32
binnen de beperkte marges die er nog zijn toch wel enige zeggenschap mogen hebben over
de uitvoering van bepaalde punten. Anders moet de rijksoverheid een en ander zelf maar
uitvoeren.
Tot slot heeft de heer Burg gezegd dat hij tegen bepaalde passages in de beleidsnotitie
is. Ik neem dat voor kennisgeving aan.
Mevrouw Vlietstra heeft gevraagd wat hoofdlijnen zijn en wat niet. Dat is natuurlijk een
interessante vraag. Wat mij betreft zijn hoofdlijnen vooral die punten waar het college van b.
en w./ de directie van de GSD nog een reële marge heeft om in te kunnen kiezen. Het heeft
weinig zin om landelijke regelingen, die op ons afkomen en waarvan het op voorhand al vol
strekt duidelijk is hoe die moeten worden geïnterpreteerd, hier uitgebreid te bespreken.
Daar waar marges zijnlijkt het mij logisch om die punten in ieder geval in de Commissie
voor de Gemeentelijke Sociale Dienst te bespreken en als het om wezenlijke punten gaat in de
raad aan de orde te stellen. Gelet op het feit dat wij in het collegeprogramma hebben aange
kondigd om in deze notitie iets over "economische eenheden" op te nemen, maar dat dat niet
gebeurd is omdat de voordeurdelersregeling eraan komt, kan ik mij inderdaad wel voorstellen
dat wij deze kwestie - de economische eenheid en de voordeurdelersregeling - uiteindelijk in
de raad bespreken. Tenzij wij, dat wil ik er nadrukkelijk bij zeggen, er bijvoorbeeld in de
Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst achter zouden komen dat er inderdaad niets
te kiezen valt en dat er geen autonome marges zijn voor een college van b. en w. In dat ge
val lijkt het mij niet zinvol om een en ander ter bespreking aan de raad aan te bieden. Maar
ik neem niet aan dat dat het geval is, dus wat dat betreft wil ik wel toezeggen dat wij,
mochten die marges inderdaad reëel aanwezig zijn, een en ander dan ook in de raad kunnen
bespreken
Op de anonieme tips ben ik al ingegaan.
Dan de starters. Mevrouw Vlietstra stelt niet zozeer het specifieke beleid met betrekking
tot de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen (RZ) aan de orde, maar hetzelfde punt dat de heer
Siemonsma ook aan de orde heeft gesteld, namelijk het hele individualiseringsbeleid. In hoe
verre zou je met het begrip "economische eenheid" mogen en moeten werken. Mevrouw Vliet
stra stelt dat wij dat maar niet moeten doen. Ik heb daar al op gereageerd. Binnen de huidi
ge ABW kunnen wij daar niet aan tegemoet komen. Dat betekent dat mensen die geen bij
standsuitkering kunnen verkrijgen, bijvoorbeeld omdat zij een economische eenheid vormen,
ook niet in aanmerking kunnen komen voor het inkomensaanvullende deel van de RZ. Pas op
het moment dat je het hele model van sociale zekerheid en inkomens verandert en geen reke
ning meer houdt met economische eenheden maar iedereen een individueel recht op inkomen
en uitkering geeft, zou je ook de RZ anders kunnen toepassen. Maar zo ver is het nog lang
niet.
Ik denk dat ik hiermee de meeste punten heb gehad, mijnheer de voorzitter.
De hear Jansma: Wy hawwe noch net réagearre op de moasjes IV en V, om't dy nei myn
twadde ynstansje yntsjinne binne. Moasje IV giet oer de anonime tips. De grutst mooglike
mearderheid fan üs fraksje stiet efter dizze moasje. Wy hawwe it net mear nedich fün om dér
de gearkomste foar te ünderbrekken. Wy hawwe hjiroer ünderling efkes praat en in foardiel
is dat üs twa wethalders tichtby üs sitte.
Wy binne tsjin moasje V.
De heer Siemonsma: Ik wil graag even toelichten waarom wij motie I handhaven, ondanks
de toezegging van de wethouder dat er een notitie komt. Het gaat ons om het tweede deel
van het verzoek aan b. en w. Daar ligt de nadruk op. Het is prima dat er een toezegging is
gedaan over de notitie, maar omtrent het tweede verzoek willen wij de motie handhaven.
De Voorzitter: Ik breng dan nu de moties in stemming. Aan de orde is de stemming over
motie I.
Motie I van de heren Siemonsma en Duijvendak wordt verworpen met 33 tegen 4 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie.
De Voorzitter: Motie II is ingetrokken. Aan de orde is de stemming over motie III.
Motie III van de heren Siemonsma en Duijvendak wordt verworpen met 33 tegen 4 stem
men.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over motie IV.
De heer Heere (weth.Ik wil een stemverklaring afleggen. Ik vind ook dat misbruik
van sociale voorzieningen bestreden moet worden. Maar ik ben, gehoord de discussie en alles
afwegende, tot de conclusie gekomen dat dit middel voor mij erger is dan de kwaal.
33
De Voorzitter: Dan is nu de stemming aan de orde.
Motie IV van de heren Siemonsma en Duijvendak wordt aangenomen met 26 tegen 11 stem
men.
(Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Brandenburg-Sjoerdsma, De
Haan-Laagland, Visscher-Bouwer en Wielinga-Graansma en de heren Geerts, Kessler, Meijer-
hof, Timmermans en De Vries, van de fractie van het CDA de heer Miedema alsmede de heer
Buurman van de fractie van GPV/RPF/SGP.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over motie V.
Motie V van de heren Siemonsma en Duijvendak wordt verworpen met 30 tegen 7 stem
men.
(Voor de motie stemmen van de fractie van de PvdA de dames Jongedijk-Welles en Vlietstra
en de heer Janssen alsmede de leden van de PAL-fractie.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 16a.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
aangenomen motie en de toezeggingen van wethouder Kessler en met aantekening dat de
VVD-fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de door de heer Burg genoem
de onderdelen van de beleidsnotitie.
De Voorzitter schorst, om 17.25 uur, de vergadering tot 19.30 uur.