18 Ik wil ook nog iets zeggen over het aantal wijken waarmee gesproken wordt. In eerste instantie werden door de huurders 18 wijken geformuleerd en door het woningbedrijf 10 Od dit moment zijn er 10 wijken genoemd in de verordening. In de open brief van 6 mei 1985 van de Huurdersgroepen van het Woningbedrijf wordt daar geen bezwaar tegen gemaaktDat moet goed onderkend worden, omdat het hier om een voor de huurdersgroepen zwaar punt gaat. Bovendien heeft de commissie gezegd dat zij één of twee eenheden woningen extra eventueel wel zag zitten om tot een goede verdeling over de wijken te komen. Op dit moment is daar nog geen gebruik van gemaakt en dat is tekenend voor de goede sfeer waarin wij zorgen dat dit proces inhoud krijgt. Misschien blijkt uit een evaluatie dat bedoelde één of twee eenheden woningen alsnog of niet moeten worden opgenomen. Over één ding is men het niet eens, de samenstelling van de commissie. In tweede instan tie zijn de huurdersgroepen en de Commissie voor het Woningbedrijf wat dit punt betreft niet op één lijn gekomen. In eerste instantie was dat wel het geval, want er was toen in de commissie een meerderheid voor wat in de brief van de huurdersgroepen genoemd wordt een paritaire - gelijkwaardige - samenstelling in getal van huurders en raadsleden. Op dit mo ment is die samenstelling 5:2, dat wil zeggen 5 raadsleden en 2 huurders. In de raadsbrief wordt gesproken over de samenstelling 5:3, dus 1 huurder erbij. De huurders en een aantal mensen in de commissie - in eerste instantie de meerderheid, maar later plotseling niet meer - hebben gesproken over een samenstelling van 4:4 of 5:5. Voor alle duidelijkheid moet ik nog zeggen dat de Commissie voor het Woningbedrijf een commissie is van advies en bijstand aan b. en w. met een aantal beheerstaken. Te allen tijde is de commissie geplaatst onder b. en w., die de uiteindelijke verantwoordelijkheid hebben voor het gevoerde beleid. Dat bete kent een sterke inkadering van de mogelijkheden van de Commissie voor het Woningbedrijf. Als je daarnaast nog het feit betrekt dat de commissie is ingekaderd in de landelijke wet- en regelgeving omtrent de volkshuisvesting en het door de regering opgelegde financiële beleid en huurbeleid, dan kun je slechts constateren dat de marges waarbinnen een woningbedrijf zich kan begeven uitermate smal zijn. Bekend zal zijn dat de financiële middelen nog meer dan smal zijn; de situatie Valeriuskwartier laat dat duidelijk genoeg zien. Ik denk dan dat in dit stadium met deze wetenschap een commissie nodig is die met vindingrijkheid en inzet in moeilijke tijden, met een zo beperkte ruimte voor nieuw beleid, een en ander wil oppakken. Wij konden de huurders in die moeilijke situatie wel eens heel hard nodig hebben. Zij hebben in het verleden laten zien, waarbij ik verwijs naar Heechterpmaar ook naar alle andere za ken die daarbij gespeeld hebben, dat zij een meer dan volwaardige samenspeler kunnen zijn - helaas moeten zij nu nog te vaak tegenspeler zijn - om in een moeilijke situatie het wo ningbedrijf overeind te houden. Ik moet zeggen dat wat de inzet en de vindingrijkheid betreft vertegenwoordigers van huurders tot nu toe misschien wel meer hebben gedaan dan de individuele commissieleden van ons woningbedrijf. Als zodanig is het mij een raadsel wat ons ervan weerhoudt de huurders die plaats te geven die hun toekomt. Op dit moment wijk ik ook nadrukkelijk af van het ge stelde hierover in de raadsbrief, namelijk: gescheiden verantwoordelijkheid tussen ener zijds beheer en bestuur...en anderzijds de belangen van de gebruikers van de woningen en bijkomende voorzieningen." Alsof dat verschillende zaken zouden zijn die op gespannen voet met elkaar moeten staanIedereen komt op een bepaald moment met overwegingen en afwegin gen waarin prioriteiten gesteld moeten worden. Maar ik denk dat dit beleid is dat geformu leerd en aangedragen kan worden binnen de beperkte mogelijkheden die een Commissie voor het Woningbedrijf heeft en waar huurders een rol in mee kunnen spelen. Wat dat betreft wil ik er uitdrukkelijk voor pleiten dat de raad alsnog besluit, zoals ook de commissie in eerste instantie heeft gedaan, over te gaan tot de paritaire samenstelling van de Commissie voor het Woningbedrijf. Ik zal daarvoor straks een motie indienen. Ik wil wat dit betreft een paar argumenten naar voren brengen. In de eerste plaats heeft het college programma op dit punt duidelijk verwachtingen gewekt, die ik niet anders kan omzetten dan in een werkelijke democratisering van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Als wij democratisering nog steeds houden voor een stuk zeggenschap en niet, zoals een van de vorige sprekers zei, voor een goed stuk overleg, dan hebben wij geen andere keus dan te kiezen voor de gelijk waardige samenstelling. Een en ander is mede gebaseerd op een andere uitspraak in het col legeprogramma, namelijk dat de zeggenschap van huurders vergroot moet worden. Bovendien vind ik dat de huurders bewezen hebben dat zij structureel gezond mee willen denken over beleidsaspecten met betrekking tot de woningen waarin zij wonen. Het wel en wee van het beheer van die woningen gaat ook hen aan. Ook ben ik van mening dat wij als verhuurder nauwelijks meer om de huurder heen kunnen om de problemen die het woningbedrijf te wach ten staan het hoofd te kunnen bieden. Ik wil dit alles neerleggen in de volgende motie. 