51
gen. Het Lienward-College stelt dat er ook vrachtwagens passeren. Ik kan in de stukken
niet vinden dat wij ons eerder beleidsvoornemen dat vrachtwagens daar niet langs mogen
hebben ingeslikt. Een ander punt is of wij niet eens zover zouden moeten komen. Maar op dit
moment nemen wij daar geen beslissing over. Ik vind dus dat dat argument niet opgaat.
Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen groot bezwaar is voor het Lienward-College. Binnen
de huidige subsidieregelingen zie ik wat dat betreft nauwelijks oplossingen. Er zijn een paar
bijdrageregelingen van het rijk voor bestrijding van verkeerslawaai, maar die gelden momen
teel alleen voor woningen. Dus die bijdrageregelingen zijn ook geen oplossing. Het rijk heeft
overwogen om de bijdrageregelingen ook te laten gelden voor andere gebouwen dan wonin
gen, maar die overweging is weer ingeslikt. Ik heb het idee dat het rijk dat gedaan heeft,
omdat het de financiële gevolgen van een en ander zag aankomen. Maar overigens moet er
ook steeds sprake zijn van een verandering in het profiel van de weg. Enkel capaciteitsver
hoging door maatregelen die elders genomen worden valt daar niet onder. Met andere woor
den, ik zie wat dat betreft niet veel licht. Wij zullen natuurlijk alert zijn als zich oplossingen
voordoen.
Dan de HuizumerlaanDe winkeliers aan de Schrans hebben gevraagd om een afslag. Er
is in de raadsbrief een aantal redenen genoemd waarom dat niet zou moeten. De Schrans kan
goed ontsloten worden via de BorniastraatEr komt een aparte afslag naar het parkeerter
rein Sixmastraat. Het bezwaar zou zijn dat deze afslag teveel ruimte vergt. De Huizumerlaan
wordt echt een route voor het langzaam verkeer. Veel fietsers maken van de route gebruik.
Wanneer de door de winkeliers aan de Schrans gevraagde afslag zou worden gerealiseerd dan
zou je meer kruisende bewegingen met autoverkeer krijgen en dat lijkt ons niet gewenst. Het
college is daarom van mening dat er in dat standpunt geen wijziging gebracht moet worden.
De heer Buurman pleit voor een ongelijkvloerse kruising. Het college is het daar niet
mee eens en wel omdat een ongelijkvloerse kruising, een tunnel, een ontzettende ingreep is
in het hele profiel van de Huizumerlaan. (De heer Van der Wal: Is dat dan niet het geval bij
de Oostergoweg?) Bij de Oostergoweg in veel mindere mate, mijnheer Van der Wal. In vroe
gere bestemmingen is daar al rekening mee gehouden. Wij hebben te maken met hellingen met
een vrij grote lengte. Een en ander zal zich allemaal moeten afspelen binnen het profiel van
de Huizumerlaan. Het college acht dat niet voor de hand liggend. Het kruispunt zal wel be
veiligd worden door middel van verkeerslichten. Dan komt de opmerking van de heer Buur
man dat het langzaam verkeer dan ook een tijd moet wachten. Dat is inderdaad een dilemma.
Aan de andere kant is het zo dat wij de zaak - dat is ook het geval op het Zuiderplein -
voor de fietsers veiliger maken. Er zijn twee dingen aan de orde, namelijk de wachttijd en de
veiligheid. Het langzaam verkeer kan worden bevorderd, omdat de veiligheid zeer sterk ver
groot wordt. Sinds de laatste aanpassing van het Zuiderplein is de veiligheid groter gewor
den; uit ongevallencijfers is dat ook gebleken. Maar de veiligheid kan vergroot worden en
dat kan door middel van dit plan. Je kunt dus zeggen dat dit plan het langzaam verkeer be
vordert
Dan ben ik toe aan de heer Sijbesma. Hij heeft het dilemma geschetst waarin zijn fractie
gezeten heeft. Ik ben daar al even op ingegaan. De heer Sijbesma heeft ook de aanpassing
gememoreerd die mogelijk zou zijn als de feiten daartoe aanleiding geven. Bij de keuze van
dit model is dat inderdaad een belangrijk punt geweest. De heer Sijbesma wil ook graag dat
nagerekend wordt wat de consequenties zijn van de beslissing voor het gebied Achter de Ho
ven. Dit punt zal in de totaal-berekening waar ik zojuist over gesproken heb aan de orde
komen. Er zal dan een goed inzicht kunnen ontstaan in de situatie van Achter de Hoven.
