22
bouwt u een reserve op, mijnheer Bijkersma?) Je bouwt in zijn algemeenheid altijd reserves op. Straks
zal er bij het zoeken naar de dekking volgens mij paniekvoetbal ontstaan. Ik denk dat het tekort op het
hoofd van een aantal Leeuwarders terechtkomt, in welke sector dan ook. Ik heb het vermoeden dat het
tekort niet zo gauw in een bepaalde sector terecht zal komen, maar daar wil ik het nu niet over hebben,
want dat zien wij dan wel
Ik heb de heer Van der Wal al beantwoord over het feit dat ik over deze kwestie in de commissie
niets heb gezegd.
Ik wil ook nog iets tegen wethouder Miedema zeggen. In de eerste commissievergadering was de
heer IJestra aanwezig, ik was niet aanwezig, dus kan men mij ook nergens over aanspreken - niet dat ik
dat niet zou willen hoor -, en deze heeft vraagtekens bij het voorstel gezet. (De heer Miedema (weth.):
De heer IJestra heeft antwoord van de wethouder van Financiën gehad.) Hij heeft er vraagtekens bij
gezet en dat is niet voor niets gedaan. (De heer Miedema (weth.): Maar daar gaan wij ook niet vanuit,
mijnheer Bijkersma!) Wethouder Miedema heefteen aantal vragen van mij niet beantwoord. Wat be
doelt de wethouder precies met de bandbreedte van de tarieven. Wil hij dat eens verduidelijken? Een
andere vraag was: weet de wethouder al in welke richting de dekking wordt gezocht? Is er al eens ge
sproken over het vinden van de dekking van de tekorten of denkt het college: dat zien wij wel in de
cember, want dan is het ook Sinterklaas? Heeft het college hier al eens over gesproken?
Mevrouw De Jong: Ik wil ook nu weer beginnen met het geven van commentaar in de richting van
de heer Bijkersma. Hij noemt de door het college aangegeven oplossing van de dekking te simpel. Ik
kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de VVD-fractie plotseling ook te simpel te werk gaat. Want
hoe kan je in vredesnaam reserves opbouwen als je gaten in de begroting hebt? Wanneer er in zo'n situ
atie reserves worden opgebouwd, dan gaat dat zeker ten koste van de burgers van onze stad. Ik prijs mij
zeer gelukkig te zitten in een raad, die daar duidelijk nee tegen zegt.
De heer Bijkersma heeft het ook gehad over de minister van Economische Zaken, die toezeggingen
heeft gedaan en wiens handtekening onder bepaalde brieven staat. Hij geeft mij de raad eens na te kij
ken van welke minister die handtekening is. Nou, mijnheer Bijkersma, ik hoef dat niet meer na te kij
ken, want dat doe ik meestal voor een raadszitting. Ik kan u zeggen dat de handtekening heel toevallig
niet de handtekening is van de heer Terlouw. Dat wil echter niet zeggen dat hij als minister van Econo
mische Zaken niet een stuk verantwoordelijkheid voor deze zaak heeft gedragen.
Ik wil ook nog even ingaan op de woorden van de wethouder. Ik wil het college met klem vragen te
overwegen of het zinvol is bij de afbouw van een variant externe deskundigheid in te schakelen. Ik be
doel dan wel een andere deskundigheid dan wij tot nu toe hebben gehad. Ik denk hierbij met name aan
het Centrum voor Energiebesparing dat zeker in zaken als stadsverwarming toch enkele goede scores
heeft behaald. Dit centrum heeft deskundigheid die een heel andere rapportage naar voren heeft ge
bracht. Wellicht dat Leeuwarden daarmee zijn voordeel kan doen. Ik wil dan ook met klem mijn voor
stel bepleiten bij het college.
