28 ding en dan is dat een algemeen belang. Verdere toetsing heeft er blijkens de discussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening niet plaatsgevonden. Alle expliciet door de raad vastgestelde uitgangspunten - met name worden de Oude en Nieuwe Oosterstraat en het meer stimuleren van realisatie van bovenwoningen genoemd; ik weet niet of het college daar naar gekeken heeft - worden hiermee van tafel geveegd. Ik vind dat het college de raad wat dat betreft politiek gezien onfatsoenlijk behandelt. De beslissing van het college komt in de vorm van een preadvies in de raad aan de orde, die dan een beetje zijn gram mag spuien over een in feite voldongen feit. Of heeft het college zich nog niet geheel vastgelegd? Dat zal wel blij ken uit de reactie op de nu door mij in te dienen motie. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 28 januari 1985, behandelende het preadvies met betrekking tot de brieven van 20 maart en 5 juni 1984 afkomstig van de Initiatiefgroep Wonen in de Binnenstad (bijlage nr. 32), overwegende dat - de door de provincie Friesland ingediende bouwaanvraag voor nieuwbouw van hoofdzakelijk kantoren aan de Oosterstraat/Here straat strijdig is met de door de raad vastgestelde uitgangspunten voor het gebied Blokhuisplein en het uitvoeringsplan dat is vast gesteld in het kader van ISR en dientengevolge met het bestem mingsplan zoals dat tot voor kort in voorbereiding was voor dit gebied; het besluit van b. en w. voorgenoemd bestemmingsplan, dat reeds gereed lag voor de procedure ex artikel 8, alsnog aan te passen aan de provinciale bouweisen, geen recht doet aan de eerder, via inspraak, door de raad vastgestelde uitgangspunten zoals het versterken van de woonfunctie en het tegengaan van grootschali ge ontwikkelingen in de binnenstad, besluit - te verklaren dat de bovenomschreven provinciale bouwplannen strijdig zijn met het binnen afzienbare tijd door de raad vast te stellen bestemmingsplan Blokhuisplein; er bij het college van b. en w. sterk op aan te dringen zijn besluit in bovenstaande zin te herzien; het college van b. en w. op te dragen een in bovenstaande zin ge wijzigd preadvies aan de raad voor te stellen ter beantwoording van de brieven van de Initiatiefgroep Wonen in de Binnenstad." De motie is mede-ondertekend door de heer Niemeijer. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) De laatste tijd worden van de kant van de provincie en provinciale staten de geluiden steeds sterker dat datgene wat nu aan de orde is nog maar het begin is en zeker niet het einde. Het Fries Natuurhistorisch Museum vertrekt over niet al te lange tijd ook uit de Here straat. Wanneer de arbeidstijdverkorting wordt doorgevoerd heeft men nog meer ruimte no dig. Er staat ook nog een school die op termijn wel in te pikken valt. Bij de gemeente gaat alles zo gemakkelijk, want die stapt heel gemakkelijk van haar uitgangspunten af. Dus het einde is nog lang niet in zicht. Bij deze geef ik genoemde geluiden door en ik wil daar graag de reactie van het college op horen. In hoeverre kan het college mij de garantie geven dat met dit bouwplan de limiet is be reikt. Wat mij betreft is die limiet al overschreden, maar voor de meerderheid van het college kennelijk niet. Kan het college mij de garantie geven dat wie dan ook op geen enkele wijze hoeft te rekenen op uitbreiding van deze kantoormoloch in onze karakteristieke binnenstad? Ik zou daar graag antwoord van het college op willen hebben. De heer Dubbelboer: Wij behandelen thans het preadvies met betrekking tot een tweetal brieven die afkomstig zijn van de Initiatiefgroep Wonen in de Binnenstad. Ik wil mij daar toe beperken en alle uitstappen die de heer Van der Wal maakt maar laten voor wat ze zijn. Over dat laatste wil ik toch één opmerking maken. De heren Van der Wal en Ten Hoeve doen alsof wij in deze raad nog nooit teruggekomen zijn op eerder genomen besluiten. Ik herinner mij nog de discussie over het pand in de St. Jacobsstraat waarin nu nog het regiosecretariaat is gevestigd en dat daar uit vertrekt. Als ik het goed heb dan had dat pand de bestemming winkel, welke bestemming wij hebben veranderd in kantoor. Het kan ook andersom zijn. (De heer Van der Wal: Wat wij hier besluiten is ook niet zo belangrijk!) Wij wijzigen dus rustig een bestemming. Nu gaat het over een pand waar de provinciale overheid in moet en dan wordt daar erg dramatisch over gedaan. Formeel - het is al een paar keer gezegd - is het afgeven van de bouwvergunning een bevoegdheid van b. en w. Als daar nieuwe wettelijke maatregelen over komen, dan komt dat echt niet doordat dit college eens een keer iets ge 29 daan zou hebben wat niet helemaal in de haak zou zijn. Wat dat betreft zijn er wel andere re denen Onze fractie stelt zich op het standpunt dat je de procedure moet splitsen in een formeel en een inhoudelijk gedeelte. Formeel hebben wij geen enkel probleem met de bevoegdheid zo als het college die gehanteerd heeft. Inhoudelijk wil ik toch nog een paar opmerkingen maken. Het is logisch dat het college van b. en w., als