Ik ben het met de heer Van der Wal eens dat de heer Buurman een uitstekend verhaal
heeft gehouden, waarbij hij uiteindelijk zijn keuze voor alternatief 4C heeft verdedigd. De
heer Buurman heeft zijn verhaal opgebouwd vanaf de visie zoals die aan de orde was bij het
plan Kuiper tot aan de huidige visie. Ik begrijp dat de heer Buurman het eens is met het
standpunt van het college. De heer Buurman heeft ook een aantal vragen gesteld. Hij heeft
gezegd dat het voorstel verkeerskundig niet zozeer is onderbouwd en heeft daarbij ook ge
doeld op het ontbreken van recente gegevens. Ik heb daar reeds aandacht aan gegeven.
Dan komt het punt van de bocht aan de orde; verschillende sprekers hebben daar aan
dacht aan besteed. Ik vind dat mevrouw De Jong hier wel zeer onplezierige aandacht aan
heeft geschonken en daar heb ik mij geweldig aan gestoord. Alsof het college een voorstel
zou doen dat de ziekenhuisbedden wel vol zal maken! Ik vind het eigenlijk een schandelijke
uitlating van mevrouw De Jong. Natuurlijk willen wij dat niet. Wij hebben verkeerskundigen
laten berekenen wat een verantwoorde verkeerskundige oplossing is. De verkeerskundigen
hebben mij verzekerd dat het hier gaat om een goede en veilige oplossing. Als dat niet het
geval zou zijn, dan zouden wij dit voorstel nooit gedaan hebben. (De heer Van der Wal: Dan
kunnen wij net zo goed strobaaltjes neerleggen!) Dat is een opmerking die nergens op slaat.
De opmerking van mevrouw De Jong bevalt mij niet en ik vind dat je die ook niet mag maken.
Je moet uitgaan van de goede trouw van mensen en afgaan op de deskundigheid van mensen.
De verkeerskundigen hebben mij verzekerd dat de gekozen oplossing een goede en veilige
oplossing is. Je zult bij realisering van deze oplossing niet hard kunnen racen, maar dat
willen wij met elkaar ook niet. Er is ook gevraagd of de bocht nog aangepast kan worden.
52
Volgens mij is dat niet noodzakelijk, mijnheer Buurman. De bedoeling is dat die zo dicht mo
gelijk tegen Casolith aankomt. Je zit dan wel met de boogstraal, die ook nog veilig moet zijn.
Wat dat betreft is er het veiligste uitgehaald. De nu voorgestelde oplossing is de meest goe
de oplossing, tenminste als je het uitgeefbare terrein van het Lijempf-terrein zo groot moge
lijk wilt doen zijn.
De heer Buurman heeft voorgesteld meer streekbussen over het Zaailand te laten rijden.
Ik heb momenteel niet helemaal in mijn hoofd hoe dat allemaal zal verlopen. Wij zullen de sug
gestie bij onze nadere afweging meenemen, want wij komen nog wel een keer terug op de
kwestie van de streekbussen.
De heer Buurman heeft ook gevraagd of de busbanen op de Oostergoweg niet nodig zijn.
Het zou mooi zijn als je die binnen het profiel zou kunnen realiseren. Wij hebben gezegd dat
wij een bescheiden oplossing willen en wel zodanig dat de capaciteit groot genoeg is opdat
het autoverkeer goed kan doorstromen. Als het autoverkeer goed doorstroomt, dan stroomt
het openbaar vervoer mee. Het punt is namelijk dat het openbaar vervoer momenteel blok
keert, omdat de capaciteit van de Schrans niet groot genoeg is. Wij denken dat bij de nu
voorgestelde oplossing de totale capaciteit groot genoeg is om ook het openbaar vervoer op
een goede wijze te laten doorstromen.
Ik ben reeds ingegaan op de opmerkingen van de heer Buurman aangaande het fietsver-
keer en de ongelijkvloerse kruising.
Dan het punt van de geluidshinder. Er is gevraagd waarom niet op dat punt is ingegaan.
