41 De heer Buurman heeft uitstekend weergegeven hoe de procedure met betrekking tot ar tikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening in elkaar zit. Eén ding heeft hij vergeten te zeggen. Het gaat inderdaad om een wijzigingsbevoegdheid van b. en w.maar wel gehoord de raad. De procedure tot aan gedeputeerde staten is ongeveer te vergelijken met de normale anticipatieprocedure, waarbij de raad, indien dat nodig is, eraan te pas komt met betrekking tot het nemen van een voorbereidingsbesluitOverigens is dat ook een procedure waarvan wij nooit zeggen dat die te weinig rechtszekerheid biedt. Het is waar dat een bestemmings plan en alle procedures daaromheen wat meer rechtszekerheid geven. Maar er kunnen rede nen zijn - die heb ik in eerste instantie genoemd - om te zeggen dat wij van de wijzigingsbe voegdheid zoals die in de wet is opgenomen gebruik moeten kunnen maken. Dat is dan ook het voorstel van het college. Ik wil het hierbij laten. De Voorzitter: Ik kan mij voorstellen dat er behoefte is aan het afleggen van stemverkla ringen De heer De Jong: De heer Bijkersma zal wel lachen om hetgeen ik nu zeg, maar nadat ik een reactie had gegeven in tweede termijn zei onze fractievoorzitter heel spinnig tegen mij dat ik niets gezegd heb over de moties. Ik heb toen gezegd dat ik dat alsnog zou doen door middel van het afleggen van een stemverklaring. Wat dat betreft is er dus sprake van een schoonheidsfoutje mijnerzijds. Het zal duidelijk zijn dat wij geen behoefte hebben aan de motie van de PvdA. In eerste instantie heb ik gezegd dat b. en w. bij uitvoering van artikel 11 van de Wet op de ruimtelij ke ordening bij de raad zullen moeten komen wat betreft de aankoop van de steeg en derge lijke. De raad heeft altijd nog de bevoegdheid om te beslissen of de steeg wel of niet aange kocht moet worden. Gelet daarop hebben wij geen behoefte aan de motie van de VVD. (De heer Bijkersma: Typisch CDA!) De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie van de heer Ten Hoeve en mevrouw Brandenburg en vervolgens de motie van mevrouw Van Dijk en de heer Dubbelboer. De motie van de heer Ten Hoeve en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt aangenomen met 19 tegen 18 stemmen. (Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heren Geerts en De Vries alsmede de leden van de fracties van CDA en VVD. De motie van mevrouw Van Dijk-van Terwisga en de heer Dubbelboer wordt verworpen met 30 tegen 7 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD en GPV/RPF/SGP De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 15. Ik wijs er op dat, over eenkomstig de toezegging van de wethouder, in de voorschriften van het bestemmingsplan in artikel 6, lid B, sub 7, de woorden "tenzij een andere geleding uit functioneel oogpunt noodzakelijk is" worden vervangen door "met dien verstande, dat een andere geleding mag worden toegepast, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de ka rakteristiek van het stadsgezicht." Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de aangenomen motie en de toezegging van de wethouder. Punt 16 (bijlage nr. 122). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen van het tracé van de Oostergoweg. Op uw ta fels is een brief neergelegd van 15 april 1985 van de Vereniging voor Christelijk Voorberei dend Wetenschappelijk en Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs te Leeuwarden. Deze brief kan mede in de beschouwingen worden betrokken. Hedenmiddag zijn mij 628 handtekeningen overhandigd van ouders, verzorgers en perso neel van het Lienward-Collegeallen voorzien van de verklaring: "Ondergetekende, ver zoekt aan de Raad van de Gemeente Leeuwarden bij de vaststelling van het wegenplan te wil len zorgdragen voor een verkeersluwe oplossing voor de hoofdvestigingen van het Lienward- College." Bovendien zijn mij 1.022 handtekeningen overhandigd die, zoals mij is verzekerd, tijdens een spontane actie van leerlingen zijn verzameld. Daarbij is een brief gevoegd die als volgt luidt: "Aan het College van B&W. Wij, leerlingen van het Lienward College te Leeu warden, zijn het niet eens met de plannen van B&W om Achter de Hoven tot een belangrijke verkeersader te maken. Daarom heeft een aantal leerlingen spontaan handtekeningen verza meld van leerlingen die ook tegen deze plannen zijn. Gezien het resultaat van deze actie 42 1.022 handtekeningen) lijkt het ons niet onredelijk tot herkeuring en mogelijke wijziging van deze plannen over te gaan. In de hoop dat u onze actie zult honoreren, tekenen wij," De brief is ondertekend door Axel Verhey, Ronald v.d. Meulen en Nico Kuiper. U kunt de bin nenkomst van deze handtekeningen ook in uw beschouwingen betrekken. De heer Timmermans: De afgelopen paar jaar is uitgebreid over de Oostergoweg gedebat teerd. Er zijn nogal wat rapporten geschreven en bovendien is er een omvangrijk pakket in spraakreacties binnengekomen. Onze fractie heeft de indruk gekregen dat alle argumenten voor en tegen de aanleg van de Oostergoweg zelf en ook ten aanzien van de mogelijke