44 te doen op grond van argumenten. Je hoort elkaar politiek te bestrijden. Het gaat niet om de waarheid hier... (De heer Pruiksma: Dat vind ik ook, mijnheer Duijvendak. Toen ik de laatste keer uw fractie van kiezersbedrog beschuldigde, moest ik in de krant lezen dat u het daar niet mee eens was; in de raad had u geen weerwoord.) Wij hebben u niet beschul digd van onware standpunten, mijnheer Pruiksma, en dat was wat ik u voorlegde. (De heer Pruiksma: Halve waarheden zijn bijna hetzelfde.) Nee, dat is niet hetzelfde. Politieke bestrij ding op grond van argumenten, mijnheer Pruiksma, en niet op grond van een arrogante houding, zou ik eraan toe willen voegen. Waar komen wij op uit? PAL heeft in de (tegen)begroting in 1982 tegen de rioolretributie gestemd. Wij hebben daar toen ook een dekking tegenovergesteld. Wij zullen ons nu niet achter dat standpunt gaan verschuilen. Op dat moment hadden wij in onze tegenbegroting een andere dekking gevonden. Desondanks willen wij reëel meepraten over datgene wat van avond hier op tafel ligt. Uit onze motie blijkt dat wij de verhoging van 17% van het gebrui kersdeel van de onroerend goedbelastingen van de hand wijzen en dat wij serieus willen mee praten over alternatieven voor het bedrag van 1,4 miljoen gulden ofwel door aanvullende bezuinigingen of door een verdere verhoging van de rioolretributie. Wij zullen dan ook niet tegen alle onderdelen van de rioolretributie stemmen, maar dat zal ik straks bij de stem verklaring wel nader aangeven. Wij stemmen wel tegen het voorstel om de gebruikers weer extra te pakken. De heer Bijkersma: Ik wil nog een korte reactie geven op de motie van PAL, mijnheer de voorzitter, want dat ben ik vergeten in tweede instantie. (De Voorzitter: Wilt u dat straks doen bij de stemverklaringen?) De heer Duijvendak rekent er op dat wij met zijn motie mee zullen gaan, maar dat is niet het geval omdat ons een aantal overwegingen niet aan spreekt. (De Voorzitter: Dat is dan een tegenvaller voor PAL, maar dat merken wij straks bij de stemming wel.) De heer Kessler (weth.): Ik zal in volgorde van de sprekers proberen antwoord te geven, Mevrouw De Jong vraagt om een wezenlijke herbezinning op het takenpakket van de ge meente en zegt dat er dan maar eens echt iets moet worden afgestoten, bijvoorbeeld een groot project, want dan krijg je misschien de 3 miljoen gulden of een deel daarvan binnen. Wij hebben ons de afgelopen jaren alleen maar beziggehouden met een wezenlijke bezinning op het takenpakket. Ik ben juist zo blij dat het ons tot nu toe gelukt is om niet een heel groot project te hoeven af te stotenmaar dat wij het nog steeds min of meer hebben kunnen redden door relatief soms wel pijnlijke voorstellen, maar toch niet voorstellen waarbij wij in eens bepaalde voorzieningen, die de gemeente nodig vond om te creëren, helemaal moesten afbouwen. Wat dat betreft houd ik eerder mijn hart vast wat wij, als de herwaardering in het huidige tempo doorgaat, dan uiteindelijk een keer zullen moeten doen. Dan zullen er namelijk wel dat soort hele vervelende beslissingen moeten vallen. Maar nogmaals, herbezinning op het takenpakket heeft in de afgelopen vier jaar uitsluitend en alleen plaatsgevonden als wij het hadden over herwaardering. Dan het rapport van de Stichting OIMIF. Dat rapport is bij het college wel bekend, maar niet bij mij. Het rapport is in ieder geval ook bekend bij de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (EBO), die een deel van de voorstellen, die binnenkort ge presenteerd zullen worden om ten aanzien van de hinderwetleges tot een andere tariefstel ling te komen, daarop zal baseren. Misschien was het rapport mij wel bekend, maar dan ben ik dat ondertussen vergeten, want het rapport is al weer een jaar geleden verschenen. Dan de vraag hoe reëel de belastingdrukgegevens per woning voor de verschillende ge meenten zijn. Die zijn natuurlijk reëel. Het zijn simpelweg rekensommetjes die je kunt maken. De totale belastingdruk deel je door het aantal woningen. Het getal dat daaruit komt is op zich zelf onderling vergelijkbaar. Ik kom dan nu bij de heer Meijerhof en neem tegelijkertijd een vraag mee van de heer Duijvendak hoe het nu precies zit met de 1,4 miljoen gulden. Wij hebben in die zin een ver andering doorgevoerd dat wij een deel van de 3 miljoen gulden hebben gevonden bij het ge bruikersdeel van de onroerend goedbelastingen. Waar komt dat dan terecht? Bij drie cate gorieën. In de eerste plaats bij de huurders/gebruikersdie tot dan toe überhaupt niet in de "picture" waren. Deze categorie heeft dus een reële verhoging gekregen. In de tweede plaats bij de eigenaren/gebruikersMaar deze categorie was ook bij de rioolretributie aan de orde en krijgt op een andere manier belasting. In de derde plaats bij de bedrijven/gebrui kers, maar die waren bij de rioolretributie ook al aan bod. Met andere woorden, alleen de huurders/gebruikers moeten extra betalen. Totaal gaat het daarbij niet om een bedrag van 1,4 miljoen gulden, maar om een aanzienlijk lager bedrag, namelijk, voor zover mijn bereke ningen kloppen, in de orde van grootte van 5 ton. De heer Meijerhof noemde ook een bedrag in die buurtDaarvan profiteren de woningbouwcorporaties met 4 ton en het bedrijfsleven ongeveer met 1 ton. Het is dus onjuist ervan uit te gaan dat de volledige 1,4 miljoen gulden uitsluitend en alleen bij de huurders/gebruikers terechtkomt. Dat bedrag komt bij de gebrui kers terechtmaar een deel van die gebruikers zouals je het oorspronkelijke voorstel zou doorvoeren, ook belast worden. 