11 10 de volgende inbreng gehad. De veronderstelling van mevrouw Brandenburg dat in de werkgroep, die het advies over de verdeelsleutel en de financiering tot 1988 tot stand heeft gebracht, een ambtelijke ver tegenwoordiger van de gemeente Leeuwarden zou hebben gezeten, is niet juist. (Mevrouw Brandenburg- Sjoerdsma: Waarom dan niet?) Omdat daartoe niet is besloten. Men heeft het kennelijk niet noodzake lijk geacht om Leeuwarden daarbij te betrekken. Maar misschien is het verstandig om eerst dit gedeelte van het verhaal af te maken. De werkgroep is niet het overlegorgaan met betrekking tot een wijziging van de subsidieverdeelsleutel waarover ik zoeven sprak. De werkgroep is alleen maar een groep die be staat uit ambtelijke mensen die het advies voorbereiden voor het Permanent Overleg Welzijnsaangelegen- heden (POW). Het POW is het "fermidden" waarin wij over dit soort zaken op bestuurlijk niveau spreken Het rapport van de werkgroep is onlangs gereedgekomen en is besproken in de vergadering van vorige week donderdag van het POW. Het rapport komt er eigenlijk op neer dat, wat Leeuwarden betreft, tot 1988 alles bij het oude blijft. In het rapport staan getallen genoemd die ik even wil voorlezen. Voor Leeuwarden staat vermeld: 1984: 1186.500,1985: 1149.600,1986: 1135.700,en 1987: 1.136.400, Als men voor 1985, 1986 en 1987 de overschrijdingen ten opzichte van de 9 ton bij elkaar optelt, dan komt men op een bedrag van ongeveer 7 ton. Dat is het voorstel zoals de werk groep dat aan het POW gedaan heeft. Het college van b. en w. heeft in maart aan het POW een brief geschreven waarin het raadsbesluit van de gemeente Leeuwarden is meegedeeld. Wij hebben gezegd dat de raad besloten heeft om het subsidie met ingang van 1985 terug te brengen naar 9 ton en vervolgens, nadat de besluitvorming ook van de kant van de minister definitief is, te gaan zitten op de lijn die wij met elkaar hebben afgesproken, namelijk dat alleen de accommodatie wordt gesubsidieerd. Wij hebben het POW tevens verzocht om bij de voorbereiding van de besluitvorming rekening te houden met deze raadsbeslissing. De werkgroep heeft dat niet gedaan, heeft daaraan zelfs geen woord gewijd en heeft zelfs niet gezegd waarom ze dat niet gedaan heeft. Maar goed, het rapport is in de vergadering van af gelopen donderdag van het POW besproken. Ik heb vandaag het verslag van het POW gekregen, maar daaruit blijkt dat men met het verzoek van Leeuwarden op dit punt geen rekening zal houden. Dat wil zeggen, het advies van het POW, dat zal worden gezonden naar de Vereniging van Friese Gemeenten - want dat is het "fermidden" waarin dit advies dan weer verder moet worden besproken -, zal zijn overeenkomstig het advies van de werkgroep. Dit is de stand van zaken op dit moment. Wat betreft het overleg tussen onze gemeente, de provincie en de andere gemeenten het volgende. Er ligt dus nu een voorzet, waarbij met de meegedeelde besluiten van Leeuwarden tot nu toe geen reke ning is gehouden. Er valt dus nog wel het een en ander aan overleg te voeren voordat men Leeuwarden serieus neemt. Er is nog een tweede platform waarop overleg plaatsvindt, namelijk het rijksniveau. De ambtelijke medewerkers en ondergetekende zijn al vele malen in Rijswijk geweest om daar allerlei ver halen aan te horen over wat zou kunnen en wat misschien ook zou gaan. Het laatste verzoek om een dergelijk beraad opnieuw te hebben heeft mij bereikt op 10 mei. Dit beraad zal plaatsvinden op 21 mei. Let wel, het gaat hier om een uitnodiging die kwam nadat wij ons preadvies aan de raad al hadden vast gesteld. Wat daar