39 gemakkelijk over praat. Het is zo dat de markt momenteel achteruitgaat en daar niet meer kan functioneren. Wethouder Geerts heeft gelijk als hij zegt dat de raad heeft uitgesproken dat de markt op de Nieuweburen moet blijven. Wij hebben daar voor gekozen, niet in de eer ste plaats vanwege de markt, maar vanwege de buurt en de winkeliers. Intussen is de situa tie veranderd. Wie deze markt zaterdags bezoekt zal kunnen zien dat - na de verhuizing van de Kelders - deze gevestigd is vanaf de Breedstraat tot aan de Voorstreek. De markt gaat dus achteruit. De ambulante handel kan daar, zoals in een aanlooproute, niet meer goed functioneren. Het zou erg triest zijn wanneer wij de inrichting van een straat toespitsen op een markt die er straks niet meer is. Bij de inrichting van het Wilhelminaplein hebben wij ook gezegd dat daar zo nu en dan een circus moet kunnen staan. En wat voor vlakte ligt er nu! Een stad mag niet ingericht worden op basis van dergelijke incidenten. Tegelijkertijd vind ik dat de markt in dit gedeelte van de stad moet kunnen functioneren. Ik meen ook dat het model dat gepresenteerd is aan de ambulante handel niet of in onvoldoende mate is door gesproken of niet goed is begrepen. In bedoeld model kan de markt, dat is ook uitgezocht, wel goed functioneren. Maar los daarvan mogen wij een straat niet inrichten op grond van een situatie die mogelijk verandert. Ik wil er dan ook voor pleiten toch te kiezen voor model II en als gegeven te aanvaarden dat de markt, omdat die achteruitgaat, op een andere plaats zal moeten komen. De markt moet wel in hetzelfde gebied van de binnenstad blijven en dan ook in een aanlooproute voor de binnenstad. De Nieuweburen moet wat meer opgeknapt worden dan dat het geval is in mo del I. De heer De Jong: Ik wil, net als de heer Ten Hoeve gedaan heeft, even terugkomen op het Structuurplan voor de Binnenstad. In dat plan gaat het inderdaad om het vergroten van de belevingswaarde, over het herstellen van de woonfunctie in de binnenstad en om een goe de parkeernormAls ik er vanuit ga dat dit drie grote beginselen zijn van het structuur plan, dan is voor mij het schoonheidsfoutje dat wij de tuin van Zalen Schaaf niet openstellen, maar dat wij toch een klepje openhouden met artikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening zodat de tuin, wanneer dat nog eens zover mocht komen, alsnog kan worden opengesteld. Hetzelfde geldt voor hetgeen ik heb gezegd over de horecavoorzieningen klasse e in de binnenstad. De heer Van der Wal heeft gezegd dat er in de stukken wel staat dat er 30 hore- cavestigingen komen, maar dat dat aantal nooit zal worden gerealiseerd. Ik zeg dan dat er een andere bestemming moet worden gemaakt, bijvoorbeeld de bestemming Gemengde doelein den. Maar als je vasthoudt aan 30 horecavestigingendan zul je alle aanvragen daartoe moe ten honoreren. (De heer Van der Wal: Het gaat hier om gemengde doeleinden.) Nee, mijn heer Van der Wal, wij willen hier duidelijk 30 horecavoorzieningen in de klasse e een plaatsje geven. Als er behoefte is aan 30 van dergelijke horecavoorzieningen, dan komen die 30 er. Ik vind dat er weer sprake is van een schoonheidsfoutje in die zin dat wij, terwijl wij de woonfunctie in de binnenstad willen herstellen, in dit deel van de binnenstad, waar wij een horecavrije zone hebben, horecavoorzieningen klasse e een plaatsje geven. Een ander schoonheidsfoutje vind ik het feit dat niet in de raadsbrief staat vermeld dat - dat heeft wethouder zojuist gezegd - een minderheid van het college wat het profiel van de Nieuweburen betreft een andere mening is toegedaan. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Ik wil onze motie handhaven, omdat wij vinden dat de normale voorbereidingsbesluitprocedure de omwonenden meer rechtszekerheid geeft. Wij wachten maar af welke fracties onze motie zullen steunen. In dit opzicht hebben de woorden van de heer De Jong wel hoop gegeven. Wij kunnen instemmen met de door het college voorgestelde wijziging betreffende de ver ticale geleding van het zogenaamde Vijzelblok. Over het antwoord van de wethouder op onze opmerking over de panden van de Friese Pers/Leeuwarder Courant het volgende. Ons standpunt is ingegeven door de gedachte dat het de eigenaar van de gebouwen was die bezwaren heeft gemaakt, maar dat is niet helemaal goed boven water gekomen. De wethouder zegt dat de Leeuwarder Courant geen plannen heeft om daar weg te gaan. Wij hebben daar ook geen andere berichten over, dus met die opmerking gaan wij wel akkoord. Wat betreft het profiel van de Nieuweburen het volgende. Wij hebben destijds gestemd voor model I en wij handhaven dat standpunt. Verkeers- en marktbelangen hebben bij ons prioriteit. Natuurlijk zou het mooi zijn om zo'n oud grachtje met bomen weer aan te geven, maar wij leven in de tegenwoordige tijd en zullen toch praktisch moeten zijn. Onze fractie blijft bij model I. Mevrouw De Jong: Voor mij blijft één punt over, namelijk het profiel van de Nieuwebu ren. