4 antwoord van het college kan men lezen dat wij tijdens de jaarwisseling hebben geprobeerd om de zaak door middel van surveillance wat in de hand te houden. De situatie blijft echter zorgelijk. Afgelopen weekeinde is er weer brand geweest. Het is niet zo dat het complex op het ogenblik zo bouwvallig is dat het daarom moet worden gesloopt. Wij hebben een aantal investeringen gedaan om het gevaar voor omwonenden zo klein mogelijk te maken. Loshangende ramen en dergelijke zijn verwijderd, terwijl de onderste ramen zijn dichtgespijkerd. Wij hebben tot op dit moment geen kans gezien om de kosten, die wij hebben gemaakt voor een pand van een andere eigenaar, terug te krijgen. In dat kader zijn wij ook erg voorzichtig om verder te gaan. Mocht er zich een mogelijkheid voordoen voor een passende oplossing, dan zullen wij die heel sterk moeten overwegen. Momenteel is er in de particuliere sfeer nog belangstelling en volgens mij is dat de beste oplossing. De gemeentelijke financi'én stellen ons niet in staat om het complex te verwer ven, mede gelet op de prijs waarvoor het complex vorig jaar is verkocht. Wij zullen bovendien een heel duidelijke oplossing moeten hebben voor het complex en een financiële opstelling over de vraag hoe groot het gat is. Hoe triest het ook is, wij zijn op dit moment niet in staat, ook niet door middel van een aanschrij- vingsbeleid, adequaat op te treden. Het is een triest verhaal, maar wel een waar verhaal. Misschien wil wethouder De Vries ingaan op de opmerkingen over de MPA. De heer De Vries (weth.): Ongeveer anderhalf jaar geleden hebben wij aan de raad de toezegging gedaan dat wij met betrekking tot de nieuwbouwplannen van de MPA ook de situatie rondom het com plex St. Jozef in ogenschouw zouden nemen om te bekijken in hoeverre het mogelijk zou zijn om op de ze plaats, door middel van een speciaal bestemmingsplan, de MPA te vestigen. Momenteel is een werk groep bezig een plan van eisen voor de MPA, volledig geïnventariseerd, op een rij te zetten. Dat plan gaat naar het ministerie toe. Dezelfde werkgroep, maar dan uitgebreid met enkele deskundigen van de Dienst Stadsontwikkeling, is bezig te checken in hoeverre het opgestelde plan van eisen realiseerbaar is binnen het complex rondom de BonifatiuskerkIk vestig er wel de aandacht op dat er zich in de hele context van het hoger beroepsonderwijs (hbo) een vrij ingrijpende wijziging bezig is te voltrekken. Wij zitten met een nota van minister Deetman over de taakverdeling, schaalvergroting en concentratie. In dat licht speelt ook de MPA mee met betrekking tot de invulling van een sociaal-pedagogische cluster zoals die zich in Friesland zal gaan vormen naast de landbouw-technische cluster, die een pendant is in de hbo-situatie. Het is daarom evident dat wij ook met betrekking tot de toekomstige plaatskeuze van de MPA mede afhankelijk zullen zijn van de uitkomsten, die deze schaalvergroting, taakverdeling en concentratie met zich mee gaan brengen. Wij houden de raad in ieder geval op de hoogte van de uit komsten van het eerste onderzoek dat door onze eigen werkgroep wordt afgewikkeld. De heer Geerts (weth.): Het bestemmingsplan ligt bij de Kroon. Ik wil er wel op wijzen dat het be stemmingsplan natuurlijk niet zoveel mogelijkheden geeft, als wij tenminste van iets anders zouden uit gaan dan van de grote P die in het plan voor dit gebied is opgenomen. De P staat voor "Parkeren". De raad heeft het bij het vaststellen van het bestemmingsplan noodzakelijk geacht een groot deel van deze ruimte te bestemmen tot parkeervoorziening. Als een bestemmingsplan vastgesteld is, dus als ook de Kroon uitspraak heeft gedaan, dan kan alleen onteigening plaatsvinden voor die doelstelling. Ik betwij fel een beetje of die doelstelling ook in de toekomst gehandhaafd zal kunnen worden. Er zitten namelijk allerlei problemen aan vast, zoals problemen van financiële aard en problemen ten aanzien van de par keerdruk. Er vindt momenteel een onderzoek plaats naar de parkeerdruk in dit gebied. Het onderzoek zal binnenkort afgerond worden. Wij zullen dan moeten bezien of wij de P zullen kunnen handhaven. Als wij dat doen dan kunnen wij inderdaad voor realisering van die doelstelling onteigenen. Maar als wij tot andere conclusies zouden komen, dan kunnen wij uiteraard niet op basis van een bestemmings plan onteigenen. In die richting zijn er dus niet zoveel mogelijkheden. Wethouder De Vries heeft er al op gewezen dat er onderzoek plaatsvindt met betrekking tot de MPA. Zo nu en dan vinden er ook gesprekken plaats met particulieren die iets willen. Ik hoop dat al deze gesprekken over niet al te lange tijd een zodanig resultaat zullen hebben dat deze ontoelaatbare toestand daarmee tot een einde komt. De heer IMiemeijer: Ik vind de beantwoording wat onbevredigend. Ik heb het idee dat wij te passief afwachten. De discussie spitst zich wat toe op de MPA, dat vind ik op zich wel waardevol, maar het gaat om het pand Voorstreek 62. Als de MPA een andere kant opgaat, dan blijft het pand Voorstreek 62 staan, als dat tenminste blijft staan, want