20
zen is dat deze wijk in het verleden ook heel goed werk heeft gedaan. Ik vertrouw er op dat
dat ook nu wel goed komt.
Resten mij nog twee vragen. De eerste gaat over het volgende. Er is een lichte veront
reiniging geconstateerd van het terrein van Cramm waar nu op gebouwd zal worden. Zal dat
feit vertragend werken voor dit plan? De tweede vraag is: Kan de wethouder aangeven op
welk tijdstip de bouw kan beginnen?
De heer Heere (weth.): Op de eerste vraag van de heer Janssen met betrekking tot de
verontreiniging kan ik als volgt antwoorden. Deskundigen hebben mij verzekerd dat de ver
wijdering van de verontreiniging maar een heel beperkte tijd met zich mee zal brengen en
dat daardoor dus niet echt een vertraging van de bouw zou behoeven te ontstaan. Op de
tweede vraag wanneer de bouw kan beginnen kan ik niet exact antwoord geven, omdat ik
niet precies weet wanneer de op dit moment weer ingezette vorstperiode zal zijn beëindigd.
Op een gegeven moment zal de vorst wel weer eens uit de grond zijn. Ik hoop dat dan bin
nen een paar maanden de verontreiniging verwijderd is en dat met de bouw kan worden be
gonnen
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 17, 18 en 19 (bijlagen nrs. 51, 48 en 49).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 20 (bijlage nr. 60).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Besteding personele herbezettingsgelden 1985 inza
ke de arbeidstijdverkorting, alsmede van vrijgevallen middelen met betrekking tot de zoge
naamde resturenregistratie
De heer Siemonsma: Wij onderschrijven de uitgangspunten a, b en c zoals die in de
raadsbrief staan aangegeven met betrekking tot de personele herbezettingsgelden 1985. Wat
betreft uitgangspunt a moet ik er nog op wijzen dat er is ingeleverd voor arbeidstijdverkor
ting. De ministers Ruding en Rietkerk hebben daar al een deel van achtergehouden. Mede
gelet op een uitspraak in onze werkgelegenheidsnota over herverdeling van arbeid, zou het
belachelijk zijn als wij niet tot volledige herbezetting zouden komen.
Wij hebben geen problemen met de invulling van de herbezettingsgelden. Wel zetten wij
een paar vraagtekens bij de tijdelijke formatieplaatsen. Hoe lang blijven deze plaatsen tijde
lijk? Bij de Gemeentelijke Sociale Dienst gaat het bijvoorbeeld om drie tijdelijke formatieplaat
sen. Is er, wanneer die formatieplaatsen vrijkomen, dan nog steeds sprake van herbezet-
tingsplaatsen? Wanneer dat zo is, op welke wijze garandeert het college dat en voor hoe
lang? Wij zien liever structurele herbezetting als het om structurele gelden gaat.
Dan nog een opmerking over de financiële aspecten, zoals genoemd op bladzijde drie van,
de raadsbrief. Er staat: "Bovenstaande gevoegd bij het feit, dat de gemeente dit jaar weder
om van het Rijk gelden zal ontvangen op basis van ingeleverde prijscompensatie en voor de
ambtenaren dit jaar in principe een 38-urige werkweek moet worden gerealiseerd, stellen wij
voor deze op termijn vrijvallende gelden daarbij nader te betrekken." Ik vraag mij af wat
met "daarbij" wordt bedoeld. Wordt daarmee datgene bedoeld wat wij hebben besproken bij
de behandeling van de werkgelegenheidsnota, namelijk dat - naar aanleiding van een motie
van ons - over de invulling van niet bestede herbezettingsgelden voor 1985 een voorstel aan
de raad wordt gedaan ten behoeve van een jeugd- en vrouwenwerkplan? Ik kan mij namelijk
niet voorstellen waar het anders over zou gaan. Want als er weer prijscompensatie wordt in
geleverd, dan zullen er weer zogenaamde eenmalige middelen ontstaan. Als er bedoeld wordt
dat het weer om structurele gelden gaatdan neem ik aan dat dat van tevoren voorzien kan
worden en dat de raad een voorstel kan verwachten over de besteding van de middelen die
in de loop van 1985 zullen vrijkomen.
Maar waarbij worden nu de vrijvallende gelden betrokken? Uit de raadsbrief begrijp ik
dat die onder anderen zullen worden besteed ten behoeve van het project inzake de functie
waardering. Die gelden kunnen echter ook worden aangewend ten behoeve van het knelpun-
tenbeleid of het jeugd- en vrouwenwerkplan. Ik wil hier graag opheldering over, vooral ook
omdat wij bij de behandeling van de werkgelegenheidsnota hebben aangedrongen op voorrang
voor vrouwen bij de bezetting van nieuwe formatieplaatsen. Arbeidstijdverkorting is natuur
lijk in de eerste plaats bedoeld om te komen tot een herverdeling van werk, maar wat ons
betreft ook een herverdeling van werk tussen mannen en vrouwen. In dat licht is het voor
ons van belang te weten waar de vrijvallende gelden straks bij betrokken zullen worden.
De heer Kessler (weth.): De antwoorden op de twee vragen van de heer Siemonsma han
gen met elkaar samen. Er is sprake van herbezettingsgelden in twee ronden. De eerste ron
21
de is vanavond aan de orde, waarbij het gaat om herbezettingsgelden tot een bedrag van zes
ton plus f. 110.000,aan eigen middelen. In totaal dus f. 710.000,Voor de besteding van
deze gelden hebben wij een procedure opgestart en daarbij hebben wij knelpunten gesigna
leerd. Deze knelpunten zijn echter gesignaleerd in een situatie waarin nog geen 38-urige
werkweek bestond. Dat wil zeggen dat de ambtenaren datgene wat zij hebben ingeleverd te
rug hebben gekregen in de vorm van converteerbare vrije dagen die vrij opneembaar waren.
