36
wordt opgedragen om vóór 1 oktober a.s. met de nieuwe begroting te komen - daarbij wordt
uitgegaan van de reële situatie - die moet sluiten met een maximale gemeentelijke subsidiebij-
drage van f. 1.657.000,duidt er op dat hetgeen ter goedkeuring voor ons ligt een niet re-
eel gegeven is. Deze gegevens zijn dus reeds achterhaald. Het zal u duidelijk zijn dat de
voor ons liggende begroting geen schoonheidsprijs verdient. Sterker nog, de begroting is
eigenlijk voor onze fractie onacceptabel, mede gezien het feit dat de Harmonie een B3-stich-
ting is, hetgeen volgens onze informatie inhoudt dat de uiteindelijke exploitatieverliezen
voor rekening van de gemeente komen. Daar wij ons echter realiseren dat het afkeuren van
de begroting, gezien de B3-status die ik net schetste, geen oplossing biedt voor de proble
men, verzoekt onze fractie het college met klem zo spoedig mogelijk met het bestuur van de
Harmonie structurele ombuigingen te bewerkstelligen, opdat de raad binnenkort niet voor
zeer onaangename verrassingen komt te staan in de vorm van hoog overschreden begrotin
gen. Wellicht kan het bestuur in deze ook eens het culturele aanbod doorlichten en die voor
stellingen, die in verhouding veel geld kosten, beperken. Gaarne verneem ik het antwoord
van het college op deze suggestie, waarbij wij nu reeds willen vermelden dat op de inhoude
lijke discussie over programma-aanbod bij de behandeling van de kunstnota zal worden te
ruggekomen.
Tenslotte kom ik aan het laatste punt: de taakstellende x-lijn, het saldo van de variabe
le kosten en opbrengsten. Daar deze taakstellende x-lijn een rechtstreekse relatie heeft met
het programma-aanbod, vindt onze fractie dat deze x-lijn niet moet worden losgelaten. Om
dat nu reeds duidelijk is dat deze x-lijn qua taakstelling voor 1985 wellicht niet gehaald
wordt gaan wij eenmalig akkoord met het niet toepassen van deze x-lijn, om de bezuinigings
ronde voor 1 oktober inhoud te kunnen geven. Voor de komende jaren gaan wij hiermee ech
ter niet akkoord. Gaarne verneem ik van het college of het loslaten van de x-lijn alleen
wordt gesteld voor 1985 en niet voor de komende jaren.
De heer IJestra: Onze fractie gaat akkoord met de punten I en II van het raadsbesluit.
Het is nu niet zinvol hierover breedvoerig uit te wijden. Onze fractie heeft vertrouwen in
het stichtingsbestuur en de resultaten van de begrotingswijziging zien wij 1 oktober a.s. ter
beoordeling terug in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden.
De heer Duijvendak: Ook de PAL-fractie kan akkoord gaan met deze zeer voorlopige be
groting. In feite zegt dat niet zoveel, want de voor ons liggende begroting houdt weinig
verband met de werkelijkheid. De enige reden waarom wij akkoord gaan met deze begroting
is dan ook het stichtingsbestuur opnieuw een kans te geven om een begroting op te stellen
die wel enig verband met de werkelijkheid heeft. Onze goedkeuring aan deze voorlopige be
groting betekent dan ook geenszins dat wij ook content zijn met enkele zaken die al naar
buiten zijn gekomen met betrekking tot de programmering, zoals bijvoorbeeld het twee dagen
sluiten van de Harmonie het komend seizoen. Wat ons betreft zullen wij op dat soort zaken
terugkomen. Dan zal opnieuw moeten worden bekeken in hoeverre de bezuiniging die wij
hebben opgelegd én de teruglopende inkomsten de Harmonie in een te negatieve spiraal heb
ben gebracht. Voorlopig zijn wij echter tevreden met de toezegging van de wethouder dat
een "echte" begroting en de bij de Harmonie spelende problemen in september opnieuw aan
de orde worden gesteld in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden.
