40 Mevrouw Visscher-BouwerIk kan mij geheel bij de vorige sprekers aansluiten. Ik wil nog wel opmerken dat het niet de eerste keer is dat de normkosten worden overschreden. Overschrijding komt namelijk bij herhaling voor. Mijn vraag is of het mogelijk is om in de op dracht voor dergelijke plannen op te nemen dat men onder de normkosten moet blijven. Wij kunnen toch tegen de dienst zeggen dat er een bepaald bedrag beschikbaar is en dat er voor moet worden gezorgd dat daaronder wordt gebleven? Mocht dat toch niet lukken dan kan als nog overleg plaatsvinden met de betreffende wethouder in, zoals ook de heren De Beer en Boelens hebben gezegd, de Commissie voor Openbare Werken. Op die manier bereikt de raad geen plan waarmee hij niet uit de voeten kan. Want een dergelijk voorstel terugdraaien in de raad is bijna iets onmogelijks. De commissie dient dus tijdig te worden ingeschakeld, zodat datgene wat nu aan de hand is niet weer voorkomt. Wij zitten straks met een structurele jaarlijkse last op onze begroting van f. 38.500,Een bedrag van f. 46.000,wordt door het rijk vergoed. Het bedrag dat wij mogen besteden wordt dus bijna verdubbeld. Wij vinden dat dit zo niet kan, omdat wij steeds worden geconfronteerd met dergelijke uitschieters. De heer De Vries (weth.): Ik beluister bij alle drie sprekers de wens om deze zaak te la ten toetsen door de Commissie voor Openbare Werken. In de praktijk proberen wij altijd te voorkomen dat een bepaalde zaak in meer dan één commissie wordt behandeld. Vandaar dat wij dit voorstel alleen in de Commissie voor het Onderwijs aan de orde hebben gesteld. Ik wil aan de andere kant wel in het college bespreken in hoeverre wij de procedure op dit stuk van zaken moeten bijstellen. Iets anders is dat - dat heeft u allen kunnen zien - bij de ter inzage gelegde stukken een heel gedetailleerde begroting en het bestek aanwezig waren. Ik heb die begroting heel kritisch proberen te toetsen. Maar ik kon nergens bedragen vinden waarvan ik zeg: die lij ken nergens op. In zijn totaliteit is er natuurlijk sprake van een groot bedrag. Maar ik ben van mening dat alles wat in het bestek is opgenomen en in geldsbedragen is gewaardeerd door de technici van de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) op zich zelf reële ramingen zijn. De vraag is wel wat er straks uit de aannemingsprijs naar voren komt, maar dat is een ander hoofdstuk. In de richting van mevrouw Visscher wil ik er op wijzen dat wij ten aanzien van tal van onderwijsinstituten boven de normkosten komen die het rijk ter beschikking stelt. Met name in een situatie als deze is het zo dat het rijk gewend is de zaak naar beneden af te ronden. Voortdurend hebben wij te maken met het feit dat de realiteit en de door de rijksoverheid ter beschikking gestelde kredieten met elkaar op gespannen voet staan. Ik denk echter dat wij daarmee moeten leren leven, want ik kan amper één onderwijsinstituut in Leeuwarden aanwij zen waar wij binnen de rijksnormen verbouwingen tot stand hebben kunnen brengen. De heer De Beer: Ik ben het met de wethouder eens dat wij in deze niet te veel doublu res moeten hebben. Het gaat hier puur om een bouwkundige aangelegenheid en geen onder wijskundige aangelegenheid. Als de wethouder geen doublures had willen hebben, dan zou het voor de hand hebben gelegen om dit voorstel juist in de Commissie voor Openbare Wer ken en niet in de Commissie voor het Onderwijs te bespreken. Er kan wel een uitstekend be stek liggen met een bijbehorend prijskaartje, maar ik vind dat, wanneer er een bestek is met een prijskaartje, je dan naar de Commissie voor Openbare Werken moet. Ik verzoek het colle ge dat alsnog te doen, voordat wij hierover een beslissing nemen. De heer Boelens: Wij hebben