49
Het zal u duidelijk zijn, mijnheer de voorzitter, dat ik tegen het voorstel van het college
stem
De heer Geerts (weth.Ik heb tijdens de behandeling van deze materie in de openbare
commissievergadering gezegd dat hier een groot aantal tegenstrijdigheden is ten aanzien
waarvan binnen een afweging tot een beslissing moet worden gekomen.
Het dilemma begint met de vraag die min of meer door de heer Van der Wal is opgewor
pen: moeten wij sowieso wel een Oostergoweg hebben of is er ook een andere oplossing, bij
voorbeeld door het stroomlijnen van het Zuiderplein en de Schrans. Daarmee moet het wel
gebeurd zijn, volgens de heer Van der Wal, want in een stadje als Leeuwarden is niets an
ders nodig. Dat zou een uitgangspunt kunnen zijn, als je vergeet dat wij met zijn allen een
verkeersregime hebben afgesproken. Binnen dat verkeersregime is afgesproken dat er een
aantal gebieden verkeersluw gemaakt moet worden. Als je verkeer uit bepaalde gebieden
haalt, dan zal dat ergens anders naar toe moeten. Doorredenerend zul je steeds zien dat het
verkeer naar de Schrans moet. Ook met de Schrans hebben wij een bedoeling. Je kunt ge
voelsmatig redeneren maar ook domweg uitrekenen dat de Schrans dat verkeer niet aankan.
Wij hebben met elkaar ook nog doelstellingen afgesproken over de bereikbaarheid van de
binnenstad. Zo is er nog een aantal zaken. Je kunt gewoon heel objectief vaststellen dat het
zonder de Oostergoweg niet kan. Het is dus niet zo dat het college zegt: dit is ons prestige
object en dat zal er komen. Nee, wij redeneren gewoon heel nuchter en rationeel: die Oos
tergoweg moet er komen, willen wij onze doelstellingen waarmaken. Dat is een afweging.
De volgende afweging is dan of je de zaak zo kleinschalig of zo grootschalig mogelijk
aanpakt. Het antwoord daarop is: zo kleinschalig mogelijk, maar wel zodanig dat je kunt vol
doen aan de van tevoren geformuleerde doelstellingen. Ik heb deze doelstellingen zojuist al
genoemd. Met name de bereikbaarheid van het kernwinkelapparaat zal gewaarborgd moeten
zijn. Daar is een bepaalde capaciteit voor nodig.
Maar je hebt natuurlijk ook te maken met andere zaken, onder andere met de stedebouw
kundige structuur. Verkeersoplossingen mogen niet zodanig zijn dat ze de hele stedebouw-
kundige structuur op de kop zetten. De heer Buurman heeft de geschiedenis van het plan
Kuiper aangehaald. Dat was een plan waarin die stedebouwkundige structuur wel op de kop
werd gezet. Er is in de jaren zeventig een ommekeer in het denken gekomen. Wij moeten het
er nu met elkaar over eens zijn dat de stedebouwkundige structuur bepalend moet zijn voor
de oplossingen die je verkeerskundig kiest. Dat geeft dan weer een dilemma. Want iedereen
zegt: er moet een oplossing komen, maar liever niet langs mijn huis of mijn gebouw. Het is
heel erg logisch en heel acceptabel dat men dat zegt. Maar het is gewoon niet mogelijk om
met iedereen zijn belangen rekening te houden. Dat is ook wel gebleken tijdens de inspraak
rondes waar vanuit de insprekers heel duidelijk bleek dat zij tegenstrijdige belangen verte
genwoordigden. Het was ook heel duidelijk dat de insprekers daarom ook niet dezelfde me
ning hadden over de oplossingen en steeds een ander model voorstonden. Je moet dan, uit
gaande van je doelstellingen, heel nauwkeurig bepalen welk tracé het beste is. Het college
heeft gezegd wat in eerste instantie de bedoeling is van de Oostergoweg. Wel, die is een
goede verbinding vanaf het zuiden te creëren ter ontlasting van de Schrans.
Er is een groot aantal modellen uitgewerkt, resulterend in vier hoofdmodellen. Overi
gens, deze vier hoofdmodellen zijn ook weer afgeleid van een groot aantal andere modellen.
