4 mogelijkheden voor het instellen van een zogenaamd "tropenrooster". Er was toen niet zoveel liefhebberij voor. Wij nemen de suggestie echter mee en komen er op terug. Het verzoek wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies, met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Sub I. De Voorzitter: Aan de orde is het voorstel van december 1984 van de Stichting Willem van Oranje te Zeist om één jaar alle discriminerende teksten en tekens op al het onroerend goed in de gemeente Leeuwarden te verwijderen tegen een éénmalige donatie van 15 cent per inwoner. De heer Duijvendak: De PAL-fractie is het er niet mee eens om deze brief van de Stich ting Willem van Oranje in handen te stellen van b. en w. om preadvies. Op zich vinden wij het uitstekend dat discriminerende leuzen van panden worden verwijderd, ook van particu liere huizen. Wij vinden echter dat dat een taak is van de gemeentelijke overheid zelf, zoals ook verwoord in de nota betreffende de etnische groepen, en dat die niet moet worden uitbe steed aan derden. De Dienst Stadsontwikkeling (DSO) moet het dus onzes inziens zelf doen. B. en w. hoeven dan ook geen advies uit te brengen. De heer Bijkersma: De VVD-fractie kan zich er mee verenigen dat deze brief in handen van b. en w. wordt gesteld om preadvies om daarna met een voorstel bij de raad te komen. Ik wil daarbij twee opmerkingen plaatsen. De verzoekers hebben om een snelle reactie ge vraagd. Ik ben het daarmee eens. Ik vind het een goede zaak dat discriminerende teksten op het onroerend goed in de gemeente Leeuwarden zo snel mogelijk worden verwijderd. Ik hoop dan ook dat het college gauw met een advies komt. Er is echter nog een reden waarom ik dit vraag. In de buitenmuur van dit gebouw zit een herinneringsplaquette, waarop staat wat er 40 jaar geleden is gebeurd toen de Canade zen ons bevrijdden. Deze plaquette is door onverlaten voor het grootste deel dichtgesmeerd met cement. Voor vele Leeuwarders is het mijns inziens een onverteerbare zaak dat die steen zo lang met dat cement blijft besmeurd. Ik hoop dan ook dat de snelheid, die aan het college wordt gevraagd wat het beantwoorden van de onderhavige brief betrefter aan mee zal wer ken dat de plaquette zo snel mogelijk wordt gereinigd en dat dat zeker op 15 april het geval zal zijn als de bevrijding van Leeuwarden wordt herdacht. Het zou tenminste schandelijk zijn als de steen dan nog niet schoon zou zijn. De Voorzitter: Aldus sprak de heer Bijkersma buiten de orde. (De heer Bijkersma: Dat ben ik niet met u eens.) Het gaat hier toch om een brief van de Stichting Willem van Oranje om discriminerende teksten en tekens van het onroerend goed te verwijderenkom nou! De heer Duijvendak zegt aan het voorstel geen behoefte te hebben. Zijn inbreng is wat dat betreft correct bij de mededelingen en ingekomen stukken, waarbij het eigenlijk slechts om de voorgestelde procedure gaat. Men kan uiteraard tegen het voorstel stemmen. Wij heb ben gezegd: Laten wij het eens even bekijken. Ik heb de indruk dat de kosten die in reke ning worden gebracht, los van de vraag of een en ander wel of niet een primaire taak is van de gemeentelijke overheid - die doet het op het ogenblik echter ook al wel eens zo hoog kunnen zijn dat deze taak beter in eigen hand kan worden gehouden. Aan de andere kant heb ik er behoefte aan de verwijdering van discriminerende teksten en leuzen in een wat bredere context te plaatsen en te bekijken in het kader van enkele zaken die gedurende de laatste tijd onder onze aandacht zijn gekomen, namelijk het rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met betrekking tot het vandalisme en de bestrijding daarvan, waarvan het aanbrengen van leuzen en dergelijke een onderdeel is, en het inmiddels ver schenen rapport van de Commissie Roethof met betrekking tot de kleine criminaliteit, waar van het vandalisme in totaliteit dan weer een onderdeel is. Ik zou mij kunnen voorstellen - ik loop dan echter wel heel erg vooruit op hetgeen allemaal nog aan de vork moet worden gesto ken - dat, als dit allemaal nu eens zou worden samengepakt, er wellicht aanleiding bestaat, met handhaving van de gewoonte dat wat discriminerend is verwijderd wordt door de ge meentelijke overheid, om het geheel in één totaal project te bekijken. Tegen die achtergrond wil ik verdedigen dit punt daarbij te voegen en in één geheel af te doen. Ik heb de indruk dat het resultaat dan ongeveer zal gaan in de richting die ik zojuist heb aangegeven. De heer Duijvendak: Ik heb de brief gelezen van de Stichting Willem van Oranje en deze gaat over heel specifiek het verwijderen van leuzen die slaan op fascistische en racistische uitingen. Wat dat betreft vind ik het wat moeilijk de brief te combineren met een algemeen vandalisme-project. Het lijkt mij