in de Commissie voor het Onderwijs gevraagd of de uitbrei ding met was- en kleedruimten en een toestellenberging voor ongeveer vier ton niet wat an ders zou kunnen. Wij hadden dat aspect graag in de Commissie voor Openbare Werken willen toetsen. Dat had niet in de Commissie voor het Onderwijs aan de orde moeten worden ge steld. Mevrouw Visscher-Bouwer: Ik wil nog even ingaan op dat wat de wethouder zei over het bestek, de uitvoering, enz. Wij weten dat de normkosten vaak aan de lage kant zijn. Het is misschien onvermijdelijk dat je daar dan wat boven komt. Maar wij weten ook dat er heel erg optimaal gebouwd wordt en dat er vaak plannen worden gemaakt voor, gekscherend, de eeu wigheid. Misschien zouden de plannen een beetje minder optimaal kunnen zijn, want dan zijn ze waarschijnlijk ook nog wel goed en goedkoper. De heer De Vries (weth.): Ik ben bereid morgen in de vergadering van b. en w. de pro cedure te bespreken. Ik wil dan nu het volgende voorstel doen. Wij nemen dit raadsvoorstel aan, want er zit nog een hele procedure aan vast - ook bij gedeputeerde staten - en dat ligt niet zo gemakkelijk. Daarna gaan wij de zaak verder voorbereiden. Voordat die uitgevoerd wordt komt de wethouder van openbare werken daarmee in de commissie om een en ander nog eens met elkaar te toetsen. 41 De heer De Beer: Ik ga niet akkoord met deze procedure. Als het zo moet, dan stemmen wij nu tegen dit voorstel. Wij willen niet eerder een beslissing nemen dan nadat het voorstel getoetst is in de Commissie voor Openbare Werken. De Voorzitter: Ik begrijp dat de andere woordvoerders wel akkoord gaan met deze gang van zaken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de VVD-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 28 (bijlage nr. 33). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 29 (bijlage nr. 47). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Dienst Stadsontwikkeling, het Electriciteitsbedrijfde Dienst voor Sport en Recreatie en de Dienst voor Reiniging en Brandweer voor het dienstjaar 1985. Gemeentebegroting De heer Van der Wal: Ik wil een stemverklaring afleggen over punt 1. Diverse aanschaf fingen ten behoeve van de politie. Wij hebben tot nu toe tegen de aanschaf van pistolen ge stemd, omdat wij vinden dat de normale politietaakuitoefening, net zoals dat in Engeland ge beurt, zonder wapens kan plaatsvinden. Het ligt iets anders wanneer het gaat om bijvoor beeld een opsporingsteam. Wij willen geacht worden te hebben gestemd tegen de aanschaf van pistolen. De heer De Beer: Wij zijn tegen punt 4. Verbouwing van het gymnastieklokaal van de openbare lagere Leeuwerikschool en punt 10. Subsidiëring van de Bond Leeuwarder Uitke- rings Trekkers. De Voorzitter: De heer Van der Wal heeft gezegd dat hij tegen de aanschaf en het ge bruik van pistolen is. Dat is een respectabel standpunt. Ik wil hem er echter wel op wijzen dat de minister van Binnenlandse Zaken voorschrijft hoe de uitrusting en bewapening moet zijn van de politie in Nederland. Gelet op het feit dat wij hier te maken hebben met een stuk uitvoering waarin wij niet alle zeggenschap hebben, kunnen wij moeilijk anders doen dan datgene wat door het daartoe bevoegde gezag wordt voorgeschreven en dat houdt ook in pis tolen. Ik neem er nota van dat de PAL-fractie geacht wil worden tegen dit punt te hebben gestemd. Datzelfde geldt in de richting van de VVD-fractie waar het gaat om de punten 4 en 10. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de fracties van VVD en PAL wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen de door de he ren De Beer en Van der Wal genoemde onderdelen van de gemeentebegroting. De Voorzitter sluit, om 00.30 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 21