Om verschillende redenen zijn ook daar weer modellen van afgevallen. Een en ander heeft
een tijd geduurd. De discussie is tweeënhalfjaar geleden opgestart en vanavond kan de raad
een beslissing nemen. De hele gang van zaken is met de nodige zorgvuldigheid omgeven; dat
wil ik heel nadrukkelijk zeggen. Wij hebben een aantal keren teruggekoppeld naar de Com
missie voor de Ruimtelijke Ordening. Deze materie is ook in de wijk besproken.
Er waren redenen waarom de uitwerking van de oplossingen 3 en 4 wat sneller moest.
Van de zijde van de hogere overheden werd er op aangedrongen om nu eindelijk eens een
beslissing te nemen. Wij konden wel vragen om subsidie, maar wij hadden zelf ons huiswerk
nog niet gedaan. Ook in het kader van het Integraal Structuurplan Noorden des Lands (ISP)
hebben wij gezegd dat wij na tweeënhalfjaar discussiëren toch door moeten zetten.
Er is kritiek geweest in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening op de procedure die
gevolgd is. De ervaring heeft geleerd dat in de eerste vergadering van de Commissie voor
de Ruimtelijke Ordening de bezwaren voldoende onderkend werden. Ik heb namelijk gecon
stateerd dat in de tweede zitting van de commissie nauwelijks nieuwe argumenten naar voren
zijn gebracht. Toch hebben wij deze materie weer in de commissie aan de orde gesteld, omdat
daar vanuit de commissie sterk op werd aangedrongen. Maar wel node, want wij hadden
graag drie weken geleden de beslissing al genomen. Wij hadden dan namelijk al intensief be
zig kunnen gaan met het inhalen van subsidies.
Een probleem is natuurlijk dat het geld er niet is. De gemeente Leeuwarden kan een be
drag in de orde van grootte van 25 miljoen gulden zelf niet opbrengen. Wij hebben dus een
heel zware steun van de hogere overheden nodig, willen wij dit project kunnen realiseren.
Daarover - ik heb het al gezegd - zijn reeds gesprekken geweest en die zullen ook nog moe
ten plaatsvinden. Ik wil in dit kader direct de heer Timmermans antwoord geven. Het zal na
50
tuurlijk niet zo zijn dat ten koste van alles de Oostergoweg er moet komen. Om daarmee ook
uit te spreken dat de Oostergoweg niet de eerste prioriteit heeft, gaat mij ook weer te ver.
Ik denk dat je moet zeggen dat de Oostergoweg er niet ten koste van alles zal moeten komen.
Er zal wat dat betreft een zeer hoog bedrag aan subsidie door de hogere overheden gegeven
moeten worden. Als de heer Buurman vraagt aan welk bedrag wij dan denken, dan zeg ik
- dat is het uitgangspunt van het college - dat wij denken aan een percentage in de orde
van grootte van 90. Als die 90% niet haalbaar is, dan zullen wij met elkaar moeten afwegen of
het belang van aanleg van de Oostergoweg zo groot is dat wij eventueel daar toch zelf meer
dere middelen voor beschikbaar stellen. Maar bij de reserveringen in de stelpost civieltech
nische werken is voorlopig het uitgangspunt dat 10% van de kosten zelf door de gemeente
moet worden opgebracht. Wij praten dan over een bedrag tussen de twee en drie miljoen gul
den.
Ik zal de argumenten niet herhalen die hebben geleid tot de keuze van het college voor
alternatief 4C. Dienaangaande zijn nadrukkelijk in het geding geweest de standpunten van
de raad. Ik heb zojuist van de heer Sijbesma gehoord hoe de CDA-fractie tot haar standpunt
gekomen is. Je kunt natuurlijk zo verdeeld stemmen dat je op een gegeven ogenblik tot de
conclusie komt dat geen der alternatieven het in de raad zal halen, terwijl je als meerderheid
van de raad uitspreekt dat deze weg er moet komen omdat die gewoon noodzakelijk is in het
totaal. Ik kan mij best voorstellen dat je dan op een gegeven moment zegt dat je niet de opti
male oplossing neemt, maar de oplossing die ook aanvaardbaar is en die binnen geformuleer
de doelstellingen ook het doel dient. Ik vind dat een heel redelijke opstelling en ik ben blij
dat het er op lijkt dat een meerderheid van de raad zich op die wijze opstelt. Dan wil ik nu
ingaan op de vragen en opmerkingen van de verschillende sprekers.
