22 dan zal gaan kosten, waardoor je niet weet welke middelen je dan aan de door de heer Tim mermans elders genoemde lokatie zou kunnen besteden. Een ander probleem is dat je, als je een koppeling aanbrengt, niet eerder iets in de Meenthe kunt doen dan nadat de binnenstadsproblematiek bevredigend, dus goedkoper, is opgelost. Het zou wel eens kunnen zijn dat wij er eerder toe zullen moeten overgaan aan de Meenthe te denken. Wij zijn daar namelijk al mee bezig. Vanmiddag nog heb ik een gesprek gevoerd met de werkgroep die zich met de totale problematiek in dat gebied bezighoudt. Wij hebben in dat verband een fonds op het oog, waaruit wellicht enige middelen te halen zouden zijn. Maar dan komen wij weer precies in dezelfde problematiek terecht als waarin wij ook bij de Muggesteeg zijn beland, namelijk aansluiten bij een door het rijk gepresenteerde mogelijk heid, te weten in dit geval werkgelegenheid en in het andere geval jongeren bouwen voor jongeren. Op die mogelijkheid ga je dan je beleid en prioriteiten baseren. Op enig moment blijkt dan dat je het deksel niet precies van die pot krijgt, omdat je argumenten niet deugen of omdat je prioriteitsstelling in het land niet hoog genoeg scoort. Dan heb je ook weer ver wachtingen gewekt, die je wellicht niet helemaal kunt honoreren. Morgenmiddag heb ik nog een gesprek met het bestuur van de wijkvereniging Bilgaard, omdat de problematiek van de Meenthe natuurlijk niet los gezien kan worden van de totaal situatie in de wijk. Ook daar moet duidelijkheid over komen. Met andere woorden, ik zeg namens het college de raad twee dingen toe. Wij zullen er in de loop van 1985 achter proberen te komen of er een andere mogelijkheid in de binnenstad is en of die goedkoper is. Een laatste vraag is of het mogelijk is te schuiven met de werkgelegenheidsgelden. Deze gelden zijn aanvankelijk toegewezen voor die accommodaties die in Interim Saldo Regeling (ISR)-gebieden liggen. Terecht is geconstateerd dat de ISR achter de rug is. De vraag is natuurlijk of je bedoelde gelden voor andere doeleinden kunt gebruiken. Ik ga er vanuit dat bij een wat dwingende presentatie die mogelijkheid niet op voorhand is uitgesloten. Ik zal dat in ieder geval proberen. Dan rest de problematiek van de Meenthe als een apart probleemwaarvan ik de oplos sing niet afhankelijk wil stellen van de oplossing die wij al of niet in de binnenstad zullen vinden, maar afzonderlijk en misschien in een wat hoger tempo zal willen bekijken. Dit was mijn bijdrage, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Wethouder Geerts is van mening dat wij een positiever oordeel zouden hebben over de leefmilieuverordening. Ik heb dat niet met zoveel woorden gezegd in eerste instantie. Ik heb alleen aangegeven dat wij, wanneer in de loop van 1985 de plannen voor de volgende jaren worden gepresenteerd en het college met voorstellen komt over de nieuwe instrumenten, daarover dan onze mening zullen geven. Ik vind het hier niet de plaats om zo diep op deze materie in te gaan, want ik heb daar namelijk ook al in de Com missie voor de Ruimtelijke Ordening over gesproken. (De heer Van der WaiIk begrijp dat u een en ander dus niet bij voorbaat meer afwijst.) Wel heb ik aangedrongen op wat globale plannen, maar dat is iets wat wij bij de behandeling van bestemmingsplannen ook al enige keren naar voren hebben gebracht. Ik wil het wat dit onderwerp betreft hierbij laten. Dan nog even onze mening over de moties van PAL. Wij wijzen beide moties af, ook mede naar aanleiding van de woorden van de wethouder. (De heer Van der Wal: Jullie zijn toch zo onvoorspelbaar!Wat de eerste motie betreft hebben wij geen behoefte aan een andere ver deling van de