26 manier aan meewerken om mensen beneden het sociaal minimum te brengen. De wethouder heeft ook gezegd dat, wanneer wij geen sanctiebeleid hebben, de minima kennelijk van alles doen als wij misbruik niet bestraffen. Het enige wat wij dan doen is puur kiezen voor de re pressieve maatregelen die ons zijn opgelegd en die zo goed mogelijk uitvoeren. Ik had ei genlijk van een wethouder van de PvdA wel een wat meer principiële visie verwacht dan zich de regelingen, die op dit moment bestaan om de inkomens van de minima te regelen, toe te eigenen. Ik vraag mij af in hoeverre het college het ook eens is met een dergelijk beleid. Ik heb in de notitie kunnen constateren dat het college ook vindt dat het minimum te laag is. Als je daar iets aan wilt doen, dan gaat het niet aan om puur te kiezen voor repressieve maatregelen in de vorm van een sanctiebeleid. Nou gaat het er denk ik ook om om te pleiten voor politieke oplossingen. Oplossingen die ervoor kunnen zorgen dat sancties voor een groot deel overbodig worden. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat een heleboel van die regels moeten worden afgeschaft, wat kan als men iedereen een individueel inkomen geeft. Wij zijn dan van een heleboel sores af. Bij de discussie over de sollicitatieplicht hebben wij het daar ook al over gehad. Het zou een goede zaak zijn als wij deze kwestie via deze princi piële ingang zouden benaderen, want ik denk dat wij dan echt iets voor de minima kunnen doen. (Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaIk heb begrepen dat het CDA daar nu mee bezig is.) (De heer Janssen: Je hebt daar zeker niet veel vertrouwen in, maar het is wel zo.) Fantastisch. Als ook de PvdA van mening is dat mensen door het sanctiebeleid niet beneden het sociaal minimum terecht moeten komen, dan kunnen wij daar met zijn allen voor zorgen. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Daar ging het niet over!) Wat betreft de anonieme tips is er ook sprake van een wat vreemdsoortige benadering door de wethouder. Hij zegt dat wij een en ander moeten bekijken tegen de achtergrond van het niets doen aan fraudebestrijding. Daarmee wordt gesuggereerd dat alles wat je dan doet buiten het "niets" een goede zaak is. Dit is een volstrekt ongerijmde redenering en neemt ook de problemen die in de notitie gesignaleerd worden niet serieus. De vergelijking met de politie lijkt mij eerlijk gezegd veel te ver gaan. De politie is bedoeld als een repressief appa raat. Als wij de sociale dienst ook op de lijn van een repressief apparaat moeten zetten en niet beschouwen als een sociaal instituut, dan weet ik niet meer waar wij blijven met ons mi nimabeleid. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Ik vind het een schandalige suggestie die u doet!) De wethouder heeft zelf gezegd dat de politie wel ingaat op anonieme tips en waarom dat dan niet kan gebeuren bij de sociale dienst. Ik begrijp dat niet zo. Als het ingaan op anonieme tips bij de politie een legitimatie is om dat ook bij de sociale dienst te doen, dan wil ik wel weten wat het verschil is. Daarom vraag ik ook of wij dan bij de sociale dienst ook be zig zijn met een repressief beleid in plaats van het voeren van een sociaal beleid. Als ik een en ander verkeerd heb verstaan, dan hoor ik dat graag van de wethouder. Als u behoefte hebt, mevrouw Brandenburg, om hierop in te gaan dan kunt u ook nog het woord voeren. (De Voorzitter: Via de voorzitter.) Uiteraard. Ik wil ook nog ingaan op de voordeurdelersregeling. De wethouder heeft gezegd dat hij wel met een notitie dienaangaande wil komen. Hij is echter niet ingegaan op het tweede ver zoek in de motie Inamelijk "in de notitie uit te gaan van het maximaal benutten van de lega le mogelijkheden tot het ontwijken van de regeling door uitkeringsgerechtigden". Een en an der past nu juist in het beleid van het soepel en ruim interpreteren van wettelijke maatrege len. Ook op twee andere vragen is de wethouder niet ingegaan. De eerste vraag was: Is het college bereid kamerhuurders actief te wijzen op de mogelijkheid van woonkostentoeslag? De tweede vraag was: Is het college bereid bij de interpretatie van "economische eenheid" reke ning te houden met de ontwikkeling naar individualisering en leefvormen? Als wij dat name lijk doen, dan hoeven wij straks misschien een stuk van de controle niet uit te voeren. Dit bedoel ik met een andere benadering van de kwestie van een sociaal beleid voor de minima. De schuldregeling. Ik begrijp het antwoord van de wethouder wat dit punt betreft niet. Wat betreft de verhaalbare bijstand zegt de wethouder dat de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) in samenwerking met de Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland (GKB) op een ge geven moment moet zoeken naar een oplossing van de schuldproblematiek. Als er geen spra ke is van zoveel risico en de schuld binnen drie jaar afgelost moet zijn, dan vraag ik mij af waarom de GKB dat dan niet zelf regelt. Waarom moet de GSD er dan nog aan te pas komen? De GSD komt er aan te pas als de GKB driekwart van de aanvragen niet honoreert. En daar komt het verhaal bij van de verhaalbare bijstand. Wat wil het college dan nog verhalen, want b. en w. willen gaan tot een maximale aflossingstermijn van drie jaar. Wat voegt dan het in springen van de GSD naast de GKB daar in feite aan toe? Het gaat juist om driekwart van de aanvragen die niet door de GKB wordt