De heer Boelens: Ook wij gaan akkoord met het voorstel van het college. Wij vatten dit
voorstel, waarover nog eens zal worden gerapporteerd in de Commissie voor Welzijnsaangele
genheden, op als een constatering dat de resultaten over 1984 vrij slecht waren. Het be
stuur zal de begroting moeten aanpassen. Wij dringen er niet zoals de heer Schade met klem
bij het college op aan structurele ombuigingen te bewerkstelligen, ten einde te voorkomen
dat een en ander buiten de perken gaat. Ik denk namelijk dat het college dat laatste zelf al
geconstateerd heeft. In die zin vinden wij dit een goed voorstel.
De heer Heere (weth.): De ernstige zorg die de heer Schade namens zijn fractie uit
spreekt is precies de reden waarom het college deze werkwijze heeft gekozen. Het zou nor
maal zijn geweest dat wij de begroting over 1985 al in een veel eerder stadium zonder meer
zouden hebben goedgekeurd. De omstandigheid deed zich nu eenmaal voor dat wij door al
lerlei oorzaken de behandeling daarvan moesten uitstellen en dat wij op het moment dat wij
tot behandeling overgingen de resultaten van voorafgaande jaren te weten waren gekomen.
Die gaven een dermate rampzalig beeld te zien dat wij vonden dat wij nu niet net konden
doen alsof wij dat niet wisten, maar openheid van zaken moesten geven. Op het eerste mo
ment dat dat kon hebben wij dat dan ook gedaan. In de eerste plaats door overleg te plegen
met het bestuur van de Harmonie, in de tweede plaats door daar in de vergadering van de
Commissie voor Welzijnsaangelegenheden de raad mee te confronteren.
Dan doet zich natuurlijk wel de vraag voor of wij, als de begrotingsgoedkeuring mede
door onze schuld wat te lang heeft geduurd, het stichtingsbestuur nog langer moeten laten
zitten met een niet goedgekeurde begroting en pas in september of oktober tot deze goed
37
keuring moeten overgaan. Wij hebben gekozen voor de tussenweg en wel door in de eerste
plaats duidelijk te maken aan het bestuur dat wij in de gaten hebben dat er een geweldige
problematiek ligt die structureel is. Om niet al te veel in detail te hoeven gaan verwijs ik u
naar het verslag van de bespreking die op 28 mei jl. heeft plaatsgehad. Ik neem aan dat u
daar kennis van heeft genomen. Daarin staat uitvoerig wat er besproken is. Het bestuur
van de Harmonie heeft daarbij mijn veronderstelling dat er sprake is van een structureel
probleem bevestigd. Dat is een ernstige zaak, die vooral ligt in een grote afname van het
bezoekersaantal en bovendien in een sterke terugloop van het aantal verhuringen. Het is
natuurlijk gemakkelijk te zeggen dat de begroting niet mag worden overschreden, maar
het bestuur moet dan ook de mogelijkheden worden geboden om aan zo'n taakstelling te vol
doen. Wij vonden dat het loslaten van de x-lijn daartoe eventueel een bijdrage zou kunnen
leveren. De flexibiliteit in de totale begroting wordt daartoe groter, er komen meer begro
tingsposten waarop dan ook nog kan worden bezuinigd. Dat is de reden waarom wij hebben
gezegd: Die x-lijn is in de praktijk toch al niet haalbaar - hij blijkt eigenlijk volstrekt fictief
te zijn -laten wij die nu ook formeel althans voor dit jaar loslaten en het bestuur de gele
genheid geven om te kijken of men daarmee een sluitende begroting kan krijgen. Het be
stuur heeft toegezegd dat te zullen doen en wel vóór 1 oktober. Ik neem dus aan dat er in
de loop van september een gewijzigde begroting bij ons zal worden ingediend die het pla
fond, dat wij daarvoor hebben gesteld, niet overschrijdt. Ik heb toegezegd dat die begro
ting aan de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden zal worden voorgelegd en u kunt daar
over dan uw mening geven.
