14 tactgroepen. Ik zeg toe dat ik de mening van de raad op dit punt graag inbreng in het overleg tussen project- en contactgroepen. Het is uiteraard zo dat aan deze mening een doorslaggevende betekenis moet worden toegekend. Het overleg heeft op een goede wijze plaatsgevonden, daar ben ik ook mee begonnen, en dat zullen wij ook op een goede wijze moeten afronden. De heer Timmermans heeft gevraagd of wij nog een onderzoek gaan plegen op basis van een rege ling uit de volkswoningbouw, waarbij gedacht kan worden aan de Woningwetregeling en de Monumen tenregeling samen. Hij vraagt daarbij tevens of het college dan eens wil bekijken of er een plan kan worden uitgevoerd om binnen de bestaande panden mogelijkheden te maken voor gezinsbebouwing. In de raad bestaat vrij veel unanimiteit, overigens ook bij het college, over het feit dat er gestreefd moet worden, als het maar enigszins mogelijk is, naar bebouwing die geschikt is voor gezinnen. Ik wil nu niet vooruitlopen op zo'n onderzoek, maar ik wil alleen zeggen dat het college geen bezwaar heeft te gen het uitvoeren daarvan. De raad kan dan namelijk nog eens op een rijtje zien wat de consequenties zijn. Wij houden echter overeind dat wij op een voorzichtige wijze moeten omspringen met onze stads vernieuwingsmiddelen en dat ons uiteindelijke standpunt erg sterk bepaald zal worden door de financiële mogelijkheden die er zijn. Het college is dus bereid om het door de heer Timmermans gevraagde onder zoek te plegen en daarbij na te gaan of de gevels van de panden aan de Bagijnestraat op de een of an dere wijze kunnen blijven gehandhaafd. De heer Niemeijer heeft in dit kader opgemerkt dat de 20e-eeuwse architectuur dominant dreigt te raken in de binnenstad. Dat is zo en dat mag een reden zijn voor de raad om te zeggen dat hij toch wat extra middelen voor dit doel over heeft. Maar op een gegeven ogenblik keert echter de financiële wal het schip en daarmee zullen wij met elkaar heel serieus rekening moeten houden. De motie van de heer Dubbelboer. Ik heb u al gezegd, mijnheer Dubbelboer, dat het standpunt van het college sterk bepaald is. Wij kunnen vooruit bekijken dat het handhaven van al die winkelpanden de gemeente extra geld zal kosten. Het college heeft voor het compromis gekozen, namelijk dat vier van de acht winkels als zodanig gehandhaafd blijven, met name ook het hoekpand, en dat wij met be trekking tot de andere vier panden de bestemming woningbouw zouden willen realiseren ais wij deze panden zouden aankopen en renoveren. Ik heb hiermee meteen het standpunt van het college ten op zichte van de motie aangegeven: wij stemmen daar niet mee in. Ik heb de indruk, mijnheer de voorzitter, dat ik alle vragen heb beantwoord. De heer Dubbelboer: Ik ben eerlijk gezegd een beetje verbaasd over het standpunt van het college dat door de wethouder wordt verwoord. Ik herinner mij dat ik vorige week de voorzitter van deze raad in een grote Rolls Royce door een pas geopende binnenstad heb zien rijden. Hij moest op uitnodiging van de City Club de vlag hijsen aan een scheefhangende mast en dat allemaal ter meerdere glorie van onze stad. Op zich is dat een prima zaak, want je moet Leeuwarden verkopen. Ik kom dan weer bij de opmerking: wij zijn de wervende stad, een stad met een wervende centrumfunctie in Friesland. Ik wil even een voorbeeld geven. Iemand uit Paesens-Moddergat heeft in de Leeuwarder Courant het een en ander over Leeuwarden gelezen en wil daar wel eens winkelen. Hij gaat naar Leeuwarden, uitgaande van de situatie zoals hier straks geschetst is. Eindelijk is het Oldehoofsterkerkhof gevonden, er wordt geparkeerd en er is een parkeerkaartje gekocht. Na terugkomst in Paesens-Moddergat wordt tegen de familie gezegd: het was wel leuk hoor, maar het straatje metal die woonhuizen waar je doorheen moest vond ik niet zo leuk. Zou deze persoon in de door mij voorgestelde variant een bezoek brengen aan Leeuwarden dan zou er worden gezegd: het is daar hardstikke leuk hoor, een hele leuke parkeerplaats en je komt door een heel gezellig winkelstraatje. Ik ben het helemaal met de heer Timmermans eens wat betreft de stoepjes in dit straatje. Ik kan mij voorstellen dat de buurman van die mijnheer uit Paesens- Moddergat een volgende keer ook in Leeuwarden wil winkelen. Maar helaas, die buurman zien wij hier niet en dus is de moeite vorige week van de voorzitter helemaal voor niets geweest. Dit is een wat ba dinerende behandeling van mijn standpunt, maar de wat serieuzere benadering is: ik snap dit niet. Los van deze discussie maken wij natuurlijk eindeloze discussies mee over onrendabele toppen en over het stadsvernieuwingsfonds waar van alles nog weieens uit gefinancierd kan worden. De wethouder weet ook hoe ik daarover denk. Ik heb zelfs gezegd dat je als een goed huisvader op deze middelen moet passen. Maar wat het gebied betreft waar wij het toen over hadden was ik het onmiddellijk eens met de wethouder dat je dat daar niet moet doen. Het is juist voor een karakteristieke buurt als de Klei ne Kerkstraat - wij praten hier over een heel duidelijk stukje centrum en ook over de vraag hoe wij Leeuwarden verkopen - best de moeite waard om een stuk onrendabele top op deze wijze af te dekken. Ik ben van plan om mijn motie te handhaven en dan zien wij wel wat de raad er van vindt. De wethouder suggereerde dat er sprake is van een volstrekte unanimiteit over de profilering van de Kleine Kerkstraat. Misschien is de wethouder helderziend. Ik heb dat niet gezegd, maar ik ben het er wel mee eens. 15 Er komt een onderzoek betreffende de panden van de firma Meijer. Voor mij hoeft dat onderzoek niet. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat ik het met de handelwijze zoals die in het rapport wordt voorgesteld volstrekt eens ben. Maar goed, wij wachten dat onderzoek af en ik zal daar dan te zijner tijd de mening van onze fractie over geven. De heer Timmermans: Ik ben er het college erkentelijk voor dat het een aantal van onze vragen in positieve zin heeft beantwoord. Ik wil toch nog een opmerking maken over de argumentatie die gehan teerd wordt ter zake van de extra kosten ten laste van de gemeentebegroting als wij voor de opknapvari- ant kiezen. Ik ga er vanuit dat de opknapvariant binnen de door mij aangedragen mogelijkheden van aanpak, dus een combinatie van regelingen, geen onrendabele top zal opleveren. Het is de bedoeling dat ook de aankoop, door gebruikmaking van de 80%-regeling - het percentage zal in dit geval wat ho ger zijn - en de nieuwbouwregelingen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, geen onrendabele top zal opleveren. Het gaat er in eerste instantie niet om om hier bij voorbaat een aantal onrendabele toppen vrij te maken of voor deze zaak geld te reserveren. Het onder zoek naar de combinatie van regelingen heeft nog niet plaatsgevonden. Ik vind dat een voldoende basis om aan ons verzoek te voldoen. Het college heeft dat overigens ook geaccepteerd. De reactie van het college op de opmerkingen van de heer Dubbelboer heeft uitsluitend betrekking op de financiën. Er wordt nauwelijks ingegaan op de planologische bezwaren, die kleven aan vier of acht winkeltjes op die plaats. Als ik het zo hoor dan is het college het met de meerderheid van de raad eens dat, als het mogelijk is, er geen bezwaar is tegen het handhaven van de winkelfunctie aldaar. Dit gegeven maakt dan het zoeken naar oplossingen wellicht denkbaar. Ik heb de indruk dat binnen de com binatie van de door mij genoemde regelingen ook het probleem van de financiën ten gevolge van het in stand houden van het winkelgedeelte op de begane grond van de panden mee kan worden genomen. Ik voel dus eigenlijk niet zoveel voor het standpunt van het college dat het de motie van de heer Dubbel boer niet onderschrijft. Ik heb de indruk dat het college de motie inhoudelijk wel degelijk onderschrijft. Bovendien wordt, als ik de motie goed heb gelezen, gevraagd om een dubbelbestemming en niet om een enkelvoudige bestemming voor wonen. Zowel de bestemming "wonen" als de bestemming "winkels" blijft mogelijk, want dat is een kwestie van invulling op het moment dat het financiële plaatje bekend is. Onze fractie kan wel instemmen met het nu nog in het ongewisse laten van de keuze. De heer Dubbelboer: Ik ben geen voorstander van het plegen van flatbouw op die plek. Volgens mij zijn er heel erg creatieve oplossingen mogelijk om de dubbelfunctie daar te realiseren. (De heer Geerts (weth.): Ik dacht dat uw opvatting is: winkels beneden en woningen boven. Als u zegt, mijnheer Dub belboer, of winkels of wonen, dan heb ik er helemaal geen probleem mee.) Ik heb de tekst letterlijk overgenomen uit de raadsbrief. Misschien staat de voorzitter mij toe dat ik even de tekst opzoek. De Voorzitter: De wethouder antwoordt straks wel, mijnheer Dubbelboer, en dan kunt u hem wel even interrumperen. Ik geef het woord aan de heer Sijbesma. De heer Sijbesma: Even een reactie in tweede termijn met name voor wat betreft de panden van de firma Meijer. Op de andere twee punten is door de wethouder gereageerd. Het feit dat een paar pan den, die nu een winkelfunctie hebben, straks een woonfunctie krijgen betekent een wijziging van de functie van de straat. Ik vind toch, en ik verschil dan van mening met de heer Timmermans, dat in dit kader de financiële consequentie moet worden afgewogen. De wijziging zoals die nu wordt aangebracht vind ik niet onaanvaardbaar. (De heer Timmermans: Ik heb niet willen pleiten voor een duurdere oplos sing. Ik heb juist aangegeven dat niet aangetoond is dat er sprake is van een duurdere oplossing als je praat over de opknapvariant. Dat is iets anders.) Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een wat onduidelijk verhaal vond. Ik wil in deze situatie niet teveel en liefst helemaal geen gebruik maken van het stads vernieuwingsfonds. In principe hebben wij onze eigen middelen bestemd voor de gebieden, die niet on der de interimregeling vallen. Ik geef toe dat wij wel eens uit het fonds hebben geput, maar in dit ge val vindt onze fractie het gat te groot. Ik moet bekennen dat, wanneer wij praten over de motie van de heer Dubbelboer, er een kleine breuk komt in onze fractie. Een van mijn fractiegenoten zal namelijk voor de motie stemmen. De rest van de fractie is tegen de motie. Mevrouw De Jong: Ik zal voor de motie van de heer Dubbelboer stemmen, niet alleen vanwege die enkele bezoeker uit Paesens-Moddergat, maar vooral vanwege de vele inwoners uit Leeuwarden die dit straatje aandoen. Wat betreft de extra kosten die een en ander met zich mee brengt het volgende. Het wegvallen van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 8