38 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 16 t.e.m. 25 (bijlagen nrs. 224, 202, 222, 209, 208, 203, 225, 234, 226, 223 en 205). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 26 (bijlage nr. 229). De Voorzitter: Aan de orde is het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de verbouw van het pand Haniasteeg 7 tot eenvoudige woon- en werkruimten met toepassing van zelfwerkzaamheid en zelfbeheer. De heer Niemeijer: Het raadsvoorstel met betrekking tot de verbouw van het pand Ha niasteeg 7 geniet op een zodanige manier onze instemming dat wij dat graag even apart on der woorden willen brengen. De essentie voor ons is vervat in de zin in het midden van de raadsbrief, waar staat: "Aangezien bij de planuitvoering wordt uitgegaan van zelfwerkzaam heid en gedurende de exploitatieperiode van 10 jaar wordt uitgegaan van zelfbeheer kan er van een experiment worden gesproken." De begrippen "zelfwerkzaamheid" en "zelfbeheer" zijn zaken waarvoor PAL zich in het verleden diverse keren heeft ingespannen. Vandaar dat wij blij zijn dat dit experiment nu kan starten. Wij zullen een en ander volgen en als dit ex periment als geslaagd kan worden beschouwd dan zullen wij er op aandringen om ook bij an dere projecten op een dergelijke manier te werk te gaan. De dissonant in het verhaal is het bedrag van f. 122.000,dat wij als "vernielingen" mogen noteren. Onze fractie is er bang voor dat die vernielingen deels liggen in het feit dat de besluitvorming over de huisvesting van het project Mensen zonder Werk erg lang heeft geduurd, waardoor dit soort zaken helaas kon voorkomen. De heer Schade: Namens onze fractie wil ook ik waardering uitspreken voor het voor ons liggende raadsvoorstel om een krediet beschikbaar te stellen voor de verbouw van het pand Haniasteeg 7. Er worden in het pand eenvoudige woon- en werkruimten gecreëerd, waarbij zelfwerkzaamheid en zelfbeheer worden geactiveerd. Onze fractie is van mening dat het experiment tevens een goede zaak is voor de positieve impuls die gegeven wordt aan het gehele gebied Nieuwestad ZZ/Groot Schavernek/Ruiterskwartier/Ype Brouwerssteeg. Het voorstel om de f. 122.000,schade, veroorzaakt door vandalisme tijdens de leeg stand, te dekken ten laste van de risicoreserve wordt door onze fractie gesteund, omdat, wil het experiment slagen, de nieuw gehanteerde huurprijzen aan het plafond zijn gekomen. Tenslotte zou ik het college in overweging willen geven de mogelijkheid van de subsidie die bij dit project is gehanteerd, namelijk vijf jaar lang een jaarlijkse bijdrage van f. 2.200, toekennen per fictieve wooneenheid van 30 m2, duidelijk onder de aandacht te brengen van de woningcorporaties en toegelaten instellingen. Wellicht kunnen in de toekomst meer van dergelijke projecten op deze manier worden gestart. De heer Geerts (weth.): Het is inderdaad een belangrijk experiment dat in de Hania steeg wordt ondernomen. Er wordt hier met iets begonnen dat nog niet eerder in onze ge meente is uitgeprobeerd, terwijl slechts in een aantal gemeenten in het land een dergelijk experiment is gedaan. Als het zou lukken dan wordt inderdaad veel toegevoegd aan de mo gelijkheden die wij op dit moment hebben. Zelfwerkzaamheid en zelfbeheer zijn uiteindelijk zaken die er mee toe kunnen bijdragen dat mensen zich bewust worden van hetgeen waarmee ze zelf bezig zijn. Het is mijns inziens erg belangrijk dit in een situatie in Leeuwarden uit te proberen. Het is jammer dat hier tegenover het bedrag van f. 122.000,staat. Het blijkt dat, als een gebouw langere tijd leeg staat, het redelijk onvermijdelijk is dat er vernielingen worden aangebracht. Er wordt scherp op gelet dat dergelijke vernielingen niet meer plaatsvinden en ik hoop dat het bedrag van f. 122.000,dat eigenlijk niet had moeten worden uitgegeven, het totaal bedrag is. Ook de heer Schade heeft waardering voor het experiment uitgesproken. Het is interes sant dat het niet alleen een experiment is met betrekking tot zelfwerkzaamheid en zelfbe heer, er is tevens een combinatie van wonen en werken in het pand aangebracht met een heel bijzondere beheersvorm. Dat geeft de nodige risico's en daarom wordt het ook een ex periment genoemd. Wij zullen met elkaar moeten bekijken of het allemaal werkt. De subsidie die wij hiervoor gebruikt hebben betreft een subsidie die tot 1 januari van dit jaar van rijkswege werd verstrekt, maar die nu is opgenomen in het Fonds Stadsvernieu wing. Het is zo dat bij het verdelingsbesluit, zoals wij dat met elkaar hebben vastgesteld, het bedrag dat voor deze regeling is opgenomen volledig wordt gebruikt voor de Haniasteeg. Als er dus corporaties of instellingen zouden komen die iets dergelijks willen realiseren, dan zal eerst het verdelingsbesluit moeten worden aangepast. Overigens lijkt het mij zinvol, ge zien de zojuist door mij genoemde risico's, eens te kijken hoe dit experiment verloopt voor 39 dat al te enthousiast in diverse richtingen wordt gezegd: Doe dat ook. Bij een experiment hoort nu eenmaal een evaluatie, maar als dit experiment slaagt dan lijkt het mij juist om ook aan andere toegelaten instellingen dit voorbeeld aan te geven. