6 als gemeente wat mee. De zojuist genoemde fracties stellen voor deze kwestie te behandelen in de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden en in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden. Ik wil daarvoor twee argumenten noemen, met name waarom een en ander in de eerstgenoemde commissie moet worden behandeld. Het eerste argument is van inhoude lijke aard. Volgens ons - wij hebben dit ook in de nota uiteengezet - bestaat er een inhoude lijk verband tussen discriminatie op grond van sekse en discriminatie op grond van seksuele voorkeur. Over discriminatie op grond van sekse praten wij met elkaar binnen de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden, dus het ligt voor de hand om ook de discriminatie op grond van seksuele voorkeur in de commissie te behandelen. Praktisch gezien betekent dit dat in de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden over alle vrouwen wordt gesproken en dat niet de discussie over bijvoorbeeld lesbische vrouwen in een andere commissie wordt gehouden dan die over bijvoorbeeld heteroseksuele vrouwen. Vandaar ons verzoek deze kwestie in de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden te behandelen. Een aantal aspec ten van de homo-nota ligt meer op het terrein van bestuurlijke aangelegenheden en open bare orde, met name waar het gaat over het politiebeleid. Wij willen dan ook vragen of die aspecten apart aan de orde kunnen worden gesteld in die commissie. (De Voorzitter: Wilt u verduidelijken welke commissie u in laatste instantie bedoelt? De Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden ontgaat mij. De Commissie voor Openbare Orde wanneer het om politiezaken gaatnou, marginaal denk ik.) Ik dacht dat de Commissie voor Bestuurlijke Aangele genheden en Openbare Orde één commissie was, in die zin dat zij in dezelfde samenstelling vergadert. (De Voorzitter: Het zijn twee volstrekt verschillende commissies.) In een aantal hoofdstukken in onze nota wordt ingegaan op politie-aspecten, bijvoorbeeld op de Algemene Politieverordening (APV). Dat soort zaken zouden wij graag in de Commissie voor Openbare Orde aan de orde gesteld willen zien. De primaire verantwoordelijkheid voor de hele nota ligt echter meer in de lijn van de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden. De heer Buurman: Eén korte opmerking, mijnheer de voorzitter. Ik heb er geen "ferlet" van. Mevrouw Jongedijk-WellesDe heer Duijvendak zegt dat hij namens de fractie spreekt, maar hij bedoelt waarschijnlijk de werkgroep die zich bezig heeft gehouden met deze nota. (De Voorzitter: In de raad spreken alleen fracties en geen werkgroepen.) De heer Kessler (weth.): Het lijkt mij een goede zaak de homo-nota zowel in de Commis sie voor Emancipatie-aangelegenheden als in de Commissie voor Openbare Orde te bespreken. Op de vraag wie de verantwoordelijke wethouder is moeten wij ons in het college nog eens nader beraden op het moment dat het preadvies ingevuld is. De Voorzitter: Het college gaat na in hoeverre op de wensen kan worden ingespeeld. De nota wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies, met inachtneming van de door de wethouder gedane toezegging. Sub J. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub K. De Voorzitter: Aan de orde is de brief van 27 februari 1985 van het Provinciaal Overleg Revalidatie te Leeuwarden betreffende het gebruik van een opvallende kleur voor bescherm- paaltjes. De hear Jansma: Iljir wurdt ütsteld om it Provinsiaal Oerlis Revalidaasje witte te litten dat harren brief belutsen wurde sil by it ündersyk nei de mooglikheid oft yn pleats fan read-brune pealtsjes ek griene pealtsjes brükt wurde kinne. Us fraksje wol graach in lyts bytsje fierder gean. Wy soenen it nammentlik op priis stelle dat it Provinsiaal Oerlis Revali daasje mei yn dit ündersyk belutsen wurdt en dat dêrnei de beslissing faitIt is in terrein dat nochal spesialistysk is. Yn de organisaasje dy't dizze brief skreaun hat sit in protte deskundichheid en om foar te kommen dat der dochs noch wat ferkeard giet stelle wy it op priis dat hja by it oerlis belutsen wurdt. Mevrouw De Jong: Ik ondersteun het verzoek van de heer Jansma