12 De heer Sijbesma: Ik heb weinig nieuws aan mijn eerste instantie toe te voegen. De motie van PAL past niet bij de conclusie die ik toen getrokken heb op basis van dit raadsvoorstel. Wij zullen tegen die motie stemmen. De aangekondigde motie van de PvdA - inmiddels heeft de wethouder aarzelend het voorstel van de heer Timmermans overgenomen - was niet erg overtuigend. Maar als de maatregel een zekere mate van effectiviteit heeft, dan nemen wij daar genoegen mee en willen wij die het voordeel van de twijfel geven. De heer Dubbelboer: Ik ben eerlijk gezegd een beetje verbaasd over de hele gang van zaken, mijnheer de voorzitter. Het college was van te voren op de hoogte van de meningen die er bij de PvdA-fractie leefden. Het standpunt over de meldingsplicht is uitgebreid be sproken in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Als het college ervan overtuigd was dat dit de oplossing was voor de problemen die er schijnen te zijn in onze gemeente, dan had ik verwacht dat b. en w. een en ander hadden omschreven in de raadsbrief. Wat wij nu aan het doen zijn is een beetje manoeuvreren, om een beetje in de terminologie van de Elfste dentocht te blijven, op glad ijs. In mijn eerste instantie heb ik gezegd dat onze fractie het eens was met de inhoud van de raadsbrief. Nu het college zegt: wij maken de inhoud van het voorstel van de heer Timmermans en mevrouw Brandenburg tot de onze en wij verwerken een en ander in de raadsbrief, dan mag duidelijk zijn na mijn eerste instantie, waarin ik gezegd heb geen behoefte te hebben aan regelgeving die niet controleerbaar, niet hanteerbaar en volgens ons ook overbodig is, dat onze fractie zich genoodzaakt ziet tegen het raadsvoorstel te stemmen. Dat spijt mij, want wij waren het helemaal eens met het college. Ik wil ook nog iets in de richting van de heer Van der Wal zeggen. Ik denk dat hij "des Pudels Kern" geraakt heeft. Mensen met goede motieven zullen zich best wel houden aan dit regeltje. Ik zeg expres "mensen met goede motieven". De heer Van der Wal heeft het name lijk over ondernemers met kwade motieven, er daarbij vanuit gaande dat het kwaad uitslui tend bij ondernemers zou zitten. Het goedwillende deel van de bevolking zal zich best hou den aan die regeltjes, maar het kwaadwillende deel zal zich daar toch niets van aantrekken. Dan is het een volstrekt overbodige regeling en daar zijn wij nou eenmaal allergisch voor. Als het college zegt dat het deze overbodige regel tot de zijne maakt en die toevoegt aan het raadsstuk zoals dat voorligt, dan zal de VVD-fractie tegen het raadsstuk, bijlage nr. 55, stemmen. Mevrouw De JongHet voorgestelde in de aangekondigde motie van de PvdA is door het college overgenomen. Was de motie ingediend, dan had ik daar voorgestemd. De motie ging mij echter beslist niet ver genoeg, maar uiteindelijk beter iets dan niets. De meldingsplicht is volgens mij toch nog ontoereikend, want daarmee ondervang je niet de bedoelingen van degene die moedwillig vernielingen wil aanrichten om zodoende te bewerkstelligen dat het pand alleen nog maar gesloopt kan worden. Volgens mij biedt het gestelde in de motie van PAL meer mogelijkheden om in dat kader de vinger aan de pols te houden. Ik zal voor de motie van PAL stemmen, zeker ook na de uitleg van de wethouder. Eerlijk gezegd vond ik de verdediging van de wethouder bepaald niet erg overtuigend. De heer Geerts (weth.): Veel overtuigender kan ik ook niet zijn, mijnheer de voorzitter, want ik heb in eerste instantie toch wel geprobeerd te zeggen wat ik te zeggen had. Me vrouw De Jong zal het daarmee moeten doen. De heer Van der