68 69 éS private sfeer ook wel kan, maar het gaat hier om medewerkers die al Jaren in dienst zijn van de gemee Leeuwarden en daarmee moeten wij op zich zelf voorzichtig omgaan. Niettemin houdt het punt onze aandacht. Wij zullen kijken hoe de situatie bij het bungalowpark zich verder ontwikkelt en hoe wij een en ander kunnen afwikkelen. In het voorstel omtrent het verlagen van de bijdrage aan schoolsportwedstrijden heeft u kunnen lezen dat wij deze reductie willen aanbrengen omdat er in de loop van de jaren een verschuiving heef; plaatsgevonden van schoolsport naar recreatiesport. De heer Pruiksma zegt daarentegen dat er een duid lijke tendens is waar te nemen dat de schoolsport weer meer in de belangstelling komt dan het geval is geweest. Hij heeft daarom een motie ingediend om de voorgestelde verlaging van de bijdrage in de schoolsport niet door te voeren. De dekking daarvoor wil hij vinden in de privatisering van de tennisbc van de B-lijst. Wij hebben deze zaak zopas intern besproken en wij zijn bereid het voorstel van de. heer Pruiksma over te nemen en de bijdrage aan de schoolsportwedstrijden terug te brengen naar het out niveau. Omtrent de dekking zullen wij de raad nog nadere voorstellen doen. Ik dacht, mijnheer de voorzitter, hiermede de opmerkingen van de verschillende sprekers te hebbe beantwoord. De heer Miedema (weth.): Alle fractiewoordvoerders hebben de vinger op het probleem van de lee tijd van het brandweerpersoneel gelegd. Die leeftijd geeft inderdaad aanleiding tot enige zorg. In vorige herwaarderingsronden hebben wij de bezuiniging in de materiële sector gezocht, maar het ver lengen van afschrijvingen en het niet vervangen van voertuigen heeft zijn grenzen. Het huidige voorsts geeft de mogelijkheid de taakstelling te halen. De heer Meijerhof vraagt of fasering nog enig soelaas kan bieden. Ik moet zeggen dat dat niet mogelijk is, gezien de leeftijdsopbouw van het personeel bij de brandweer. Tot 1988 zullen er naar verwachting drie vacatures ontstaan die wij ter realisering van het herwaarderingsvoorstel zullen moeten benutten. Na 1988 ontstaan er nieuwe vacatures en misschier komen er ook vacatures wegens vertrek naar elders of ziekte. Dit laatste is nu nog niet in te schatten, Op dat moment zullen wij in ons benoemingenbeleid erg alert moeten zijn op het leeftijdsprobleem, vooral bij de duikers. Wij zullen jonge mensen aan moeten trekken. Niettegenstaande het feit dat er inderdaad enige druk in de sector Reiniging en Brandweer ontstaat is het college van mening dat het voorstel, gezien de totale problematiek binnen de gemeente Leeuwarden, aanvaardbaar moet worden geacht en het handhaaft het voorstel dan ook. Mevrouw Van der Werf en mevrouw De Jong hebben opmerkingen gemaakt over de besparing op gladheidsbestrijding. Mevrouw Van der Werf acht het voorstel niet voldoende onderbouwd. Hier wreek zich dat de PAL-fractie niet is vertegenwoordigd in de Commissie voor de Dienst Reiniging en Brandwet Nadere studies over en de uitwerking van dit voorstel zijn in deze commissie besproken en daar is over leg gepleegd. Wij komen tegen het einde van dit jaar hopelijk terug op dit punt met de totale afrondir van een en ander. Wij zoeken de bezuiniging met name in gewijzigd materiaalgebruik en in een wijzi ging van de personeelssterkte. Wij hopen en verwachten dat de post besparing op gladheidsbestrijding een reële post zal zijn. Misschien is de naam niet erg gelukkig gekozen maar hij maakt wel duidelijk waar het om gaat. De heer Pruiksma heeft - en de heer Bijkersma is hem daarin gevolgd - enkele woorden gewijd aar de winstpositie van Frigas. Hij heeft in dit verband de woonlastenproblematiek van met name de minim: genoemd. Ik hechteraan hier op te merken datde energiekosten inderdaad een groot deel van de woonla; uitmaken, maar dat dat meer te wijten is aan de drastische verhoging van de gasprijzen middels het jaar lijkse overleg tussen de minister, de Gasunie en Vegin dan aan het beleid van Frigas. Wij hebben over deze problematiek al een aantal malen in deze raad gesproken. Een jaarlijkse verhoging van de gaspriji met drie cent betekent inderdaad een vrij grote verzwaring van de woonlasten. Frigas, waarin de ge meente Leeuwarden zoals de heer Pruiksma terecht opmerkte een aandeel van 60% heeft, kan geen in vloed uitoefenen op het verhogen van de gasprijs en de verhoging op zich heeft weer geen effect op de winstpositie van het bedrijf. Ik geef toe dat de winstpositie van zowel het GEB als van Frigas aan vrij grote schommelingen onderhevig is. Het zal goed zijn om de komende tijd eens met elkaar over een egalisatie te denken. Wij zullen als wij het over winstpositie hebben, het GEB en de gaspoot van Frigas samen moeten trekken. Wij zullen een en ander goed moeten bestuderen en dit najaar, als wijdt studie afgerond hebben, heel nauwkeurig moeten vaststellen hoe ver wij willen en durven gaan met het vaststellen van de prijs voor de consument. Tot nu toe stelde de minister in wezen de prijzen vast. Nu geeft hij adviesprijzen en daarom wijken dit jaar voor het eerst enkele gasbedrijven af van het advies van de minister. Wij zullen alert moeten reageren op de komende ontwikkelingen. Ik wil het hier graag bij laten, mijnheer de voorzitter. De heer Heere (weth.): Ik wilde graag beginnen met de door de heer Meijerhof aangesneden kwestie van de Buitenschool die hij via zijn motie heeft aangegeven als mogelijke dekking voor het niet bezui nigen op een onderwijspost. In verband met het feit dat over de haalbaarheid van een dergelijke be zuiniging op de Buitenschool niets met zekerheid is te zeggen, is het college van oordeel dat het beter is het tweede deel van de motie van de heer Meijerhof als volgt te duiden: "dat het college in plaats van de bezuiniging in de sector onderwijs nadere dekking zal aangeven". Tegelijkertijd zeg ik namens het college toe dat het in de motie uitgedrukte verlangen om nauwkeurig en serieus te kijken naar mo gelijke bezuinigingen bij de Buitenschool door het college wordt overgenomen. Overigens zal er reke ning worden gehouden met het bijzondere karakter van de groep die het hier betreft. De heer Meijerhof heeft een vraag gesteld naar aanleiding van het gestelde op bladzijde 26 waar het gaat om de beperking van personeelslasten bij het algemeen maatschappelijk werk en bejaardenwerk Hij heeft daarbij onder anderen gerefereerd aan de discussie van gisteravond waarbij door hem nogal wat prioriteit werd geconstateerd als het ging om het bejaardenwerk. Die constatering is juist. Wat hier in de tekst nu precies wordt bedoeld is het volgende: De zin die luidt: "Voor de onderhavige beleidssector zal dit met name betrekking hebben op de werksoorten algemeen maatschappelijk werk en bejaardenwerk" geeft de feitelijke constatering weer. De volgende zin, die luidt: "Wij stellen ons voor deze vacature stop flexibel te hanteren, zodat indien daartoe in een individueel geval doorslaggevende redenen zijn aan te voeren tot afwijking van de algemene regel kan worden besloten", geeft de praktische uitwerking daarvan aan. En dan wordt er ook nog gezegd dat de Commissie voor Volksgezondheid en Maatschappe lijke Dienstverlening zal worden gehoord alvorens tot de niet-vervulling van een vacature zal worden besloten. Met andere woorden, de hoge prioriteit die dit werk heeft wordt mede betrokken in de afwe ging of er bij een bepaalde sector - in