posten. Over de tweede motie het volgende. Wij hadden een onderzoek naar de mogelijkheden die daarin genoemd worden wel willen ondersteunen, maar wij hebben van de wethouder begrepen dat er misschien bepaalde mogelijkheden onderzocht worden. De motie wijzen wij als zodanig af. De heer Timmermans: Wethouder Geerts is in zijn reactie tegemoet gekomen aan alle door ons geplaatste opmerkingen. Ik wil daar verder niet meer op ingaan. Wethouder Heere heeft zo'n beetje alle mogelijkheden en moeilijkheden genoemd die zich ten aanzien van mijn suggestie zouden kunnen voordoen. Ik heb begrip voor zijn problemen. Wel heb ik begrepen dat het college bereid is mijn suggestie op te pakken. Wij wachten de verdere uitwerking daarvan gewoon af. Dan de moties van PAL. De eerste motie suggereert dat, als je daar niet voor bent, je een sloper bent. Wethouder Geerts heeft daar volstrekt terecht op gereageerd. Onze fractie zit absoluut niet op de lijn van het slopen. De motie is natuurlijk wel in haar omvang en be cijferingen willekeurig en wij zullen die dan ook niet steunen. De tweede motie. Gezien de door wethouder Geerts namens het college genoemde argu menten, vinden wij het niet opportuun deze motie te steunen. De heer Van der WalWethouder Geerts was al een beetje angstig dat wij met het hele collegevoorstel zouden instemmen. Dat is natuurlijk wel een beetje gespeelde angst, want voor de vergadering had hij onze moties al. Ik ga niet weer op alle punten in waarover in feite al overeenstemming is en die later nog onderzocht zullen worden, enz. 23 Wat het stadsbeheer betreft heeft de wethouder nog een keer benadrukt dat er een com missie Heere aan het werk is. Hij waarschuwt ervoor dat bedoeld proces weieens heel moeilijk en ingewikkeld zal kunnen worden. Wij vinden stadsbeheer erg belangrijk en wij hopen dan ook dat de commissie Heere niet in de "commissie O Here" verandert. Wat de financiële structuur, de financiële strategie, het strategisch plaatje of hoe je dat dan ook noemt betreft het volgende. Een en ander stemt wel aardig overeen met hoe wij daar tegenaan kijken. Wat ik eigenlijk miste is dat - dat stond wel in de notitie die wij in tweede instantie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening hebben gekregen - er natuurlijk nog wel een lichtpuntje aan de horizon is. Vanaf omstreeks 1993/1994 wordt er met rijksmiddelen van maar één miljoen gulden per jaar rekening gehouden. Nu hebben wij, althans over een paar jaar, 10 miljoen gulden. Dat bedrag zal nooit van het ene op het andere jaar kelderen naar één miljoen, want daarvoor is de verdeelsleutel gelukkig niet flexibel genoeg. Wat dat betreft is er op middellange termijn wel een lichtpuntje. Ik neem aan dat de begroting dien aangaande in de financiële plaatjes wordt meegenomen. Dan de twee moties die wij hebben ingediend. In de eerste plaats de motie betreffende het verschuiven van gelden voor slopen naar opknappen, want daar komt het bij de post on rendabele toppen op neer. Veel sprekers hebben in eerste instantie goed in de gaten gehad dat wij vinden dat er teveel wordt gesloopt en dat er meer bestaande bebouwing moet worden opgeknapt. Maar het kan nauwelijks verbazing wekken dat wij dat vinden gezien onze stand puntbepaling gedurende een lange reeks van jaren. In principe vinden wij een pot van één miljoen per jaar voor sloopwerkzaamheden aan de erg hoge kant. Nu weet ik wel dat daaruit ook herstelwerkzaamheden aan geveltjes en dergelijke moeten worden betaald, maar dan nog is één miljoen gulden per jaar voor sloopwerkzaamheden een gigantisch bedrag. De 6 ton die er nu is voor onrendabele toppen is al bestemd. Ik weet wel zeker dat de pot op is, wanneer de inhoud