22 De heer Duijvendak: De PAL-fractie is blij dat het voorstel voor de instelling van een ombudsfunctie voor vrouwen eindelijk op tafel ligt. Je kunt het ook andersom zeggen: Wij verbazen ons erover dat dat meer dan twee jaar heeft moeten duren. Ik wil het vanavond niet hebben over het idee en de noodzaak van de ombudsfunctie. Een en ander is in de afgelopen jaren meerdere malen ook door onze fractie onderstreept. Wel hebben wij grote twijfel of er in de voorgestelde vorm veel van terecht zal komen. Ei genlijk komt er namelijk weinig nieuws van de grond, omdat het meeste wordt ingebed in be staande procedures, met als spil de al functionerende Commissie voor de Beroep- en Be zwaarschriften. In de adviezen van de emancipatiecommissie, in aansluiting op de door b. en w. in 1980 opgestelde Emancipatienota, werd niet gekozen voor die inbedding in bestaande procedures, maar werd een herkenbare plaats voorgesteld met hopelijk lage drempels voor vrouwen om eventuele klachten te meldennamelijk de emancipatiecommissie zelf en meer concreet een werkgroep uit haar midden. Nu is het natuurlijk altijd een kwestie van inschatting of je denkt dat het emancipatie proces al zover gevorderd is dat vrouwen, bijvoorbeeld over ongewenste intimiteiten begaan door mannen, zullen gaan klagen bij een commissie die zich ten eerste op allerhande gebie den begeeft en niet specifiek met emancipatievraagstukken bezig is en ten tweede in meer derheid uit mannen bestaat. Dat is een vraag die in eerste instantie door vrouwen beant woord zal moeten worden, maar die volgens onze fractie ook voorligt aan mannen. Als het gaat om discriminatie op grond van sekse, achterstelling op grond van vrouw-zijn, is het dan een goede procedure mannen direct te betrekken bij het beoordelen van die klachten? Vanuit de strategie van: maak die mannen maar medeplichtig, zou je daarvoor kunnen kie zen. Wij vrezen inkapseling in bestaande procedures, hoge drempels en het onder de tafel blijven van veel discriminatie. B. en w. onderkennen ook wel dat niet alle klachten zich zullen lenen voor een officiële behandeling in een klachtencommissie. De emancipatiemedewerksters zullen onder andere voor deze groep een steunpunt kunnen vormen, dus voor de klachten die niet in de bezwaar schriftencommissie terecht zullen komen. Maar tot hoever zullen die vrouwen ondersteund worden door de emancipatiemedewerksters? Lopen deze ambtenaren niet het reële gevaar in conflict te komen met de andere ambtenaren over wie geklaagd wordt? Waar ligt daar de grens? In dat verband zou ik de vraag kunnen stellen die ook door de PvdA in de commissie gesteld is: Is het niet beter om daarvoor een aparte persoon aan te stellen? Een ander bezwaar tegen de voorgestelde invulling van wat op zich een goed idee is, is het volgende. Is het wel verstandig om "lichte" en "zware" klachten op deze manier uit el kaar te halen? De "lichte" klachten zullen bij de emancipatiemedewerksters en de ambtelijke werkgroep blijven, terwijl de "zware" klachten de officiële circuits in zullen gaan. Maar daarmee scheid je op een tamelijk kunstmatige manier "lichte" en "zware" klachten en krijg je niet het overzicht waar je nu juist uitzicht op wilt hebben. Met andere woorden, is het niet beter om de ombudsfunctie vanuit de invalshoek van de emancipatie op één plek te concen treren? De emancipatiemedewerksters zouden dan een ondersteunende rol kunnen spelen. Meer concreet weer: de emancipatiecommissie zelf of de werkgroep uit haar midden. Dit in de plaats van alles maar in te bedden in bestaande procedures, hoe handig dat misschien ook is vanuit een bestuurlijke optiek. Afsluitend. De intentie om te komen tot het instellen van een ombudsfunctie is goed, maar dateert al uit de gemeentelijke nota van 1980. De nu voorgestelde invulling vinden wij minder gelukkig. PAL staat om de al genoemde redenen een aparte instantie voor ogen. Wij hebben ter zake een motie gemaakt, die ik nu zal voorlezen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 19 augustus 1985, gelezen het raadsvoorstel tot instelling van een ombudsfunctie voor vrouwen werkzaam bij of wonend in de gemeente Leeuwarden, overwegende dat - het tot spil van de klachtenprocedure maken van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften mogelijk een voor vrouwen drempelverhogend effect kan hebben, onder andere omdat eman cipatievraagstukken niet haar specifieke aandachtsgebied is en omdat de commissie overwegend uit mannen bestaat; - "lichte" en "zware" klachten door dit voorstel kunstmatig ge scheiden zullen worden, besluit de ombudsfunctie op te dragen aan de emancipatiecommissie, die ter zake van ingediende klachten een onafhankelijk rapport van bevindingen opstelt, enz. (vervolg van besluit punt 2 van de raadsbrief) De motie is mede-ondertekend door Piet Meerdink. (De Voorzitter: De motie is voldoende on dersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) Punt 1 van het raadsbesluit blijft staan, terwijl de punten 3, 4 en 5 kunnen vervallen. 