51
De heer Ten Hoeve: Ik heb een verzoek aan het college gedaan, maar de wethouder heeft geen toe
zegging willen doen en dat vind ik jammer. Ik wil niet alle argumenten herhalen, maar het moet toch
zonder meer duidelijk zijn dat een geïntegreerd plan goedkoper kan en moet zijn. Zo eenvoudig als de
wethouder het in het laatste deel van zijn antwoord voorstelt is het natuurlijk niet. In dit plan gaat het
over muren, constructies onder het gebouw, enz. Daarnaast wordt uitvoering in twee fasen - ik heb het
wat dat betreft zonet al gehad over verschillende aannemers, verschillende periodes van uitvoering en
dergelijke - ongetwijfeld duurder.
Er zit nog een andere kant aan deze zaak. De woningen zijn gemeente-eigendom. Ze staan te ver
krotten en staan voor een deel op instorten. Omdat de woningen gemeente-eigendom zijn, hebben wij
daar de zorg ook voor. De woningen moeten gewoon opgeknapt worden. Wij hebben pas geleden in de
Commissie voor de Ruimtelijke Ordening gesproken over het aanschrijvingsbeleid. Wij willen particulie
ren verplichten iets te doen aan hun woningen wanneer die in een bepaalde staat verkeren en daardoor
gevaar opleveren. Wij willen nu uitstel van herstel van onze eigen woningen die op instorten staan, om
dat wij geen kans hebben gezien de plannen op tijd klaar te hebben? Wanneer wij de nota volgen en de
binnenstad binnenkort aangewezen wordt als gebied waar aangeschreven wordt, dan heeft het college
binnen de kortste keren een brief in huis waarin staat dat de panden moeten worden verbeterd. Dan
moeten wij nog veel meer geld uitgeven. Mocht er nu nog geen dekking te vinden zijn, dan moet er in
dit geval misschien wel gedacht worden aan de algemene middelen.
Dan heeft de wethouder een bijna ontroerend verhaal gehouden over de positie van het gemeente
archief. Ik sta hier ook met pijn en moeite te praten, want het is nu voor de tweede keer dat het plan in
de raad aan de orde is en dat deze zaak wordt uitgesteld. Ik weet hoe groot de nood bij het archief is.
Het is eigenlijk ook niet terecht dat het archief met deze beslommeringen wordt opgezadeld. Vandaar
dat ik zonet ook heb gezegd dat het plan als zodanig en het geld wat onze fractie betreft gehandhaafd
moeten blijven. Het doet wat vervelend aan - ik had een ander woord willen gebruiken - te moeten
constateren dat in april deze hele principe-opzet in de commissie al is doorgesproken en dat die akkoord
was, maar dat er daarna - er is nog wel gezocht naar subsidie-mogelijkheden - op het terrein van de
uitvoering niets is gedaan. Er is dus bijna een halfjaar verloren gegaan. Wat dat betreft komt het ver
haal van de wethouder dat het archief zo in nood zit wat vervelend over. Het archief zit in nood en
daarom moeten wij daar wat aan doen. Dat had in april al moeten gebeuren. Soms bekruipt mij het ge
voel dat misschien de verbouwing ten behoeve van de secretarie-afdeling Interne Zaken nog een grotere
drijfveer is in het geheel dan de positie van het gemeente-archief. In ieder geval wil ik beklemtonen
dat de positie van het gemeente-archief urgent is. Wij hebben wat dat betreft ook verplichtingen op ons
genomen, bijvoorbeeld ten aanzien van het archief van de gemeente LeeuwarderadeelDaarom moet de
uitbreiding van de archiefruimte ook zo vlug mogelijk gerealiseerd worden. Ik zie mij toch genoodzaakt
om een motie in te dienen. De motie luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 23 oktober
1984,
draagt het college van b. en w. op om over ongeveer een halfjaar te komen
met een nieuw voorstel betreffende de uitbreiding van de archiefruimte. In
dit voorstel moet uitgegaan worden van de bouw van een archiefbewaar
plaats en gelijktijdig herstel/restauratie van woningen in de panden Grote
Kerkstraat 21 tot en met 25. Dit op basis van het ter zake ontwikkelde
plan
De motie is mede-ondertekend door de heer Timmermans.
De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.
De heer Sterk: Het archief zit ons natuurlijk ook erg hoog, maar wij zijn niet tevreden over het
antwoord van de wethouder. Het lijkt ons geen goede zaak om nu alleen met de uitbreiding van het ar
chief te beginnen. Wij zullen derhalve de motie van de heer Ten Hoeve steunen.
De heer Buurman: Ik had de vraag gesteld of het pand van de antiquair nog in de beschouwing zou
kunnen worden betrokken. Overigens zal ik de motie van de heer Ten Hoeve steunen.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Hoewel wij het, gelet op de argumenten van de wethouder, drin
gend nodig vinden dat er op korte termijn begonnen wordt met de bouw van de archiefruimte, willen wij
toch de motie van de heer Ten Hoeve steunen. De in de motie genoemde termijn van een halfjaar mag
wat ons betreft beslist niet worden overschreden.
