14 Bij de vaststelling in januari j.l. van het uitvoeringsplan stadsvernieuwing hebben wij ons niet gerealiseerd dat er in feite binnen het uitvoeringsplan van één jaar nog een priori teitsstelling is ingeslopen, namelijk die met betrekking tot het verlenen van krediet. Wij gaan akkoord met het deels uitvoeren van het stadsvernieuwingsprogramma voor zover daar geld voor is. Wij willen echter nog geen krediet beschikbaar stellen voor de uitvoering van wer ken ten aanzien waarvan, wat de dekking betreft, in de loop van het jaar geld moet binnen komen door met name grondverkopen. Hiermee zijn binnen een uitvoeringsplan van één jaar wel twee prioriteiten aangebracht, waarvan de laatste een groter risico loopt te worden door geschoven naar het volgende jaar. Dat risico - dat is ook door mevrouw Jongedijk opge merkt - is ook door de Vegelinbuurt gesignaleerd. Ik sluit mij wat dat betreft aan bij de vra gen van mevrouw Jongedijk. Het gaat hier om een vrij nieuwe materie. Als vervolg op het stadsvernieuwingsplan zijn nu de kredieten aan de orde. Ik wil het college verzoeken om bij de opstelling van het vol gende stadsvernieuwingsplan voor 1986, al aan te geven dat wij - ik noem nu maar een be drag - voor ongeveer 16 miljoen gulden kunnen verspijkeren, maar dat 4 miljoen gulden uit eigen inkomsten moet komen. In eerste instantie kunnen wij voor 12 miljoen gulden die en die werken uitvoeren en in de loop van het jaar, als de eigen inkomsten uit grondverkopen binnen zijn, die en die werken. Op deze manier weet je namelijk al bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma welke garanties je hebt en welke werken in de prioriteitsstelling de kans lopen naar volgend jaar te worden doorgeschoven. Ik vind dit een betere benadering dan nu, op basis van de stukken die behoren bij dit raadsvoorstel, nog een keer over de prioriteitsstelling te gaan praten. In feite komt het daarop neer. In de Commissie voor het Grondbedrijf waren de stukken nou ook niet zodanig dat je een en ander even gemakkelijk kon vergelijken. Mijn verzoek is dus om in het volgende stadsvernieuwingsplan de financiële opstelling zo te maken dat de prioriteitsstelling binnen de jaarschijf eruit komt. Dan is het vaststellen van het krediet alleen nog maar een formele kwestie. Doen wij dat niet dan moeten wij twee keer over stadsvernieuwingszaken praten en dat lijkt mij een beetje dubbel werk. Ik heb liever dat de financiële opstelling en de prioriteitsstelling gekoppeld worden. Het voorstel met be trekking tot de formele kredietverlening kan dan een hamerstuk zijn. In de raadsvergadering van januari 1985 heeft mijn fractie een motie ingediend om op de sloopkosten f. 250.000,te bezuinigen en dat geld in de pot voor onrendabele toppen te stoppen. In de pot sloopkosten zat toen één miljoen gulden. Ik vind het wel grappig dat nu de post sloopkosten is gedaald tot f. 400.000,Nou kun je zeggen dat wij toen 19 miljoen gulden uitgaven en nu 14 miljoen gulden. Maar als je een en ander naar rato omslaat zou de post sloopkosten eigenlijk f. 730.000,moeten bedragen. Achteraf is dus voldaan aan een deel van de motie dat wij met een veel lager bedrag voor sloopkosten toe kunnen dan destijds is geraamd. Mijn fractie dacht dat op dat moment al en heeft ook dekkingsbronnen gegeven door aan te geven welke sloopkosten toch niet in 1985 zouden doorgaan. In januari 1985 wil den wij dat geld verschuiven naar in dit geval de pot onrendabele toppenmaar dat zouden natuurlijk ook andere posten kunnen zijn. Die discussie hoort in de raad plaats te vinden. Ben whebben toen gezegd dat het in de motie gevraagde op dat moment niet wenselijk was. Nu wordt een verlaging van de post sloopkosten wel, en in veel grotere