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 27 en 28 (bijlagen nrs. 199 en 220). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 29 (bijlage nr. 207). De Voorzitter: Dit punt luidt: Scholenplan basisonderwijs 1-8-1986 tot 1-8-1989. De heer Visser: Het voorstel beoogt de stichting van een basisschool voor Montessori- onderwijs in de gemeente Leeuwarden. Wij hebben daar geen moeite mee, wij staan daar ach ter. Wij zouden niet in Nederland wonen als geen voorwaarden zouden worden gesteld aan de stichting van de school. Een van die voorwaarden is de lokatie. In het ontwerp-besluit wordt genoemd: het centrum van de stad. Daarover kan men van mening verschillen. Wij willen nog eens duidelijk onderstrepen dat wij tegen vestiging van een school binnen de stadsgrachten zijn. De heer De Vries (weth.): Hetgeen door de heer Visser naar voren is gebracht is ook de intentie van het college. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 30 t.e.m. 32b (bijlagen nrs. 231, 230, 204, 236 en 238). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 33 (bijlage nr. 232). De Voorzitter: Dit punt luidt: Beleidsuitgangspunten met betrekking tot woningdelers en economische eenheden in het kader van de Algemene Bijstandswet (ABW). De heer Siemonsma: Ik wil beginnen met het uitspreken van mijn waardering voor de voorliggende raadsbrief. Het platform in oprichting van uitkeringsgerechtigden is ook be trokken geweest bij de voorbereiding daarvan. Intussen zitten wij wel met de woningdelers- regeling opgescheept die, ondanks de golf van protest, in de Tweede Kamer is aangenomen. De principiële en praktische bezwaren zijn weggewuifd onder de toezegging van een zo spoedig mogelijke evaluatie. Eerst invoeren en wel zien wat ervan terecht komt, is kenmer kend voor het regeringsbeleid. Net als bij de tweeverdienersregeling is de bestuurlijke zorgvuldigheid ver te zoeken. Dat is naar ons idee ook niet zo verwonderlijk. Het gaat an dermaal om een bezuinigingsmaatregel waarvan de opbrengst veilig gesteld moet worden. Ge heel tegen de dereguleringsideeën in wordt het bestaande stelsel van de ABW uitgebreid met een nieuwe verfijningsmaatregel. Geheel in de lijn van het kabinetsbeleid wordt opnieuw de positie van de meest achter- gestelden in onze maatschappij aangetast. In de eerste plaats wordt voor de zoveelste keer de uitkering verlaagd, nu met 10%. Voor gezinnen of alleenstaanden met thuiswonende meer derjarigen of verdienende kinderen is de woningdelersmaatregel een ramp. In de tweede plaats wordt de groep bijstandsgerechtigden aan toenemende regelgeving onderworpen. Reeds bij de behandeling van de Beleidsnotitie Gemeentelijke Sociale Dienst Leeuwarden - en dan met name bij het sanctie- en controlebeleid - hebben wij gewezen op het verschil in con trole op de inkomens- en leefsituatie tussen mensen met een betaalde baan en uitkeringsge rechtigden. Wat dat betreft is er een ongerechtvaardigde tweedeling in ons maatschappelijk systeem. Uitkeringsgerechtigden worden aan strakke controlebanden gelegd die betaald werkenden niet kennen. Dat is onrechtvaardig en onterecht, omdat mensen onder anderen met de grote werkloosheid niet zelf de keuze hebben tussen werk en uitkering. De wetgever maakt het recht op werk namelijk niet waar. Wij moeten er al het mogelijke aan doen om dit meten met twee maten, deze tweederangs behandeling van uitkeringsgerechtigden, weg te nemen. Een ander principieel punt is dat het grondpatroon van de ABW met allerlei kunstgrepen overeind wordt gehouden, namelijk in de vorm van het gezinsdenken. Verfijning in de ABW tracht allerlei ontwikkelingen met betrekking tot individualisering in het gezinspatroon te drukken en mensen tegen hun wil van elkaar afhankelijk te maken. Wij zijn met het college van oordeel dat de overheid de burger zoveel mogelijk de keuze moet laten hoe deze zijn of

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 20