4 Een ander punt dat bij die gelegenheid de nodige aandacht kreeg was de met recht be pleite erkenning van Leeuwarden als stadsgewest. Ik mocht het kort geleden in een gesprek met de eerstverantwoordelijke minister Winsemius herhalen. De erkenning van plaats en functie van de Friese provinciehoofdstad is ook in het ge ding wanneer gesproken wordt over het spreidingsbeleid rijksdiensten. Nog steeds is een aantal beleidsmaatregelen van kracht waarin voor Leeuwarden een specifieke plaats is inge ruimd. In de Nota Regionaal Sociaal-economisch beleid 1981-1985 van februari 1981 schrijft de minister van Economische Zaken over het spreidingsbeleid rijksdiensten dat in het sprei dingsbeleid voor het Noorden bijzondere aandacht besteed wordt aan de drie groeipolen Gro ningen, Leeuwarden en Emmen. Het provinciaal bestuur sloot zich daarbij aan toen het zich in januari 1982 in het Streekplan Friesland op het standpunt stelde dat voor wat betreft de vestiging van rijksdiensten en overige dienstverlenende bedrijven met een stuwende werking onder meer geldt dat de rijksdiensten in de eerste plaats in Leeuwarden worden gevestigd. Het is een beleid dat van zowel de rijksoverheid als de provinciale overheid duidelijke keu zen verlangt. Daarbij gaat het om een Leeuwarder belang. Evenzeer gaat het om een Fries belang. Het zou een rampzalige ontwikkeling zijn indien in onze overwegend door kleinschaligheid geken merkte provincie de provinciehoofdstad in verschraling en kleurloosheid onder zou gaan. Op dit punt is er weinig aanleiding tot tevredenheid. Op het moment dat er een rijksdienst voor spreiding in aanmerking komt, worden de eerder geformuleerde beleidsuitgangspunten met een zeker gemak aan de kant gezet. Niet al te duidelijke motieven bepalen de keus op een andere lokatie. Daarmee is tegelijkertijd de voosheid van de gedane toezeggingen en beleids matig in het vooruitzicht gestelde ontwikkelingen aangegeven. Een tweede opmerking die ik in dit verband wil maken betreft de realisering van de 400 PTT-arbeidsplaatsen waarvan ongeveer 240 zijn gerealiseerd. Uit latere gegevens die de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mij verschafte zou moeten blijken dat inmiddels dit aantal een opwaartse correctie naar 300 behoeft. Onderdeel van deze operatie maakt uit het overbrengen van een deel van de S 06functie, een vorm van telefoonservice, naar Leeu warden. Buiten beeld blijft dat als gevolg van deze maatregel bij een soortgelijke telefoon service ondergebracht bij het Postdistrict Leeuwarden arbeidsplaatsen verloren gaan. Het zal u duidelijk zijn dat in voortgezette gesprekken met de staatssecretaris slechts gesproken zal worden over een extra aantal arbeidsplaatsen van per saldo 400 netto. Nog onduidelijk is welke factoren exact de terugloop van het bevolkingscijfer in 1984 hebben veroorzaakt. Het zal u bekend zijn dat een teruggang met 295 inwoners moest worden geregistreerd. Maar een beweging vanuit Leeuwarden naar andere provincies dan Friesland van per saldo 452 inwoners geeft wel te denken. Ook hier kost het geen moeite tevens het Friese belang te signaleren. Nu moeten we er voor waken in een stemming van defaitisme te geraken Vertrouwen. Leeuwarden heeft voldoende mogelijkheden om met vertrouwen de toekomst in te gaan. De stad vervult sinds jaar en dag een markante rol op tal van terreinen. Als centrum voor werkgelegenheid biedt Leeuwarden meer dan 25% van de totale Friese werkgelegenheid. Er mag dan ook van uitgegaan worden dat in de nieuwe Nota Sociaal-Economisch beleid van de minister van Economische Zaken deze functie opnieuw zal worden onderlijnd. De stagnatie in de werkgelegenheid motiveert in geen enkel opzicht een verschillend regiem in ondersteu nende maatregelen voor de verschillende delen van Friesland. Het ligt mede op de weg van het provinciaal bestuur een wijziging van de Investerings Premie Regeling ten gunste van Leeuwarden te bepleiten. Leeuwarden speelt een beduidende rol met de aanwezige medische voorzieningen. Met na me de ontwikkeling van het MCL biedt goede toekomstperspectieven. De mogelijkheid relaties te leggen met de medische faculteit van de Rijksuniversiteit te Groningen is toegezegd aan wezig. Als centrum voor het Hoger Beroepsonderwijs heeft Leeuwarden een exclusieve functie te vervullen. Het tussen gedeputeerde staten van Friesland en de ministers van Onderwijs en Wetenschappen, Economische Zaken en Landbouw en Visserij gesloten