precies besproken wordt is niet erg duidelijk, maar de minister schrijft in de uitnodi ging dat de in gang zijnde herinrichting van het orkestenbestel hem ertoe gebracht heeft te besluiten een deel van dit overleg te wijden aan de stand van zaken en het verdere verloop van de herinrichting van het orkestenbestel. Tevens werd vermeld dat de agenda en bijbehorende stukken ons tijdig zouden worden toegezonden, maar ik heb die nog niet ontvangen. Dat overleg loopt dus nog. Dan nu het Frysk Orkest. Wij hebben ook het orkest laten weten wat het raadsbesluit van de gemeen te Leeuwarden was. Wij hebben dat mondeling gedaan, via onze ambtelijke medewerker die waarnemer is in het bestuur van het orkest en ook schriftelijk. Het Frysk Orkest heeft de door de heer IJestra ge citeerde brief naar ons gezonden en daarbij de begroting voor 1985 aangeboden. Er wordt ondermeer in de brief gezegd: "Mede gezien het feit dat een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de Vereniging van Friese Gemeenten en van de Provincie Friesland, adviseert de in 1983 nog gehanteerde verdeelsleutel in de overgangssituatie te handhaven," - het gaat hier om het rapport van de werkgroep waar ik zoeven over sprak - nLebben wij de verdeling van het te subsidiëren geraamde exploitatietekort opgezet naar deze richtlijn. >^p zichzelf is dat een begrijpelijke benadering. Alleen, dat geldt ook voor de brief die de directeur van het Frysk Orkest aan de raad heeft geschreven, er wordt vanuit gegaar dat door de onderhandelingen, die nog over de verdeelsleutel moeten worden gevoerd, in de loop van 1985 ook geen verandering meer zal komen. Men gaat uit van het oude bedrag. Ik begrijp ook wel dat je, als je aan termijnen gebonden bent waarvoor je de begroting moet indienen en je niet precies weet welke bedragen je moet invullen, dan van de oude situatie uitgaat. Maar om dan de conclusie te trek ken dat het college van b. en w. er op uit is om 25 leden van het Frysk Orkest ontslag aan te zeggen, gaat mij toch wel wat te ver, zelfs veel te ver. De bedoeling is alleen dat wij tegenover het bestuur van het Frysk Orkest en de andere subsidiSnten ons het recht blijven voorbehouden om in de loop van 1985 tot het door ons gewenste onderhandel ings- resultaat te komen in overleg met het ministerie en de provincie. Als dat resultaat bereikt zal kunnen worden en Leeuwarden inderdaad op 9 ton komt te zitten, dan zal de begroting van het Frysk Orkest moeten worden bijgesteld. In die zin dat anderen dan meer zullen moeten gaan betalen, maar niet door het ontslaan van 25 mensen. Het tijdstip waarop het overleg is afgerond is helaas nog niet bereikt. Ook ik betreur dat. Zoals men zal begrijpen betreur ik het nog veel meer dat wij op deze manier in deze on gelukkige situatie zijn beland. Ik had het ook liever anders gezien. Maar je moet wel je zelf serieus nemen en zorgen dat anderen dat ook doen en je alle rechten voorbehouden. Daarmee willen wij niet zeggen dat wij ten koste van alles met ingang van 1985 rücksichtslos die 2 ton zullen korten, maar wij behouden ons wel het recht voor om de periode tussen nu, mei, en december volop te benutten om tot dat resultaat te kunnen komen. Als wij aan het bestuur van het Frysk Orkest zouden hebben ge schreven: "In antwoord op uw schrijven van 18 mei, delen wij u mede dat wij het eens zijn met uw besluit om ons aan te slaan voor 1,1 miljoen", dan hadden wij natuurlijk geen onderhandelingspositie meer gehad. Ik kom dan bij de motie van mevrouw Brandenburg, die zij zo redelijk noemde dat zelfs het college daarmee akkoord zou kunnen