32 De heer Niemeijer: Ik wil nog graag een toelichting op de motie geven, want er is enig misverstand. Ik heb op zich geen bezwaar tegen splitsing van de motie. Het lijkt mij toe dat iedereen die de Frigas- nota een goede nota genoemd heeft het eerste deel van de motie kan steunen. Met het tweede deel van de motie wordt niets anders bedoeld dan dat wij besluiten de Frigasnota tot gemeentelijk uitgangspunt te nemen en dat het dan zinvol is dat de raad stapsgewijs geihformeerd wordt en besluiten neemt als er over actiepunten gesproken wordt. (De heer Miedema (weth.): In de mo tie staat dat het college in 1985 met concrete voorstellen naar de raad komt.) Hoe gaan wij verder? Dat betekent niet dat er een voorstel komt voor een warmtekrachtkoppeling bij bedrijf x of y, maar wel dat wij gerapporteerd worden en beslissingsfasen inbouwen. Met andere woorden, het college moet bij de raad komen met voorstellen waarin staat dat het bepaalde dingen geconstateerd heeft en dat het nu op een bepaalde wijze verder wil. Dat is de bedoeling van het tweede deel van de motie. De Voorzitter: Ik constateer dat de bedoeling van de motie, na de interpretatie van de heer Nie meijer, redelijk spoort met het antwoord van de wethouder. Het uitgangspunt is de Frigasnota, maar die wordt niet geconcretiseerd op een aantal onderdelen. Een en ander wordt nog nader bekeken en bespro ken in de commissie. Ik ben toe aan de stemming over de motie. De heer Meijerhof: Ik wil een stemverklaring afleggen, mijnheer de voorzitter. Onze fractie zal niet voor de motie stemmen, aannemende dat die gehandhaafd blijft, gelet op de toezegging van de wethouder dat de Frigasnota uitgangspunt is voor de gemeente, op het feit dat in de raadsbrief staat dat de verslagen ter inzage liggen, op de toezegging dat deze materie regelmatig in de Commissie voor het Electriciteitsbedrijf aan de orde komt en op het feit dat ik problemen heb met het tweede deel van de motie. De heer Niemeijer: Mag ik nog iets zeggen? (De Voorzitter: Nee, want dan gaan wij zo langza merhand naar een vierde termijn toe. U hebt die motie ingediend.) Ik heb gezegd dat ik geen bezwaar heb tegen splitsing van de motie. (De Voorzitter: U hebt de motie in een eerdere termijn nog eens toe gelicht. Als u nu wat wilt, dan kunt u de motie nog intrekken.) Ik wil de motie wel splitsen. De Voorzitter: Zijn er nog meer stemverklaringen? Mevrouw De Jong: Ik stem tegen de motie, gelet op de toezeggingen en de motivering die de wet houder gegeven heeft. Ik onderschrijf zijn zienswijze dat wij als gemeente beperkte financiële middelen hebben. Wij hebben met het stadsverwarmingsproject dusdanig veel gewaagd en verloren in onze poging te komen tot energiebesparing, dat ik met het tweede deel van de motie niet kan meegaan. Gezien de toezeggingen van het college vind ik het eerste deel van de motie eigenlijk overbodig. De heer Visser: Onze fractie zal tegen de motie stemmen. De Voorzitter: Ik kom niet tegemoet aan het verzoek om de motie te splitsen. Er is een motie in één geheel ingediend en ondertekend. De motie had gesplitst moeten worden ingediend. De heer Niemeijer: Mag ik het tweede deel van de motie intrekken? De Voorzitter: Nee, u trekt de motie in of er wordt over gestemd. (De heer Niemeijer: U stelt zich nu heel formeel op.) Dat kan mij niets schelen. Ik heb hier een motie die volgens het reglement van or de is ingediend. Die motie komt in stemming. De motie van de heren Niemeijer en Van der Wal wordt verworpen met 31 tegen 4 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de fractie van PAL.) De Voorzitter: Aan de orde is thans de stemming over het voorstel. De heer Buurman: Ik wil graag aantekening dat ik tegen de onrendabele toepassingen ben in ver band met de alternatieve energiebronnen. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder en de door de heer Buurman gewenste aantekening. 33 De heer Miedema (weth.) heeft inmiddels de vergadering verlaten. Punt 20 (bijlage nr. 428) De Voorzitter: Aan de orde is thans: Goedkeuren van de begrotingen 1984 van de Stichting Me disch Centrum Leeuwarden. De heer Duijvendak: Een korte opmerking in de kantlijn bij dit raadsvoorstel. Afgelopen vrijdag is de eerste paal geslagen voor het Medisch Centrum Leeuwarden. De kosten van het feestje dat daarbij plaatsvond zullen in deze begrotingen verwerkt zijn. Iedere feestelijke opening of het slaan van de eer ste paal kost geld. Op zich is 25.000,geen bedrag waarmee je veel verplegend personeel aan werk kunt helpen. Toch willen wij hier opmerken dat wij ons de boosheid van het personeel. (De Voorzitter: Mag ik u even tot de orde roepen, mijnheer Duijvendak? Ik zie de relatie tussen de eerste paal en deze begrotingen niet helemaal.) Ik probeer aan te geven dat de 25.000,voor een deel verwerkt is in deze begrotingen(De Voorzitter: Waar dan?) Ik heb geen artikelen bij de hand. (De Voorzitter: Ja, maar dat is dan een veronderstelling die eerst maar eens waargemaakt moet worden. Ik heb het vermoe den dat u er iets bij haalt wat er in eerste linie niets mee te maken heeft.) Dit punt heeft er zeker mee temaken. Ik heb de begrotingen niet bij de hand, want die liggen bij de stukken op de Leeskamer. Vanmiddag heb ik in de begrotingen gebladerd en toen heb ik gezien dat er in het kader van het ge reedmaken van de plannen een bepaalde post is opgenomen. Er is niet concreet aangegeven van: 25.000,voor de opening. Waar het ons echter om gaat is dat wij ons de boosheid van het personeel kunnen voorstellen. Wat wij als raad hier hebben te doen is niets anders dan te constateren dat er vol daan wordt aan de formele voorwaarden die wij hebben gesteld. Maar er mag blijkbaar niets gezegd wor den over de afnemende mogelijkheden om de kwaliteit van de gezondheidszorg op peil te houden. De Voorzitter: Ik geef wethouder Heere de gelegenheid een antwoord te geven. De heer Heere (weth.)Ik zal daar geen gebruik van maken, mijnheer de voorzitter. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 21 (bijlage nr. 425). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22 (bijlage nr. 424) De Voorzitter: Dit punt luidt: Opvangproject Iraniërs. De heer Boelens: In de eerste plaats lovende woorden aan het adres van de vrijwilligers voor de tijd die zij hebben gestoken in het werk om dit project te kunnen plaatsen in de plannen en in het overleg dat daar voor nodig is geweest. Ook lovende woorden aan het adres van de ambtenaren die dit project op papier hebben gezet. Ik wil ook nog een opmerking maken over de laatste zin in het Plan voor de opvang en begeleiding van een groep Iraanse vluchtelingen in Leeuwarden, namelijk: "Voor de kosten van eventuele voortge zette maatschappelijke begeleiding evenals voor mogelijk te zijner tijd te ontwikkelen sociaal-culturele activiteiten, zal later een begroting (kunnen) worden opgesteld." Ik denk dat wij daar in het Program ma Sociaal-cultureel Werk 1985 melding van kunnen maken. De heer IJestra: Onze fractie heeft de behoefte haar waardering uit te spreken over de inhoud en kwaliteit van het Plan voor de opvang en begeleiding van een groep Iraanse vluchtelingen in Leeuwar den. Het plan heeft onze volledige instemming. De heer Heere (weth.): De waarderende opmerkingen voor de opzet en de uitwerking van dit plan worden door het college uiteraard in dank aanvaard en zullen te bestemder plaatse worden gedeponeerd. De veronderstelling van de heer Boelens dat de kosten voor de sociaal-culturele activiteiten te zijner tijd in het programma zullen kunnen worden aangetroffen is correct.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 17