30 heeft het ook gehad over het zojuist door mij al genoemde bedrag van 40.000,dat vermeld staat in de Frigasnota. De heer Visser en mevrouw De Jong zijn akkoord met de raadsbrief. Het enige punt waar ik nog op moet antwoorden betreft de vraag van twee raadsleden over het feit dat het rapport van de Frigas zo lang onderweg is geweest. Het rapport is in juni 1983 binnengekomen en het is nu december 1984. Toen het rapport binnenkwam, vlak voor de vakanties, is het in de la ge legd. Vorig najaar waren er erg veel zaken die grote aandacht vroegen van de afdeling. Wij waren hard aan het werk met het voorstel over de zonnecollectoren. Ik heb er erg veel moeite voor gedaan om dat voorstel rond te krijgen. Er moest wat dat betreft nogal wat overleg, ook landelijk, gepleegd worden. Onder anderen daardoor is deze nota even blijven liggen. Maar gelet op de bescheiden bezetting waar wij mee functioneren zal dat nog wel eens gebeuren. Dat is de reden van de termijn van anderhalfjaar. Wij zullen iets dergelijks in de toekomst volgens mij nog wel eens vaker tegenkomen. De heer Niemeijer: :Ook onze fractie vindt de Frigasnota een uitstekende nota, alleen zij is geen beleidsnota van de gemeente. In de samenvatting van de raadsbrief staat dat het niet noodzakelijk is een afzonderlijke gemeentelijke beleidsnota op het gebied van de energiebesparing te maken, omdat de Frigasnota dienaangaande voldoende aanknopingspunten biedt. Ik heb gevraagd om een beleidsnota van de gemeente. Het college had kunnen voorstellen, maar dat staat nergens in de raadsbrief, de Frigasno ta tot gemeentelijke beleidsnota te verheffen. Wat de organisatievorm betreft wil ik het volgende zeggen. Ik heb daarover mijn twijfels geuit. De raadsbrief is onduidelijk over de samenwerkingsvorm, de verantwoordelijkheden, de initiatieven en der gelijke. Ik sta daarin niet alleen. Ook de Frigasnota schrijft uitdrukkelijk dat verdere be leidse lemen ten ten aanzien van energiebesparing ontbreken of niet in de vorm van een concreet besparingsprogramma zijn uitgewerkt. Een concreet beleidsplan is dus noodzakelijk. Er wordt ook nog iets gezegd over de vraag of de organisatiestructuren voor onze gemeente wel de juiste zijn. De kritiek komt dus niet alleen bij mij vandaan maar ook uitdrukkelijk van Frigas. Ik zou graag willen dat de Frigasnota tot gemeente lijke beleidsnota wordt verheven. Ik heb niet flauw willen doen over spouwmuurisolatie, want als redelijk goed beheerder van mijn eigen woning heb ik dat ook gedaan. Ik heb alleen gezegd dat energiebeleid iets anders is dan het be heer van ons eigen gemeentelijk woningbestand. Een goed beheer mag je van de beheerder - een parti culier, een bedrijf, een gemeente - verwachten. Ik heb gesproken over de initiërende rol die de ge meente kan vervullen bij het op gang brengen van processen om tot een veel omvattender programma voor energiebesparing te komen. De Frigasnota gaat daar zeer uitgebreid op in. Er wordt onder anderen gesproken over decentrale energie-opwekkingseenheden. Daar zeggen wij nogal wat. Ik zeg niet dat dat de juiste oplossing zou zijn, maar die wordt wel in de nota genoemd. Dergelijke zaken zouden wij kunnen bekijken, want die bieden elders perspectief. In de nota wordt ook gesproken over warmte krachtkoppeling - bij de ene organisatie is warmte en bij de andere is kracht nodig - en het combineren en inzichtelijk maken van beide soorten behoefte. Wij moeten komen tot een gemeentelijk proces waar in gestuurd kan worden en waarbij dit soort activiteiten geactiveerd en gestimuleerd kunnen worden en tot stand kunnen komen. Er wordt ook gesproken over de verdere ontwikkeling van biogas en het onder ling uitwisselen van afvalwarmte van bedrijven. Kortom, er zouden warmtebeheerskaarten en dergelijke van de stad Leeuwarden moeten worden ontwikkeld. Dat vind ik energiebeleid. In zo'n beleid kun je bepaalde visies, prioriteiten en beleidslijnen ontwikkelen. Wij worden dan gespaard voor ad hoe-voorstelIenzoals het voorstel over de zonnecollectoren waar onze fractie ver schrikkelijk veel moeite mee had. Wij zijn daarmee de vorige keer aarzelend akkoord gegaan. Ik wil ad hoc-voorstellen voorkomen. De Frigasnota geeft daar een aanzet toe. Wij moeten de Frigasnota als ge meentelijk energiebeleidsplan aannemen. Wij kunnen ons dan inderdaad de energie besparen een derge lijke nota zelf te schrijven. Ik heb mijn voorstel in een motie verwoord. Als de wethouder zegt dat die motie overbodig is dan vind ik dat best, maar dan vind ik wel dat wij hem in de toekomst mogen aanspreken op beleidsvoorstellen voor al die zaken die in de Frigasnota ge noemd zijn. Ik zal daar dan ook driftig aan trekken, want ik vind al die zaken belangrijk. Wij moeten daar actief mee bezig zijn. Het lijkt mij op dit moment het beste, nu wij constateren dat de Frigasnota een goede nota is die duidelijke aanzetten geeft voor gemeentelijk energiebeleid, dat wij aan de hand daarvan verder gaan met het ontwikkelen van beleidsvoorstellen. De motie luidt als volgt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 decem ber 1984, besluit de discussienota "Het Gemeentelijk Energiebeleid in het Frigas ver zorgingsgebied" van de NV Frigas, 3 juni 1983, tot beleidsuitgangspunt te nemen voor het door de gemeente Leeuwarden te voeren energiebeleid. 