20 De heer Duijvendak: Mijn fractie wil graag de aantekening dat wij het er niet mee eens zijn dat dit antwoord naar het Leeuwarder Vredesoverleg wordt gestuurd. Mevrouw De Jong: Ik ben het niet eens met punt 1 van de conclusie. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL- fractie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de beide daarin genoemde conclu sies en de fractie van D'66 tegen de eerstgenoemde conclusie en met inachtneming van de door de voorzitter gedane toezeggingen. De Voorzitter schorst, om 21.15 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 6 (bijlage nr. 214). De Voorzitter: Aan de orde is het advies inzake de representativiteit van een lokale om roep Mevrouw Jongedijk-WellesMijnheer de voorzitter. Lokale omroep in Leeuwarden. In de afgelopen tijd is er, ondanks het feit dat er nog geen enkele uitzending is geweest, al heel wat gezegd en geschreven over lokale omroep. Uit vergaderingen, acties, brieven, krantjes en gesprekken blijkt dat veel mensen hiermee bezig zijn en lokale omroep zien als een goede en noodzakelijke aanvulling op het huidige programma-aanbod. De PvdA-fractie onderschrijft het belang van lokale omroep. Wij vinden het niet alleen belangrijk voor de luisteraars, maar ook voor de bij de totstandkoming betrokken mensen, die hopelijk plezier en ontplooiing zullen vinden bij het voorbereiden en uitvoeren van de uitzendingen. Een belangrijke voorwaarde voor een goed functionerende omroep is een zo breed mogelijk samengestelde achterban. Het lag dan ook voor de hand dat, nadat bekend werd dat zich voor een representativiteitsverklaring twee clubs hadden aangemeld, de eer ste gedachte was: Die twee bij elkaar en je hebt een representatieve omroep. Ik wil nu niet ingaan op het hoe en waarom van het mislukken van een fusiepoging, maar wel op het belang dat wij hechten aan een omroep die breed is vertegenwoordigd in de lokale samenleving. Wij vinden dat bij beide clubs organisaties zijn aangesloten die moeilijk kunnen worden gemist bij een representatieve omroep. Vandaar ook dat door de leden van onze fractie in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is aangedrongen op een nieuwe poging de betrokken partijen alsnog samen te laten gaan in de hoop dat die poging zou lei den tot één lokale omroep, waarvan zowel de Leeuwarder Omroepstichting (LOS) als Aquari us deel uitmaken. Tegelijkertijd is daarbij de suggestie gedaan de uitspraak over wie nu re presentatief is uit te stellen totdat de resultaten van een laatste verzoeningspoging - laat ik het zo maar noemen - bekend waren. De wethouder heeft in die zelfde vergadering en ook daarvoor in de werkgroep Mediabeleid gesteld dat uitstel kan leiden tot een beslissing van de minister, waardoor wij als gemeente iedere zeggenschap verliezen. Ik zou de wethouder nogmaals willen vragen hoe hard die uitspraak is en wat de laatste ontwikkelingen zijn. Van de mensen van Aquarius heb ik vernomen dat zij naar aanleiding van hun aanvraag vorige week nog een brief van de minister hebben ontvangen, waarin deze nogmaals aandringt op een snelle beslissing van de gemeenteraad. Ervan uitgaande dat uitstel zou leiden tot een beslissing van de minister, zijn wij na uitvoerig beraad in de fractie tot de conclusie gekomen dat er nu een keuze gemaakt dient te worden. Wij hebben als raad vorig jaar september een aantal criteria vastgesteld waaraan lo kale omroep zou moeten voldoen. Aan de hand van die criteria hebben wij beide clubs ge toetst en wij zijn tot de conclusie gekomen dat Aquarius op dit moment als meest representa tief kan worden aangemerkt. Daarnaast - ik zeg nadrukkelijk daarnaast - is het zo dat Aquarius al erg lang bezig is, een groot aantal leden bezit en zich ondanks alle tegenslagen steeds opnieuw heeft ingezet om te komen tot lokale omroep. Wij onderschrijven verder de door b. en w. in de raadsbrief genoemde argumenten en conclusies, die ik nu niet zal herha len. Tenslotte nog dit. Wij kiezen voor Aquarius, maar blijven er bij deze organisatie op aan dringen in de toekomst alsnog toe te werken naar de een of andere vorm van samenwerking. Bij de LOS zijn enkele mensen betrokken die zonder meer kennis en inbreng kunnen hebben in een lokale omroeporganisatie. Ditzelfde geldt voor de bij de LOS aangesloten organisaties. Wij hopen dan ook dat, nu de keuze is gemaakt, de LOS en de daarbij aangesloten organisa ties alsnog bereid zijn de binnen de Aquarius-organisatie beschikbare sectorzetels in te ne men of op een andere wijze tot samenwerking te komen. Op Aquarius willen wij tenslotte een dringend beroep doen zich niet als grote winnaar te 21 gaan gedragen en iedere suggestie van de LOS bij voorbaat van de hand te wijzen, maar op constructieve wijze in te gaan op voorstellen en suggesties van de LOS. De heer Van der Wal: Vanavond behandelen wij de voorlopige slotsom van de discussie omtrent lokale omroep. In september vorig jaar hebben wij een naar onze mening zorgvuldige procedure afgesproken om voor de zomer 1985 te beslissen over de (mate van) representati viteit van een adspirant zendgemachtigde in de lokale omroep. Onze