreft het kampeerterrein Kleine Wielen vinden wij nog steeds dat de tarieven voor het kam peren niet verder moeten worden omhooggeschroefd. Als de gratis douches zouden worden afgeschaft gebeurt dat onzes inziens wel. Wij zijn daarom tegen dit voorstel. Ik wil afsluiten met de opmerking dat het wel duidelijk zal zijn dat wij tegen een heel aantal voor stellen zijn waar wij in december ook al tegen hebben gestemd en dat een heel aantal voorstellen ons onvoldoende houvast geeft om daarover op dit moment een besluit te nemen. Een en ander betekent dal wij niet instemmen met het herwaarderingsvoorstel zoals dat hier op tafel ligt. De heer Buurman: Vergelijking van de oorspronkelijke taakstelling met de nu voorgelegde maakt duidelijk dat slechts enkele beleidssectoren in positieve zin zijn bijgesteld, te weten Nutsbedrijven me 175.000,--, Algemeen Beheer met/ 23.000,en Volksgezondheid met 2.000,--. Het blijkt dat érl de voorstellen in deze sectoren, te weten de verlaging van de rentevoet en het verder invoeren van leges, in feite de geschetste mutaties bepalen. Deze neutraliseren als het ware een vrij groot aantal aanpassingen in de taakstelling van andere posten in de overige sectoren. De vermindering van de be sparing in overuren en de correcties als gevolg van voorgaande raadsbeslissingen nemen daarin een grote plaats in. In de Commissie voor de Financi'én is het idee besproken eens na te denken over de eventuele vorming van een rente-egalisatiefonds. Momenteel zijn de omstandigheden echter niet direct bevorderlijk om tot verwezenlijking daarvan over te gaan. Ik zou het idee op zich toch wel, wanneer daling van de rentestand zich aandient, in de belangstelling van b. en w. willen aanbevelen gezien de grote invloed van het rentepercentage op het totaal van het financiële plaatje. Ik verwijs nu alleen maar naar de aan passing in het fonds stadsvernieuwing en de nu voorgestelde rentecorrectie in de beleidssector Nutsbe drijven. In de toekomst kan dit weer de andere kant uitgaan. Inhoudelijk ziet mijn fractie geen aanleiding breed op de voorstellen in te gaan. De reden daarvoor heb ik weergegeven bij de behandeling van de voorlopige standpuntbepaling. Slechts bij enkele punten zal ik even parkeren. Mijn bezwaar tegen post 5 van de sector Onderwijs ad 78.000,inzake de onderhoudstarieven van de Dienst Stadsontwikkeling heeft gisteren reeds de nodige aandacht gehad. Wat post 11 inzake de Schooladviesdienst aangaat lijkt het mij juist te constateren dat de huur die de SAD, zoals de zaak er nu bij ligt, moet betalen een niet-beïnvloedbare kostenpost is. B. en w. hebben echter het takenpakket wat meer op het niveau van dat van het GCO willen brengen. Dit takenpakket wordt, naar mij is mee gedeeld, nog niet wezenlijk aangetast. In de sector Reiniging en Brandweer is de brandweer van vitaal belang. Er vindt vergrijzing plaats en de duikersfunctie komt in de knel. Ik blijf een groot vraagteken plaatsen bij de vermindering van de personeelssterkte in de repressieve dienst. Op de uitbreiding van de dienst met een brandpreventie officier kom ik uiteraard ook niet meer terug. Hij is niet gekomen, hij heeft het licht niet mogen zien en heeft dientengevolge ook niet kunnen overwinnen. Op pagina 42 van deze herwaardering wordt onder het hoofd Financiële resultaten een uiteenzetting gegeven inzake het ongedekte bedrag van 3.192.000, B. en w. gaan er voorshands vanuit dat er zich mogelijkerwijs nog meevallende rekeningsresultaten zullen manifesteren c.q. dat alsnog een beroep op de risicoreserve zal moeten worden gedaan. In het ontwerp-dekkingsplan op bladzijde 8 schrijft het college nog: "Voorshands zijn wij echter van mening dat een verdere onttrekking uit de algemene reserve eerst verantwoord is nadat alle andere dekkingsmogelijkheden zijn overwogenHet laatste kl inkt beter dan het eerste. Wij moeten helaas constateren dat het in de gegeven situatie niet haalbaar is nog ruim drie miljoen gulden op te hoesten. Wat de ingediende moties betreft wil ik voordat ik mijn standpunt bepaal eerst de reactie van het college afwachten. Ik wil echter een uitzondering maken voor de VVD-motie. Wat prioriteiten betreft lijkt de afweging, gezien mijn opmerkingen, voor de hand te liggen. Ik zou echter graag van het college willen horen of naar zijn oordeel door deze motie geen geweld wordt gedaan aan toezeggingen aan Echo die bij behoorlijk bestuur zouden moeten worden gehonoreerd. Mevrouw De Jong: Het is een zweven van herwaardering naar herwaardering en dat is een heel triest gegeven waaraan - dat is ook voor mijn partij duidelijk - niet te ontkomen is. Toch voel ik, de herwaardering 1984-1988 doorlezend, een zekere teleurstelling omdat het blijft bij een uitknijpen van de financiële posten zonder dat er een duidelijke vertaling is van de gevolgen die dat op langere ter mijn met zich meebrengt. Mijn partij is van mening dat juist bij herwaardering een visie op het beleid onontbeerlijk is teneinde niet tot het Haags bezuinigingspeil te hoeven zinken. Hoewel ik in grote lijnen akkoord kan gaan met de financiële uitkomsten van een en ander wil ik toch ingaan op enkele ingrepen waarmee mijn partij grote moeite heeft. Ik ga akkoord met de voorstellen in de beleidssectoren Algemeen Beheer en Openbare Veiligheid Bij de sector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer wil ik ingaan op punt 3.a, verlagen budget onderhoud en stroomverbruik openbare verlichting. Hoewel het onderzoek nog niet is afgerond wil ik toch de aandacht van het college vragen voor een recente alarmerende berichtgeving over het feit dat besparing op verlichting van de openbare weg een toename van ongelukken veroorzaakt. Wij stemmen vooralsnog in met deze post, doch vragen ook van het college de zaak scherp in het oog

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 32