14 kaart bekeken die met betrekking tot het onderhavige onderwerp ter visie ligt. Deze kaart is, naar ik heb begrepen, niet in de commissie aan de orde geweest. Als je de kaart bekijkt dan zie je bijvoorbeeld dat de Esdoornstraat en de Egelantierstraat gekwalificeerd worden als straten met een hogere verkeersin tensiteit dan het fameuze aantal van 2.450 motorvoertuigen per etmaal. Ik heb het idee dat wij voor genoemde straten andere plannen hebben - op de kaart staan wat dat betreft nog wel andere dingen -, ofschoon het moeilijk is de discussie daarover te openen. Maar dat laatste zal naar het schijnt binnen kort toch gebeuren. Mijn concrete vraag is: Hoe komen wij in de komende 10 jaar af van datgene wat wij nu vaststellen? Kan dat zo maar? De heer Geerts (weth.): De heer Niemeijer heeft al gezegd dat wij de verklaring voor 10 jaar vast stellen. Als er zich veranderingen zullen voordoen dan zal een en ander door middel van een wijzi gingsvoorstel moeten worden aangepaste Dat lijkt mij logisch. Wanneer blijkt dat datgene wat wij hier vaststellen niet bewaarheid wordt, dan zullen er wijzigingsvoorstellen moeten worden gedaan waarin de veranderde omstandigheden worden beschreven. De heer Niemeijer: Worden de wijzigingsvoorstellen ad hoe gedaan? In hoeverre beginnen wij al vast met de werkzaamheden die uit deze wet voortvloeien? Het is namelijk zo dat voor wegen met de kwalificatie "verkeersintensiteit hoger dan 2.450 motorvoertuigen per etmaal" een zonering moet plaatsvinden en dat er wat dat betreft nogal wat problemen zijn op het gebied van de ruimtelijke orde ning. Gaan wij die werkzaamheden al vast opstarten of zeggen wij: wij hebben nu wel gezegd dat de Esdoornstraat en de Egelantierstraat het fameuze aantal van 2.450 motorvoertuigen per etmaal halen, maar dat zal straks niet meer het geval zijn en daarom drukken wij dat feit voorlopig maar onder de ta fel? Mijn vraag is: worden er straks ad hoe wijzigingsvoorstellen gedaan of worden wij jaarlijks met zo'n programma geconfronteerd? De heer Geerts (weth.): Wij gaan er vanuit dat de verklaring als een vaststaand gegeven is te be schouwen. Slechts wanneer wij merken dat dat niet meer het geval is zullen wij ad hoe wijzigingsvoor stellen doen. Het is niet de bedoeling elk jaar weer met een wijzigingsvoorstel te komen. Het is duide lijk dat de verklaring als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder op basis van onderzoek tot stand is gekomen. Ik besef evenwel dat de hele stad aan het veranderen is en dat dat tot gevolg kan hebben dat datgene wat wij hier vaststellen op de langere duur op bepaalde punten niet hard is te maken. In dat geval zal de zaak ad hoe worden aangepast. Maar de bestemmingsplanprocedure gaat uit van wat wij hier vaststellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 21 (bijlage nr. 373). De Voorzitter: Dit punt luidt: Sanering bodemverontreiniging nabij het Hoeksterend. De heer Sijbesma: Wij worden op het ogenblik wat achtervolgd door deskundigen op het gebied van de sanering van de bodemverontreiniging. Het wordt een beetje moeilijk en vervelend als deskundigen van mening verschillen en wij dan een keuze moeten maken. Wij hebben ons bij de voorbereiding van dit stuk - deze materie komt niet zo maar uit de lucht vallen, want wij zijn er al een hele tijd mee be zig - laten leiden door de Interimwet bodemsanering. Inmiddels zijn de volgende stappen gezet: een oriënteringsonderzoek, een nader onderzoek en een saneringsonderzoek. Die onderzoeken waren nodig omdat - dat hebben wij ook naar buiten uitgedragen - de verontreiniging, die wordt uitgedrukt in wet telijke waarden, ons daartoe dwong. Daarmee hebben wij eigenlijk reeds geaccepteerd dat er maatrege len genomen moeten worden. Op dit mement gaat het er om op welke manier en in welke mate die ge nomen moeten worden. Er is een aantal alternatieven nader onderzocht. Twee daarvan zijn nader uitgewerkt, de isole ringsvariant en de afgravingsvariant. Bij beide varianten wordt overigens het grondwater gesaneerd. Met het college gaat ook onze keus naar de afgravingsvariant. Het zekere voor het onzekere, met name vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Er zijn nog een paar voordelen verbonden aan de afgravings variant, zoals de tijd die nodig is voor de afgraving. Het gaat daarbij om een periode van drie jaar en die is te overzien. Als die termijn voorbij is dan zijn er ook geen beperkingen meer wat betreft de be stemming van het terrein, in tegenstelling tot de isolatievariant waarbij de verontreiniging aanwezig blijft. Bij deze laatste variant wordt de verontreiniging over een periode van tientallen jaren wel min der, maar blijft verontreiniging van het grondwater mogelijk. Dat betekent dan ook dat de bestemming van het terrein voor langere tijd beperkt wordt. 