31 Voor de nadere uitwerking van dit te voeren beleid komt het college in 1985 met concrete voorstellen naar de raad." De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen De heer Meijerhof: Ik wil drie opmerkingen maken. De eerste opmerking gaat over het bedrag van ƒ40.000, Uit het antwoord van de wethouder heb ik begrepen dat ik in mijn betoog in eerste instan tie de vraag zou hebben gesteld om een extra krediet van 40.000,beschikbaar te stellen. Ik heb echter begrepen dat er van de drie ton 40.000,-- afgezonderd zou moeten worden en dat daarover een beslissing, hetzij door b. en w. hetzij door de raad, moet worden genomen. Ik weet niet precies of het beheer over het fonds gedelegeerd is aan b. en w. Ik heb over dit punt niets in de raadsbrief kunnen le zen en dat bracht mij aan het twijfelen of ik het raadsvoorstel wel goed had begrepen. De tweede opmerking gaat over de vraag waarom de Frigasnota zo lang onderweg is geweest. De nota is voor de vakantie in de lade gekomen en er na de vakantie weer uit gekomen. Het kan dus bijna niet korter, maar er zit wel een jaar tussen. De derde opmerking betreft de motie. Niet alleen de raadsbrief staat ter discussie, maar ook de Frigasnota. Datgene wat in het eerste deel van de motie staat had ik ook graag geformuleerd willen zien in de raadsbrief, want dan was het duidelijker geweest. Nu staat er dat de nota van Frigas voldoende aanknopingspunten biedt. Ik had liever gezien dat er had gestaan dat de Frigasnota beleidsuitgangspunt is voor de gemeente Leeuwarden voor het te voeren energiebeleid. Ik zou tegen het college willen zeg gen om die nota sowieso over te nemen. Ik heb kritiek op het tweede deel van de motie waarin staat: "Voor nadere uitwerking van dit te voeren beleid komt het college in 1985 met concrete voorstellen naar de raad.Het gevaar bestaat dat er dan toch weer een eigen nota geschreven moet worden In de raadsbrief staat, ik heb dat ook al ge zegd, dat er niet opnieuw een nota moet worden geschreven. Ik vind dat het college de Frigasnota moet overnemen Met het eerste deel van de motie heb ik dus geen enkel probleem. In het tweede deel van de motie zit voor mij een bepaald risico. Maar misschien kan daar nog een nadere toelichting op komen. De heer Miedema (weth.): Het gaat in tweede instantie alleen nog over de vraag wat het college denkt te gaan doen met betrekking tot concrete voorstellen. Het zou de heer Niemeijer en in zijn voet spoor de heer Meijerhof aanspreken als het college onomwonden zegt dat de Frigasnota beleidsuitgangs punt is voor zijn handelen. Daar komt het op neer. In de raadsbrief is een aantal zaken niet meegeno men die in de nota van Frigas wel heel duidelijk zijn aangemerkt. De heer Niemeijer heeft gezegd dat het de taak van de gemeente is om de nota als beleidsuitgangspunt te nemen. Hij heeft het onder meer over warmtekrachtkoppeling en afvalwarmte. In de nota worden een aantal zaken genoemd die inder daad erg belangrijk zijn in het totale kader van de energie. Het college is echter van mening dat die zaken qua onderzoek, uitwerking en risico te groot zijn om daarover met concrete voorstellen bij de raad te komen. (De heer Niemeijer: Dat blijkt dan toch wel bij de nadere uitwerking? Frigas suggereert om die zaken nader te bestuderen en aan te pakken en ziet in een aantal van dit soort zaken wel pers pectief.) Wij hebben in de raadsbrief een aantal zaken genoemd ten aanzien waarvan wij de Frigasnota als beleidsuitgangspunt aanvaarden. Maar wij hebben grote twijfels over een aantal beleidspunten die in de Frigasnota staan en die hebben wij dus niet in de raadsbrief meegenomen. Ik ben bereid in de betref fende commissie te bespreken waar de problemen liggen en waar mogelijkheden liggen, maar ik ben niet bereid de motie van de heer Niemeijer over te nemen. Ik wil de motie met klem afwijzen. Hoewel het college van mening is dat de gemeente op dit terrein een heel duidelijke taak heeft, is het ook van mening dat deze taak heel duidelijk haar financiële grenzen heeft. Ik wil duidelijk stellen dat de Frigasnota goede aanzetten geeft. Wij willen in de besprekingen de Frigasnota best als uitgangs punt nemen en alles wat daarin genoemd wordt als beleid meenemen. Wij moeten dan wel heel duidelijk zaken gaan afwegen. Ik wil op dit moment niet de schijn op mij laden dat ik in dat kader met voorstel len kom, want daar ziet het wat betreft de sectoren die met name genoemd zijn door de heer Niemeijer naar mijn smaak - laat daar geen misverstand over bestaan - financieel niet naar uit. De motie is voor mij niet aanvaardbaar en ik verzoek de raad met grote klem die niet te aanvaarden. Wij zijn best bereid - de heer Meijerhof heeft daar ook op gedoeld - de Frigasnota in grote lijnen als beleidsuit gangspunt te aanvaarden. Maar van een aantal zaken die ik met name genoemd heb zullen wij als ge meentebestuur, gelet op de mogelijkheden die wij hebben - Frigas heeft daar misschien wel mogelijkhe den voor -, heel duidelijk afstand moeten nemen. Ten aanzien daarvan moeten wij zeker ook onze fi nanciële grenzen kennen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 16