gaan. Mevrouw Brandenburg kennende en zij mij kennende geloof ik dat dat het probleem niet zal zijn. Ik ben het graag met haar eens dat wij moeten overleggen met de andere subsidientenIk hoop dat zij inmiddels ook begrepen heeft dat dat overleg eigenlijk permanent doorgaat, maar dat de wijze, het tempo en de besluiten van het overleg niet alleen door dit college kunnen wor den bepaald. Een en ander hangt sterk af van de benaderingen die door derden worden ingebracht. Zo wordt bijvoorbeeld ook het tempo voor een groot deel door deze derden bepaald. Ook de heer IJestra heeft in dezelfde geest als mevrouw Brandenburg gesproken. Hij heeft er met klem op aangedrongen dat het overleg wordt voortgezet. De heer IJestra heeft eraan toegevoegd om deze zaak voorlopig van de mededelingenlijst af te voeren en dat het college met een nadere rapportage moet komen aan de hand waarvan dan een definitieve beslissing kan vallen. Namens het college zeg ik toe dat wij het antwoord, dat wij onder punt N van de mededelingen voorstellen te willen schrijven, niet in die geest zullen schrijven. Dat betekent echter niet dat wij daarmee willen zeggen dat wij dus met ingang van 1 januari 1985/1986/1987 bereid zouden zijn om 11 miljoen gulden te betalen. Aan de hand van een nader met de raad te voeren discussie, op basis van schriftelijke stukken die wij dan zullen voorleggen, zal die uitslag worden bepaald. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen. Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Ik wil de wethouder eerst bedanken voor de informatie die hij verstrekt heeft. Het was misschien beter geweest als er wat meer van die informatie in de mededelingen terecht was gekomen. Uit het verhaal van de wethouder blijkt dat het Frysk Orkest eigenlijk een speelbal wordt van aller lei instanties die het over het subsidie met elkaar eens moeten worden. Het Frysk Orkest heeft nog nooit invloed gehad op de verdeelsleutel en ik kan dan eigenlijk de verwijten die de wethouder een beetje richt naar het orkest ook niet helemaal plaatsen. Want het Frysk Orkest is er volgens mij in de eerste plaats op uit, dat is ook zijn taak, om het orkest overeind te houden. Ik heb begrepen dat het overleg met allerlei instanties nog volop gaande is en dat datgene wat ik gevraagd heb gebeurt. Ik dien de motie dus niet in. Ik ben het met de wethouder eens dat de raad gerapporteerd moet worden over wat dat overleg alle maal oplevert. Wij kunnen dan besluiten of wij meer dan 9 ton betalen, want daarover hoeven wij op dit moment geen besluit te nemen. De heer IJestra: Ik wil de wethouder bedanken voor het feit dat hij ons standpunt overneemt. Wij wensen hem veel succes. Mevrouw Van der Werf: Ik ben het volkomen eens met de uiteindelijke conclusie van de wethouder, want dat sluit aan bij wat ik in eerste instantie heb gezegd. Ik wil alleen wel kwijt dat ik de procedure zoals die nu gevolgd is wat vreemd vind. Halverwege hel betoog van de wethouder dacht ik: als dat de intentie is van deze brief, waarom staat dat er dan niet en waarom is er dan niet voor een tussenweg gekozen. Ook wil ik nog kwijt dat ik er wat moeite mee heb dat een dergelijke uitgebreide rapportage op dit moment in de raad plaatsvindt aan de hand van een punt in de mededelingen. Wij hebben een Commissie voor Welzijnsaangelegenheden waarin de wethouder uitvoerig met ons over deze zaak had kunnen praten. De laatste commissievergadering is niet doorgegaan, omdat er geen agendapunten waren. Dit punt had daar zeer goed aan de orde kunnen komen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 6