De heer Schade betrekt hierbij overigens ook de taakstelling in het kader van de her
waardering. Mijns inziens is dat in verband met de begroting 1986 eigenlijk niet terecht,
want de jaarschijf waarin die begroting is geplaatst ligt in 1988. Het is natuurlijk wel zo dat
wij altijd erg verheugd zijn als instellingen nog eerder dan door ons gevraagd hun taakstel
ling kunnen halen. Ik ga er echter niet vanuit dat dat in dit geval zo is. De heer Schade
vraagt wanneer de raad van de voorstellen op dat punt kennis kan nemen en daarover een
oordeel kan uitspreken. Dat kan in het kader van het beleidsplan 1986-1990, waaraan ook de
resultaten van het onderzoek naar de herwaardering zullen worden gevoegd. Die stukken
komen in oktober voor de raad ter beschikking en zullen in december deel uitmaken van de
besprekingen in het kader van het beleidsplan. Dan kan dus een oordeel worden gegeven
over de resultaten van dat onderzoek, bijvoorbeeld al of niet sluiting in welke mate dan ook.
De heer Schade merkt terecht op dat in het geval van de B 3-stichting, waarover wij
hier spreken, de gemeente inderdaad voor exploitatieverliezen verantwoordelijk is en dat af
keuren van de begroting op dat punt dus niets zou hebben opgeleverd. Ik denk dat een
goed overleg met het bestuur meer kan opleveren. Ik heb bij het bestuur een grote bereid
heid gevonden om op dat punt mee te werken. Een belangrijk knelpunt daarbij is uiteraard
de vraag wat er met het culturele aanbod gebeurt. De stelling kan natuurlijk niet worden
geponeerd dat alles wat negatieve resultaten oplevert niet meer kan. Die stelling is ook niet
door de heer Schade ingenomen, maar ik geef hem maar even als uiterste. Uiteraard moet
wel worden gekeken naar het soort voorstellingen. Ik noem in dit verband een concreet ge
val dat zich heeft voorgedaan. Er zijn 4 of 5 balletuitvoeringen gegeven waar zeer weinig
mensen bij aanwezig waren. Zulke uitvoeringen leveren dermate grote verliezen op dat niet
meer kan worden volgehouden dat Leeuwarden grote schade wordt aangedaan als dat aantal
iets wordt verminderd. Over dat soort dingen kan dus worden gesproken, maar er zijn na
tuurlijk grenzen. Ik heb overigens toegezegd dat ik het overzicht dat aangeeft hoe de voor
stellingen en de resultaten daarvan er uitzien ook aan de commissie zal overhandigen. Een
en ander onder bepaalde beperkende voorwaarden, omdat er in het overzicht zaken staan
die nogal persoonlijk van aard zijn.
Ik constateer tenslotte dat de diverse sprekers hebben gezegd in principe akkoord te
zijn met het voorstel. Ik meen dat ik op de opmerkingen die hieraan zijn toegevoegd ant
woord heb gegeven.
De heer Schade: Ik wil er nog even op wijzen dat de herwaarderingsvoorstellen waaruit
ik heb geciteerd al in november vorig jaar bij ons zijn binnengekomen. Daarin wordt al ge
constateerd: "Door een afname in de bezoekersaantallen kan de taakstelling slechts worden
gevonden in de van de bezoekersaantallen onafhankelijke kosten van de stichting...." Dat
is voor mij een belangrijk punt. Nu is het juni en nu wordt een begroting gepresenteerd
waarin een taakstelling staat die niet gehaald kan worden. Tussen het een en het ander zit
dus een halfjaar en in dat licht heb ik deze zaken bekeken. Ik wist ook wel dat de taakstel
ling pas in 1988 zou moeten zijn gehaald.
De heer Heere (weth.): Als wij de opmerking maken dat de taakstelling slechts kan wor
den gevonden in de van de bezoekersaantallen onafhankelijke kosten, dan gaan wij er vanuit
dat zo'n bestuur dat oppikt en niet vervolgens komt met een investeringslijst met als enig
kenmerk: ongewijzigd beleid. Zoals ik al heb gezegd heb ik er tijdens het gesprek op 28 mei
op gewezen dat ik vind dat dat soort zaken op zo'n moment aan de orde komt en dat daar
in zal moeten worden gesneden.