gehonoreerd. De wethouder zegt dat de GSD in springt als er nog verhaalbare bijstand is. Ik denk dat, als de financiële situatie zo is, dan ook de GKB wel met haar cliënt in zee wil gaan. Ik vraag nogmaals: Als er geen oplossing is via de GKB en ook niet via extra hulp van de GSD, welke oplossingen zijn er dan nog? Dan de cliëntenparticipatie en het onderzoek naar de dienstverlening. Het onderzoek wordt overbodig geacht, omdat er voldoende signalering plaatsvindt in persoonlijke contac ten en er bovendien contact is met belangenorganisaties. Een en ander zal altijd in de sfeer 27 van casuïstiek blijven. Nou hebben wij in de commissievergadering van vorige week maandag ook aan wat casuïstiek gedaan. Er zijn een paar voorbeelden op tafel gekomen van hoe din gen zijn misgelopen. Dan wordt er gezegd: Ja natuurlijk, mijnheer Siemonsma, in deze ge vallen is er fout gehandeld. Als elke individuele persoon met een klacht komt, maar er is geen inzichtelijke en controleerbare klachtenprocedure waar een en ander geregistreerd wordt, hoe kunnen wij dan een objectief beeld krijgen van de kwaliteit van de dienstverlening? Wij hebben niet een dergelijke klachtenprocedure. Om ons een goed beeld te kunnen vormen van de situatie kunnen wij niet afhankelijk zijn van casuïstiek. Dan is gewoon een objectieve maatstaf nodig en dat kan door middel van een representatief onderzoek onder de cliënten van de GSD. Ik blijf dus pleiten voor het houden van zo'n onderzoek. Ik denk dat daaraan, omdat men nu ongetwijfeld zijn uiterste best doet in de dienstverlening naar de cliënten, mo gelijkerwijs ook argumenten ontleend kunnen worden om te pleiten voor aanvullende formatie vanuit de rijksoverheid. Tot slot wil ik nog iets zeggen over de opmerking van de heer Jansma dat er nog nooit onderzoek is verricht naar de vraag of het minimum wel sociaal verantwoord is. Volgens mij zijn er wel onderzoeken gepleegd. Sterker nog, wij hebben 4 juni vorig jaar een motie inge diend waarin gepleit werd om iemand, op grond van berekeningen van onze sociale dienst, een uitkering te verschaffen, om op die wijze een proefproces over de hoogte van de mini mumuitkering en de mate waarin die voldoende is uit te lokken. Het CDA is daar toen niet in meegegaan. Het lijkt mij dat de heer Jansma of iemand anders van zijn fractie toen een ander voorstel had kunnen doen om er achter te komen wat dan wel een sociaal aanvaardbaar mini mum is. In ieder geval heeft de meerderheid van de raad ook bij een eerdere gelegenheid vastgesteld dat het huidige minimum onaanvaardbaar laag is. Daar ga ik dan ook vanuit. (De hear Jansma: Dat is üs te generalisearend!) Dan onze betiteling dat uitkeringsgerechtigden behandeld worden als tweederangs bur gers. Ik constateer een verschil in behandeling en verschillen in de mate van controle van mensen met verschillende inkomenssituaties. Inkomenssituaties vanuit een uitkering en van uit betaald werk. Dat vind ik niet uit. Als mensen daarover onder anderen bij mij komen met problemen, dan maak ik die mensen niet zielig maar dan geef ik hun problemen en hun gevoel daarover hier wel door. Tegelijkertijd blijft het gevoel dat sommige mensen hebben van twee derangsburger te zijn. Het wordt volgens mij tijd dat wij onze ogen eens open doen en de verschillen tussen de positie van mensen met een betaalde baan en mensen met een uitkering op een rij zetten. Wij moeten daar eens dieper in duiken en dan vragen wie er nog trek heeft in een dergelijke situatie van een inkomen te worden voorzien en wie dan nog het gevoel zou hebben een volwaardig burger te zijn. Het lijkt mij een goede zaak om ons daar bij een ande re gelegenheid eens wat meer in te verdiepen. Dan echt tot slot nog iets over de moties. De voorzitter heeft bij eerdere gelegenheden wel eens moeite gehad om een ingediende motie te splitsen. Vervolgens werd de motie dan in stemming gebracht zoals die was ingediend. Om daaromtrent nu problemen te voorkomen, wil ik nog graag twee moties indienen en motie II intrekken. Het gaat om de volgende moties. Motie IV "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 1 april 1985, overwegende dat het recht hebben op een uitkering geen reden mag zijn om de ontvanger /ster daarvan met argwaan tegemoet te treden en anders te behandelen dan iemand die in zijn/haar levensonder houd voorziet door middel van een betaalde baan, verzoekt het college van b. en w. geen anonieme tips over vermeend misbruik van RWW en ABW meer in behandeling te laten nemen." Motie V "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 1 april 1985, overwegende dat de officiële minimumuitkeringen ontoereikend moeten worden geacht voor een volwaardig sociaal bestaan verzoekt het college van b. en w. het sanctiebeleid in ieder geval zo toe te passen dat uitkeringen niet beneden het geldende officiële mi nimum dalen." Beide moties zijn ondertekend door Jan Willem Duijvendak. (De Voorzitter: Motie II is inge trokken. Ik wil mijn waardering uitspreken voor deze wijze van indiening.) De heer Burg: Ik zou graag willen beginnen met de doop PAL ingediende moties. Motie I betreffende de voordeurdelersregeling. Het antwoord van de wethouder is voor ons eigenlijk voldoende. Wanneer de voordeurdelersregeling tot uitvoering gebracht moet worden - de in voering is nu even uitgesteld -dan neem ik aan dat op directieniveau aan de hand van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 14