10 11 Conclusie: Onze fractie zal tegen het voorbereidingsbesluit genoemd onder punt II van de raads brief stemmen De heer Dubbelboer: Mijn fractiegenote, mevrouw Van Dijk, zal straks nog iets zeggen over punt II van de raadsbrief. Ik wil graag iets zeggen over punt III van de raadsbrief, waarin de raad wordt voorgesteld een voorbereidingsbesluit te nemen voor een heel karakteristiek stukje Leeuwarden recht tegenover de Froskepolle. De heer Bergsma wil op de plaats waar nu twee woninkjes staan één nieuwe woning bou wen. In dit gebied is al veel gerenoveerd. Het gaat ook om een heel leuk stukje Leeuwarden. Op zich zelf is het een prima zaak dat de twee woninkjes die niet van al te beste kwaliteit meer zijn worden vervangen door iets anders. Ik had evenwel liever gezien dat de heer Bergsma de woningen zodanig had onderhouden dat hij ze, net als zijn buren hebben gedaan, mooi had kunnen restaureren. Dan was het daar nog veel leuker geweest. Maar helaas, dat is niet gebeurd. Thans ligt voor ons een voorstel omdat het bouwplan niet correspondeert met het bestemmings plan, ik citeer; "Het bouwplan van de heer Bergsma correspondeert niet geheel met de in het vigerende bestemmingsplan vervatte voorschriften. Zo wordt voor een deel buiten de bebouwingsgrens gebouwd, terwijl de garage ook iets te diep is uitgevallen." Op zich zeg ik van ach, als het eens een keer om een halve meter gaat dan is dat niet zo'n probleem. Maar bij nadere bestudering blijkt dat er fors buiten de bebouwingsgrens wordt gebouwd. Met de opmerking dat de garage iets te diep is uitgevallen wordt verbloemd - een ander woord heb ik er niet voor - dat de garage een oppervlakte van 50 m2 krijgt en dus drie keer groter wordt dan de voorschriften toestaan. In de voorschriften staat namelijk dat er een garage van 17 m2 mag worden gebouwd. De garage wordt dus niet "iets" te groot of "iets" te diep, nee die wordt drie keer zo groot. Het obligate argument is dat - dat staat natuurlijk altijd in dit soort voor stellen - er uit stedebouwkundige overwegingen geen bezwaren zijn. In een aantal gevallen is dat ook wel zo. Het is alleen heel vervelend dat, toen de buren van de heer Bergsma een aantal jaren geleden een soortgelijk verzoek deden, die stedebouwkundige bezwaren er wel waren. Bij onze fractie wil het er niet in dat er op dit moment dan niet een soort gevoel van onrecht/ongelijkheid ontstaat. Wij zijn dan ook niet van zins voor het voorstel, genoemd onder punt III van de raadsbrief, te stemmen. Wij vinden het een goede zaak dat op die plek gebouwd wordt. Een heel kleine afwijking levert voor onze fractie geen problemen op, maar met een overschrijding op zo'n grote schaal van de plannen die er liggen gaan wij niet akkoord. Als je daar dan de verhalen bij betrekt die nu rondom het hele plan de ronde doen en het feit dat de aanvrager dan wel zijn wederhelft verkondigt dat er een bedrijfspand in gevestigd gaat worden, dan denk ik dat de raad, als hij met dit voorstel akkoord gaat, met open ogen in een val loopt. Dat moeten wij niet doen. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik wil graag iets zeggen over punt II van de raadsbrief. Wij heb ben geen bezwaar tegen de functiewijziging van de twee kleine woningen aan de Elias Vonckstraat, die nu reeds onderdeel uitmaken van het bedrijf, en de uitbreiding van de opslagfunctie. Het belang van het bedrijf, de werkgelegenheid, het feit dat het bouwplan stedebouwkundig aanvaardbaar is en het feit dat er een verbouwing binnen het bebouwingsvlak uitgevoerd zal kunnen worden zijn voor ons redenen om met het voorstel, genoemd onder punt II van de raadsbrief, in te stemmen. Wij menen dat de brief van het Technisch Bureau Romkema later op zijn eigen merites beoordeeld kan worden Mevrouw De Jong: Ik wil iets zeggen over punt II van de raadsbrief. Deze zaak is ook in de Com missie voor de Ruimtelijke Ordening uitgebreid aan de orde geweest. Ik kan mij zonder meer aansluiten bij hetgeen de heer Timmermans heeft gezegd, want in feite komen mijn argumenten op hetzelfde neer. Ik wil ook nog iets zeggen over punt III van de raadsbrief. Het is wat merkwaardig dat er in de raadsbrief staat dat er voor een deel buiten de bebouwingsgrens wordt gebouwd en dat de garage iets te diep is uitgevallen. Ik heb grote bezwaren tegen het onzuiver weergeven van de juiste gang van zaken. Op zich ben ik niet tegen deze herziening van het bestemmingsplan, maar ik blijf erbij dat er een on zuivere weergave van de feiten heeft plaatsgevonden. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening hebben wij gehoord dat de garage ongeveer twee tot drie keer groter wordt dan is voorgeschreven. Ik vind dat je dan moeilijk in de raadsbrief kunt praten over een garage die iets te diep is uitgevallen. Mijns inziens had duidelijk moeten worden aangegeven wat feitelijk het verschil is. De heer Van der Wal: De heer Timmermans heeft ten aanzien van punt II van de raadsbrief een vrij uitvoerige voorgeschiedenis gegeven. Op grond van die voorgeschiedenis en het feit dat wij vinden dat er van het bedrijf en de hier aan de orde zijnde uitbreiding wel een erg negatieve uitstraling uitgaat op de omgeving - dat is nader aangeduid in het bezwaarschrift van de bewoners, waarin onder ander gespro ken wordt over een smal in particulier eigendom zijnd straatje dat vaak geblokkeerd is en kapotgereden wordt - komen wij tot de conclusie dat wij geen voorbereidingsbesluit moeten nemen. Bovendien gaat daar een zekere precedentwerking van uit. Het Technisch Bureau Romkema zal daar wel op doelen. Wat punt III van de raadsbrief betreft het volgende. De heer Dubbelboer heeft gezegd dat de raad, wanneer die akkoord gaat met dit voorstel, in de val zal lopen. Hij beschikt kennelijk over andere in formatie dan ik. Wegens ziekte kon ik de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening niet bijwonen, maar ik heb daar later wel een verslag van gehoord. De overwegingen die de heer Dubbelboer aanhaalt heb ik niet gehoord. Ik ben er toch wel nieuwsgierig naar of er werkelijk van een zodanig grote uitbreiding sprake is dat daarin bedrijfsvestiging mogelijk zou zijn. Het lijkt mij dat dat aan de hand van dit voorbereidingsbesluit niet kan, maar ja, een voorbereidingsbesluit is gauw geschre ven De heer Sijbesma: Zoals al gezegd is, is deze raadsbrief uitvoerig besproken in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Punt I van de raadsbrief laat ik voor wat het is, want dat is een'formele kwestie. Over punt II van de raadsbrief het volgende. Het gaat er volgens mij om welke afweging je maakt. Het gaat om een bedrijf in een woonbuurt dat daar een functie heeft. Het is inderdaad waar dat er bij de vaststelling van het bestemmingsplan een woonbestemming aan de panden is gegeven. Maar deze panden vallen onder het overgangsrecht en werden en kunnen ook bij voortduring worden gebruikt door de onder nemer. Wij vinden dat die ruimte daarvoor moet worden gegeven en dat het college die afweging moet maken. Onze afweging valt uit in de richting van dit bedrijf. Een en ander hoeft helemaal geen prece dentwerking te hebben De situatie met betrekking tot het bedrijf van Technisch Bureau Romkema - er is vanavond een brief van dat bedrijf op onze tafels gelegd - is heel anders. Een zorg van de bewoners van de woonstraat is dat de straat zal worden vernield. Het gaat hier om een eigen straat. Ik zou het college wel willen vragen heel goed te kijken naar het bouwplan dat wordt ingediend en dat er eventueel eisen aan de vergunning worden gesteld, zodat zoveel mogelijk het ontstaan van gevaar door, onnodig, gebruik van de straat wordt voorkomen. Overigens is dat deel van de straat dan ook eigendom van het bedrijf Tromp. Over punt III van het raadsvoorstel hef volgende. Het gaat hier om de invulling van een gebied op de Froskepolle. Wij hebben een en ander geprojecteerd gezien in de commissievergadering. Er staat inderdaad dat er uit stedebouwkundige overwegingen geen bezwaren bestaan tegen het bouwplan. Voor zover ik het heb kunnen beoordelen op basis van de projectie, geloof ik ook dat dat zonder meer zo is. Er zijn wat forse overschrijdingen, onder anderen wat betreft de oppervlakte van de garage. Het is maar net of je van 3 keer 1 meter uitgaat of van 3 keer 3 meter. De 3 is echter wel een vaststaand gegeven. Volgens mij zijn de vertrekken als zodanig niet overdreven groot. Onze fractie zal voor alle punten die genoemd staan in de raadsbrief stemmen. De heer Geerts (weth.): Punt II van de raadsbrief is zo'n punt waar verschillend over gedacht kan worden. Nog niet zo lang geleden is er een bestemmingsplan vastgesteld, waarbij de pandjes waar het nu om gaat in het overgangsrecht tot woning zijn bestemd. Het bedrijf dat daar zit kan echter zijn func tie uitoefenen. Welk besluit wij vanavond ook nemen, het bedrijf blijft daar in zijn huidige omvang. De pandjes krijgen, ook wanneer wij het voorbereidingsbesluit niet zouden nemen, hun woonbestemming niet terug. Er moet ook een afweging worden gepleegd. Het gaat hier om een belangenafweging. Er is een bedrijf dat gevestigd is in een wijk en dat willen wij daar graag houden. Wij willen immers graag winkels in een wijk hebben, omdat dat een wijk verlevendigt. Zoiets heeft echter ook zijn beperkingen. Het bedrijf mag niet te groot zijn, mag de omgeving niet aantasten, enz. Ik vind niet dat het nu aan de orde zijnde bedrijf de omgeving aantast, gezien de feitelijke ingreep die gepleegd wordt. De pandjes veranderen niet van aanzien, want er gebeurt helemaal niets aan. De voorgevel blijft zoals die is en blijft zijn functie ook houden. De uitbreiding past binnen het volume zoals dat in het bestemmingsplan is aangegeven. De heer Timmermans heeft het gehad over licht en lucht, maar dat is niet zo'n relevant argument, want dat geldt ook als wij gesproken hadden over woonbebouwing. De bouwmassa is dus niet aan de orde. Het enige wat aan de orde is is de functie en die wijzigt zich wanneer het voorberei dingsbesluit wordt genomen. Afgifte van de bouwvergunning zal dan mogelijk worden. Nogmaals, je kunt verschillend denken over deze zaak. Het college heeft ook een afweging gemaakt en heeft in dat kader een voorkeur voor dit bouwplan Er is een brief binnengekomen van Technisch Bureau Romkema en een schets van de heer Tromp waarop is aangegeven hoe het nu precies zit met de aanvoer van de goederen. De deur van het pand

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1984 | | pagina 6