52
De heer Van der Wal: Wij laten ons natuurlijk niet de kans ontgaan om er voor te zorgen dat de mo
tie "raadbreed" wordt aangenomen.
De heer Kessler (weth.): Wij hebben vorig jaar omstreeks hetzelfde tijdstip ook zo'n situatie gehad.
Toen was er ook sprake van een "raadbrede" instemming met het niet nemen van een bepaalde beslissing.
Dat is in feite nu weer het geval. Ik constateer toch dat wij een stapje verder zijn gekomen. De raad is
namelijk in principe akkoord met twee zaken. In de eerste plaats is de raad ermee akkoord dat het ar
chief op de plaats moet komen waar het in het plan is ontwikkeld. In de tweede plaats vindt de raad dat
wij niet meer zo lang met de realisering daarvan kunnen wachten Binnen een halfjaar moet over een en
ander meer duidelijkheid komen. Gelet op de "raadbrede" instemming, lijkt het het college wat onzin
nig om het voorstel in stemming te brengen. Wij gaan akkoord met terugnemen van het voorstel en wij
zullen binnen een periode van een halfjaar met een nieuw voorstel in de raad komen op basis van het
plan zoals dat er nu ligt. Ik wil daar twee dingen aan toevoegen.
Terugnemen van het voorstel betekent dat wij betrekkelijk weinig tijd hebben om eerst te checken
in hoeverre er met particulieren eventueel afspraken te maken zijn. De raad zal die consequentie die
nen te accepteren. Terugnemen van het voorstel betekent ook dat wij, mocht binnen een periode van
één, twee of misschien drie maanden geen particulier gevonden kunnen worden om met de woningen wat
te willen doen, dan als gemeente weer in het spel betrokken raken en derhalve een onrendabele top
- de kans dat die kan worden weggewerkt is zo goed als nihil - dienen te accepteren. Dit is een conse
quentie van de zojuist genomen beslissing indien het ons niet lukt om op korte termijn met particulieren
afspraken te maken. Ik wil daarbij op voorhand al zeggen dat mij dekking van de onrendabele top uit de
algemene middelen niet logisch voorkomt. Maar daarover zullen wij misschien nog wel eens nader pra
ten
Dan nog een opmerking in de richting van de heer Buurman wat betreft het pand van de antiquair.
Het lijkt het college niet zinvol om dat pand nog een keer in de beschouwingen te betrekken. Wij heb
ben al voldoende panden in de gemeente aangekocht, waar wij, gelet op de problemen van onrendabele
toppen, toch een klein beetje mee in onze maag zitten.
De Voorzitter: Mag ik aannemen dat de heer Ten Hoeve geheel gecontenteerd is en geen prijs stelt
op verdere behandeling van de door hem ingediende motie? (De heer Ten Hoeve: Ik voel mij zo langza
merhand steeds ongelukkiger vanwege het feit dat ik geen woordenboek bij mij heb. Er vliegen namelijk
voortdurend moeilijke woorden door de raadzaal.) Nu bedenkt u weer wat nieuws. Mijn conclusie is
juist, mijnheer Ten Hoeve? (De heer Ten Hoeve: Ja, die is juist.) Zoals de wethouder reeds heeft ge
zegd neemt het college het voorstel terug.
Punt 28 (bijlage nr. 355)
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanpassing van de strafbepalingen in de verordeningen van Leeuwar
den aan het nieuwe stelsel van geldboetecategorieën. Ik moet hierbij opmerken dat in het ontwerp-be-
sluit de artikelen III en IV vervallen. Er zijn inmiddels gerede twijfels ontstaan over de vraag of belas
tin gverorden in gen thans reeds aan het nieuwe stelsel van geldboetecategorieën mogen worden aangepast.
Derhalve beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. De artikelen III en IV van het ontwerp-besluit
zullen dus voorshands buiten behandeling blijven.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b.
en w.
Punt 29 (bijlage nr. 374)
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Verzoek van burgemeester en wethouders van Wormer van 31
juli 1984 aan de gemeente Leeuwarden om Leeuwarden te verklaren tot kemwapenvrije gemeente.
De heer Van der Wal: Mijn fractie is op dit moment akkoord met het voorstel van het college om het
verzoek van b. en w. van Wormer voor kennisgeving aan te nemen. De reden daarvoor is niet dat wij
niet zouden willen meegaan met zo'n verzoek. In mei van dit jaar is een nota Lokale Vredespolitiek bij
de gemeente ingediend. Deze nota ligt momenteel voor preadvies bij b. en w. De nota zal binnenkort,
beargumenteerd en becommentarieerd door het college, in de raad worden behandeld. Dat lijkt ons een
betere gelegenheid om over het al of niet kemwapenvrij verklaren van Leeuwarden te discussiëren.
Wanneer verwacht het college dat genoemde nota met het preadvies van b. en w. in de raad behandeld