32 De gewijzigde motie van de heren Siemonsma en Duijvendak wordt verworpen met 19 te gen 14 stemmen. (Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-Sjoerdsma, De Haan-Laagland, Visscher-BouwerVlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Jans sen, Meijerhof, Schade en Timmermans, alsmede de leden van de PAL-fractie Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder. Punt 19 (bijlage nr. 8). De Voorzitter: Dit punt luidt: Het vaststellen van voorschriften op grond van artikel 16k van de Wet op de bejaardenoorden. De heer Burg: Onze fractie heeft geen bezwaar tegen de voorgestelde verordening en bepalingen als zodanig. Een en ander geeft vaak voor de betreffende bejaarden in tehuizen wel problemen. Over de te treffen regeling hebben wij nog enkele vragen. Maar voordat ik die vragen stel, wil ik even kwijt dat ik de aanpak van en de voorlichting over de maatrege len positief waardeer. Alle bejaarden worden persoonlijk bezocht en krijgen een duidelijk leesbare en overzichtelijk ingedeelde en opgestelde folder, waarin zij datgene nog eens kun nen nalezen wat hun al zorgvuldig is uitgelegd. In de folder staat onder meer dat er nog een brief zal volgen waarin de hoogte van de eigen bijdrage per één januari 1985 is aangegeven en op welk rekeningnummer dit bedrag betaald moet worden. Dit nu is een van de problemen die wij signaleren. Het is nu 7 januari 1985. Veel bewoners van tehuizen of hun kinderen hebben de al dan niet automatische betaling gestopt per één januari 1985 in de veronderstel ling tijdig deze brief te ontvangen. Maar die brief moet nog komen. Nu lijkt dat niet zo'n groot probleem - wezenlijk is het dat natuurlijk ook niet -, maar ik weet uit ervaring dat veel oude mensen van alle dingen die buiten het normale vallen een levensgroot probleem ma ken. Ik zou er dan ook op willen aandringen dat bedoelde brief binnen één week hooguit twee weken op de plaats van bestemming wordt bezorgd. In veel gevallen moet er in februari alsnog twee keer betaald worden. In dezelfde folder wordt ook gezegd dat, wanneer men nog problemen heeft, de admini strateur of de directeur van het betreffende tehuis kan worden geraadpleegdMisschien is het verstandig te overwegen om, naast het verzenden van de betreffende brief, de functio naris die de tehuizen bezoekt per tehuis enkele uren zitting of spreekuur te laten houden om eventuele problemen of bezwaren aan te horen. Vaak vinden bewoners van tehuizen, met na me de bewoners die zelf de kosten betalen, of hun kinderen, het vervelend om met financiële zaken te rade te gaan bij de administrateur van het tehuis, die, omdat hij de bijdrage niet vaststelt, toch weer zal moeten doorverwijzen of zal moeten telefoneren. Bovendien kan het zijn dat de betreffende functionaris net even weg is, enz. De spreekuren kunnen in meerge noemde brief of op een bijsluiter worden vermeld. Eén en ander zal de duidelijkheid ten goe de komen en misschien zelfs het aantal bezwaarschriftenwaarvoor wij nu de verordening vaststellen, tot een minimum beperken. De heer Siemonsma: Wij hebben op zich geen probleem met de procedure van de behan deling van bezwaarschriften ingevolge de Wet op de bejaardenoorden en in dat kader aan te sluiten bij de bestaande voorschriften zoals die zijn vastgelegd in de Verordening op de Ge meentelijke Sociale Dienst en de verlening van bijstand. Wij hebben wel problemen met die verordening op zich, met de wijze waarop niet onafhankelijk een advies wordt gegeven wan neer bezwaarschriften worden ingediend. Dat lijkt ons een algemeen punt dat op dit moment niet beslecht zal kunnen worden. Wij zullen daar bij een andere gelegenheid op terugkomen. Reeds nu willen wij tegen dit onderdeel van de regeling bezwaar aantekenen. De heer Kessler (weth.): In de eerste plaats de heer Burg. Ik moet constateren dat hij aanzienlijk meer van deze materie afweet dan ik. Hij heeft twee suggesties gedaan en die zal ik meenemen. Voor zover ik nu kan beoordelen lijken het mij redelijke suggesties, waar wel wat mee te doen is. De heer Siemonsma heeft aangekondigd dat hij problemen heeft met de verordening op zich en ook met de verordening waar deze verordening in feite op gebaseerd is, omdat de af weging niet onafhankelijk genoeg zou zijn. Ik weet niet in hoeverre wij nu op die discussie in moeten gaan, maar mijn persoonlijke indruk is dat die afweging wel min of meer onafhan kelijk gebeurt en wel hier om In feite zijn namelijk alle beslissingen, die uiteindelijk in het kader van de Algemene Bij standswet en de Wet op de bejaardenoorden genomen worden, gedelegeerd aan de directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst. De directeur neemt die beslissingen betrekkelijk auto noom; geen enkele wethouder krijgt die te zien. Wij krijgen de beslissingen alleen te zien op het moment dat iemand er echt bezwaren