7T 7O 7er wijzen naar het rapport ter zake van de werkgroep Cultuur dat voor de raad ter inzage heeft gelegen, In dit rapport zijn wel degelijk meer dan een paar woorden gewijd aan de al of niet haalbaarheid als accommodatie voor Echo van de diverse panden waarover zij zoéven zo smalend sprak. Voorts komt de PAL-fractie tot de conclusie dat zij het voorstel een onvoldoende basis vindt bieden om een besluit te nemen en zij dient dan ook een motie in om nog weer een andersoortig onderzoek in te stellen. U zult begrijpen dat het college geen behoefte heeft aan deze motie en dat het de raad dan ook adviseert de motie niet over te nemen. De heer Buurman heeft, behalve de door mij al geciteerde opmerking, geen vragen gesteld in mijn richting. Hetzelfde geldt voor mevrouw De Jong en ik wil het hierbij dan ook laten, mijnheer de voor zitter. De Voorzitter: Besparen in de sector Algemeen Beheer wil per definitie zeggen het zoeken naar mogelijkheden in de sfeer van het personeel. Daar ontkomt men niet aan en daar is de werkgroep Alge meen Beheer ook niet aan ontkomen. Niettemin is het redelijk dat ook in die sector wordt gezocht naar mogelijkheden voor herwaardering. Daarbij is onderkend dat er een aantal invalshoeken te onderschei den is waarlangs men wel eens tot resultaten kan komen. De eerste is efficiencyverbetering, de tweede is het afstoten en extensiveren van taken en de derde is het vertalen in arbeidsplaatsen van de effecten van herwaarderingsoperaties naar diensten en bedrijven en naar instellingen buiten het gemeentel ijk apparaat. Minder geld betekent minder activiteit en dat moet op een gegeven moment te vertalen zijn in een mindere behoefte aan ondersteuning vanuit de generale functie die de sector Algemeen Beheer nu eenmaal heeft te vervullen. Het laatste punt zal pas in een later stadium worden ingevuld. Wanneet men in een sector Algemeen Beheer bezig gaat ligt het erg voor de hand de bezuiniging wellicht in de sector die zich het gemakkelijkst daartoe leent, de beleidsuitvoerende sector, te zoeken. Vandaar dat het college als politiek uitgangspunt heeft gekozen dat evenzeer in de beleidsvoorbereidende als in de beleidsuitvoerende sector gezocht moet worden naar mogelijkheden voor de herwaarderingsoperatie. Het college heeft daarbij gesteld - u vindt dat ook in de nota terug - dat het accent vooral op de be leidsvoorbereidende sector moet worden gelegd, want de beleidsuitvoerende sector zal wellicht toch al mogelijkheden te bieden hebben. Er is door het hoofd van dienst stelselmatig met de afdelingshoofden nagegaan op welke wijze met name efficiencyverbetering kan plaatsvinden. Een en ander is wel dege lijk weloverwogen gebeurd en niet bij wijze van incident. Dat men daarnaast op het moment dat er vor men van natuurlijke afvloeiing voorhanden zijn die mede dienstbaar maakt aan het zo zacht mogelijk laten verlopen van de gehele operatie, ligt voor de hand. Op bladzijde vier van de Herwaarderings nota staat te lezen dat het thans voorliggende voorstel zich voor een belangrijk deel richt op het be vorderen van de efficiency en op extensivering van de taken en niet zozeer op het afstoten van bepaal de werkzaamheden. Wij achten dit in de gegeven omstandigheden een gunstig aspect, wordt er gezegd Zo is het. Wij zijn er gelukkig mee datwij de bezuiniging totdusver vooral hebben kunnen vinden in de si van efficiencyverbetering en extensivering en niet zozeer in de sfeer van het afstoten van taken. Voor zover er sprake is van het afstoten van taken beperkt zich dat tot een aantal arbeidsplaatsen dat de vier niet bereikt. Wanneer het college gevraagd wordt eens aan