19 "De raad van de gemeente Leeuwardenin vergadering bijeen op 13 mei 1985, behandelende de Verordening huurdersparticipatie bij het Woningbedrijf, overwegende dat - democratisering van het Gemeentelijk Woningbedrijf verder bevorderd dient te worden; - de vergroting van de zeggenschap van mensen over hun woonsituatie moet worden bevorderd, besluit met de invoering van genoemde verordening ook over te gaan tot een paritaire samenstelling van de commissie van het aantal leden en huurders." De motie is mede-ondertekend door Jan Willem Duijvendak. (De Voorzitter: De motie is vol doende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen). Mevrouw Jongedijk-WellesIk zal het wat minder mooi zeggen en zeker wat korter dan de heer Niemeijer. De lange periode die is voorafgegaan aan het vaststellen van deze verordening en het feit dat het raadsvoorstel hieromtrent tot tweemaal toe is aangehouden, geven blijk van betrokkenheid van zowel de huurdersorganisaties als de raad. De thans voorliggende ontwerp-verordening, inclusief de door b. en w. voorgestelde samenstelling van de Commis sie voor het Woningbedrijf, heeft dan ook de instemming van het grootste deel van onze frac tie. De meerderheid van onze fractie onderschrijft de door b. en w. in de raadsbrief genoem de motivering dat het onjuist zou zijn deze commissie paritair samen te stellen, omdat daarmee de gescheiden verantwoordelijkheid tussen enerzijds beheer en bestuur, te weten het Gemeentebestuur bijstaan in adviserende zin en het deels uitvoeren van een stuk dage lijks beheer en anderzijds de belangen van de gebruikers van de woningen en bijkomende voorzieningen, worden miskend." Een klein deel van onze fractie, ik behoor daar ook toe, is van mening dat, wanneer je ernst wilt maken met huurdersparticipatiedit ook tot uitdrukking dient te komen in de sa menstelling van de Commissie voor het Woningbedrijf. In de loop van de tijd ben ik nogal eens heen en weer geslingerd tussen een aantal praktische en gevoelsmatige overwegingen. Na enige bijeenkomsten met de huurders ben ik tot de slotsom gekomen dat een gelijkwaardige samenstelling van de Commissie voor het Woningbedrijf meer recht doet aan de positie van huurders, zeker in een tijd waarin steeds grotere problemen op huurders en verhuurders afkomen. Een kleine minderheid van onze fractie zal dan ook tegen het bij deze raadsbrief gevoegde besluit wat betreft de samenstelling van de Commissie voor het Woningbedrijf stemmen De heer Buurman: Het college motiveert zijn standpunt in de raadsbrief omtrent de samen stelling van de Commissie voor het Woningbedrijf, Ik sta daar achter. De Huurdersgroepen van het Woningbedrijf motiveren niet waarom de paritaire samenstelling de voorkeur verdient. Wordt de positie van de huurders wel serieus genomen wanneer 5 van hen als vertegenwoor digers worden benoemd en niet serieus als er 3 worden benoemd? Mevrouw De Jong: Het woningbedrijf heeft bepaald niet vooropgelopen met de verordening betreffende de huurdersparticipatie. Eindelijk ligt dan nu die verordening op tafel. Ik ben daar zeer gelukkig mee. Ik heb de indruk gekregen dat een en ander in goed samenspel met de huurders is gebeurd. Deze verordening kan zonder meer de goedkeuring van mijn partij wegdragen, behalve wat betreft één punt, namelijk de zogenaamde gelijkwaardige samenstelling van de Commissie voor het Woningbedrijf. Het is mij niet helemaal duidelijk waarom de belangen van de huurder en die van de verhuurder haaks op elkaar zouden moeten staan en dat de verhuurder zwaarder vertegenwoordigd moet zijn in de commissie. Zeker in een tijd van moeilijkheden die het wo ningbedrijf te wachten staan, denk ik dat een gelijkwaardige samenstelling juist bijzonder goed kan uitpakken. Bij een gelijkwaardige samenstelling van huurders en verhuurders in de commissie kan de problematiek die ons ongetwijfeld staat te wachten beter worden aange pakt. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling van punt 14 van de agenda. Ik geef het woord aan wethouder Miedema.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 10