15 Een probleem blijft de zettingsgevoeligheid van de grond. Door deskundigen is aangegeven dat een zettingsverschil van maximaal 2 cm op een afstand van 6 meter van de gebouwen geen schade toebrengt. In de commissie is duidelijk naar voren gekomen dat het proces van bemaling beheersbaar moet zijn. Er moet op elk moment, als er problemen zijn, in een aangepast tempo verder gewerkt of gestopt kunnen worden, zodat de zaak opnieuw bekeken kan worden. In zijn algemeenheid is het voor ons erg belang rijk dat het hele proces beheersbaar is. De provincie sluit een verzekering af voor onvoorzienbare risico's. Ook dit punt is in de vergade ring van de commissie nadrukkelijk aan de orde geweest. De risico's voor de gemeente zijn bij afsluiting van de verzekering afgedekt. Er is echter nog een partij, namelijk de bewoners in de omgeving van het Hoeksterend. Onze fractie dringt er bij het college op aan bij het opstellen van het saneringsbestek met name ook te letten op goede polisvoorwaarden. Het college heeft ook een voorstel gedaan over de financiering. Wij gaan ermee akkoord dat de fi nanciering over een langere periode wordt uitgestrekt. Een afschrijvingstermijn van 25 jaar is arbitrair, maar wat ons betreft kan op dit moment van die periode worden uitgegaan. Concluderend, mijnheer de voorzitter, onze fractie zal voor uw voorstel stemmen. Mevrouw Visscher—Bouwer: Voor ons ligt het voorstel tot sanering van de bodemverontreiniging na bij het Hoeksterend. Het college heeft een keus gemaakt uit de twee overgebleven saneringsmogelijkhe den, de isolatievariant en de afgravingsvariant. Wij zijn het eens met het voorstel van het college, om dat ook wij vinden dat er zekerheid moet zijn voor de toekomst en dat er wat dat betreft geen risico's zijn voor de volksgezondheid. Sanering zal een langdurige operatie zijn, die veel geld zal kosten. De zettingsgevoeligheid van de grond kan bij eventuele verzakkingen - de heer Sijbesma is ook op dit punt ingegaan - risico's met zich meebrengen. Toch zien wij geen andere mogelijkheden, vooral ook omdat het hier gaat om een terrein in de binnenstad. De grond moet zoveel mogelijk worden wegge haald, zodat het terrein, ik denk vooral ook aan het Frigas-terrein, voor diverse doeleinden beschik baar is. Het grootste risico is dat er op een terrein waarvan de grond vervuild is woningen worden ge bouwd. Wanneer wij de verontreinigde grond zouden laten zitten, zouden wij het terrein voor dat doel nooit meer kunnen gebruiken. In verband met veranderde omstandigheden lijkt het mij helemaal niet zo ondenkbaar dat wij het Frigas-terrein op den duur voor een ander doei gaan gebruiken dan thans het ge val is. Wij willen die mogelijkheid dus open houden. In het voorstel staat een heel verhaal over systeemkeuze, risico's, de gang van zaken en dergelij ke. ledereen kan dat lezen, dus daarop wil ik niet verder ingaan. Wij moeten er op vertrouwen dat de technici verantwoord handelen en dat het proces beheersbaar is. Ik heb begrepen dat het niet ondenkbaar is dat het proces anders gaat verlopen dan men denkt, want er is namelijk sprake van een eeuwenoude waterhuishouding en van diverse grondlagen. Het is dus niet precies voorspelbaar hoe een en ander zal verlopen. Wat dat betreft blijven er risico's. Ik heb ook nog een vraag over de overlast in de stad. Is het mogelijk om de overlast die zal optre den bij het vervoer van de grond - aan de andere overlast is weinig te doen - te voorkomen door de 30.000 ton verontreinigde grond per schip af te voeren? Ik heb hier in de commissie ook naar gevraagd. Het lijkt mij dat de afvoer van de grond per vrachtauto naar de tijdelijke opslagplaats, naar Utrecht of waar dan ook naar toe, een enorme overlast zal veroorzaken op de wegen rondom het terrein. Wethou der Miedema antwoordde in de commissie dat "de grêft ek djip genoch wêze moat". Ik heb toen gezegd dat wij die dan maar moeten uitbaggeren, omdat het herstel van kapotte wegen ook geld kost. Ik wil het college deze mogelijkheid in ernstige overweging geven. Vervoer per schip zal minder overslag vragen - in een schip gaat de inhoud van een groot aantal vrachtauto's - en veroorzaakt geen overlast op de wegen. Bovendien kan daardoor ook de overlast naar de bewoners toe worden voorkomen. Heeft het ministerie al een standpunt ingenomen? Als je deze zaak strikt formeel bekijkt dan is het twijfelachtig of de minister geld beschikbaar zal stellen voor de sanering van het parkeerterrein Hoek sterend, omdat daar geen woningen staan. De provincie gaat het saneringsbestek maken. Zonet werd gevraagd of het college op de polisvoor waarden wil letten. Als ik het goed begrijp wordt de provincie de opdrachtgeefster. Zij sluit tevens de verzekering af en maakt het bestek. Heeft de gemeente wat deze materie betreft nog enige rol of staat zij, nadat de raad dit besluit genomen heeft, helemaal buiten spel? Ik heb nog een vraag over het toekomstig gebruik van de terreinen. Heeft het college al eens ge dacht aan het toekomstig gebruik van met name het Frigas-terrein wanneer dat schoon is, want dan kan er namelijk van alles op gebeuren. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het stedebouwkundig plan dat ons een keer in Amicitia is gepresenteerd door een paar studenten. Bij die presentatie waren verschillende mensen van de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) en raadsleden aanwezig. De studenten hadden een ste- debouwkundige invulling gemaakt voor die hele hoek van de stad. Uit dat plan bleek dat daar heel mooi

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 8