van harte. De heer Geerts (weth.): Ik had nooit gedacht dat wij zo uitgebreid over deze paaltjes zouden praten. In de Commissie voor Openbare Werken hadden wij het over de vorm van de paaltjes, omdat wij Leeuwardertjes wilden hebben, en toen werd er zijdelings een opmerking 7 gemaakt over de kleur van de paaltjes. Daarover ontstond toen een zeer boeiende discussie, de paaltjes konden worden uitgevoerd van rood tot lichtblauw. Ik moet nu zelfs met een pro vinciale club overleg voeren over de kleur van de paaltjes. Ik wil het Provinciaal Overleg Revalidatie best een keer vragen wat men er van denkt, maar wij moeten dit probleem na tuurlijk niet groter maken dan het is. De paaltjes worden alleen geplaatst om het bezitters van auto's onmogelijk te maken hun auto daar te plaatsen waar die niet hoort. Daarbij willen wij er voor zorgen dat die paaltjes niet te veel detoneren en dat het er allemaal een beetje netjes uitziet. Als deze club daarover nog zijn mening wil geven voordat tot de echte kleur wordt overgegaan, dan kan dat wel. De heer De Beer is inmiddels ter vergadering gekomen. Mevrouw De Jong: Ik wil even iets rechtzetten. Het gaat er niet zozeer om of een paaltje nu groen of oranje is. Het gaat er juist om dat ook in Leeuwarden een groep oudere mensen is die slecht ziet en die bepaalde kleuren beter kan onderscheiden. Juist daarom is het over leg met het Provinciaal Overleg Revalidatie van zo'n groot belang. De heer Geerts (weth.): Ik heb al gezegd dat dat overleg nog zal worden gevoerd, dus dat komt wel klaar. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de door de wethouder gedane toezegging. Sub L. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub M. Het bezwaarschrift is in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep en Bezwaarschriften. De hear Jansma: Ik soe graach wat sizze wolle oer de léste sin fan dizze meidielingen. Ik soe graach wolle dat it kolleezje it werjaan fan brieven fan boargers, dy't yn de Fryske taal ta üs komme, yn it Frysk oan de ried docht. Itselde jildt foar it ütskriuwen fan de meidieling dat dy brieven op besjen lizze. De Voorzitter: Uw verzoek is heel correct, mijnheer Jansma, want een en ander is con form de afspraak. Punten 5 t.e.m. 15 (bijlagen nrs. 116, 106, 105, 104, 103, 108, 115, 107, 117, 126 en 102). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage nr. 130). De Voorzitter: Aan de orde is het beroepschrift van J.T.M. Hepkema te Leeuwarden te gen een geweigerde bouwvergunning. De heer Bijkersma: Deze zaak heeft een inhoudelijk karakter en een karakter van proce durele aard. Op dat laatste karakter wil ik graag ingaan. Onze fractie is niet zo gelukkig met de door het college voorgestelde procedure. Wat is er gaande? Naar aanleiding van een door het college genomen beslissing - of niet genomen beslissing - is er destijds een be zwaarschrift ingediend door de heer Hepkema. Daarvoor is de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften bijeen geroepen, die een advies aan de raad heeft uitgebracht waarin werd gesteld dat het beroepschrift gegrond moest worden verklaard. Dat was'het eerste artikel van het besluit. Het tweede artikel van het besluit was het college te verzoe ken de bouwaanvraag opnieuw in behandeling te nemen. B. en w. zijn tot de constatering ge komen dat het tweede gedeelte van het besluit niet uitvoerbaar is. Ik laat in het midden of dat wel of niet zo is, het wordt gewoon geconstateerd. Maar wat gebeurt er dan? Het college zegt dat er een verkeerd advies is uitgebracht dat niet kan worden uitgevoerd. Nu interpre teert het college het besluit van de vorige keer alsof de raad nader geïnformeerd wil worden. Daarmee ben ik het niet eens, ik denk daarom ook dat het college wat dit betreft niet correct handelt. Het college heeft nu een advies opgesteld om het beroepschrift, dat eerst gegrond is verklaard, ongegrond te verklaren. Het college heeft als het ware de functie van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften overgenomen. Daartegen heb ik gevoelsmatig bezwaar, want het college is in deze beroepprocedure een betrokken partij.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 4