De wethouder heeft ook een opmerking gemaakt over de motie die destijds is ingediend door PAL en
D'óó. Toen werd de raad duidelijk voorgehouden dat er 10 miljoen gulden was geïnvesteerd. Nu zegt de
wethouder dat er op deze motie niet is ingegaan, dat er is doorgegaan en dat, al had men toen afge
bouwd, dat niet vier of vijf miljoen gulden zou hebben bespaard. Dit geeft in feite al de heel wrange
sfeer aan waarbinnen dit geheel zich heeft afgespeeld. Het gaat niet aan of er aan het slot vier, vijf of
elf miljoen gulden voor de gemeente Leeuwarden, Den Haag of de provincie blijft. Het punt is en blijft
dat er een verliespost is van miljoenen guldens, die moet worden betaald uit gemeenschapsgeld. Ik vind
de motivatie van de wethouder niet juist. Ik betreur het nog steeds ten zeerste dat wij destijds niet een
pas op de plaats hebben gemaakt en niet hebben onderzocht in hoeverre er mogelijkheden lagen om te
rug te gaan
De heer Van der Wal: De wethouder heeft mij een brokje geschiedvervalsing in de schoenen gescho
ven. Er is destijds een motie ingediend - mevrouw De Jong is daar zojuist ook vrij uitgebreid op inge
gaan - over een nadere rapportage in afwachting van verder investeren. Die motie is afgewezen door de
meerderheid van de raad. Vervolgens hebben PAL en D'óó tegen verdere kredieten voor stadsverwarming
in dat stadium gestemd. Zo zit het. Ik was daar overigens toen zelf niet bij wegens verblijf in het bui
tenland, maar onze fractie heeft dat voorgesteld.
Ik wil ook nog even ingaan op het goede overleg dat ondertussen op gang is gekomen tussen de be
woners en Frigas. Ik wil het woordje "goede" even in het midden laten, want ik hoor daar uit andere
bron heel andere geluiden over. De wethouder heeft herhaald dat comfort, prijs en dergelijke goed
moeten. Ik ben daar blij mee. Nogmaals wil ik er op aandringen dat duidelijk wordt vastgesteld wat
"goed" is. De wethouder heeftal een extreem voorbeeld genoemd. Het zal iedereen duidelijk zijn dat
23
het door hem aangehaalde niet goed is en dat dat goed moet. Een stuk moeilijker wordt het als het om
bijvoorbeeld een boiler gaat, die geen 90% rendement heeft maar een rendement blijkt te hebben van
82%. Is dat ook "goed"? Naar mijn smaak niet. Een lager rendement kost de bewoners in de loop der
jaren behoorlijk veel geld. Er is beloofd dat de boiler een rendement van 90% zou hebben, terwijl dat
in de praktijk 82% blijkt te zijn. Er moet duidelijk worden afgesproken wat Frigas levert, onder welke
condities en wat de kwaliteit is. Dat moet duidelijk op papier worden vastgelegd. Wanneer er klachten
komen kunnen wij die daaraan toetsen. Dan weten wij wat "goed" is. De op zich ferme uitspraak van de
wethouder "het moet goed" krijgt dan ook pas echt inhoud. Ik wil graag de toezegging van het college
dat wij in overleg gaan vaststellen wat "goed" is en dat wij daar de rest van de klachten aan toetsen. Ik
zal een en ander ook nog wel in de Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf aan de orde
stellen, want daar moeten wij technische zaken vaststellen.
De heer Bijkersma hoeft natuurlijk niet steeds in de raad hetzelfde verhaal te houden als hij in de
commissies houdt. Maar voor de nu door hem gestelde vragen als: wat is de bandbreedte van het tekort
- volgens mij heeft hij de stukken niet begrepen, maar op zich is dat niet zo erg - zijn typisch de com
missievergaderingen bedoeld. Zo iets ga je niet in de raad vragen. De heer Bijkersma doet een aantal
suggesties over reserves die opgebouwd hadden moeten worden. Daar zegt hij dan van dat de VVD des
tijds voorstellen heeft gedaan. Nog niet eens zo lang geleden is er een totale rapportage over alle re
serves geweest in de Commissie voor de Financiën en daarna in de raad in het kader van het beleidsplan.