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat mijn voorkeur uitgaat naar model II, zuiver uit stedebouwkundige overwegingen. De wethouder heeft al aangegeven waarom er - dat staat ook in de raadsbrief - is gekozen voor model I. Bij die keuze spelen namelijk een rol de marktbelangen, de parkeerplaatsen en het kostenaspect. Ik wil heel duidelijk stellen dat het 40 kostenaspect bij de herinrichting van zo'n kwetsbaar stuk binnenstad voor mij minder be langrijk is. Ik vind dat ook het verlies van parkeerplaatsen, zeker als het gaat om de herin richting van een stuk binnenstad, niet doorslaggevend mag zijn. Wat dan overblijft zijn de marktbelangen. Dat is voor mij een heel zwaarwegend punt, niet zo zeer vanwege het behoud van de markt, maar meer als duw in de goede richting van de winkeliers van de Voorstreek. Zij hebben die duw meer dan ooit nodig, zeker gelet op de toename van het winkeloppervlak op het Wilhelminaplein. De heer Ten Hoeve heeft gezegd dat de marktbelangen in model II goed kunnen functioneren. De PvdA-fractie wil een eventuele verplaatsing van de markt in de raad aan de orde stellen. De gedachten gaan daarbij dan uit naar de Voorstreek-looprou te. Ik kan met deze uiteenzetting van de PvdA-fractie meegaan, want ik heb daar alle ver trouwen in. Met deze kanttekeningen stem ik in met de motie van de PvdA. De heer Van der WalIk wil alleen nog een opmerking maken in de richting van de heer De Jong wat betreft de horecavestigingen. Als hij de bestemmingsplankaart er op naslaat, dan zal hij zien dat het in bijna alle gevallen gaat om de bestemming Gemengde doeleinden. Deze bestemming kan aan de hand van tabellen flexibel worden toegepast en weer worden on derverdeeld in een heleboel andere gemengde doeleinden. De heer De Jong schudt zijn hoofd. Ik weet nu ook niet meer hoe ik een en ander beter moet uitleggen. De heer Buurman: Ik wil nog even iets zeggen over artikel 11 van de Wet op de ruimte lijke ordening. Er is wat dat betreft toch wel wat euvele moed voor nodig om het tegen de wethouder op te nemen, want hij is expert en doorkneed in de hele wet op de ruimtelijke or dening. Maar ik ben generalist en geen specialist. Het gaat mij om de wijzigingsbevoegd heid, die meen ik aan b. en w. is opgedragen. Als ik goed ben ingelicht dan biedt een en an der de mogelijkheid tot het maken van bezwaar bij gedeputeerde staten en niet tot beroep bij de Kroon zoals bij een normale wijziging van het bestemmingsplan. Dat leidt alleen maar tot een verharding van mijn standpunt om voor de motie van de VVD te stemmen. De heer Bijkersma: Ik wil nog graag een bestuurlijk aspect naar voren brengen. Wij zijn hier bezig met het besturen van de gemeente Leeuwarden. De burger heeft er recht op te weten hoe de verschillende fracties over de zaken in onze gemeente denken. Ik vind het zeer correct dat de fracties van PvdA, PAL en D'66 hebben gereageerd op onze motie. Het was wel een reactie in negatieve zin, maar ik heb er respect voor dat deze fracties hebben gere ageerd. De burger weet nu hoe genoemde fracties over onze motie denken. De heer Buurman stemt in met onze motie. De woordvoerder van het CDA, de heer De Jong, spreekt het colle ge aan op artikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening, maar gaat helemaal niet in op on ze motie. Dat laatste vind ik bestuurlijk gezien minder correct. Ik zou graag willen dat de CDA-fractie zich uitspreekt over onze motie, met argumenten onderbouwd. Misschien draait het CDA weer - dat doet het wel vaker -, maar ik heb bezwaar tegen een dergelijke wollige manier van reageren. De Voorzitter: Naar aanleiding van de opmerking van de heer Bijkersma wil ik het vol gende zeggen. Er is nergens een verplichting opgenomen om een oordeel over ingediende moties uit te spreken. Wel wordt er vanuit gegaan dat men zijn stem uitbrengt. Daarenboven is er ook nog gelegenheid - die wordt nimmer onthouden - om, voordat de stemming aan de orde is, nog een stemverklaring af te leggen. Dus ook wat dat betreft kan iedereen volledig aan zijn trekken komen. De heer Geerts (weth.Ik kan volstaan met een korte reactie, want ik heb begrepen dat de kaarten zijn geschud. Het profiel van de Nieuweburen. De heer Ten Hoeve heeft wat dat punt betreft een heel overtuigend verhaal gehouden. Hij pleit heel sterk voor model II, mede op basis van het ge stelde in het Structuurplan voor de Binnenstad. Het college kan daar in zoverre in meevoe len dat ook wij vinden dat model II meer overeenstemt met de uitgangspunten van het Struc tuurplan voor de Binnenstad; dat staat zelfs in de raadsbrief. Je moet echter wel vaker een afweging plegen en die ziet er als volgt uit. Ondanks alle berichten is er in bedoeld gebied toch parkeernood. Straks wordt er woningbouw gepleegd in het Vijzelblok. De heer De Jong heeft terecht gezegd dat straks het Hoeksterend zal worden afgegraven, hetgeen de par keernood in dat gebied alleen maar zal vergroten. De markt is niet toevallig op de Nieuwebu ren, want een en ander is gebeurd naar aanleiding van een beleidsbeslissing van de raad. Ik wil dan ook niet praten over een incident, maar over een gegeven. Het is een redelijk per manent gegeven dat die markt daar moet zijn. Er is met de marktkooplieden gepraat over de vraag of wij met elkaar kunnen leven op basis van model II. Een en ander is uitgeprobeerd en precies ingevuld. Gebleken is, ondanks alle verhalen, dat een markt op basis van model II niet mogelijk is. De meerderheid van het college heeft gezegd dat het gegeven van de markt op die plaats, met alle belangen die daarmee annex zijn, zodanig groot is dat er wel gekozen moet worden voor model I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 21