mate, doorgevoerd, Ik vind dat een foute manier van besluitvorming in de gemeenteraad. Kennelijk waren des tijds onze argumenten om de post sloopkosten te verlagen wel valide, want dat blijkt nu. Ik vind dan dat ben wmoeten zeggen dat zich in de loop van de tijd ontwikkelingen hebben voorgedaan waardoor die post kan worden verlaagd. En daar moet je niet een paar maanden later mee aankomen, want dan geef je ook geen gelegenheid aan de raad om het geld ergens anders aan te besteden. Wij hadden destijds een voorstel gedaan om het geld in de pot onren dabele toppen te stoppen, maar het had natuurlijk ook anders besteed kunnen worden. Ik vind een en ander geen juiste gang van zaken. Daarom wil ik voorstellen dat deze kwestie niet moet blijken bij de vrij formele vaststelling van de kredieten, maar op het moment dat wij de afweging maken. Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: Onze fractie maakt er bezwaar tegen dat dit raadsvoor stel niet zo tijdig aan ons is toegestuurd dat wij dit donderdagavond nog in de fractie hadden kunnen bespreken. In de Commissie voor het grondbedrijf is dit voorstel wel besproken, maar ik heb geen gelegenheid gehad een en ander verder in de fractie uit te leggen en toe te lich ten. Onze fractie verzoekt de behandeling van dit raadsvoorstel uit te stellen. De heer Geerts (weth.): Het is allemaal haastwerk geweest, mijnheer de voorzitter. Tij dens de behandeling van de Nota Decentralisatie Stadsvernieuwing heb ik al gezegd dat er een vrij groot aantal mensen bezig is met deze zaak. Het gaat hier om volstrekt iets nieuws, om dat 1985 het eerste jaar is dat de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing van kracht is en wij zelf een beleid moeten voeren om een en ander gestalte te geven. Dat houdt in dat het wei eens kan voorkomen, vanwege de beperkte groep mensen die werkt aan deze materie, dat 15 besluiten vrij laat worden voorgelegd aan de raad. Ik vind dat zelf ook echt vervelend. Maar ik heb aan de leden van de Commissie voor het Grondbedrijf gevraagd of zij het juist vinden, gezien de noodsituatie waarin wij zitten, dat wij deze procedure uitvoeren. Men vond dat - er was wat dat betreft eenstemmigheid - juist, omdat wij eerst de kredieten moeten hebben voordat wij de bestedingen kunnen doen. Ik heb in de commissie geen woord van protest ge hoord. Ik kan mij de bezwaren die nu naar voren komen voorstellen. Maar dat is ook juist de reden waarom dit voorstel expliciet in de Commissie voor het Grondbedrijf aan de orde is ge weest. Ik wil toch wel graag dat de raad vanavond het krediet vaststelt, want anders zullen de werkzaamheden helemaal stagneren. Na deze vaststelling zullen gedeputeerde staten het raadsbesluit nog moeten goedkeuren. Er is dus haast geboden, want anders blokkeert de hele zaak. Ik heb hetzelfde overigens verteld in de Commissie voor het Grondbedrijf. Mevrouw Jongedijk heeft gezegd dat het erg vervelend is dat wij prioriteiten moeten stel len, dat wij niet het hele plan kunnen uitvoeren en dat er gebieden zijn aangeschreven met de mededeling dat het werk niet volgens het schema, zoals dat vermeld stond in de stadsver nieuwingsnota, uitgevoerd kan worden. Ik deel haar treurnis, maar het geld is er gewoon niet. Ten behoeve van de dekking zoals die is aangegeven moest 5 miljoen gulden komen uit verkoop van grond. Die grond is nog niet verkocht, dus dat dekkingsdeel kunnen wij op dit moment niet opvoeren. Ik wil wel toezeggen dat, zodra er gelden binnenkomen uit de ver koop van grond, die gelden voor het oorspronkelijke doel, namelijk stadsvernieuwingsactivi teiten, zullen worden uitgegeven en dat niet wordt gewacht op allerlei formele toestanden. Maar ook daarvoor zal, nadat de verkopen zijn