De heer Timmermans heb ik al gedeeltelijk beantwoord. Op de vraag over de rijksbijdra
ge kan ik antwoorden dat die er moet komen en wel in de orde van grootte van 90%
Een heel belangrijk argument dat aanleiding heeft gegeven tot de keuze voor model 4C is
het feit dat in dit model fasering mogelijk is. Als eventueel blijkt dat het nodig is dat de ca
paciteit groter wordt, dan is dat mogelijk. In het oosten kan dat omdat wij met de terreinre
servering rekening houden met een aftakking in die richting. Die mogelijkheid kan worden
toegevoegd aan de huidige oplossing. Aan de andere kant spreken wij nu uit dat de Sta
tionsweg niet verbreed moet worden. Het zou kunnen zijn dat wij tot de conclusie komen dat
de Stationsweg op bepaalde punten wel verbreed moet worden. Dat kan dan altijd nog. Met
andere woorden, in dit voorstel is fasering mogelijk en dat vind ik een heel belangrijk punt.
Zowel de PvdA als het CDA vinden dit een belangrijk punt in de overwegingen.
Dan de consequenties van het voorstel. Het is waar dat wij niet over actueel materiaal
beschikken met betrekking tot capaciteitstoedeling. Wij hebben geen recente doorrekening
van het hoofdwegennet. De heer Timmermans heeft dienaangaande de toevoeging gemaakt dai
wij niet precies weten hoe het gaat met de rondweg. De capaciteit van de rondweg zal ver
groot maar ook beveiligd moeten worden. Beveiligd opdat het fietsverkeer en het kruisende
autoverkeer gemakkelijk op deze weg kunnen komen. En als wij uitspreken dat wij een aantal
verkeersluwe gebieden maken, waarbij als resultante altijd zal optreden dat een aantal wegen
van de rondweg wordt afgehaald, dan zullen wij ook tot de conclusie moeten komen dat dan
de rondweg op die plaatsen beveiligd zal moeten worden met verkeerslichten. Dat laatste zal
weer consequenties hebben voor de capaciteit van de rondweg, hetgeen weer aanpassingen
aan het profiel van die weg zal kunnen veroorzaken. Maar per saldo moet je er vanuit gaan
dat de capaciteit van de rondweg in dit kader niet al te veel te vergroten is. Dat is een on
zekerheid. Als je dan ook nog zegt dat wij in de nabije toekomst eens een keer zouden moe
ten beschikken over wat betere cijfers, dan zou dat aanleiding kunnen zijn om toch maar
eens te denken aan het opnieuw doorrekenen van het hoofdwegennet. Wij hebben dat punt
ook behandeld in de Commissie voor Openbare Werken. Ik kan de raad mededelen dat de
commissie die mening ook is toegedaan. Wij zullen de kosten van het doorrekenen wel moeten
financieren, want zo'n doorrekening kost nogal wat. Het is mogelijk dat de raad dienaan
gaande op korte termijn voorstellen ter behandeling krijgt voorgelegd, tenminste als het col
lege de aanbevelingen volgt van de Commissie voor Openbare Werken.
De heer Timmermans heeft gezegd dat wij voor het n'euwe complex van het Lienward-
College moeten denken aan bouwkundige maatregelen. Daar kun je inderdaad heel goed aan
denken, alleen wij hebben natuurlijk ook te maken met een oestaand complex en daar ligt de
zaak even anders voor. Ik denk niet dat je kunt stellen dat de gemeente verantwoordelijk is
voor capaciteitsverhogingen van bestaande wegen. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat wij
aan bedoelde weg niets wijzigen. Volgens mij kun je zeggen dat de capaciteitsverhoging die
optreedt in dit gebied in belangrijke mate het gevolg is van eerdere beslissingen van deze
raad. Ik wil wijzen op het besluit tot aanleg van de Kanaalweg ter ontsluiting van Cammin-
ghaburen en dat de oostelijke verbinding naar de binnenstad toe de Willem Lodewijkstraat
zou worden. Dat heeft consequenties opgeleverd, maar enkel de aanleg van de Oostergoweg
niet of in heel geringe mate. In brieven van het Lienward-College is een en ander bestreden,
maar dat is niet juist, want kijk maar naar de plannen zoals die er nu liggen. Ik stel dat de
capaciteitsverhogingen van Achter de Hoven het gevolg zijn van andere, eerdere beslissin-