tracés wel boven water zijn gekomen. Ook hebben wij de indruk dat het voorligggende raadsvoor stel duidelijk het resultaat is van het afwegen van al die op tafel gekomen argumenten. Wij zijn van mening dat hier sprake is van een zorgvuldig raadsvoorstel. Onze fractie onder schrijft de keuze van het college voor model 4C. Daar zijn verschillende redenen voor. Ik ga ze niet allemaal herhalen, maar het lijkt mij toch goed om twee belangrijke aspecten aan de orde te stellen. In de eerste plaats zijn wij van mening dat de aanleg van de Oostergoweg nog steeds van groot belang is. In de tweede plaats komt het tracé van model 4C tegemoet aan de functies die onze fractie aan de Oostergoweg wil geven namelijk een duidelijke verbinding van de bin nenstad naar het zuiden en omgekeerd. Bovendien - dat is een wat negatieve redenatie - kan genoemd model geen aanleiding geven tot de ontwikkeling van een basisweg in drie richtin gen: oost-west, oost-zuid en west-zuid en omgekeerd. Toch moeten wij constateren dat tracé 4C uiteindelijk de basisweg niet uitsluit. Wij vin den dat op zich zelf ook een acceptabele zaak. Een en ander hangt samen met het feit dat het verkeerscirculatieplan van Leeuwarden valt of staat met voldoende capaciteit van onze rond weg. Die rondweg is eigenlijk het centrale moment in het hele verkeerscirculatieplan van de stad. Wij moeten namelijk niet uitsluiten dat de huidige capaciteit van de rondweg op langere termijn onvoldoende zal zijn. Je kunt zelfs niet uitsluiten dat je, met gebruikmaking van een aantal reconstructies van de rondweg, voor de situatie komt te staan dat ook daar de maxi male capaciteit is bereikt. Pas in dat geval kun je eventueel denken aan een gedeeltelijke ontlasting van de rondweg via een nadere uitwerking van een soepele verbinding naar de Oostergoweg vanaf de Willem Lodewijkstraat en de Stationsweg. Maar, mijnheer de voorzitter, zolang niet onomstotelijk vaststaat dat deze rondweg onvoldoende capaciteit heeft wijst onze fractie de basisweg-gedachte af. Ik kom dan nu bij het moeilijke punt van vanavond namelijk dat het afwijzen van de ba sisweg toch ook nadelige gevolgen heeft. De reacties van de Vereniging voor Christelijk Voorbereidend Wetenschappelijk en Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs te Leeuwarden, van ouders, verzorgers en personeel van het Lienward-College en ook van de leerlingen van het Lienward-College maken duidelijk dat er sprake is van nadeel ten aanzien van delen van de bevolking van Leeuwarden. Het feit dat wij niet kiezen voor een basisweg betekent dat je niet kiest voor een gestroomlijnde verbinding van de Willem Lodewijkstraat naar de Oostergo weg en het Zuiderplein. Een en ander betekent dat een deel van het tracé Achter de Hoven last zal blijven houden van de geluidsoverlast, die ook in de toekomst niet minder zal wor den. De Willem Lodewijkstraat zal wat het verkeersaanbod betreft zwaarder te lijden krijgen. Wij moeten dus in dit geval kiezen uit twee kwaden: enerzijds de bezwaren die kleven aan een basisweg en anderzijds de bezwaren die kleven aan een deels handhaven van de huidige situatie voor een stukje van Achter de Hoven en met name ook voor het Lienward-College. Onze keuze is gemaakt ten gunste van model 4C en ten nadele van de basisweg. Ten aanzien van het Lienward-College kunnen wij niets anders bedenken dan dat voorshands de geluids overlast zal moeten worden tegengegaan via bouwkundige maatregelen aan het nieuw te bou wen complex. Ik kom dan bij de suggestie van de winkeliers aan de Schrans. Zij pleiten voor een af slagmogelijkheid voor het autoverkeer ter plaatse waar de Huizumerlaan de Oosterweg kruist. Door deze mogelijkheid kan een snelle bereikbaarheid van het parkeerterrein achter de Schrans worden gerealiseerd. Onze fractie wijst die suggestie af conform het voorstel van het college. De argumenten daarvoor zijn duidelijk. Nabij de Potmarge en bij de Borniastraat zijn afslagen aan de Oostergoweg gepland, die naar ons gevoel in een ruime mogelijkheid voorzien om bedoeld parkeerterrein te bereiken. Iets anders is dat het voorstel van de win keliers aan de Schrans betekent dat het kruispunt Huizumerlaan-Oostergoweg aanzienlijk om vangrijker zal moeten worden, hetgeen niet alleen financieel een extra investering betekent maar ook ruimtelijk een onaantrekkelijk beeld oplevert. De voorstellen van het college gaan uit van een erg grote rijksbijdrage en provinciale bijdrage om de Oostergoweg te realiseren. Onze fractie deelt die visie. Het is dan ook goed om te stellen dat wat ons betreft het vaststellen van het tracé vanavond absoluut niet bete kent dat daarmee de realisatie van de Oostergoweg ook automatisch prioriteit nummer één zal hebben. De eigen beperkte financiële middelen - ik denk dan aan de post civieltechnische werken - zullen ons ieder jaar weer dwingen om een nadere afweging tussen de verschillende belangrijke verkeerstechnische projecten te plegen. Pas nadat zeker is dat een substantiële

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 22