23 De heer Kessler (weth.): Eerst de vraag van de heer Buurman waarom, als een ombuds functie per se moet, dan niet een ombudsfunctie voor mannen en vrouwen tegelijk. Daarover zijn twee opmerkingen te maken. In de eerste plaats is er op het hele terrein van ombuds- werkzaamheden zo langzamerhand een groot aantal instellingen werkzaam. Wat dat betreft kun je je afvragen of een algemene ombudsfunctie, in te stellen door de gemeente Leeuwar den, wel zo voor de hand liggend is. In de tweede plaats is het natuurlijk allemaal ook weer een kwestie van geld. Hebben wij dienaangaande de financiële middelen er voor over? Het college heeft gemeend, gelet op het feit dat in een stad als Leeuwarden - maar ook lande lijk - op heel veel terreinen ombudsachtige instellingen werkzaam zijn, geen prioriteit te moeten leggen bij het instellen van een algemene ombudsfunctie. Alles afwegende, kosten en baten, hebben wij het geld daar niet voor over. Iets anders ligt dat voor de ombudsfunctie voor vrouwen. Wij hebben namelijk het idee dat klachten van vrouwen niet altijd duidelijk naar voren komen. Wat dat betreft - dat past ook in het kader van het emancipatiebeleid: prioriteit geven aan de behandeling van vrou wen - hebben wij gemeend wel een specifieke ombudsfunctie voor vrouwen in te moeten stel len. De heer Buurman vraagt of er dan klachten zijn. Wij weten niet van tevoren hoeveel klachten er zijn. Ongetwijfeld zullen wij in de loop der jaren met klachten worden gecon fronteerd. Ik heb namelijk het gevoel dat heel veel vrouwen moeite zullen hebben om de be staande instellingen daarvoor te gebruiken, ook misschien wel omdat men denkt: Ik heb wel een klacht, maar is die nu wel zo serieus. Op het moment dat er een duidelijke ombudsfunc tie is die daaraan appelleert, kunnen volgens mij een aantal van de verborgen klachten die er op dit moment zijn gemakkelijker naar boven komen. De heer Duijvendak vraagt zich af of je zo nodig moet aansluiten bij de bestaande proce dures. Aan de ene kant de Commissie van advies voor de bezwaarschriften inzake perso neelsaangelegenheden, daar waar het klachten betreft van werkneemsters van de gemeente, en aan de andere kant de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften. Wij hebben ge meend daarbij te moeten aansluiten. In de eerste plaats vanuit een soort efficiëntie-optiek. Je moet niet weer allerlei nieuwe procedures met allerlei nieuwe regels gaan opstarten. Je kunt vanuit de efficiëntie-optiek het beste aansluiten bij de bestaande procedures. In de tweede plaats sluiten wij aan bij de bestaande procedures, omdat die op zich zelf relatief zwaar zijn, uitgekristalliseerd zijn in hun werkwijze en naar onze smaak goed recht doen aan de belangen die aan emancipatie toegekend moeten worden. Per slot van rekening kan het soms om klachten gaan die in hun effecten voor de mensen tegen wie de klachten gericht zijn verstrekkend kunnen zijn. Ik zal geen voorbeelden noemen, maar het zou kunnen zijn dat, wanneer er heel serieuze klachten zijn, ontslag het gevolg is. Hopelijk zal dat nooit gebeu ren, maar theoretisch is dat mogelijk. Wij denken dat het in die situaties nodig is om gewoon goede, relatief zware procedures in te stellen, waarbij aan mechanismes als hoor en weder hoor goed recht wordt gedaan. Wij zijn ook tot die conclusie gekomen, omdat wij van mening zijn dat de huidige procedures - dus de beide bezwaarschriftencommissies - goed werken. Het argument dat vrouwen terecht moeten bij een commissie die uit mannen bestaat gaat niet helemaal op. Er is namelijk altijd sprake van een gemêleerd gezelschap dat zal moeten beslissen over bepaalde klachten. Als het gaat om zaken als ontslag, aanwijzing of berisping dan zal uiteindelijk het college van b. en w. de beslissing moeten nemen. Het kan ook zijn dat het om zaken gaat waarbij de raadsadviescommissie en de raad betrokken worden. In de ze twee organen zitten naast vrouwen ook mannen. Uiteindelijk komen er ook altijd mannen aan te pas om bepaalde klachten te beoordelen. Het argument om deze zaak alleen aan vrou wen over te laten, gaat alleen om die reden al niet op. Rolconflicten. Het zou het mooiste zijn om wat dat betreft een aparte persoon aan te stellen. Je zou kunnen denken aan een constructie zoals bij het bedrijfsmaatschappelijk werk. Iemand die onafhankelijk van de gemeente haar werk doet. Het probleem is dat wij, wanneer wij hiervoor een aparte persoon benoemen, dan ook weer met het punt zitten of wij een en ander willen en kunnen betalen. Wij hebben gemeend dat, gelet op die situatie, on derbrenging bij de beide emancipatiemedewerksters, die wij zeer wel capabel achten om in alle objectiviteit deze klachten te behandelen, zeer voor de hand liggend is. Het uit elkaar halen van "lichte" en "zware" klachten zou een kunstmatige scheiding zijn. Ik zie dat eerlijk gezegd niet zo. Er zal inderdaad sprake zijn van "lichte" en "zware" klachten. Klachten die echt heel serieus zijn en waar wat aan gedaan moet worden en klach ten die wat subjectiever zijn. Ik zie niet in waarom je de klachten niet op deze manier uit el kaar zou mogen halen. Wat dat betreft kan ik het verhaal van de heer Duijvendak dan ook niet onderstrepen. Concentratie op één punt. Naar onze smaak hebben wij de ingangen waar de klachten binnenkomen in ieder geval op één plek geconcentreerd, namelijk bij de beide emancipatie medewerksters. Daarna gaan de klachten, afhankelijk van de aard daarvan, verschillende procedures volgen. Uiteindelijk blijft er heel duidelijk één centraal punt waar alles binnen komt en opgeslagen wordt, opdat er na verloop van tijd over het geheel een evaluatie kan plaatsvinden. Het zal de raad duidelijk zijn, gelet op mijn antwoord, dat het college geen behoefte heeft aan de motie van PAL.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1985 | | pagina 12