daarvan besteed wordt aan Pussycat en aan de panden aan de Grote Kerkstraat. Zo kan ik nog wel een paar panden noemen, maar daar heeft men op dit moment weinig aan. Wij weten praktisch zeker dat wij met meer onrendabele toppen komen te zitten dan er in fei te in 1985 gepland zijn. Vaak is ook het niet aanwezig zijn van dekking van onrendabele top pen een argument om een karakteristiek pand te slopen, zie de sloop aan de Westerkade. De karakteristieke ronde pakhuizen gaan tegen de vlakte omdat de onrendabele top niet te dek ken valt. Daarom vinden wij ook dat er meer geld in de post onrendabele toppen moet komen en minder in de post sloopkosten. De wethouder geeft toe dat er sprake is van een groot deel natte vingerwerk, hoewel je natuurlijk wel moet bedenken dat er door sloop gronden vrijkomen die je weer kunt verkopen. Vanmiddag heb ik nog even de inventarisatie betreffende de sloopwerkzaamheden inge zien. Daarin staat bijvoorbeeld f. 150.000,opgenomen voor sloopwerken in het gebied Schoolstraat. Tijdens de vorige raadsvergadering hebben wij een fiks bedrag uitgetrokken voor het plegen van een haalbaarheidsonderzoek in dat gebied, wat er toe kan leiden dat er niet of veel minder gesloopt zal worden. Je moet, vanuit het college geredeneerd, wel een enorme optimist zijn als je in 1985 daar nog aan sloop toekomt. Van mijn kant redenerende moet je wel een enorme pessimist zijn als je daar in 1985 nog sloop verwacht. Genoemde f. 150.000,besteden wij dit jaar dus niet. Bovendien moeten wij ook nog bepaalde zaken aankopen, dus wat dat betreft zitten er allerlei beren op de weg. Wij hebben ook nog te maken met het opschonen van het gebied tussen Droevendal en de Tuinen. In dat gebied hebben wij geen grondopbrengsten, want wij gaan daar groenvoorzie ningen realiseren. Er klinken steeds meer geluiden, niet alleen uit deze zaal maar ook el ders, om minder in dit gebied te slopen dan aanvankelijk de bedoeling was. Als je in dat verband f. 50.000,opneemt en die optelt bij eerder genoemde f. 150.000,dan kom je op een bedrag van f. 200.000,dat voor sloop is uitgetrokken in het gehele gebied. Deze twee ton is dus niet een toevallig bedrag, maar het is een bewust voorzienbaar bedrag dat wij dit jaar niet gebruiken voor sloopWij kunnen nu in redelijkheid inschatten dat die twee ton niet voor sloop hoeft te worden gebruikt. Vandaar ons voorstel om dat bedrag naar de post onrendabele toppen over te hevelen en het daardoor ten goede te laten komen van opbouwen in plaats van afbreken. Dan de tweede motie over het "technische opbouwwerk". Ik heb de hele middag zitten denken aan een goede omschrijving, maar ik kwam er niet uit. Bij dezen bedankt, mijnheer Geerts. De wethouder heeft gezegd dat er een afspraak is dat de Stadsvernieuwingskorpora- tie (SVK) in voorkomende gevallen kan helpen - ik vind dat prima; daar zult u mij niet over horen -, maar dat moet dan wel tegen een normaal tarief. Vanuit de SVK en de subsidie structuur geredeneerd is dat laatste een prima zaak. Maar dan komt juist de "bottle-neck" waar de wijkverenigingen en het Oude Stadswijken Overleg (OSO) op wijzen, namelijk dat die kosten uit eigen middelen betaald moeten worden. Waar verdient een wijkorganisatie ei gen middelen mee? Met het zoveel mogelijk laten lopen van de bierpompen. Hoe meer omzet in je horeca-activiteitenhoe meer eigen middelen je krijgt, hoe meer geld je bijvoorbeeld ook aan dit soort zaken kunt uitgeven. Wij vinden het een foute zaak, alleen al uit een oogpunt van drugsproblematiek en concurrentievervalsing, om wijkorganisaties met dergelijke alter natieven en financieringsmiddelen op te schepen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 12