hoop was er op geves tigd dat er, behalve de bekende adspirant zendgemachtigde, een rechtspersoon zou ontstaan die de zendmachtiging zou beheren teneinde de mogelijkheden van lokale omroep beschikbaar te stellen aan de Leeuwarder bevolking, zowel individueel als in organisatorisch verband; in de wandeling een lokale NOS genoemd, hoewel die term de lading niet helemaal dekt. Onder zo'n lokale NOS zouden dan zowel LOS, Aquarius als ook andere niet specifiek op lokale om roep gerichte organisaties hun eigen programma's kunnen uitzenden en zo ook de burgers van Leeuwarden. Een soort public-access-station, zoals dat dan met een vakterm waar je in dit métier mee doodgegooid wordt, heet. Het is er jammer genoeg niet van gekomen. Wel heeft zich in deze periode een nieuwe zendgemachtigde aangemeld, namelijk de Leeuwarder Omroepstichting, maar die onderscheidt zich naar onze mening principieel niet van de opzet van de zendgemachtigde die zich al veel eerder had aangemeld, Aquarius. Bleef dus over voor ons het toetsen aan de criteria zoals die in september 1984 op deze plaats zijn vastge steld. Ik kan u meedelen dat wij de conclusies van het college, die zijn overgenomen van de werkgroep waarvan ik ook deel uitmaakte, delen. De conclusies 1 tot en met 5 wil ik verder niet behandelen. Op punt 6 - zie bladzijde 4 van de raadsbrief - wil ik wel even ingaan. Daarin gaat het namelijk over het criterium dat de zendgemachtigde het mogelijk moet maken dat onder haar verantwoordelijkheid derden programma's kunnen uitzenden; de zogenaamde paraplufunctie. Vanuit ons ideaal beeld van lokale omroep geredeneerd is dat voor ons een zeer belangrijke functie. De raadsbrief concludeert dat in de statuten van de LOS een der gelijke mogelijkheid niet is opgenomen en presenteert het als een pre dat in de statuten van Aquarius die mogelijkheid wel is geopend. In de statuten van Aquarius is een en ander ech ter zodanig eng verwoord dat derden zich erg beperkt zullen voelen. Er moeten namelijk ca tegorale programma's worden uitgezonden die onder de journalistieke eindverantwoordelijk heid vallen, hetgeen heel iets anders is dan de juridische eindverantwoordelijkheid, terwijl ze vooraf ook nog moeten worden beoordeeld op strikte inhoud en opzet. In een gesprek met een delegatie van het bestuur van Aquarius hebben wij over dat onderdeel van de statuten gesproken. Wij hebben begrepen dat dit artikel eigenlijk een beetje klakkeloos is overgeno men uit een of andere ministeriële nota of beschikking, waarin het op deze manier is gefor muleerd. Ik zou Aquarius willen verzoeken dit artikel in de statuten aan te passen en het in ieder geval in de praktijk ruimer te interpreteren. De LOS mag dan op dit punt niets heb ben geregeld, maar daardoor is er wel een grotere vrijheid. Wij hebben uit contacten met het Aquarius-bestuur begrepen dat een en ander niet zo strikt moet worden gelezen. De mo gelijkheid blijft echter bestaan dat het artikel in conflictsituaties wel strikt wordt gehan teerd. Het zojuist aangehaalde punt vinden wij dus negatief, maar voor de rest gaan wij ak koord met de beoordeling die de raadsbrief geeft. Wij vinden ook dat Aquarius als het meest representatief moet worden beschouwd. Terecht stelt de raadsbrief dat volledige represen tativiteit een utopie is; dat zal geen enkele organisatie lukken. Wij vinden dat wij op dit moment - zo is het ook in de commissie afgesproken - de proce dure moeten afsluiten. Er zijn informele bemiddelingspogingen geweest en er is ook een for mele bemiddelingspoging geweest. Wij kennen daarvan het resultaat. Doorgaan met die be middelingspogingen leidt onzes inziens alleen maar tot verharding en verscherping van de opstellingen en heeft volgens ons weinig zin. Bovendien zou de situatie zich kunnen voor doen dat in dat geval de minister zegt: Jullie hebben nu lang genoeg gepraat, nu beslis ik zelf wel. Los daarvan heeft Aquarius zo langzamerhand ook het recht om een beslissing af te dwingen, hetgeen juridisch via de Raad van State wellicht zou kunnen gebeuren. Kortom, in die situatie moeten wij niet geraken, want dan beslist de minister zonder ons. Wij zijn van mening dat er thans voldoende argumenten zijn om Aquarius op dit moment tot de meest re presentatieve organisatie te beschouwen. Rest mij nog Aquarius veel sterkte en inventiviteit toe te wensen om de zo langzamer hand wel erg opgeschroefde verwachtingen van lokale omroep waar te maken. De heer Boelens: Een aantal algemene opmerkingen en constateringen. Wij constateren dat de procedure, die geleid heeft tot het voor ons liggende advies, zorgvuldig is geweest. Via de ingestelde werkgroep Mediabeleid is een en ander voorbereid. Er is voor gezorgd dat, alvorens de aanvraag van de representativiteitsverklaring van Aquarius in behandeling te nemen, ook andere organisaties ruim de tijd kregen - een half jaar - om zich aan te mel den. Er is een aantal bemiddelingspogingen gedaan. De minister heeft ook gevraagd de twee adspirant organisaties, die een machtiging wilden hebben, tot elkaar te brengen. Dat is niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 11