wethouder Miedema heeft het woord "sloop" al in de mond genomen en dan ril ik even. In de concept-beantwoording wordt uitdrukkelijk de vraag opgeroepen over de wenselijkheid om het complex in eigendom te verkrijgen. Die vraag is een deel van de discussie, die 5 zich binnen een bepaalde context moet afspelen. Plannen en mogelijkheden, getoetst aan procedures en gezien in de tijd en dergelijke, moeten wij op een rijtje zetten. Op een bepaald moment kan men dan actief opereren. Nu wordt louter afgewacht en blijft men spijkeren. Het lijkt mij zinvol deze zaken, zo op een rijtje gezet, eens in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde te stellen en actie ver te gaan opereren dan nu het geval is. Ik wil eigenlijk graag een toezegging in deze richting. De heer Geerts (weth.): Ik heb in eerste instantie al gezegd dat wij niet passief zijn en dat wij met een aantal lieden gesprekken voeren om hier toch iets te gaan ontwikkelen. Wethouder Miedema heeft zonetal gezegd dat wij er een beetje voor moeten oppassen dat wij, overal waar problemen zijn, dan maar moeten gaan verwerven. Want dat is natuurlijk ook een kant van de zaak. Verwerven is prima, al leen wij moeten dat straks wel uit dat ene kleine potje voor de stadsvernieuwing gaan betalen en daaruit moeten wij dan alle onrendabele toppen betalen. Op dat aspect komen wij straks bij de behandeling van een ander agendapunt nog wel terug. Een en ander verklaart de terughoudendheid van het college in deze. Wij willen bijzonder graag over ontwikkelingen praten en er ook actief mee bezig zijn. Wij zijn er echter voorlopig nog niet aan toe om deze grond te verwerven opdat de huidige toestand teniet wordt gedaan. Dat mag dan de ogenschijnlijk wat passieve houding van het college verklaren. Ik kan de heer Niemeijer echter verzekeren dat wij niet passief bezig zijn. Overigens, als hij er eens behoefte aan heeftom daarover te discussiëren, dan is die mogelijkheid natuurlijk altijd aanwezig in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub 0. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 30 maart 1984 van de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek in Nederland betreffende het subsidieverzoek van de Stichting Hothouse Redbad. De heer Timmermans: Het betreft hier een tweetal brieven aangaande het subsidieverzoek van de Stichting Hothouse Redbad. Het antwoord van het college heeft mij wat bevreemd. In het antwoord wordt namelijk gezegd dat het verzoek zal worden behandeld in het kader van de herwaardering 1984— 1988 en dat er in dat verband nadere voorstellen zullen worden gedaan. Ik ken de herwaarderingsvoor- stellen van het college redelijk goed, maar ik heb ze toch nog eens nagebladerd. Ik heb werkelijk niets kunnen vinden met betrekking tot de Stichting Hothouse Redbad. Dit is een wel zeer eufemistische uit spraak, in de zin van: wanneer je niets zegt is er ook sprake van een voorstel. Ik neem echter aan dat dat niet de bedoeling is. Graag wil ik wat opheldering over het antwoord van het college. Mevrouw Van der Werf: Ook mijn fractie heeft dapper haar best gedaan om het antwoord op deze vraag te vinden. Wij hebben dat echter niet kunnen vinden. Wat dat betreft ben ik ook benieuwd naar het antwoord van de wethouder. Wij willen tevens onze bevreemding uitspreken over het feit dat al in maart vorig jaar dit subsidie verzoek is ingediend en dat er na het briefje van één november 1983 verder helemaal geen antwoord meer is gekomen op dit verzoek. Ik vind dit toch wel een heel trage afhandeling van subsidieverzoeken. Ik zou graag van de wethouder willen weten wat de reden is waarom nu nog steeds over dit subsidiever zoek gepraat moet worden De heer Heere (weth.): De verbazing van mevrouw Van der Werf en de heer Timmermans deel ik. Vanmorgen, terugkomend van vakantie, heb ik nagegaan waar dat aan zou kunnen liggen. De eenvou dige verklaring is: wat hier staat is fout. Er behoort namelijk te staan: Wij stellen u voor adressante te berichten overeenkomstig de door u nog te nemen beslissing in het kader van de nota Kunstbeleid. Dit verzoek heeft dus niets te maken met de herwaardering. Vanmorgen hebben wij in het college een beslissing genomen - ik wil geen causaal verband leggen tussen mijn terugkomst en deze beslissing, maar zij is wel genomen - over de subsidiëring van de Stich ting Hothouse Redbad en de Stichting De Ooievaar. Wij zullen op zo kort mogelijke termijn, dat is waarschijnlijk de volgende raadsvergadering, bij de raad komen met een voorstel ter zake. Mevrouw Van der Werf heeft gevraagd waarom de afhandeling zo lang heeft geduurd. Het is altijd erg moeilijk om op dergelijke vragen antwoord te geven. Zij had ook kunnen vragen waarom de afhan deling bijvoorbeeld niet twee dagen korter heeft geduurd. De afhandeling heeft zo lang geduurd, omdat er nogal wat overleg nodig was. De subsidie-aanvraag was nogal wat hoger dan het bedrag waarop men oorspronkelijk kon rekenen, bijna driemaal zo hoog. Afijn, het heeft enige tijd gekost voor men er ach-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 3