tegen heeft. Dan wordt de beslissing opgetild naar 33 het niveau van in eerste instantie wethouder Miedema en mijn persoon. Als wij er met zijn tweeën niet uitkomen, dan wordt een en ander in tweede instantie opgetild naar het niveau van het gehele college. Voor zover mijn ervaring in de bezwaarschriftencommissie strekt, is het zeker niet zo dat wethouder Miedema en ik klakkeloos de adviezen volgen van de Ge meentelijke Sociale Dienst. Integendeel, wij hebben daar soms ook best nog onze opmerkin gen bij. Er vindt meestal na afloop van een vergadering van de bezwaarschriftencommissie soms nog wel een halfuur en soms wel langer een uitgebreide discussie plaats over de betref fende bezwaarschriften. Het gebeurt zeer regelmatig dat er uiteindelijk een ander oordeel, een andere afweging, een andere beslissing uit voortvloeit dan de directeur van de Gemeen telijke Sociale Dienst in eerste instantie heeft genomen. Wat dat betreft ben ik het niet eens met de suggestie alsof de advisering nog onafhankelijker zou kunnen gebeuren. Je kunt na tuurlijk andere mensen inzetten en dan vallen er misschien af en toe andere beslissingen. Maar de mensen die op dit moment met deze materie bezig zijn, wethouder Miedema en ik, zien de beslissingen voor het eerst. Wij beoordelen de zaak zo onafhankelijk mogelijk. De heer Siemonsma: Ik twijfel niet aan de integriteit van dat deel van het college dat al deze bezwaarschriften behandelt. Maar procedureel gezien vind ik die onafhankelijkheid niet goed gewaarborgd. Als de heren namelijk niet alleen op hun eigen oordeel afgaan maar zich ook weer laten adviseren, dan wordt dat advies wel weer gegeven door de instantie die de beslissing heeft genomen. Op het punt van de onafhankelijkheid lijkt mij de procedure niet goed geformuleerd. De heer Kessler (weth.): Uiteindelijk is het natuurlijk altijd zo dat het college van b. en w. beslissingen neemt ten aanzien van het verstrekken van bijstand en dergelijke. In laatste instantie zal ook altijd het college een beslissing moeten nemen. Je kunt natuurlijk andere adviesorganen invoegen die adviseren aan b. en w., maar dan moet het college weer overwe gen of het allemaal wel goed gedaan is of niet. In laatste instantie zijn dit soort beslissingen beslissingen van b. en w. en die kunnen wij nooit delegeren aan welke andere commissie dan ook. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 20 (bijlage nr. 20). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de be grotingen van de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst voor het Marktwezen en de Friesland hal, de Dienst voor Sport en Recreatie, de Dienst voor Reiniging en Brandweer en het Wo ningbedrijf voor het dienstjaar 1985. Dienst Stadsontwikkeling (Grondbedrijf). De heer Van der Wal: Het gaat mij om punt 2. Haalbaarheidsonderzoek Schoolstraat e.o. Ik wil op dit moment liever niet ingaan op de achtergronden van dit voorstel tot kredietver lening. Het is wel een feit dat hieraan vrij uitgebreide voorstellen van de projectgroep en de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting ten grondslag liggen, waarin op zich heel interessante zaken staan. De ambtelijke advisering dienaangaande lag niet bij dit punt ter inzage, maar wel bij de besluitenlijst van b. en w. Op dit moment wil ik, zoals gezegd, liever niet ingaan op de achtergronden van dit haalbaarheidsonderzoek. Wij hebben al eerder voor een dergelijk onderzoek gepleit. Op zich zijn wij het met de kredietverlening eens. Ik zou het college willen verzoeken om ons de stukken toe te zenden en te agenderen voor de eerst volgende vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Mocht die agenda overvol zijn, dan kan een en ander ook drie weken later worden geagendeerd. Ook de pro jectgroep adviseert om de punten uit het haalbaarheidsonderzoek in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde te stellen. Een en ander ontslaat mij van de plicht om nu op de achtergronden van het haalbaarheidsonderzoek in te gaan. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Ook ik wil ingaan op punt 2. Haalbaarheidsonderzoek Schoolstraat e.o. Onze fractie vraagt zich af waarom er eerst weer zo'n onderzoek moet wor den gepleegd en waarom daarvoor een krediet beschikbaar moet worden gesteld ten laste van de ruimte voor de stadsvernieuwing. Wij menen dat in de Commissie voor de Ruimtelijke Or dening al is ingestemd met de voorgestelde aanpak. De uitgangspunten zijn aan de project en contactgroep uit het gebied om commentaar voorgelegd. Daarna zal aan de raad worden voorgesteld met deze uitgangspunten in te stemmen. Ik begrijp uit het collegevoorstel dat de projectgroep vraagt om een haalbaarheidsonderzoek in te stellen. Het is ons niet duidelijk waarom dat nu eerst nog eens weer moet plaatsvinden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 17