contract geeft daar toe beduidende handreikingen. Met name het tot stand brengen van een nieuwe hbo-oplei- ding voor openbaar bestuur zal in de komende maanden veel aandacht vragen. Bundeling van krachten met name van provincie en gemeente zal meer dan nodig zijn. In het onderwijs veld zijn alom in den lande tegenstrevende krachten aanwezfig. Leeuwarden biedt een stedelijk milieu waarvan het winkelgebeuren na de facelift die de binnenstad heeft ondergaan een grote aantrekkelijkheid uitstraalt. Ook daarin zijn niet lou ter Leeuwarder maar evenzeer Friese belangen terug te vinden. Ik heb in het voorgaande geen volledigheid nagestreefd. Integendeel. Het zou na de be handeling van de begroting ook niet erg zinvol zijn. Ik heb volstaan met enkele punten aan te stippen, die naar mijn gevoel in deze jaarrede een plaats zouden moeten hebben. Het kij— 5 ken naar de geschiedenis, waarmee ik begon, kleurt het oordeel over het heden en relati veert de verwachtingen voor de toekomst. Het doet zeker licht schijnen over de "wetten van wisseling en wederkering" waarover ik reeds sprak. Iets daarvan is ook terug te vinden in een aan de geschiedenis gewijd gedicht van de Utrechtse historicus Prof. Dr. P. Geijl waaraan ik de volgende regels ontleen: "Mij boeide nooit zozeer 't persoonlijk lot als hoe tijddraden zich vervlochten en ontwonden. In dat groot weefsel zich een steek te weten, is troostrijk, 't Eigen ongeval wordt klein, wanneer men met die wereldmaat gaat meten. Bewondering doet angst en pijn vergeten. Hoe groots 't patroon! hoe zeker, dat de lijn die neergaat, straks weer rijzende zal zijn." Bij de aanvang van de eerste vergadering van de raad in het nieuwe jaar wens ik u en de uwen en allen die zich in enigerlei opzicht voor onze stad hebben ingezet en in haar be lang werkzaam zijn geweest een opgaande lijn in 1985. Voor u allen in uw persoonlijk leven betekent dat in de meest letterlijke zin leven en welzijn. De dames De Haan-Laagland en Visscher-Bouwer zijn inmiddels ter vergadering geko men. Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaEen korte reactie, mijnheer de voorzitter. Namens de raad dank ik u voor de goede wensen die u ons hebt doen toekomen voor 1985. Ook wij wen sen u en allen die werkzaam zijn bij de gemeente een voorspoedig 1985 toe. Uw nieuwjaarsrede 1985, mijnheer de voorzitter, staat in het teken van verleden en he den, namelijk het vieren van het 700-jarig bestaan van deze goede stad, en het herdenken van het feit dat Leeuwarden 40 jaar geleden werd bevrijd. U hebt daar uitvoerig bij stilge staan en ik ga daar nu niet verder op in. Wij delen uw zorg die u vanavond hebt uitgesproken met betrekking tot aspecten als de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Wij delen ook uw teleurstelling ten aanzien van het feit dat de regering niet vasthoudt aan eerder gedane toezeggingen. Wij zijn er van over tuigd dat u, samen met andere leden van het college, al het mogelijke doet om alsnog ar beidsplaatsen naar Leeuwarden toe te halen. Tijdens de algemene beschouwingen is daar ook door alle fracties uitgebreid over gesproken. U hebt het gehad over het vertrouwen in eigen mogelijkheden. Het beeld dat in de rest van Nederland over het Noorden en met name over Leeuwarden bestaat komt niet overeen met de werkelijkheid zoals wij die ervaren. Velen menen dat hier niets bestaat op het gebied van cultuur, onderwijs, enz.. Men verzet zich hevig tegen overplaatsing naar deze regio. Dat beeld werkt in ons nadeel. Dat te veranderen is voor de komende jaren een van onze op drachten. 700 jaar Leeuwarden geeft ons de kans om aan het beeld, dat over onze stad be staat, iets te doen. Ik spreek de hoop uit dat dat over een breed terrein mag slagen. Dank u wel. De Voorzitter: Er is bericht van verhindering binnengekomen van mevrouw Jongedijk en de heren Visser en Jansma wegens ziekte. Punt 1 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2 (bijlage nr. 19). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften. De Voorzitter: Onze dank aan het adres van de heer Keuning voor zijn geduld. De heer Keuning verlaat hierna de vergadering. Punt 3. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. D. De berichten, de mededeling en de brief worden voor kennisgeving aangenomen. Sub E en F. De Voorzitter: Daar de punten E en F over hetzelfde onderwerp gaan, stel ik voor deze in één keer aan de orde te stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 3