45 De heer Meijerhof heeft nog melding gemaakt van het feit - dat wil ik wel beamen - dat een voordeel van doorsluizing naar de onroerend goedbelastingen ook is dat je daar veel meer rekening kunt houden met een zekere progressiviteitomdat mensen die in een wat duurder huis wonen - misschien hebben die mensen ook een wat hoger inkomenmaar dat is maar een veronderstelling - gemiddeld wat meer zullen moeten betalen. Dan de heer Pruiksma. Hij acht de 17%-verhoging niet haalbaar. Ik denk dat dat een kwestie van inschatting is. Wij hebben ook kennis genomen van het standpunt van de CDA- fractie. Mocht een dergelijke verhoging niet haalbaar zijn, dan zullen wij dat standpunt mee wegen in de verdere besluitvorming. Ik ben het er mee eens dat er zo snel mogelijk intensief overleg gevoerd moet worden met de Kamer van Koophandel. Onze intentie is om die 7 ton boven tafel te krijgen. Ik ga er vanuit dat dat lukt. Maar goed, als dat om welke reden ook volstrekt niet zou lukken of dat er zodanig zware argumenten naar boven komen dat wij als college zeggen dat wij daar echt niet verder mee kunnen gaan, dan zullen wij ons op dat moment nader beraden. Maar op dit moment is het heel nadrukkelijke standpunt van het college dat wij die 7 ton moeten zien te halen. Ik ben akkoord met de opmerking van de heer Pruiksma dat er geen inboeking van de perceptiekosten mag plaatsvinden. De heer Buurman heeft gevraagd of het voorstel, zoals in de VVD-motie wordt verzocht, kan worden aangehouden. In principe kan alles, maar het wordt dan wel heel erg moeilijk zo niet onmogelijk om voor één december op een goede manier aan de raad een voorstel met betrekking tot de rioolretributie te presenteren. Mochten wij tot aanhouding van het voor stel overgaan, dan zit de kans er heel dik in dat wij niet in de decembervergadering met een voorstel ter zake kunnen komen, maar pas in het begin van 1986. Dat geeft allerlei extra pro blemen, omdat je dan weer een stuk inkomsten derft. Ik zou de raad willen ontraden voor de motie te stemmen. De heer Bijkersma vindt dat elke begrotingspost moet worden doorgelopen. Wij doen niets anders, mijnheer Bijkersma. Op het moment dat wij een herwaarderingsoperatie hebben, verdelen wij alles over de sectoren. Elke portefeuillehouder doet niets anders dan heel stel selmatig elke begrotingspost doorlopen. Helaas lukt het ons steeds minder om daar bezuini gingen uit te halen die geen pijn doen, om het zo maar eens te stellen. De heer Bijkersma zegt dat de verlaging van de grondprijs op de Hemrik een kwestie van eigenbelang is. Uiteraard, maar er is ook wel degelijk sprake van gedeeld belang. Wat betreft de opmerking van de heer Bijkersma over de Kamer van Koophandel het vol gende. Het lijkt mij niet echt zinvol deze materie nog een keer ter discussie te stellen. De argumenten die je zult gaan horen zijn volgens mij zo duidelijk als watDat zal ook het geval zijn als je met de huurdersraad gaat praten. Op dit moment hoef je je niet af te vragen welk geluid je daar zult horen, want dat weet je nu wel. Men wenst geen belastingdrukverzwaring. Waar het om gaat is dat het college al die verschillende tegenstrijdige belangen met elkaar combineert en daar een evenwichtig voorstel voor probeert te doen. Wij hebben dat ons in ziens gedaan. De heer Duijvendak. Ik ben al ingegaan op zijn vraag hoe het nou precies zit met het bedrag van 1,4 miljoen gulden. Hij heeft een aantal van mijn argumenten bestreden. Ik denk dat wij daar lang en breed over kunnen praten. Maar ik vind nog steeds - dat is een van de argumenten - dat het bijvoorbeeld ook wel degelijk in het belang van de huurders is dat woningbouwcorporaties voldoende geld hebben om fatsoenlijk onderhoud te plegen. Maar daar kun je natuurlijk verschillend over denken. Dat gemiddelden gemiddelden zijn is zo. Maar ze zijn natuurlijk wel geschikt, omdat andere gemeenten ook met gemiddelden werken, voor onderlinge vergelijking. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. De heer Bijkersma: Ik heb een opmerking van orde, mijnheer de voorzitter. Er liggen twee moties en twee voorstellen, namelijk een voorstel tot verhoging van het gebruikersdeel van de onroerend goedbelastingen en een voorstel inzake de rioolretributie. Artikel 29 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Leeuwarden geeft mij het recht u, mijnheer de voorzitter, te vragen om hoofdelijke stemming. Ik vraag u dat bij dezen voor de twee voorstellen. De Voorzitter: Ik zou u dat zeker nog gevraagd hebben. Ik begin altijd met het in stemming brengen van de moties en stel dan voor om dat bij hand opsteken te doen. Ik stel eerst aan de orde de door de heer Bijkersma ingediende motie. De motie van de heren Bijkersma en Burg wordt verworpen met 29 tegen 7 stemmen. (Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD en D'66.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 23