Meestal werden deze dagen opgenomen in periodes waarin het niet zo druk was, bijvoorbeeld
aansluitend bij de grote vakanties. Een en ander heeft ertoe geleid dat in deze eerste ronde,
waarbij wij de herbezettingsgelden moeten besteden, andere knelpunten aan de orde komen
- daar gaan wij nu mee bezig - dan indien wij een volledige 38-urige werkweek binnen het
ambtelijk apparaat moeten organiseren. De uren die daardoor minder gewerkt worden kunnen
dan niet meer vrij ingevuld worden. De kans is heel groot dat men een keer per week twee
uur korter werkt of een keer in de twee weken een middag vrij heeft. Het invoeren van de
38-urige werkweek levert dus andere knelpunten op
Wij hebben ons de vraag gesteld of wij genoemde twee rondes met elkaar zouden moeten
combineren. Daar hebben wij uiteindelijk niet voor gekozen. Wel hebben wij gezegd dat wij in
deze eerste ronde niet al het beschikbare geld in een keer moeten gebruiken voor het invul
len van structurele formatieplaatsenmaar dat wij moeten proberen ook een aantal formatie
plaatsen op tijdelijke basis te creëren. Het geld dat daarmee gemoeid is kunnen wij nodig
hebben voor de invulling van de tweede ronde. Momenteel is nog niet bekend hoeveel geld
wij dan krijgen. Maar ik denk dat dat gauw in de buurt van de zeven ton, of misschien zelfs
nog wel meer, zal zijn. Bij het bedrag dat wij uiteindelijk krijgen - er zal in dat kader ook
een heel nieuwe procedure moeten worden opgestart - zal ook het geld, de f. 180.000,dat
nu besteed wordt aan de tijdelijke formatieplaatsen gevoegd worden. Het hele pakket zal in
een keer in de vorm van een voorstel aan de raad worden aangeboden. Ik denk dat dat zal
gebeuren in de eerste vergadering van de raad na de zomervakantie, want dan moeten wij al
van start gaan met de 38-urige werkweek.
De heer Siemonsma heeft het ook gehad over het jeugdwerkplan. De, puur incidentele,
middelen die wij al bestemd hebben in het kader van de werkgelegenheidsnota voor een
jeugdwerkplan blijven gewoon staan. Wanneer wij misschien nog eens incidentele middelen
over hebben, dan zou daarvan iets aan eerder genoemde middelen kunnen worden toege
voegd. Maar daar moeten wel aparte raadsbeslissingen over genomen worden. Op dit moment
is er incidenteel een bedrag van vier ton voor het jeugdwerkplan.
De heer Siemonsma: Ik wil nog even ingaan op de incidentele middelen. In het kader van
de behandeling van de werkgelegenheidsnota hebben wij in onze motie een besluit opgenomen
om jaarlijks de gelden voor het jeugd- en vrouwenwerkplan aan te vullen met een deel van de
niet bestede herbezettingsgelden. Ik zou graag duidelijk van de wethouder willen weten of
die incidentele middelen er dit jaar zijn. Een en ander heeft volgens mij namelijk repercus
sies voor de doelstellingen die zijn opgenomen in de werkgelegenheidsnota. Als wij in ons
personeelsbeleid/wervingsbeleid bijvoorbeeld niet uitgaan van een criterium als "voldoende
geschiktheid" ten aanzien van vrouwen, dan zal er wat betreft de verhouding tussen mannen
en vrouwen in dienst van de gemeente nauwelijks iets veranderen. Naar ons idee moeten er
meer pogingen in het werk gesteld worden om de aandacht van werkgelegenheid voor vrou
wen bij de gemeente op te voeren. Mijn concrete vraag is: Zijn er voor 1985 incidentele mid
delen te verwachten, bijvoorbeeld op grond van de prijscompensatie? Wij kunnen nog niet
overzien om welk bedrag het daarbij zou gaan.
Een andere vraag is of de invulling van de 38-urige werkweek ook in de raad aan de or
de komt. Die invulling heeft namelijk te maken met de dienstverlening door de gemeente en
ook met de vraag op welke manier wij de arbeidstijdverkorting willen doorvoeren. Wordt die
arbeidstijdverkorting per dag gerealiseerd of door middel van 13 vrije dagen per jaar, want
dat maakt nogal verschil ten opzichte van de doelstellingen met betrekking tot het beleid ten
aanzien van de arbeidstijdverkorting.
De heer De Jong heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De heer Kessler (weth.): Ik heb zojuist al gezegd dat de raad een voorstel tegemoet kan
zien over de invulling van de 38-urige werkweek. Hoewel wij nog niet precies weten hoeveel
geld wij in de tweede herbezettingsronde krijgen, hebben wij de procedure al opgestart. Wij
hebben namelijk aan alle diensthoofden gevraagd hoe zij de 38-urige werkweek binnen hun
dienst denken op te vangen. Daar zal een aantal voorstellen uitkomen voor uitbreiding van
formatieplaatsen. Wij zullen deze voorstellen wegen en die de raad in een compleet pakket
aanbieden, inclusief de keuzes die wij gemaakt hebben - dat kan misschien per dienst ver
schillen - ten aanzien van de vraag hoe wij precies vorm willen geven aan de 38-urige werk
week. Bij de ene dienst bestaat misschien de mogelijkheid een keer in de twee weken een
middag vrij te nemen, bij een andere dienst zal de arbeidstijdverkorting misschien op een
andere manier geregeld moeten worden. Wij kunnen wat dat betreft op dit moment nog geen