gerealiseerd, een formeel krediet aan de raad gevraagd moeten worden. Het is overigens zo dat wij in oktober weer een discussie voeren over de prioriteiten. De heer Van de Wal heeft gevraagd of het mogelijk is om binnen het programma nog een prioriteitsstelling te plegen. Ik denk dat dat erg moeilijk is. Ik heb ter zake ook nog even heel snel overleg gevoerd met de voorzitter van de commissie die hiermee bezig is. Aan de andere kant vind ik het een logische vraag. Wij zouden ons best kunnen doen om de volgende keer het door de heer Van der Wal gevraagde in te vullen. Ik kan het resultaat daarvan niet helemaal overzien, want het gaat om een aantal nogal samenhangende zaken. Ik weet niet of wij in staat zijn om binnen de prioriteitsstelling, die je in feite gaat plegen door werken op de jaarschijf te plaatsen, ook nog een verfijnde prioriteitsstelling te plegen. Maar nogmaals, wij zullen bekijken of aan dat verzoek kan worden voldaan De heer Van de Wal memoreert het feit dat hij toch wel gelijk heeft wat betreft de verlaging van de sloopkosten. Er is wat dat betreft sprake van een misverstand. Ik wil er op wijzen dat het oorspronkelijke verdelingsvoorstel met dit voorstel nog volledig overeind staatdaar wordt niets aan gewijzigd. In oktober gaan wij daarover praten. Het zal de heer Van der Wal opge vallen zijn dat niet alleen de sloopkosten sterk verminderd zijnmaar ook de hoeveelheid ver wervingen. Het zal duidelijk zijn dat je eerst moet verwerven voordat je sloopt. Dat is de ene relatie. De andere relatie is de verkoop en daar hebben wij het nu juist over. De vijf miljoen gulden is nog niet binnen, want de grond is nog niet verkocht. Voordat je verkoopt moet je slopen. Er bestaat dus een heel nauwe onderlinge relatie. De heer Van der Wal kan dus niet zeggen dat hij gelijk heeft gehad; dat zou hij pas in oktober kunnen uitspreken. Maar dan heb ik weer gelijk, want ik heb de vorige keer, toen deze discussie werd aangezwengeld, tegen de heer Van der Wal gezegd dat wij in oktober eventueel een heroverweging kunnen plegen. Wij doen precies wat wij gezegd hebben. Op hetgeen mevrouw Van Dijk heeft gezegd heb ik al gereageerd. Ik vind dat haar ver zoek niet gehonoreerd kan worden, omdat het noodzakelijk is dat de werkzaamheden doorgang vinden en dit voorstel is voorgelegd aan de Commissie voor het Grondbedrijf waar ik algeme ne instemming heb geconstateerd. De heer Heere (weth.): Ik wil antwoorden op de vraag van mevrouw Jongedijk over de accommodatie in de binnenstad. Voor de goede orde moet ik even zeggen dat de totale kosten voor een dergelijke accommodatie zijn geraamd op f. 391.510,en dat daarvan kan worden afgetrokken een bijdrage van f. 200.000,van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) in het kader van werkgelegenheidsgelden. Met betrekking tot het laatste bedrag is het zo datwil dat toegekend blijven en ook door ons ontvangen wordenhet werk in 1985 uitgevoerd moet zijn. Dat betekent dat er op dit moment geen ander project min of meer besteksklaar binnen dit jaar gemaakt kan worden dan het project waar wij het nu over hebben. Met andere woorden, als wij de gelden niet gebruiken voor dit doel in de binnen stad, dan worden die gelden niet besteed. Met betrekking tot het restant van f. 191.510,dat wij uit eigen middelen moeten bijdra gen stelt het college zich op het volgende standpunt. Er zijn door het vaststellen van de accommodatienota en de prioriteitsstelling in het kader van de Interim Saldo Regeling (ISR) - eerst Achter de Hoven, dan Cambuursterpad en vervolgens de binnenstad; de accommoda ties in Achter de Hoven en Cambuursterpad zijn klaar en nu is de accommodatie in de binnen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 8