te geven waaraan men bij het afstoten van taken moet denken, doemen voorbeelden op als de functie van deurwaarder, die ten dele onder gebracht wordt op de afdeling KAZ en ten dele wordt geprivatiseerd via het normale instituut van deur waarders, en de functie van kassier. Deze laatste functie zou ten dele gestalte kunnen krijgen op de afdeling BBMV in het kader van het streven van concentratie van loketten en ten dele administratieve begeleiding kunnen krijgen van de afdeling Financien. Wij denken dan zeker ook aan de functie van bode in de bodekamer. Daar kan een gewijzigd rooster worden ingevoerd en als gevolg van het instal leren van de beveiliging kan bij vergaderingen in de avonduren met een geringere bezetting worden volstaan. Wij denken ook aan het feit dat per afdeling een typiste aanwezig is en dat er wellicht een mogelijkheid bestaat deze functie te poolen, zodat men tot een efficiëntere aanpak komt. Een en ande gaat echter wel gepaard met een zeker functieverlies van de verschillende afdelingen. Dit zijn enkele voorbeelden die illustreren in welke sfeer wij eigenlijk in alle hoeken van de sector Algemeen Beheer bezig zijn met het zoeken naar mogelijkheden om met behoud van zoveel mogelijk dienstbetoon, zoals wij dat altijd getracht hebben gestalte te geven, te komen tot een beperking van de activiteiten. Het leeuwenaandeel ligt echter, zoals ik al vermeld heb, in de sfeer van de efficiencyverbetering en daar bij spelen, zoals u zich wel zult kunnen voorstellen, ook processen van automatisering en deregulering een rol Mevrouw Van der Werf heeft gevraagd hoe het precies zit met de p.m. post van de dienstauto. Ik herinner mij dat in het najaar van het vorige jaar door haar fractie ook al naar dit punt is gevraagd en daar is door het college een antwoord op gegeven waaruit is af te leiden dat het de dienstauto een nut tig en noodzakelijk hulpmiddel vindt voor het vervoer van vooral de leden van het college in met nar de richting van de Haagse regionen. Desalniettemin zijn wij van mening dat ook dit object mee onder werp moet zijn van het zoeken naar mogelijkheden tot beperking. Vandaar dat wij de post p.m. hebben geraamd, daarmee aangevende dat er wel iets mee zou moeten gebeuren. Wij denken daarbij - dat staat ook ergens verwoord - aan een selectiever gebruik hetgeen voornamelijk te vinden moet zijn in de lokale sfeer. Het is mijn indruk dat wij op dat terrein toch al wat gescoord hebben, maar wij moeten nog wat meer ervaring opdoen voordat wij een en ander in concrete cijfers kunnen vertalen. De cijfers moeten ook nog een zekere hardheid hebben en daarvoor is enige tijd nodig. Tenslotte heeft mevrouw Van der Werf, als ik het goed heb verslaan, op een gegeven moment haar teleurstelling uitgesproken over het feit dat in december jongstleden een aantal moties van haar fractie door de raad van de hand is gewezen. Ik heb beluisterd dat zij daar in één adem achteraan zei dat de raad buiten spel werd geplaatst. Als ik haar woorden niet goed heb opgevangen hoor ik dat straks in tweede instantie wel. Als de raad een motie van welke fractie dan ook verwerpt, is de raad legitiem bezig datgene te doen waarvoor hij verantwoordelijk is. Ik kan mij voorstellen dat het zuur en teleur stellend is wanneer moties door de raad worden afgestemd, maar het gaat mij te ver om te zeggen dat de raad dan buiten spel is gezet, want de raad is niet identiek met enige fractie uit de raad. Hiermee wil ik mijn verantwoording voor deze eerste termijn beëindigen en ik wil u vragen wat wij zullen doen: doorgaan of even pauzeren. Mevrouw Van der Werf: Is het mogelijk een pauze van enkele