De raad heeft besloten, wat de reserves betreft, terug te gaan van 16 miljoen naar 10 miljoen. De heer
Bijkersma heeft daar vraagtekens bij gezet, maar hij heeft er, in tegenstelling tot de PAL-fractie, wel in
meegestemd. Ik kan mij niet herinneren dat de heer Bijkersma met voorstellen is gekomen over de verde
re uitbouw van de reserves. Nu komt hij met losse flodders, zoals het gaan verkopen van gebouwen.
Alsof wij viaducten, zwembaden en weet ik wat meer kunnen verkopen! Dat is toch volkomen irreëel?
Als de heer Bijkersma dit soort dingen voorstelt dan had hij dat in de betreffende commissie moeten
voorstellen. Als er dingen onduidelijk zijn dan had hij dat in de commissie aan de orde moeten stellen,
waarvan hij zelf voorzitter is. Hij heeft dus alle gelegenheid gehad om deze zaken ruimschoots aan de
orde te stellen, maar dat heeft hij niet gedaan. Nu komt de heer Bijkersma met een reeks losse flodders,
die echt als een tang op een varken slaanDuidelijk blijkt ook dat hij eigenlijk helemaal niet weet hoe
de vork in de steel zit. De heer Bijkersma beschouwt de betreffende commissie kennelijk niet als waar
devol. Hij probeert zijn status, als voorzitter, daar wat te verhogen, maar voor de rest heeft hij geen
inbreng. Wij zullen er in het vervolg rekening mee houden dat de vertegenwoordiging van de VVD-
fractie in de Commissie voor de Financiën er voor spek en bonen bij zit.
De heer Visser: Ik heb eerlijk nog een beurt, mijnheer de voorzitter. Ik had daar eigenlijk geen
behoefte meer aan, maar gelet op de tweede instantie en de bijdrage van de heer Bijkersma wil ik toch
nog op het volgende wijzen. De indruk zou vanavond kunnen ontstaan dat andere fracties dan de fractie
waartoe de heer Bijkersma behoort, in het verleden klakkeloos te werk zouden zijn gegaan wat de fi
nanciering betreft van de stadsverwarming. Ik wil ter completering de heer Bijkersma er op wijzen dat
juist de raad destijds het voorstel van b. en w. verworpen heeft op grond van het ontbreken van de door
de raad geëiste garanties.
Een ander punt waarover de heer Bijkersma het gehad heeft betreft de opbouw van de reserves. Ik
voel wel een beetje met hem mee, maar hij stelt deze dingen op een zeer ongunstig tijdstip. Wij zitten
met grote tekorten in onze begroting. Als men dan reserves wil opbouwen, moet men ook aangeven wel
ke voorzieningen daardoor getroffen worden. Daarom heb ik in mijn eerste instantie ook gewezen op het
middel van vervroegde afschrijving als daartoe de gelegenheid is. Dat laatste moet er natuurlijk wel bij.
De heer Miedema (weth.): Ik denk niet dat de heren Meijerhof en Visser een antwoord van mij ver
wachten. Daar ben ik dus klaar mee.
Mevrouw De Jong heeft gevraagd om toch deskundigheid in te schakelen bij de afbouwvarianten
Wij hebben in ieder geval de deskundigheid van de NEOM in huis, mevrouw De Jong. Wij zullen ons er
terdege op beraden of er andere deskundigen nodig zijn, maar ik heb daarover op dit moment mijn twij
fels.
De heer Van der Wal heeft gesproken over het overleg tussen Frigas en de bewoners. Ik waardeer
het dat hij ons het voordeel van de twijfel wil geven. Vervolgens zegt de heer Van der Wal dat vastge
steld moet worden wat "goed" is. Ik ben dat met hem eens, want er zijn nogal wat marges tussen "goed"
en "goed". Wij zullen bij de beoordeling van die vraag ons goed moeten realiseren dat wij ervoor geko
zen hebben dat deze wijk geen elektrische boilers zou krijgen maar stadsverwarmingsboilers. Wij hebben
bovendien gekozen voor de aanleg van een stadsverwarmingsnet waarbij de eigenaar van de woning be
paalt hoe de binneninstallatie wordt. Die keuzen hebben hun beperkingen. Tegen de achtergrond van de