dagelijks bestuur van deze gemeente, in de raadsbrief zoals die voor ons ligt het standpunt verwoordt zoals dat daarin geformuleerd is. Dat delen van de raad en, naar ik uit de reacties van vorige sprekers heb begrepen, ook een deel van het college daar inhoudelijk anders over denken is op zich hun goed recht. Maar onze fractie vindt dat het college niet anders kan dan in eerste instantie datgene aan de raad voorleggen wat het heeft besloten. Het zou van schizofrenie getuigen als het college zegt: wij hebben a besloten en wij schrijven een brief met inhoud b. Dat kan volgens mij niet. Als de meerderheid van de raad daar anders over denkt, dan moet hij dat straks maar uitspreken. Onze fractie heeft vanaf het begin gezegd dat zij geen problemen heeft met de uitbrei ding van de panden van het provinciaal bestuur op deze plaats en op de wijze zoals wordt voorgesteld. Wij vinden namelijk dat het provinciaal bestuur van oudsher thuishoort en moet blijven thuishoren in de provinciale hoofdstad. Het streven van het provinciaal bestuur ana loog aan het streven dat wij als gemeentelijke overheid ook gehad hebben, namelijk het con centreren van bestuursapparaten op één plaats, is volstrekt legitiem. Als je dan - ik richt mij even tot het college - afweegt de spanning tussen het Structuurplan voor de Binnenstad en het belang dat de provinciale overheid daar heeft, dan is onze fractie met het college van mening dat dat belang op dit moment zwaarder moet wegen. Onze fractie neemt grote afstand van badinerende uitlatingen zoals die in de raad over het provinciaal bestuur gedaan zijn. Wij moeten er als gemeenteraad voor oppassen dat wij niet op de stoelen van provinciale sta ten gaan zitten. Wij hebben vanaf het begin gezegd dat realisering van een aantal winkels - ik kom dan nog even terug op de inhoudelijke kant van de procedure - in de Oosterstraat een goede zaak zou zijn. Een en ander zit nu in de plannen. Ik heb vanmiddag nog eens gezocht naar de bewoners in de Oosterstraatmaar die zijn er helemaal niet. De Oosterstraat heeft alleen nog een winkel- en pakhuisfunctie en wordt wat opgefleurd doordat wij de pakhuizen ver vangen door kantoren. Wij vinden dat het college een goed besluit genomen heeft en dat de raad niet anders kan dan een brief met de tekst van dit preadvies te versturen aan de Initiatiefgroep Wonen in de Binnenstad. Kortom, de VVD-fractie gaat akkoord met het preadvies. Mevrouw De Jong: Wij mogen hier blijkbaar alleen maar het preadvies behandelen en blijkens uitlatingen van de VVD-fractie moeten wij hier niet dramatisch over doen, want uit eindelijk gaat het hier om een formele bevoegdheid van het college. Inderdaad, daar heeft het college gebruik van gemaakt. Met de heer Van der Wal ben ik bijzonder blij dat er wat dat betreft in de nabije toekomst toch het een en ander verandertzodat wij niet meer voor dergelijke verrassingen komen te staan. Mijn partij stelt dat er inmiddels wel een dramati sche aantasting plaatsvindt van een stukje binnenstad. Ik kan de woorden van de woord voerders van de fracties van PvdA en PAL in dezen volledig onderschrijven. Het college laat het algemeen belang voor gaan. Wat wordt eigenlijk verstaan onder alge meen belang? Een efficiënte werkwijze bij de provincie? Ik wil hier aan toevoegen dat een en ander zo ruim is opgesteld dat daarvoor vier panden moeten verdwijnen, ondanks het feit dat het hier gaat om een stukje Leeuwarden waarover wij bepaalde uitspraken hebben gedaan en waarvoor wij, met de nodige inspraak, bepaalde plannen hebben ontwikkeld. Ik vind dat hier sprake is van een aantasting van de uitspraken van de raad en van een zeer kwetsbaar stukje binnenstad. Is dat dan het algemeen belang wat moet prevaleren? Bovendien kun je je afvragen, gelet op het feit dat de provincie het zich kan blijven permitteren - ondanks alle bezuinigingen - zo ruim te baden in de ruimte, waar in de toekomst de grens is. Ik hou wat dat betreft mijn hart vast, zolang dat blijkbaar langs formele weg zo gemakkelijk bij ons col lege gaat. Ik wil hier heel duidelijk stellen, mijnheer de voorzitter, dat deze zaak mij bijzonder emotioneel raakt. Ik vind het een zeer verdrietige en zeer onfatsoenlijke zaak zoals hier met de uitspraken van de raad wordt omgesprongen, na alle inspraak van de burgers. Ik begrijp dat niet goed. Voor mij is deze gang van zaken volslagen onbegrijpelijk. Ik hoop, mijnheer de voorzitter, een en ander ook nooit te kunnen begrijpen. Ik hoop ook dat het college op zijn besluit terug wil komen. De motie van PAL zal ik van harte ondersteunen. De heer Geerts (weth.Ik heb een beetje de neiging te volstaan met een vrij kort ant woord, omdat alle overwegingen al aardig aan de orde zijn geweest in deze en in vorige dis cussies. Voorts heeft iedereen uitgebreid kennis kunnen nemen van de standpunten zoals die zich de afgelopen tijd hebben gevormd. Wij hebben in de ter inzage gelegde stukken uitge breid verslag gedaan van de onderhandelingen die gevoerd zijn. De overwegingen die het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 15