minuten te houden, zodat de mensen die bijvoorbeeld even willen bellen dat kunnen doen? De Voorzitter: Wij zullen tien minuten pauzeren. Daarna gaat de heer Meijerhof weer van leer trekken De Voorzitter: schorst, om 17.50 uur, de vergadering. De Voorzitter heropent, om 18.00 uur, de vergadering. De heer Meijerhof: Deze schorsing was iets korter dan de vorige, maar ik ben er niettemin in ge slaagd de zaken waarop ik nog zou willen reageren op een rijtje te zetten. Ik wil beginnen met de door mij ingediende motie. Het college heeft het eerste deel daarvan overgenomen en wethouder Heere heeft een toelichting gegeven over de wijze waarop het college naar dekking zal zoeken. De door ons inge diende motie had eigenlijk een tweeledig doel. Het eerste doel was handhaving van de storting in het fonds voor onderwijsontwikkeling en het tweede was het opnieuw oppakken van de kwestie van de Buitenschool. Wij zijn van mening dat dit een vrij langdurige discussie is. De eerste keer dat wij de Buitenschool noemden was al bij de behandeling van het beleidsplan 1983-1987. Daarna heeft mevrouw Brandenburg er bij de behandeling van het beleidsplan 1984-1988 nog eens over gesproken. Gezien de reacties daarop hadden wij zelf al een kleine wijziging in de motie aangebracht door deze zo om te bouwen dat gesteld wordt dat het college gaat onderzoeken of dekking van ons voorstel kan plaatsvinden via de post van de BuitenschoolGelet echter op de toezegging van de wethouder trekken wij deze motie thans in. (De Voorzitter: De motie van de heer Meijerhof wordt ingetrokken.) Wethouder Kessler heeft in reactie op mijn suggestie een werkgroep la de werkgroep Meerjaren ramingen in te stellen, die op een wat systematischer wijze dan nu het geval is met de betrokken afde lingshoofden zou kunnen doornemen waar taken kunnen vervallen of kunnen worden geéxtensiveerd en werkwijzen kunnen worden veranderd, gezegd dat dat in principe de taak van het afdelingshoofd zelf is. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft maar in de praktijk kan een en ander toch de nodige problemen op leveren. Ditzelfde verhaal zou ik kunnen houden waar het over bezuinigingen gaat. Het college heeft aangegeven in welke sector welk bedrag moet worden bezuinigd en de afdelingshoofden moeten dat dan ophoesten. Die formule heeft echter niet gewerkt. Op een bepaald moment moest er een werkgroep Meerjarenramingen komen om enigszins leiding en structuur aan het geheel te geven en in die zin denk ik dat het ook zinvol zou zijn wat meer lijn te brengen in het samenstellen van het takenpakket. De voorzitter heeft ten behoeve van de sector Algemeen Beheer een opsomming gegeven van de soorten functies die vervallen. Hij heeft daarbij de functie van deurwaarder genoemd. Ik heb begrepen dat de deurwaarder echter binnenkort met pensioen gaat. Dit is geen incident heeft de voorzitter gezegd. De kassier gaat binnenkort ook met pensioen, doch ook dat is geen incident volgens de voorzitter. In de bodekamer gaat er iemand in de VUT voor zover ik weet, maar dat behoort ook niet tot de incidenten. Toch krijgt men wel eens het gevoel dat bezuinigingen juist daar gevonden worden waar toevallig men sen weggaan of verkorting van arbeidstijd aanvragen. Gezien de uitvoerige rapportage die ter inzage lag van de werkgroep voor de sector Algemeen Beheer ben ik ervan overtuigd dat men er nog wel wat meeraan gedaan heeftom de zaken op een wat structurele manier aan te pakken dan bij andere onderdelen het geval is. Ik heb echter niet alleen de sector Algemeen Beheer genoemd, maar heb met name ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 37