Wal zegt dat door toevoeging van de meldingsplicht aan bedoeld artikel de zaak nog vrijer wordt. Dat zie ik niet zo, want deze toevoeging houdt niet in dat er arti kelen geschrapt worden. De meldingsplicht wordt toegevoegd aan het gestelde in de artike len zoals die reeds gelden. De bestaande regels worden overeind gehouden. (De heer Van der WalIn de aangekondigde motie van de PvdA staat dat met het slopen niet mag worden begonnen voordat het bewijs van ontvangst is afgegeven. Dat houdt in dat - ik kan mij le vendig voorstellen dat een advocaat dat onmiddellijk oppikt - er dus wel met sloop mag wor den begonnen zodra het bewijs van ontvangst is afgegeven.) Je kunt ook lezen "onder ande ren niet met het slopen mag worden begonnen voordat.Maar er zijn nog andere regels die onverkort in stand blijven en niet ongedaan gemaakt worden door dit artikel. Die artikelen staan niet op zich zelf, maar die staan in een totale context van de verordening. (De heer Pruiksma; Maar zo staat het er wel. Er is een voorstel overgenomen en nu komt de wethou der in problemen.) Ik kom helemaal niet in de problemen! (De Voorzitter: Aan de orde is de raadsbrief, bijlage nr. 55. Er is een toezegging gedaan dat bedoeld punt wordt overgenomen. Dat wil zeggen dat er op een later moment een voorstel komt met een concrete redactie voor het befaamde artikel. Op dat moment is inhoudelijk de formulering van dat artikel aan de or de en kan een ieder die vindt dat hij of zij daar tegen moet stemmen tegenstemmen.) Dat is hetgeen ik ook had willen zeggen, mijnheer de voorzitter. Er komt nog een wijziging van de artikelen van de Bouwverordening op grond van de gedane toezegging. In de richting van de heer Dubbelboer wil ik opmerken dat hij dan alle mogelijkheden heeft om tegen die wijziging te stemmen. (De heer Dubbelboer: Dan heeft het nu toch geen zin, mijnheer de voorzitter, om dit raadsstuk, bijlage nr. 55, aan te nemen? 13 Het is dan toch veel verstandiger om dit raadsstuk in te trekken en met een nieuw college voorstel te komen?) In het raadsstuk staat het standpunt van het college met betrekking tot het sloopregime. Er is een aantal redenen waarom het niet onzinvol zou zijn dat in de sloop- verordening ook de meldingsplicht wordt opgenomen. Daar kun je wat over aarzelen en dat kan ook worden geconstateerd. Die aarzelingen hebben te maken met de effectiviteit van de maatregel. Maar de maatregel druist niet in tegen onze opvatting over de zaak. Ik heb ge constateerd dat er een meerderheid is in de raad die een dergelijke maatregel zinvol vindt. De raad kan verwachten dat in de wijziging van de Bouwverordening voorstellen in deze richting worden gedaan. Meer is er niet aan de hand. Ik heb mijn bezwaren tegen de motie van de heer Van der Wal al genoemd. (De heer Pruiksma: Die motie kan dan ook meegenomen worden.) Wij zijn niet van plan, mijnheer Pruiksma, in de voorstellen die wij doen een voorstel te doen zoals in de motie van de heer Van der Wal verwoord is. Ik begrijp niet goed wat het probleem is. (De heer Pruiksma: Het college heeft toch al lang nagedacht over deze kwestie?) Het college heeft nagedacht, mijn heer Pruiksma. (De heer Pruiksma: Maar niet goed genoeg, begrijp ik nu. Onzin!) U weet misschien ook uit uw dagelijkse praktijk, mijnheer Pruiksma, dat niet alle dingen zwart-wit zijn, maar dat een heel groot gebied grijs is. (De heer Pruiksma: Wij lopen niet dagelijks met het gummetje rond natuurlijk.Je kunt dus wikken en wegen. Op grond van het proeven van argumenten kun je dus tot de een of andere overtuiging komen. (De heer Pruiksma: Een waardeloos verhaal!) U