Daar is wel op ingegaan. In de werkgroep die bezig is geweest met de uitwerking van deze
voorstellen heeft iemand van de dienst Bouw- en Milieutoezicht (BMT) speciaal aandacht ge
geven aan het probleem geluidshinder. Stedebouwkundig is die zaak ook bekeken. De speci
alist op het gebied van de geluidshinder en de stedebouwkundigen zijn het er over eens dat
in de gebieden ten noorden en ten zuiden van de spoorlijn een goede oplossing gevonden kan
worden wat betreft het geluidshinderprobleemook ten aanzien van de woningbouw. Het is
niet zo dat hier nu een uitgewerkt stedebouwkundig plan voorligt. Dat kan ook niet, want in
overleg met de contact- en projectgroep zullen wij dat uitwerken als het hoofdstramien vast
ligt.
De heer Buurman heeft de suggestie gedaan om het probleem van Achter de Hoven ge
deeltelijk op te lossen door eenrichtingsverkeer in te stellen voor Achter de Hoven en de Ma
ria LouisastraatIk weet niet of dat een oplossing zou kunnen zijn, maar ik wil die suggestie
wel eens meenemen. Mogelijk zijn er in het verkeersregime nog wel detailleringen te maken.
De heer Timmermans heeft in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening daar ook suggesties
over gedaan. Wij zullen die suggesties nog een keer moeten bekijken binnen het stramien zo
als wij dat nu afspreken. Dat kan dan bij de nadere invulling.
Ik heb het al gehad over de kosten.
De heer Buurman wil Us Mem verplaatsen naar het pleinafsluitend gebouw. Misschien kan
Us Mem ook nog ergens op het Zuiderplein staan.
De heer Dubbelboer heeft gezegd dat de procedure de schoonheidsprijs niet verdient.
Het gaat daarbij om een herhaling van hetgeen hij gezegd heeft in de Commissie voor de
Ruimtelijke Ordening. Ik neem daar kennis van. Ik wil er alleen van zeggen dat wij binnen
onze mogelijkheden en de tijdsdruk hebben getracht een en ander zo goed mogelijk te doen.
Uiteindelijk komt de heer Dubbelboer tot de keuze voor alternatief 3. Hij is niet voor een
gefaseerde oplossing. De heer Dubbelboer vraagt zich af wat de subsidiegevers vinden van
een gefaseerde oplossing. Ik weet dat niet. De subsidiegevers zullen denk ik wel onder de
indruk zijn van het argument dat ook bij de nu gekozen oplossing in ieder geval fasering
mogelijk is en datals blijkt dat het capaciteitsprobleem zo groot wordt dat andere oplossin
gen noodzakelijk zijn, dat kan. Ik vind dit ook een belangrijk argument in de richting van
de subsidiegevers.
De heer Van der Wal zegt onder anderen dat de spoorlijn 2,5 meter omhoog gaat. Hij
heeft ook nog een keer het PAL-plan voor het Lijempf-terrein van stal gehaald. Ik weet niet
hoe vaak ik het moet herhalen, maar de verkeerskundige heeft in de Commissie voor de
Ruimtelijke Ordening gezegd dat het niet gaat om een verhoging van 2,5 meter maar om een
verhoging van 1 meter. Dat is bij herhaling gezegd, maar er zijn twee sprekers die het ken
nelijk plezierig vinden om die 2,5 meter hier nog een keer te deponeren. Het gaat om een
verhoging van 1 meter en dat is inderdaad een ophoging die wel enige invloed heeft. Maar
deze ophoging zal niet een zodanige barrière veroorzaken dat die onoverkomelijke problemen
geeft
De heer Van der Wal zegt dat het college variant 1 heeft laten blokkeren door de Neder
landse Spoorwegen (NS). Ik ben daar meerdere malen op ingegaan. Ook ten aanzien hiervan
heb ik al het dilemma geschetst dat wij een procedure van een jaar of vijf kunnen voeren
wanneer wij niet verder kunnen of dat wij moeten zien naar een andere keuze omdat de NS
zich in meerdere gesprekken volstrekt duidelijk over de materie heeft opgesteld. De opmer
king van de heer Van der Wal is op zijn minst een subjectieve uitlating.
De heer Van der Wal heeft gepleit voor alternatief 0. Ik neem daar kennis van.
Mevrouw De Jong heeft nog even vermeld dat in het beleidsplan van D'66 de aanleg van