bijvoorbeeld logischer een en ander te behandelen in het kader van de nota over etnische groepen, waarin een hoofdstuk is opgenomen over anti-ra- cisme, aan de hand waarvan wij met elkaar een discussie kunnen voeren over de vraag of de 5 gemeente de mogelijkheid heeft om discriminerende leuzen op particuliere panden schoon te maken. Een andere interessante nota is een nota van de gemeente Amsterdam, waarin derge lijke voorstellen concreet worden geformuleerd. Het lijkt mij logischer dat soort dingen er bij te halen dan rapporten die over vandalisme gaan. Mijns inziens gaat het hier om een meer specifieke zaak. Daarvan hebben wij gezegd: Dat is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en die hoeft niet te worden uitbesteed aan een stichting met de naam Willem van Oranje te Zeist. De heer Bijkersma: De voorzitter heeft gezegd dat ik buiten de orde heb gesproken. Ik zal mij daarbij neer moeten leggen. Ik wil echter nog wel zeggen waarom ik een en ander zo juist naar voren heb gebracht. (Gelach) (De Voorzitter: Dat zou ik maar niet doen. Aan de orde is de brief van de Stichting Willem van Oranje, waarbij een procedurevoorstel wordt ge daan. De heer Bijkersma heeft gezegd wat hij te zeggen had. Wij hebben dat gehoord en wij zullen er mee doen wat wij vinden dat er mee gedaan moet worden. Ik vind echter dat wij nu de lijn niet moeten doortrekken. Als de heer Bijkersma nu terecht komt bij de brief van de Stichting Willem van Oranje, dan heb ik daar vrede mee.) Daar kom ik inderdaad bij terecht. (Gelach) Het gaat in de aanbieding om tekens. Een signaal is ook een teken en het dichtsme- ren van die plaat is ook een teken. Sommige mensen zijn het er blijkbaar niet mee eens dat wij bevrijd zijn. Dat teken zou ik graag weggenomen willen zien. De Voorzitter: Ik zal het in tweede termijn betrekkelijk kort kunnen maken. Het is op dit moment de gewoonte dat racistische en discriminerende leuzen worden verwijderd. Ten aanzien van particuliere panden zijn er natuurlijk minder mogelijkheden, omdat men dan af hankelijk is van de wilsovereenstemming met de eigenaar. In de praktijk levert dat voor zo ver mij bekend echter nimmer problemen op, omdat iedereen die zijn pand waardoor dan ook beklad ziet daarvan alleen maar met enig afgrijzen kennis neemt. Wanneer het gaat om het beperkte bekladden, zoals de heer Duijvendak bedoelt, dan is daar een procedurelijn voor. Niettemin is het zo dat, als ik zeg dat een en ander in één geheel zou kunnen worden opge pakt met een aantal publikaties, een aantal trappen van vandalisme te onderscheiden is. Dat begint met racistische en discriminerende teksten, vervolgens met teksten, die dan mis schien niet zozeer racistisch en discriminerend maar toch volstrekt onaanvaardbaar zijn om dat ze een stuk verloedering van de stad met zich brengen, en in de derde plaats is er het meehelpen aan de verloedering door het op een onmatige manier volplakken en bekladden van de stad, zonder teksten weliswaar maar wel op een manier die nu eenmaal niet tot het norma le verwachtingspatroon kan worden gerekend. Als men deze trap bestijgt, dan komt men vanzelf bij een steeds verdergaande vorm van vandalisme, want het zijn steeds onderdeeltjes van een veel groter geheel. Dat wordt ook treffend aangetoond in een recentelijk verschenen rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarover wij mijns inziens nog eens met elkaar moeten praten. Mijn indruk is dat wij, aangezien er wat betreft de leuzen waar het hier om gaat reeds een gevestigde praktijk is, aan het verwijderen van die leuzen niets hoeven te veranderen en dat wij vervolgens het geheel nog eens kunnen inkaderen in een totaal met elkaar bespreken van de vraag wat moet worden gedaan aan de verloederingsver schijnselen die zich in de samenleving, ook in onze eigen stad, tot en met de kleine crimina liteit voordoen. Mijns inziens kan het ene worden gedaan en het andere niet worden nagela ten. Het voorstel wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies, met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Sub J, K en L. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub M. Het bezwaarschrift wordt ter afdoening in handen van b. en w. gesteld. Sub N. De Voorzitter: Aan de orde is a. het verzoek van december 1984 namens het Beried Fuortset Underwiis Fryslan om een motie met betrekking tot opheffingsnormen voor scholen voor voortgezet onderwijs te behandelen en b. de brief van 11 januari 1985 van de medezeg genschapsraad van de Wissesdwingerschool, waarin wordt verzocht de onder N.a genoemde motie, of liefst een nog scherpere motie, in te dienen en te aanvaarden. De op dit punt be trekking hebbende ingekomen brieven kunnen bij de beraadslagingen worden betrokken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 3