vindt dat een waardeloos verhaal, ik vind het een erg goed verhaal. (De heer Pruiksma: Had dat verhaal dan zelf bedacht!) Deze raad vindt dat op basis van argumentatie in deze zaal standpunten gevormd wor den. Het lijkt mij dan heel logisch dat door de inhoud van de discussie standpunten, vooral als het gaat om een situatie waarbij sprake is van wikken en wegen, in een bepaalde richting gaan. Als dat niet zo zou zijn, dan zou het een zeer onnuttige discussie zijn en zou het col lege nooit op grond van een raadsdiscussie kunnen zeggen dat het over een bepaalde materie anders denkt. (De heer Pruiksma: Deze kwestie is toch al lang in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening besproken en is dus niet nieuw.) (De heer Dubbelboer: Ik heb de wet houder in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over een soortgelijk voorstel, welis waar niet zo netjes met ambtelijke bijstand geformuleerd als het voorstel dat door de heer Timmermans is ingediend, een compleet ander standpunt horen verkondigen namens het col lege. Het college heeft veertien dagen de tijd gehad om daarover na te denken. Gelet op de discussie tussen de wethouder en de voorzitter, blijkt mij dat dat de afgelopen veertien da gen niet gedaan is. De wethouder zegt nu dat de raad hier graag wil besluiten en zaken wil aanpassen. Op het moment dat hier novums aan de orde komen, vind ik dat een prima zaak. Maar ik vind het uitermate slordig om over een uitgekauwde zaak in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening - het college heeft bovendien veertien dagen de tijd gehad om daarvoor na te denken - een nieuwe raadsbrief te maken.) Ik wil hieraan toevoegen dat ik in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening niet een compleet ander verhaal heb gehouden. Ik heb daar gezegd - ik hoop dat dat goed verwoord is in de notulen - dat je over bedoelde maatregel zou kunnen denken. Ik heb toen alleen mijn twijfel uitgesproken over de effectiviteit van de maatregel. Ik twijfel nog wel wat, maar dat hoeft niet doorslaggevend te zijn. Een dergelijke maatregel zou kunnen dienen om mensen die in dubio staan toch nog eens te benaderen en hen te wijzen op de goede subsidiemogelijkhe den en te bekijken of wij gebruik kunnen maken van de aanschrijvingsmogelijkheden. Je kunt je ook afvragen of zo'n maatregel wel effectief is en of je die wel moet nemen. Je ver keert dan in de situatie dat je die maatregel wel en niet kunt opnemen. Ik moet constateren dat een meerderheid van de raad hier niet negatief tegenover staat. Dan zeg ik: als de raad daar zo over denkt, dan nemen wij een en ander over. De Voorzitter: Ik stel de raad voor te stemmen over de door de PAL-fractie ingediende motie, tenzij de heer Van der Wal zegt dat hij de motie intrekt. De heer Van der Wal: Ik begrijp dat b. en w. een niet ingediende motie meenemen, het daar in gestelde op zijn juridische en effectieve haalbaarheid toetsen en vervolgens met een voorstel in de raad komen. Nu wordt de nadruk erg gelegd op de mensen met een goede, po sitieve wil. Ik heb uit de reactie van de PvdA begrepen dat zij ook mensen met een kwade wil in dit verband bedoelt. Er komt dus een voorstel. Ik trek op dit moment mijn motie in, want een en ander komt wel weer ter discussie. De Voorzitter: De motie van PAL is ingetrokken en maakt geen deel meer uit van de be raadslagingen. Ik stel de raad voor de raadsbrief voor kennisgeving aan te nemen. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter, met inachtneming van de toezegging van de wethouder.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 7