dit geval het bejaardenwerk - moet worden bezuinigd. Er zal van geval tot geval worden nagegaan of het niet vervullen van een vacature kan en zo ja om welke reden. Een en ander gebeurt dan ook nog eens in overleg met de commissie. De heer Meijerhof heeft gezegd dat de PvdA-fractie akkoord kan gaan met de voorstellen voor Echo. Hij heeft daarbij een bepaalde interpretatie gegeven van de schriftelijke reactie van Echo. Mevrouw Van der Werf heeft de heer Meijerhof gevraagd daarover nog uitleg te geven. Ik wacht dat verder maar af. Ik heb de conclusie alleen maar tot mij te nemen en die is dat de PvdA-fractie van mening is dat het voorliggende voorstel voor Echo gehanteerd kan worden bij de verdere invulling van deze zaak. De heer Pruiksma heeft geen vragen gesteld ten aanzien van de portefeuille die ik mag behartigen. De heer Bijkersma daarentegen wel. Hij heeft gezegd het niet eens te zijn met de overheveling van gelden die aanvankelijk waren geraamd in de sector Samenlevingsopbouw en Jeugdwerk naar de sector Cultuur. Die discussie hebben wij al een hele tijd geleden gevoerd en besluiten daarover zijn genomen, zodat ik op dit punt niet uitvoerig behoef terug te komen. Ik neem aan dat de heer Bijkersma zich in principe zal kunnen neerleggen bij eenmaal genomen besluiten. Hij kan ze achteraf nochtans betreuren, maar ik wil hem er wel op wijzen dat de voorziening waar het hier om gaat, Echo, vooral en waarschijn lijk uitsluitend het brengen van culturele activiteiten beoogt en dat het daarom wel erg logisch is haar in deze sector onder te brengen In relatie met het voorstel voor Echo heeft de heer Bijkersma een gloedvol betoog gehouden ter verdediging van het museum PrincessehofHet college heeft daarvan met grote instemming kennis ge nomen. Ook wij hechten erg veel waarde aan dit door de heer Bijkersma met wereldfaam bedachte museum, maar dat neemt niet weg dat er nu eenmaal een kleine overschrijding van het bedrag van 250.000,uit de rekensom te voorschijn kwam waarvoor in het kader van het ook weer door de heer Bijkersma zozeer geroemde zorgvuldige bestuur nu eenmaal dekking moest worden gevonden. Voor die dekking dient de B-lijst. In die B-lijst komt het museum voor en daarvoor heeft het college gekozen. Nu had de heer Bijkersma het in zoverre gemakkelijk dat hij, nadat hij zijn betoog had gehouden, tot de conclusie kwam datEcho voor hem helemaal niethoefde. Hij hoefde derhalve ook geen andere dekking aan te geven en datmaakthet voor hem een stuk eenvoudiger. Overigens ben ik het in het geheel niet met hem eens dat Echo niet hoeft. Ik ben het wat dat betreft eens met de heer Buurman die zegt dat het, ge let op uitlatingen in deze raad, wellicht op onbehoorlijk bestuur zou kunnen lijken als men nu ten prin cipale zou gaan zeggen dat men zich had vergist. Wij zijn hier bezig met de invulling van een beleid dat al is ingezet. Voor het overige wijs ik de heer Bijkersma er tenslotte nog op dat het hier in feite niet gaat om het opzetten van een nieuwe post maar, integendeel, om het alsmaar verder afbouwen van een reeds bestaande. Ik denk dat dit een opmerking is die in dit verband toch wel relevant is. De door de heer Bijkersma ingediende motie moet ik dan ook namens het college afwijzen. Mevrouw Van der Werf heeft kritische opmerkingen gemaakt over de wijze waarop en de mate waar in het voorstel voor Echo nader is onderzocht. Het Echo-voorstel kenmerkt zich echter juist door het feit dat het vrijwel geen enkele overeenkomst meer vertoont met het voorstel dat wij aanvankelijk hebben gedaan, dus als er iets nieuw is, is het dit voorstel. Bovendien mag ik mevrouw Van der Werf nog ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 36